Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Beleidskaders, -monitors en wetgeving1. Het bieden van een passend, toegankelijk, gedifferentieerd en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod in de hele stad
2. Voldoende goede leraren, pedagogisch medewerkers, schoolleiders en instructeurs
3. Het verminderen van schooluitval
Omschrijving taakveld
Binnen het Taakveld Onderwijsbeleid en Leerlingzaken voert de gemeente wettelijke taken uit, zoals leerlingenvervoer, voor- en vroegschoolse educatie (vve), voortijdig schoolverlaten (vsv) en onderwijs aan kinderen van statushouders en asielzoekers. Daarnaast ontwikkelt de gemeente stedelijk beleid – waarvoor ze zowel gemeentelijke als rijksmiddelen inzet - ter verbetering van onderwijsresultaten, kansengelijkheid in het onderwijs, talentontwikkeling, burgerschap, vermindering van het lerarentekort, passend onderwijs en vermindering van schooluitval. Ook voert de gemeente stedelijk beleid uit voor schoolzwemmen.
Wat willen we bereiken
Effect indicatorenEind 2018 leggen wij het nieuwe onderwijsbeleid 2019-2022 voor aan de gemeenteraad, inclusief de hierbij horende indicatoren. Aandachtspunten zijn onder meer:
- Beter bereik van (doelgroep)peuters in de voorscholen.
- Grotere kansengelijkheid, door verhogen van de onderwijsresultaten, verminderen van kwaliteitsverschillen van scholen en versterken de doorgaande leerlijn in het onderwijs.
- Streven naar de beste leraren voor de klas.
- Meer aandacht voor burgerschap in het onderwijs.
- Verbeteren van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg.
- Passend en toegankelijk onderwijs voor alle kinderen, waar door zij zicht maximaal kunnen ontwikkelen.
Wat gaan we daar voor doen
Prestatie indicatoren- Ontwikkelen van nieuw onderwijsbeleid inclusief indicatoren. Dit zal 18 december 2018 in de gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden en zal ingaan in het schooljaar 2019-2020.
- Onderzoek naar de mogelijkheid om kosten van de voorschool te beperken voor peuters onder de armoedegrens.
- Stimuleren van de ontwikkeling en behoeften van excellente leerlingen.
- Inzetten op werving, instroom, doorstroom en uitstroom van de lerarenopleidingen
- Ontwikkelen van een akkoord over jeugdwerkgelegenheid met onderwijs en bedrijfsleven (leerwerkakkoord).
- Ontwikkelen van een werkwijze democratisch burgerschap voor het onderwijsveld.
- Stimuleren en waar mogelijk faciliteren van internationaal onderwijs en instellingen voor toponderwijs.
- Met het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) investeert de gemeente samen met onze partners in goed onderwijs en meer lestijd (hele dag programmering).
- Versterking van loopbaanoriëntatie (LOB) in het onderwijs en verstrekking van carrière startgaranties door bedrijven met financiële steun van de Europese Commissie (programma Bridge).
- Voor een goede aansluiting van onderwijs en jeugdhulp zorgen gemeente, schoolbesturen en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs dat de basis op orde is. Voor elk kind is er passend onderwijs, een stevige ondersteuningsstructuur op school, een goed pedagogisch klimaat en een vroegtijdige signalering van problematiek.
- Verder ontwikkelen van onderwijszorgarrangementen, zodat er een integraal aanbod van onderwijs en zorg ontstaat (van dagbesteding en speciaal onderwijs tot aan de reguliere basisschool). Onder zorg wordt hier ook preventieve inzet vanuit het wijknetwerk verstaan, zoals inzet van Schoolmaatschappelijk werk en CJG.
- Voortzetting van de Taskforce Thuiszitters en de G4 thuiszittersaanpak.
- In regionaal verband doorzetten van de aanpak voortijdig schoolverlaters (vsv).
- Naast zoveel als mogelijk preventieve acties en gesprekken om uitval te voorkomen (door onder andere spreekuur op school, preventieve aanpak terugdringen schoolziekteverzuim, schoolcontroles op verzuimadministratie) wordt in 100% van de gevallen wettelijke ongeoorloofd verzuim meldingen actie ondernomen door leerplicht.
Effect indicatoren
Beschrijving effectindicator | Realisatie 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau (collegetarget) | |||||||
1.A Het percentage 3-jarige doelgroeppeuters dat gebruik maakt van het extra aanbod 'spelen en leren' blijft minimaal gelijk (89%). | Streefwaarde | 89% | 89% | 89% | 89% | ||
Realisatie | 89% | ||||||
1.B. Het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen op het streefniveau van de referentieniveaus stijgt in 2021 naar het landelijk gemiddelde van 2017. | Streefwaarde | Taal: 55,3% Lezen: 62,4% Rekenen: 35,5% | Taal: 55,8% Lezen: 63,9% Rekenen: 36,2% | Taal: 56,3% Lezen: 65,4% Rekenen: 37,0% | Taal: 56,9% Lezen: 67,4% Rekenen: 37,8% | ||
Realisatie | Taal: 54,9%Lezen: 60,9%Rekenen: 34,8% | ||||||
1.C. Het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het vo dat zit op het niveau van het advies van de basisschool of hoger stijgt van 77% in 2017 naar 80% in 2021. | Streefwaarde | 80% | |||||
Realisatie | 77% | ||||||
1.D. Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt van 13,5% in 2017 naar 18,0% in 2021. | Streefwaarde | 14% (2017-2018) | 15,5% (2018-2019) | 17,0% (2019-2020) | 18,0% (2020-2021) | ||
Realisatie | 13,5%(2016-2017) | ||||||
2. Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs- en/of zorg | Streefwaarde | n.v.t. | 110 (2018-2019) | 55 (2019-2020) | 28 (2020-2021) | 14 (2021-2022) | |
Realisatie | n.v.t. | ||||||
3. NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets | Streefwaarde | 531,9 (2021-2022) | 531,9 (2021-2022) | ||||
Realisatie | 530,8 (2015-2016) |
Toelichting effect indicatoren
De resultaten die in het verleden zijn behaald bij het verhogen van de Rotterdamse onderwijsprestaties geven aan dat we op de goede weg zijn. We weten ook uit tal van onderzoeksrapporten dat het opleidingsniveau in belangrijke mate van invloed is op toekomstige gezondheid, kansen op werk en andere maatschappelijke situaties waarin mensen verkeren (o.a. SCP, 2018). We streven naar een passend onderwijsniveau voor alle kinderen. Rotterdam heeft de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt, maar we zijn nog niet klaar. Het gemiddelde opleidingsniveau van Rotterdamse leerlingen loopt nog niet in de pas met het niveau in de G4 en/of de rest van Nederland. Het collegetarget is dan ook:
1. Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau
Hieronder vallen vier meetbare subtargets voor de verschillende sectoren van de onderwijsportefeuille:
1. A. Het percentage 3-jarige doelgroeppeuters dat gebruik maakt van het extra aanbod ‘spelen en leren’ blijft minimaal gelijk.
Het percentage 3-jarige Rotterdamse doelgroeppeuters dat gebruik maakt van het extra aanbod ‘spelen en leren’ blijft minimaal gelijk (89% in 2017). Het extra aanbod spelen en leren is het wettelijk verplichte aanbod voorschoolse educatie aan peuters met het risico op een taalachterstand (zogenaamde doelgroeppeuters).
1.B. Het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen op het streefniveau van de referentieniveaus stijgt in 2021 naar het landelijk gemiddelde van 2017.
De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en -vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor taal, rekenen en lezen. Het streven is als volgt:
- voor taal: stijging van 54,9% naar 56,9%
- voor lezen: stijging van 60,9% naar 67,4%
- voor rekenen: stijging van 34,8% naar 37,8%
1.C. Het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het vo dat zit op het niveau van het advies van de basisschool of hoger stijgt van 77% in 2017 naar 80% in 2021.
Eén van de problemen in het onderwijs is de afstroom van leerlingen in het voortgezet onderwijs (leerlingen zakken een niveau in het onderwijs, bijvoorbeeld van havo naar vmbo). Met dit subtarget focussen we op het voorkomen van afstroom.
1.D. Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt.
Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt van 13,5% in 2017 naar 18,0% in 2021.
2. Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuis zit zonder passend aanbod van onderwijs- en/of zorg
Dit is het totaal aantal jeugdigen van 5-18 jaar dat langer dan 3 maanden thuiszat: of zij een passend aanbod hebben gekregen van onderwijs- en/of zorg. In 2017 waren er 221 jeugdigen thuis; toen is niet gemeten of zij passend aanbod hebben gekregen.
3. NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets
Het hoofddoel van de pijler school van het NPRZ is hoger onderwijsresultaten. Op dit moment houden we vast aan de cito-eindtoets als indicator, maar de wens is om over stappen naar een betere indicatoren (niet iedere school hanteert de cito eindtoets). Deze indicator zal op termijn worden aangepast. Voorlopig is het doel om de gemiddelde score op de Centrale Eindtoets te verhogen naar 531,9 (was 530,8 in schooljaar 15-16).
Prestatie indicatoren
Beschrijving prestatie-indicator | Realisatie 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding po en vo | Streefwaarde | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
Realisatie | N.v.t. | ||||||
2. Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding mbo | Streefwaarde | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
Realisatie | n.v.t. | ||||||
3. Alle Rotterdamse vsv-ers zijn in beeld en we werken met hen aan een passende vervolgstap. | Streefwaarde | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
Realisatie | n.v.t. |
Overzicht baten en lasten
Overzicht van baten en lasten Onderwijsbeleid en leerlingzaken | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 56.419 | 67.343 | 65.731 | 68.572 | 68.572 | 68.572 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 56.400 | 67.212 | 65.402 | 68.243 | 68.243 | 68.243 | |
Overige opbrengsten derden | 19 | 131 | 329 | 329 | 329 | 329 | |
Lasten exclusief reserves | 110.694 | 116.266 | 126.981 | 131.836 | 124.962 | 124.034 |
|
Apparaatlasten | 11.485 | 11.615 | 11.372 | 11.323 | 11.323 | 11.323 | |
Inhuur | 264 | 130 | 57 | 57 | 57 | 57 | |
Overige apparaatslasten | 228 | 242 | 239 | 238 | 238 | 238 | |
Personeel | 10.993 | 11.243 | 11.076 | 11.028 | 11.028 | 11.028 | |
Interne resultaat | 10.214 | 9.825 | 9.887 | 9.887 | 9.887 | 9.887 | |
Interne resultaat | 10.214 | 9.825 | 9.887 | 9.887 | 9.887 | 9.887 | |
Programmalasten | 88.995 | 94.827 | 105.722 | 110.626 | 103.752 | 102.824 | |
Financieringslasten | 0 | 500 | 500 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 7.839 | 8.661 | 7.817 | 6.991 | 6.833 | 6.804 | |
Kapitaallasten | 116 | 112 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige programmalasten | -83 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale uitkeringen | 7.644 | 7.066 | 7.066 | 7.066 | 7.066 | 7.066 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 73.480 | 78.488 | 90.339 | 96.570 | 89.854 | 88.954 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -54.275 | -48.923 | -61.250 | -63.264 | -56.390 | -55.462 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor reserveringen | -54.275 | -48.923 | -61.250 | -63.264 | -56.390 | -55.462 | |
Reserves | 345 | 347 | 655 | 1.847 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 301 | 347 | 655 | 1.847 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 44 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -53.930 | -48.576 | -60.596 | -61.417 | -56.390 | -55.462 |
Bijstellingen
Bijstellingen (x1000) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijke begroting | -55.013 | -55.394 | -55.716 | -55.716 | |
Coalitieakkoord: Basispad | -161 | -161 | -161 | -161 |
|
Loonkostenproblematiek | -161 | -161 | -161 | -161 | |
Coalitieakkoord: Ramingsbijstellingen vermijdbaar | 836 | 834 | 835 | 835 |
|
Trend | 836 | 834 | 835 | 835 | |
Coalitieakkoord: Intensiveringen | -250 | -250 | -250 | -250 |
|
Faciliteren IT-campus | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Digideal en programmeerlessen | -250 | -250 | -250 | -250 | |
Dagprogrammering Children's Zone | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Coalitieakkoord: Bezuinigingen | 102 | 160 | 208 | 236 |
|
Invulling structurele stelpost coalitieakkoord | 102 | 160 | 208 | 236 | |
Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -6.200 | -6.700 | -1.400 | -500 |
|
Financiële dekking subsidies schooljaar 2018-2019 | -5.000 | 0 | 0 | 0 | |
Verschuiving wegens extra taken voorschoolse educatie | -1.200 | -6.700 | -1.400 | -500 | |
Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 |
|
Bestemmingsreserve Cofinanciering Europese subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bestemmingsreserve Harmonisatie Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Taakmutaties | 2 | 0 | 0 | 0 |
|
Rijksbijdrage Wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang | 2 | 0 | 0 | 0 | |
Technische wijzigingen | 88 | 94 | 94 | 94 |
|
Diverse technische mutaties | 88 | 94 | 94 | 94 | |
Begroting na wijzigingen | -60.596 | -61.417 | -56.390 | -55.462 |
Coalitieakkoord: Basispad
Loonkostenproblematiek
De loonkosten worden sinds 2013 genormeerd begroot, het gehanteerde model is herijkt en wordt verder toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering.
Coalitieakkoord: Ramingsbijstellingen vermijdbaar
Trend
Als uitwerking van het coalitieakkoord is de bij de 4-maandsrapportage 2018 opgenomen trend/indexatie aangepast. Het percentage op de trendcategorie materieel is verlaagd van 0,9% naar 0%. Het trendpercentage subsidies is gehalveerd naar 2,1%.
Coalitieakkoord: Intensiveringen
Faciliteren IT campus
De gemeente stimuleert en faciliteert waar mogelijk de komst van een IT-Campus. Hiervoor is € 300 vrijgemaakt in 2019 én 2020.
Digi-deal en programmeerlessen
Het budget is structureel met € 250 verhoogd om te investeren via een digi-deal met het onderwijsveld in programmeerlessen.
Dagprogrammering Children's Zone
Het budget is structureel met € 11.000 toegenomen voor de dagprogrammering binnen het gebied van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. De dekking is afkomstig vanuit de Regio-envelop en is hierdoor saldo neutraal. Met het onderwijsveld en partijen als naschoolse opvang, huiswerkbegeleiding, culturele organisaties, sport en bedrijven stimuleren we talentontwikkeling en betere onderwijsresultaten in die wijken waar dat het hardst nodig is.
Coalitieakkoord: Bezuinigingen
Invulling structurele stelpost coalitieakkoord
Dit betreft een invulling van de in het coalitieakkoord opgenomen structurele stelpost van € 2,0 mln. Voor dit taakveld gaat het om € 102 in 2019 oplopend naar € 236 vanaf 2022.
Ramingsbijstellingen onvermijdelijk
Financiële dekking subsidies schooljaar 2018-2019
Door een intensieve lobby is de structurele korting op de regeling onderwijs achterstanden (oab) uitgebleven. Oorspronkelijk was er wel op het landelijk budget in 2018 een korting ingeboekt. Echter vanaf 2019 is er op landelijk niveau extra budget beschikbaar. Om te zorgen dat er in 2018 geen dip ontstaat heeft het Rijk besloten om een schuif te maken (middelen van 2019 worden naar 2018 geschoven). Doordat het Rijk deze kasschuif heeft doorgevoerd ontvangt de gemeente Rotterdam in 2019 eenmalig minder oab-middelen. De huidige verwachting is tussen de € 4 a € 5 mln minder budget in 2019. Na de zomer wordt de toekenning voor 2019 definitief bekend.
De subsidies aan het scholenveld worden per schooljaar verleend. Een korting van oab-middelen in 2019 kan niet resulteren in een korting op de subsidies 2018- 2019 (deze zijn reeds verleend). Ook zijn scholen niet in staat om hierop te anticiperen.
Binnen het programma Onderwijs is al enige tijd rekening gehouden met een mogelijke korting op oab-middelen. Op dit moment wordt er een overschot verwacht op het programma onderwijs in 2018. Het overschot wordt eenmalig aangewend ter dekking van het knelpunt in 2019. Een kasschuif is conform toezegging van het College bij vaststelling van het onderwijsbeleid 2018-2019. Op deze wijze kan het huidige onderwijsbeleid gecontinueerd worden om het scholenveld onrust te besparen.
Verschuiving wegens extra taken voorschoolse educatie
Met ingang van 2020 wordt het wettelijk verplicht om aan doelgroeppeuters 16 uur voorschoolse educatie per week te bieden. Om de uitgangspunten van het Rotterdamse stelsel in stand te houden en ter voorkoming van segregatie is gelijktijdige uitbreiding van het voorschoolse aanbod voor niet-doelgroeppeuters naar 8 uur onvermijdelijk.
Binnen het programma onderwijs zijn er mogelijkheden om bovenstaand knelpunt gedeeltelijk te dekken. Elk jaar wordt de reeks van onderwijshuisvesting geactualiseerd. Uit de actualisatie is gebleken dat er in de periode 2019 t/m 2022 overschotten worden verwacht op basis van het huidige tempo van investeringen.
Het overschot wordt aangewend ter dekking van het knelpunt van de voorschoolse educatie. Het onvermijdelijk tekort wordt hierdoor deels opgelost.
Reserves
Bestemmingsreserve Cofinanciering Europese subsidies
De gemeente Rotterdam heeft Europese subsidie gehonoreerd gekregen voor het project Bridge. De activiteiten moeten jongeren in Rotterdam Zuid helpen om opleidingen te kiezen waarmee ze in de toekomst werk kunnen vinden. Voorwaarde voor het ontvangen van deze subsidie is cofinanciering vanuit de gemeente Rotterdam. De vereiste cofinanciering vanuit het onderwijsbeleid is geactualiseerd voor de resterende jaren 2018 en 2019. In 2019 wordt er € 105 meer ingezet vanuit de bestemmingsreserve. Dit is saldo neutraal omdat zowel de baten als de lasten zijn geactualiseerd.
Bestemmingsreserve Harmonisatie Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
Naar aanleiding van extra wettelijke taken in de voorschoolse educatie vanaf 2020 is de inzet van de reserve Harmonisatie VVE geactualiseerd. Dit is saldo neutraal omdat zowel de baten als de lasten zijn geactualiseerd.
Taakmutaties
Rijksbijdrage Wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang
Vanuit de septembercirculaire 2017 zijn middelen toegekend om tegemoet te komen aan de meerkosten die het toezicht op de nieuwe kwaliteitseisen vanwege de Wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang (IKK) met zich meebrengt. Vanuit het onderwijsbeleid is restant dekking gevonden voor de formatie ophoging met betrekking tot de Wet IKK.
Technische wijzigingen
Diverse technische mutaties
Door de overgang van producten naar taakvelden, worden de apparaatsbudgetten herverdeeld over de verschillende taakvelden.
Verder heeft er een verschuiving plaats gevonden in formatie. Met deze organisatieaanpassing wordt de uitvoering van het leerlingenvervoer samen gebracht met de andere vervoersstromen van het doelgroepenvervoer. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de motie; “Centrale regie op het doelgroepenvervoer.”
Daarnaast zijn er nog diverse technische mutaties in de begroting verwerkt.
Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving
- Leren Loont!
- Elke jongere telt
- Nieuwe aanpak VSV 2016 2020 regio Rijnmond
- Voortgangsrapportage Leren Loont 2017
- Staat van het Rotterdamse Onderwijs 2017
- VSV monitor RMC regio Rijnmond
- Wet op het primair onderwijs (WPO)
- Wet op het voortgezet onderwijs (WVO)
- Wet op de expertisecentra (WEC)
- Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
- Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHO)
- Leerplichtwet
- Jeugdwet
- Wet passend onderwijs
- Rotterdam Groeit, beleidskader jeugd 2015-2020
- G4 thuiszittersaanpak 2016-2020