De gemeente Rotterdam investeert in de zorg voor zijn inwoners.

De meeste Rotterdammers kunnen zichzelf prima redden. Maar als dat niet lukt, ondersteunt de gemeente degenen die het nodig hebben.

Het gaat hierbij om ondersteuning van mensen met psychische en psychosociale problemen, en individuele maatwerkvoorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) inclusief maatschappelijke opvang en beschermd wonen en de aanpak van huiselijk geweld.

Doelstellingen product

Prioriteiten

  • zorgen voor adequate zorg en ondersteuning voor Rotterdammers die dat nodig hebben
  • verdere ontwikkeling van integrale toegang tot zorg
  • start nieuwe contracten voor wijkteams en Wmo-arrangementen in 2018
  • uitgaven Wmo- arrangementen binnen het budget van het Rijk krijgen
  • versterking van de samenwerking met de gezondheidszorg en de zorgverzekeraars
  • uitvoering en realisatie van Programma Veilig Thuis
  • veilig Thuis Rotterdam Rijnmond
  • uitvoering en realisatie van Programma (O)GGZ / Eerder Thuis
  • uitvoering en realisatie van Rotterdams 15-punten plan 2016-2020 (nazorg detentie)
  • start Trevvel als nieuwe doelgroepenvervoerder

Ontwikkelingen

  • effect van landelijk beleid op de Wmo
  • aanscherping van Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daarvoor gedaan?

Adequate zorg en ondersteuning voor Rotterdammers die dat nodig hebben

Voor Rotterdammers die dat – al dan niet tijdelijk – nodig hebben zorgt de gemeente Rotterdam voor adequate ondersteuning en zorg. De gemeente Rotterdam bood in 2018 in totaal aan 56.000 volwassen Rotterdammers ondersteuning (vanuit een maatwerkarrangement en/of het wijkteam). Dit gebeurt in samenwerking met partners in de stad. Er is een groei zichtbaar in het aantal Rotterdammers dat zorg nodig heeft. In 2018 heeft de gemeente ingezet op het verder toegankelijk maken van de zorg. Een voorbeeld hiervan is het tijdelijk inzetten van extra capaciteit in de nachtopvang en winteropvang voor volwassen dak- en thuislozen. In 2018 zijn 40 extra bedden ingezet, verdeeld over een tweetal locaties. Ook is er voor de winteropvang periode 2018-2019 tijdelijke inzet gerealiseerd met in totaal 50 extra winterbedden.

 

Verdere ontwikkeling van integrale toegang tot zorg

In 2018 is verder ingezet op het verbeteren van de toegankelijkheid van zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking, door het toevoegen van specifieke expertise op dit gebied aan de loketten. De gemeente vindt het belangrijk dat Rotterdammers weten waar ze terecht kunnen met hun vragen over zorg en ondersteuning en dat bewoners goede hulp krijgen. Om dit te realiseren heeft de gemeente in 2018 ook verder ingezet op verbetering in de samenhang en samenwerking tussen de verschillende loketten die toegang geven tot de wijkteams en de geïndiceerde zorg.

 

Start nieuwe contracten voor wijkteams en Wmo-arrangementen in 2018

Op 1 januari 2018 startten de nieuwe contracten voor de zorgaanbieders die medewerkers leveren aan de wijkteams. Samen met de gecontracteerde partners heeft de gemeente ingezet op verdere verbetering van de dienstverlening van wijkteams. Zo is er bijvoorbeeld een supervisor schulden beschikbaar gesteld binnen het wijkteam. Deze informeert en adviseert de wijkteamcollega’s in situaties waarbij het zwaartepunt ligt op financiën of schulden. Ook heeft er een uitbreiding van de formatie van de wijkteams plaatsgevonden door de toevoeging van medewerkers met GGZ-expertise specifiek voor volwassenen. In 2018 zijn ook de resultaten van het onderzoek van de Rekenkamer Rotterdam naar de wijkteams gepubliceerd. De bevindingen van dit onderzoeken zijn – samen met de reactie van het college – aan de raad aangeboden. De door de Rekenkamer gedane aanbevelingen worden meegenomen in de verdere verbetering van het beleid en uitvoering van de wijkteams en hierover wordt de raad in 2019 geïnformeerd. 

Ten behoeve van eenduidige registratie en de vereenvoudiging ervan is eind 2018 het nieuwe registratiesysteem GIDSO in gebruik genomen door de wijkteams. Naar verwachting leidt dit de komende periode tot een vermindering van de administratieve lasten bij de wijkteams.   

Per 1 januari 2018 zijn eveneens nieuwe contracten voor het bieden van langdurige ondersteuning via een Wmo-arrangement ingegaan. Nieuw in de dienstverlening is dat ouders uit alle doelgroepen binnen het Wmo-arrangement nu ook lichte opvoedondersteuning kunnen krijgen. Zo ontstaat meer samenhang in de zorg die wordt geboden in een gezin. Verder kunnen vanaf 2018 zorgaanbieders ook bij zelfstandig wonende cliënten ’s nachts toezicht uitoefenen. Dit bevordert de doorstroom van wonen in een instelling naar zelfstandig wonen in de wijk. Mensen met een extra intensieve zorgbehoefte krijgen een beter passende dagbesteding. Tot slot moedigt de gemeente aanbieders aan om bij Wmo-arrangementen te denken aan interventies op het gebied van sport, bewegen, een gezonde leefstijl en cultuur.

De gemeente monitort de prestaties van alle gecontracteerde zorgaanbieders en stuurt bij als dat nodig is.

In 2018 is uitvoering gegeven aan aanscherping van het pgb-beleid. Dit ter bevordering van de kwaliteit van zorg die cliënten van een pgb-aanbieder ontvangen en ter voorkoming van onjuiste besteding van middelen. Daarnaast heeft de gemeente sinds begin 2018 een meldpunt Zorgsignalen en Fraude. Hier kunnen Rotterdammers en professionals terecht met signalen over misbruik of fraude van zorggeld.

 

Uitgaven Wmo-arrangementen binnen het budget van het Rijk krijgen

De gemeente voert samen met de VNG een lobby richting het Rijk om te zorgen dat het Rijk voldoende financiële middelen aan gemeenten beschikbaar stelt voor de uitvoering van de zorgtaken. Hierbij wordt ook aandacht gevraagd voor de toenemende zorgvraag. Ook in 2018 wisten steeds meer Rotterdammers de weg naar zorg en ondersteuning te vinden. Dat sluit aan bij onze beleidsdoelstelling om zorg dichtbij te bieden. De uitgaven zijn in het afgelopen jaar meegegroeid met deze stijging van het aantal cliënten.

Als gevolg van de toenemende vraag naar ondersteuning zijn in het coalitieakkoord 2018 -2022 extra middelen toegekend. Daarnaast worden middelen ingezet voor het nieuwe beleid voor de eigen bijdrage Wmo 2019 en de invoering van de nieuwe loonschaal voor de huishoudelijke hulpen. Verder wordt ingezet op efficiëntie en worden waar mogelijk kostenbesparingen gemaakt. In 2018 is om die reden vervolg gegeven aan het in 2017 ingezette maatregelenpakket om de Wmo-uitgaven terug te dringen. Uitgangspunt hierbij is dat Rotterdammers die zorg en ondersteuning nodig hebben, deze ook krijgen.

Om de ondersteuning te kunnen bieden en deze toegankelijk te kunnen behouden, blijft de betaalbaarheid ook de komende periode een hele belangrijke opgave waarvoor maatregelen genomen moeten worden. In dit licht past ook de afspraak in het coalitieakkoord om vooralsnog geen indexering door te voeren voor de tarieven van (onder andere) de Wmo-arrangementen. De gemeente heeft verbeteringen doorgevoerd in de monitor- en sturingsinformatie. In 2018 is een aanzienlijke slag gemaakt waarbij ook informatie beschikbaar is gesteld voor professionals en toegangslocaties. Daarnaast heeft de gemeente deze informatie ook meegenomen in de raadsmonitor welzijn, zorg en jeugdhulp, die in oktober 2018 aan de gemeenteraad werd aangeboden. Onze zorgen over de ontwikkeling van de door het Rijk beschikbaar gestelde middelenzijn in het afgelopen jaar met regelmaat bij het Rijk onder de aandacht gebracht. Ook de komende periode blijft dit een belangrijk aandachtspunt zodat onze uitgaven binnen het budget komen dat we vanuit het Rijk ontvangen.

 

Versterking van de samenwerking met de gezondheidszorg en de zorgverzekeraars

Rotterdammers kunnen voor zorg, hulp en ondersteuning een beroep doen op de Wmo, de Jeugdwet, de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet Langdurige zorg (Wlz). Om de zorg, hulp en ondersteuning voor de Rotterdammer goed te organiseren werken we samen met zorgverzekeraars Zilveren Kruis en VGZ. Met de zorgverzekeraars werken we aan betere samenwerking tussen wijkverpleegkundigen, huisartsen en wijkteams.

Met Zilveren Kruis is het afgelopen jaar een nieuwe samenwerkingsagenda opgesteld voor de periode 2018-2020 die zich richt op ouderen en Rotterdammers met GGZ-problematiek. Zo is er ingezet op het verhelderen van grensvlakken tussen de Wmo, Zvw en Wlz (o.a. rondom maaltijdvoorziening) en het verbeteren van de overgang van Wmo/Zvw naar Wlz. Ook is een pilot rondom integrale bekostiging Zvw/Wmo voorbereid die moet bijdragen aan meer integrale zorg voor de Rotterdammer. Daarnaast werken we samen aan verbeteringen in de GGZ-zorg. Tot slot is Zilveren Kruis actief in de samenwerkingsagenda Ouder en Wijzer, de strategische meerjarenagenda GGZ en trekken we samen op in landelijke discussies over de zorg.

In 2018 heeft de gemeente een nieuw collectief contract met VGZ afgesloten voor 5 jaar ingaande 2019. Met ingang van 2019 is het Rotterdampakket beschikbaar voor alle Rotterdammers. Ook werken we samen met VGZ op het gebied van GGZ en ouderenzorg.

 

Uitvoering en realisatie van Actieprogramma Veilig Thuis

Het Actieprogramma Veilig Thuis 2015 – 2018 is de gemeentelijke aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. De twee hoofddoelen van dit programma waren het eerder en beter in beeld brengen van de problematiek en het duurzaam oplossen ervan.

De voortgang op deze doelen is sinds november 2016 gemeten bij Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond (VTRR). Voor het doel ‘eerder en beter in beeld’ was in 2018 in 59% van de gevallen de duur korter dan een jaar (van in totaal 1455 casussen waarvan de duur bekend is). Voor het doel ‘duurzaam oplossen’ is geregistreerd hoe vaak er een jaar na melding sprake is van een veilige en stabiele situatie. Voor 2018 geldt dat van de 157 beoordeelde casussen in ruim 75% van de gevallen sprake was van een veilige en stabiele situatie (al dan niet met ondersteuning).

Om voortgang te realiseren op deze doelstellingen zijn in de volgende twee actielijnen projecten uitgevoerd:

  • eerder en beter in beeld: hierbij is ingezet op het vergroten van bewustwording, kennis en deskundigheid bij professionals om eerder te gaan signaleren en dan beter te handelen

  • duurzaam oplossen: hierbij is ingezet op interventies die bijdragen aan effectievere hulpverlening, zodat de spiraal van geweld bij gezinnen doorbroken wordt

Daarnaast kent het programma drie prioritaire doelgroepen: kindermishandeling, ouderenmishandeling en schadelijke traditionele praktijken. Hierbij is onder andere ingezet op het vergroten van specifieke kennis bij professionals over deze vormen van huiselijk geweld.

Het programma is eind 2018 afgesloten met een conferentie waar ruim 300 professionals bij aanwezig waren. Daar zijn ook de prioriteiten voor de komende (college)periode besproken.

Eind 2018 werd de stad opgeschrikt door de gewelddadige dood van drie vrouwen, waarna een indrukwekkende stille tocht heeft plaatsgevonden. In 2019 gaan we aan de slag om het hiermee gestarte maatschappelijke debat voort te zetten.

 

Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond

Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond (VTRR) is er voor iedereen in de regio Rotterdam Rijnmond die te maken heeft met huiselijk geweld of kindermishandeling: voor kinderen, jongeren, volwassenen, ouderen en professionals. VTRR is er voor advies, voor het aannemen en beoordelen van meldingen, voor het zelf plegen van interventies, het doen van onderzoek en/of zorgen dat er hulpverlening wordt ingezet rond huiselijk geweld en/of kindermishandeling. De Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rotterdam-Rijnmond is de opdrachtgever van VTRR.

VTRR zet zich vanaf 1 januari 2018 als zelfstandige organisatie in voor het stoppen en voorkomen van huiselijk geweld en kindermishandeling in afhankelijkheidsrelaties en het duurzaam borgen van de veiligheid van alle betrokkenen. In 2018 kreeg Veilig Thuis 12.965 meldingen te verwerken en voerde 5476 adviesgesprekken. Van alle binnengekomen meldingen wachtten eind 2018 nog 607 zaken op verrijking van informatie en triage. Alle zaken zijn wel gescreend en de echte crisismeldingen zijn altijd direct opgepakt. Er hebben gespreken plaatsgevonden met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de voortgang wordt gemonitord. De IGJ heeft de beoordeling van VTRR in 2017 bijgesteld van een onvoldoende naar een matig.  VTRR heeft een verbeterplan opgesteld om zo aan de normen te gaan voldoen. Verder is het jaar 2018 gebruikt om afspraken over de relatie VTRR en gemeente(n) opnieuw in te richten, passend bij de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling. De GR Jeugdhulp RR en de gemeenten monitoren de ontwikkelingen nauwgezet en afgesproken is de gemeenteraad hier elk kwartaal over te informeren.

 

Uitvoering en realisatie van Programma (O)GGZ / Eerder Thuis

Het programma OGGZ/ Eerder Thuis richt zich op mensen die meervoudige problematiek heeft, waaronder GGZ problematiek. Zij hebben geen (duurzame) huisvesting en zijn onvoldoende in staat zelf een hulpvraag te formuleren.

De ambitie van het beleidsprogramma (O)GGZ/ Eerder Thuis 2015-2018 was: ‘‘mensen met (O)GGZ (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg) problematiek wonen passend en meer of zelfs geheel zelfstandig, hebben passende ondersteuning en participeren naar vermogen’’. Om de ambitie te realiseren is actie ondernomen de volgende drie actielijnen:

1. voorkomen van instroom in de stedelijke ketens voor opvang en beschermd wonen,

2. bevorderen van doorstroom en

3. borgen van de uitstroom, al dan niet in de wijk.

Binnen het tijdsbestek van het programma heeft de decentralisatie vorm gekregen.  De gemeente Rotterdam heeft regie gepakt op een integrale aanpak die in samenwerking met de inspanningen van zorgaanbieders daadwerkelijk heeft geleid tot meer door- en uitstroom binnen de ketens. Er zijn verschillende concrete maatregelen uitgevoerd, waaronder het inzetten van nazorg via een waakvlamarrangement en de toevoeging van GGZ-expertise aan het wijkteam per 2018.

Tegelijk hebben we geconstateerd dat de dagelijkse praktijk weerbarstig is, maar ook dat zich nieuwe aandachts- en verbeterpunten voordoen die van invloed zijn op de zorg en ondersteuning aan deze doelgroep. Hiermee is met de afronding van dit programma onze inzet om de zorg voor mensen met (O)GGZ problematiek te verbeteren nog niet “af’. Zo is in 2018 na een bewogen en stroef proces een opvanglocatie voor meerdere doelgroepen waaronder GGZ-cliënten in de Evenaar gerealiseerd. Ook is in 2018 een start gemaakt met de evaluatie van het Convenant Huisvesting Bijzondere Doelgroepen (HBD). In het kader hiervan is ook een onderzoek uitgevoerd naar het vergaren van draagvlak in een wijk en of hier in een eerste stadium werk van gemaakt kan worden.

De komende periode zal de gemeente – zoals aangekondigd in het coalitieakkoord – samen met partners één actieplan (O)GGZ opstellen waarin ook strategische agendapunten worden opgenomen. Hiermee is al een start gemaakt in de tweede helft van 2018. Specifieke aandacht zal hierbij uitgaan naar de doorontwikkeling van de nachtopvang, bevorderen van de doorstroom, huisvestiging bijzondere doelgroepen en housing first. Ook de resultaten en aanbevelingen van het in 2018 gepubliceerde onderzoek van de Rekenkamer Rotterdam naar de daklozen worden betrokken.

 

Uitvoering en realisatie van Rotterdams 15-punten plan 2016-2020 (nazorg detentie)

Het 15-puntenplan Nazorg Detentie omvat diverse maatregelen om de gemeentelijke inzet op Rotterdamse ex-gedetineerde te versterken. De basis op orde voor elke Rotterdammer die uit detentie komt en waar nodig passende hulp- en ondersteuning krijgt zodat recidive wordt voorkomen. In 2018 is de ketenaanpak op de doelgroep ex-gedetineerden 12-27 doorgelicht en zijn gerichte aanbevelingen gedaan. Vanaf juni 2018 is monitoring op de aanpak verbeterd door een meer specifieke registratie in de gemeentelijke systemen. Om schade te voorkomen bij preventief gehechte (jong)volwassenen is eind oktober een pilot gestart in de penitentiaire inrichting in Hoogvliet. Gedetineerden kunnen overdag buiten de penitentiaire inrichting werk of scholing volgen. De inzet op de doelgroep High Impact Crime wordt met de inzet van gemeentelijke casusregie en een meer integrale aanpak versterkt. Dit is in 2018 voorbereid, uitvoering start in 2019.

 

Start Trevvel als nieuwe doelgroepenvervoerder

Rotterdam biedt aanvullend vervoer aan kwetsbare Rotterdammers die niet met eigen of openbaar vervoer kunnen reizen. Dagelijks maken hier vele Rotterdammers, jong en oud, gebruik van. Sinds 1 januari 2018 wordt deze voorziening door Trevvel als nieuwe vervoerder verzorgd.

Na een valse start de eerste drie weken van januari, trad na stevige sturing vanuit de gemeente alsook in nauwe samenwerking met alle betrokkenen (zorgaanbieders, Brede Raad 010 naast andere (belangen)organisaties en natuurlijk ook Trevvel) snel verbetering op. Eind januari was al sprake van goede stiptheid, korte wachttijden bij het klantcontactcenter en een beperkt aantal klachten. In het laatste kwartaal van 2018 werd een klanttevredenheid gemeten van 7,7. Dat duidt erop dat de kwaliteit van de dienstverlening van Trevvel voldoet. Trevvel pakte hier meteen op door en zette in op de verdere ontwikkeling van haar dienstverlening met als doel de klanttevredenheid de komende jaren te verhogen. De doorontwikkeling richt zich niet alleen op de directe dienstverlening in de zin van het vervoer van cliënten. Het gaat ook om de “plus” er bovenop, gericht om te komen tot een goede reisbeleving en daarmee een hogere klanttevredenheid voor Trevvel’s dienstverlening.

Verder heeft het coördinatiepunt Doelgroepenvervoer in 2018 binnen de gemeente vorm gekregen via het programma Doelgroepenvervoer. Zo kon direct met de juiste betrokkenen geschakeld worden wanneer contact nodig was tussen Trevvel, de gemeente en/of cliënten of hun vertegenwoordigers.

Toelichtingen ontwikkelingen

Effect van landelijk beleid op de Wmo
De zorg aan volwassenen maakt voor sommige Rotterdammers onderdeel uit van een breder palet aan ondersteuning. Deze ondersteuning komt voort uit het gemeentelijke domein (jeugd, werk en inkomen, armoedebeleid, schulddienstverlening) en vaak ook vanuit de landelijk geregelde zorg: de Wet langdurige zorg, de Zorgverzekeringswet en Wet forensische zorg. Een merkbaar effect van de decentralisaties is dat Rotterdammers vaker te maken hebben met zwaardere problematiek in de thuissituatie. Deze beweging zien wij ook bij volwassenen in 2018. Ouderen wonen langer thuis of komen eerder uit het ziekenhuis, Rotterdammers met GGZ-problematiek krijgen in de thuissituatie vaker zorg dan in opname of verblijf. Rotterdammers met een verstandelijke beperking maken vaker gebruik van tijdelijk verblijf als zij dat nodig hebben. Het is een opgave om als gemeente de brede verantwoordelijk in het sociale domein in te vullen. Daarnaast gaan zich de komende jaren nieuwe maatschappelijke opgaven voordoen, waar gemeenten een steeds grotere rol en verantwoordelijkheid in krijgen.

Bestuurlijk zijn Rijk en gemeenten overeengekomen dat met ingang van 2021 een nieuw verdeelmodel geldt voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang. In plaats van een verdeling over centrumgemeenten gaat het Rijk de middelen over alle gemeenten verdelen. De keuze hiervoor is in lijn met het advies van de Commissie Dannenberg, waarbij voor mensen met GGZ-problematiek een zo normaal mogelijke thuissituatie moet gaan gelden. Dit nieuwe verdeelmodel wordt onderdeel van het traject Evaluatie Verdeelmodellen Sociaal Domein (EVSD). Genoemd proces kan grote financiële gevolgen hebben voor Rotterdam, maar ook voor andere grote steden. Er is vooral bezorgdheid dat in de grote steden de druk op de voorzieningen zal blijven, terwijl de middelen opschuiven richting regiogemeenten. Daarnaast is in 2018 een Hoofdlijnenakkoord GGZ gesloten tussen het Rijk en het GGZ-veld. De VNG heeft vooralsnog besloten om dit akkoord niet mede te ondertekenen, omdat het Rijk geen financiële middelen beschikbaar stelt voor de extra zorg die gemeenten moeten inzetten om de in het akkoord opgenomen doelen te realiseren. Hierbij gaat het ook om de nieuwe taken in het kader van de Wet verplichte GGZ en Wet zorg en dwang die met ingang van 2019 van kracht worden. Met het Rijk vinden hierover nog gesprekken plaats om te zorgen dat er adequate afspraken gemaakt worden over de extra benodigde financiële middelen voor gemeenten.

Verder zijn landelijk door VWS een groot aantal programma’s gestart, waaronder Langer Thuis, Aanpak Eenzaamheid, Ontregel de zorg, die van invloed zijn op de organisatie van zorg en ondersteuning. Ook is in 2018 door het Rijk besloten om een abonnementstarief voor de eigen bijdragen Wmo in te voeren met ingang van 2019. Dit zal voor gemeenten leiden tot minder inkomsten en extra zorgvraag (aanzuigende werking). De zorg bestaat dat de compensatie die het Rijk hiervoor geeft niet toereikend zal zijn. Deze ontwikkeling wordt landelijk gemonitord door VWS en VNG. Deze Rijksmaatregelen liepen parallel met het van kracht worden van een cao-afspraak tussen de sociale partners om een nieuwe loonschaal voor de huishoudelijke hulpen in te voeren. Op grond hiervan is een aanpassing gemaakt in onze tarieven in 2019. Dit had een aanzienlijke impact op onze begroting 2019.

In het najaar van 2018 deed de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een aantal gerechtelijke uitspraken over de inzet van huishoudelijke hulp door gemeenten. Deze uitspraken eisen dat gemeenten hun burgers (meer) duidelijkheid over de omvang en aard van de huishoudelijke hulp. Rotterdam brengt de impact van deze uitspraken in kaart.

Tot slot is op 25 mei 2018 de nieuwe privacywet (AVG) van kracht geworden. Dit vormt een belangrijk aandachtspunt als het gaat om samenwerking en gegevensdeling tussen professionals.

Aanscherping van Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld

Vanaf 1 januari 2019 wordt van professionals verwacht dat zij ernstige situaties van kindermishandeling en huiselijk geweld altijd melden bij Veilig Thuis. Gedurende 2018 hebben de beroepsgroepen de tijd gekregen om een afwegingskader op te stellen waarin is vastgelegd wanneer een situatie zo ernstig is dat melding vereist is.

De aanscherping betekent een aanpassing van de vijfde, tevens laatste stap uit de Meldcode
kindermishandeling en huiselijk geweld. Het is voor professionals bij (vermoedens van) acuut of structureel onveilige situaties van kindermishandeling of huiselijk geweld per 1 januari 2019 een vereiste om, ook als zij zelf hulp verlenen, melding te doen bij Veilig Thuis.

De aangescherpte meldcode en de invoering van de radarfunctie heeft impact op de aanpak en werkwijze van VTRR. Gedurende 2018 heeft VTRR voorbereidende werkzaamheden verricht om de organisatie voor te bereiden op de verscherpte meldcode en de gewijzigde werkwijze volgens het Nieuwe Handelingsprotocol. Dit heeft ook gevolgen voor de werkwijze van bijvoorbeeld de medewerkers van wijkteams. Er is een aantal bijeenkomsten georganiseerd tussen de medewerkers om de consequenties voor de werkzaamheden te bespreken.

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten

Overzicht baten en lasten Zorg volwassenenRekening
2017
Oorspr.
Begroting 2018
Bijgestelde
Begroting
2018
Realisatie
2018
Afwijking
Baten exclusief reserves28.28918.97218.94319.372429

Totaal baten 28.289 18.972 18.943 19.372 429
Bijdragen rijk en mede-overheden 23.343 16.539 14.639 14.526 -113
Financieringsbaten 0 0 0 0 0
Opbrengsten derden 4.939 2.433 4.304 4.846 542
Overige baten 7 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves380.496361.047389.203390.186983

Apparaatslasten 46.955 40.827 44.514 47.275 2.761
Inhuur 7.291 1.370 3.636 6.910 3.274
Overige apparaatslasten 688 1.281 1.191 724 -467
Personeel 38.976 38.176 39.687 39.641 -47
Interne Lasten 1.204 55 -147 1.205 1.352
Beleidspecifiek vastgoed 199 0 0 581 581
Concernbrede bedrijfsvoeringskosten 0 0 0 0 0
Overige doorbelastingen 1.006 55 -147 625 771
Programmalasten 332.336 320.165 344.836 341.706 -3.130
Financieringslasten -50 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 41.580 40.852 27.614 26.610 -1.003
Kapitaallasten 431 1.292 414 414 0
Overige programmalasten 182 0 0 270 270
Sociale uitkeringen 251.505 228.715 269.257 268.898 -359
Subsidies en inkomensoverdrachten 38.688 49.306 47.551 45.513 -2.038
Saldo voor vpb en reserveringen -352.206 -342.075 -370.261 -370.815 -554
Vennootschapsbelasting00000
Saldo voor reserveringen -352.206 -342.075 -370.261 -370.815 -554
Mutaties reserves18.909-9.200-846-1.621-775
Toevoeging aan reserves 0 10.000 10.000 10.000 0
Onttrekking aan reserves 18.909 800 9.154 8.379 -775
Vrijval reserves 0 0 0 0 0
Saldo voor overhead -333.297 -351.275 -371.106 -372.435 -1.329

Toerekening overhead aan Zorg volwassenenRekening
2017
Oorspr.
begroting
2018
Bijgestelde
Begroting
2018
Realisatie
2018
Afwijking
Overhead concernondersteuning en concernhuisvesting 26.074 27.183 27.183 27.183 0
Overhead clustermanagement en ondersteuning 12.050 10.961 11.475 11.259 -216
Saldo na overhead -371.421 -389.420 -409.764 -410.878 -1.113

Overzicht van afwijkingen

Overzicht afwijkingenAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking saldo
Afwijking baten en lasten 429 1.758 -1.329
1. Bed, bad, brood 0 1.700 -1.700
2. Medische opvang illegalen 0 800 -800
3. Opvang huiselijk geweld 0 -1.900 1.900
4. Waarborgsom hulpmiddelen 900 900 0
5. Diverse afwijkingen -471 258 -729
Afwijking reserves -775 -775 0
6. Decentralisatie AWBZ -634 -634 0
7. Overige reserves -141 -141 0
Saldo voor overhead -346 983 -1.329

Toelichting op overzicht van afwijkingen

 

1. Bed, bad, brood

Voor Bed, bad, brood ontvangen we in 2018 geen middelen van het Rijk terwijl we wel kosten maken.
 

2. Opvang illegalen

Voor de medische opvang van illegalen ontvangen we in 2018 geen middelen van het Rijk terwijl we wel kosten maken.
 

3. Opvang huiselijk geweld

Aan de opvang huiselijk geweld is minder geld besteed dan oorspronkelijk begroot. Dit komt doordat de geplande kosten voor een verbouwing elders zijn geboekt. Daarnaast zijn de activiteiten van het actieprogramma Veilig Thuis binnen budget gerealiseerd. Het actieprogramma is eind 2018 beëindigd.
 

4. Waarborgsom hulpmiddelen

De zorgaanbieders hebben een waarborgsom ontvangen wegens stagnatie in de verwerking van de aangeleverde zorgkosten. Na oplossing van deze problemen konden de zorgaanbieders hun declaraties indienen en is de waarborgsom teruggevorderd.

 

5. Diverse afwijkingen

Dit is het saldo van diverse onder- en overbestedingen.
 

6. Decentralisatie AWBZ

In 2018 zijn voor verschillende projecten onderdelen later van start gegaan of goedkoper uitgevallen. Dit betreft de volgende projecten:

  • Implementatie doelgroepenvervoer
  • Implementatie inkoop Jeugd en Wmo
  • Doorontwikkelsporen en diverse andere projecten.
     

7. Overige reserves

Er is een lagere onttrekking geweest op de volgende bestemmingsreserves:

  • Doorontwikkeling Organisatie
  • Maatschappelijke Participatie gebieden
  • TG - Regionale coördinatie nazorg ex-gedetineerden.

 

Bijstellingen

Overzicht bijstellingen Zorg volwassenen8-maands 201810-maands 2018Totaal
Coalitieakkoord: Basispad- 10.0470- 10.047
Extra kosten maatwerkvoorzieningen - 878 0 - 878
Incidentele huisvestingskosten 530 0 530
Toegenomen vraag WMO arrangementen - 9.700 0 - 9.700
Ramingsbijstellingen onvermijdelijk0 498 498
Actualisatie kapitaallasten 0 0 0
Actualisering budgetten 0 - 1.470 - 1.470
Kosten en dekking Digitaliseringsagenda en HR Uitvoeringsagenda 0 0 0
Tekort programma Volksgezondheid en Zorg (Zorg in Natura en PGB jeugd) 0 1.968 1.968
Totaal - 10.047 498 - 9.550

Toelichting op overzicht van bijstellingen

 

Extra kosten maatwerkvoorzieningen

Het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben in het Interbestuurlijk Programma afgesproken dat gemeenten de kostenstijging als gevolg van het nieuwe beleid voor de eigen bijdrage (abonnementstarief) en de nieuwe loonschaal voor huishoudelijke hulp moeten betalen uit de jaarlijkse indexatie van de algemene uitkering van het Gemeentefonds. De bijstelling is conform gerealiseerd.

 

Incidentele huisvestingskosten

Er is in 2018 sprake van incidenteel hogere concernhuisvestingskosten van € 3,1 mln. Deze incidenteel hogere huisvestingslasten zijn verdeeld en komen hierdoor op meerdere programma's terug als hogere lasten. Voor dit programma gaat het om € 530. De bijstelling is conform gerealiseerd.

 

Toegenomen vraag WMO arrangementen

In de Begroting 2018 zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor de tweedelijns Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), onder aanname dat het cliëntenaantal constant zou blijven. Gedurende de jaren 2017 en 2018 is het aantal cliënten verder blijven stijgen, wat tot extra kosten leidt. Gezien deze trend was een ramingsbijstelling noodzakelijk. De bijstelling is conform gerealiseerd.

 

Actualisering budgetten

Met een correctie in de doorbelasting van apparaatslasten is een meer evenredige belasting van deze lasten op de programma's gerealiseerd.

 

Tekort programma Volksgezondheid en Zorg (Zorg in Natura en PGB jeugd)

Bij de 10-maands rapportage werd het beeld uit de Tweede Herziening bevestigd dat er sprake was van een kentering in de kostenstijging bij de Wmo. Door deze kentering in de kostenstijging is het bijgestelde budget toereikend geweest en dus conform gerealiseerd.