Stedelijke inrichting

Met het programma Stedelijke inrichting bouwt de gemeente verder aan een stad waarop de Rotterdammers trots kunnen zijn. De inzet van dit programma is dat de bewoners vinden dat Rotterdam een fijne woonstad is en dat zij zich steeds meer op hun gemak voelen in hun buurt en wijk. Daaraan dragen zij zelf bij door eigen initiatieven, bijvoorbeeld voor betere speelruimte voor de kinderen, een prettige en gezellige buitenruimte en de daarbij behorende onderlinge contacten. De gemeente faciliteert dergelijke initiatieven graag.

PRODUCT 1

Vergunningen en toezicht

De gemeente Rotterdam bewaakt de kwaliteit van de te bouwen en gebouwde omgeving in Rotterdam. Het gaat om de gebouwen zelf, het gebruik ervan en het stimuleren, ondersteunen van een zorgvuldige omgang met monumenten en met cultuurhistorisch erfgoed in het algemeen. Daarmee levert de gemeente een bijdrage aan een veilige, mooie, gezonde en leefbare stad.

PRODUCT 2

Duurzaam

Het college heeft het programma Duurzaam 2015-2018 vastgesteld voor de uitvoering en ondersteuning van activiteiten voor een betere luchtkwaliteit, vergroening, waterveiligheid en veerkracht, energiebesparing, duurzame energieopwekking en duurzame versterking van de economie. Bij het laatste gaat het onder andere om inzet op Clean Tech en circulaire economie.

PRODUCT 3

Ruimte en wonen

Binnen het product Ruimte en Wonen wordt op 3 schaalniveaus: gebied, stad en regio, aan de toekomst van Rotterdam gewerkt. Onder andere met:

- gebiedsvisies, inrichtings-, bestemmingsplannen en bouwplanbegeleiding;

- beleidsontwikkeling en coördinatie voor wonen, ruimtelijke ordening en inrichting;

- ontwikkeling en organisatie van regionale plannen en samenwerking met (hogere);

- ontwikkeling van een integrale lange termijn visie op de toekomst van de stad

PRODUCT 4

Milieu

Vanuit de disciplines lucht, geluid, bodem en externe veiligheid richt de gemeente zich met het product Milieu op een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving. De gemeentelijke inzet voor het milieu vindt plaats in samenhang met de gehele ruimtelijke, economische en sociale ontwikkeling van de stad.

Doelstellingen programma

 

Groei van de stad

Zoals verwacht is de bevolking van Rotterdam in 2018 gegroeid. Op 1 januari 2019 woonden er 643.627 personen in Rotterdam, dat zijn er 5.446 meer dan op 1 januari 2018 het geval was. Daarnaast is de verwachting voor de verdere toekomst in 2018 naar boven bijgesteld. Volgens de meest recente inzichten heeft Rotterdam in 2030 ruim 680.000 inwoners. Ook het aantal bezoekers en arbeidsplaatsen is in 2018 verder toegenomen. Rotterdam is in trek en steeds meer mensen willen van de stad gebruik maken. Om de groei in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat al die mensen op goede manier van de stad gebruik kunnen maken om te wonen, leven en werken, is een evenwichtige strategie nodig op verschillende terreinen. Om hier aan tegemoet te komen heeft het college in het coalitie akkoord al een aantal doelstellingen opgenomen: versnelling van de woningbouwproductie en tegelijkertijd het toevoegen van nieuw groen in de stad. Verdere ontwikkeling van de Merwe-Vierhavens als woon- én werklocatie. Het beter benutten van de rivieroevers in de stad voor groen, natuur en recreatie, etc.. Ook voor de middellange en langere termijn is een strategie nodig voor goede groei. Het instrument omgevingsvisie geeft hiervoor de ruimtelijke richting en kaders. In 2018 is een verkenning omgevingsvisie gemaakt, die in 2019 wordt doorontwikkeld naar een concept-omgevingsvisie.   

 

Bereikbare stad

Er is geïnvesteerd in fietspaden (o.a. de noord-zuidroute door het centrum) en uitbreiding van fietsparkeerplaatsen bij OV en woningen. De toegankelijkheid van enkele stations waaronder Blaak en Dijkzigt, is verbeterd en het aantal aanlegplaatsen voor de Watertaxi is uitgebreid. Door het verminderen van straatparkeerplaatsen in het centrum is meer ruimte gecreëerd voor andere voorzieningen.

 

Next City

In 2018 hebben we met Next City een gemeenschappelijk begrippenkader ontwikkeld voor deze vernieuwende werkwijze. De uitdaging is dat we leren omgaan met transities en de daarmee gepaard gaande onzekerheden. Dit vraagt een andere manier van werken. De inzichten die we hebben opgedaan in dit traject zijn vertaald naar een brochure en een masterclass met professor Geert Teisman (oktober 2018). Gelijktijdig zijn verschillende ontwikkelsporen (lerende netwerken) binnen de gemeentelijke organisatie opgezet met als doel het lerend vermogen van de organisatie te vergroten. Next City heeft in 2018 input opgeleverd voor o.a. Koers010, het bestuurlijk team Groei van de Stad, de omgevingsvisie en het innovatienetwerk binnen de gemeente Rotterdam.
 

Omgevingswet

Per 1 januari 2021 wordt de Omgevingswet (Ow) ingevoerd voor alle overheidslagen, waarna de organisatie tot 2029 de tijd heeft om helemaal in de geest van de wet te gaan opereren. De Ow heeft betrekking op de gehele fysieke omgeving en vormt het nieuwe wettelijk kader voor onderwerpen als bodem, geluid, lucht, milieu, waterbeheer, ruimtelijke ordening, monumentenzorg, natuur en publieke gezondheid. De stelselherziening Ow kent de volgende hoofddoelen:

  • het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit
  • een doelmatig beheer, gebruik en ontwikkeling van de fysieke leefomgeving om zo maatschappelijke functies te waarborgen

Daarnaast heeft de invoering van de Ow als afgeleide van de genoemde hoofddoelen vier belangrijke maatschappelijke verbeterdoelen:

  • het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht
  • het bewerkstelligen van een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving in beleid, besluitvorming en regelgeving (integraliteit), mede door meer participatie en betrokkenheid van burgers, bedrijven en andere betrokkenen
  • het vergroten van de bestuurlijke afwegingsruimte door een actieve en flexibele aanpak mogelijk te maken voor het bereiken van doelen voor de fysieke leefomgeving
  • het versnellen en verbeteren van besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving

Met de komst van de Ow verandert niet alleen het juridisch kader voor de gemeente fundamenteel. Ook initiatiefnemers van en belanghebbenden bij ruimtelijke ontwikkelingen stellen straks andere eisen aan de overheid. Daarmee vraagt de implementatie van de Ow innovatie binnen onze gemeentelijke organisatie. Deels betreft dit technologische innovatie. Voor het overgrote deel gaat dit echter over sociale innovatie. Hierbij ligt de nadruk op een andere manier van kijken, denken en doen. Dit vraagt aanpassingen in houding en gedrag.
 

Binnen de gemeente Rotterdam is ten behoeve van de implementatie van de Ow gekozen voor een programmatische aanpak. Het afgelopen jaar hebben we op hoofdlijnen de volgende resultaten opgeleverd:

  • verkenning Omgevingsvisie Rotterdam.
  • integrale procesanalyses voor de werkprocessen die het meest geraakt worden door de Omgevingswet.
  • uitvoeren van pilots, praktijkproefen en andere oefentrajecten om ervaring op te doen met de nieuwe wet.
  • vergroten van bewustwording binnen de organisatie.
  • programmaplan voor de periode tot en met 1 januari 2021.

 

IndicatorSoort indicatorMonitorRealisatie 2017Doel 2018Realisatie 2018
Meer kansrijke gezinnen rondom het centrumCollegetarget 8,2% (1-7-2017)nvtDe meting per 1 januari 2017 bedroeg 8,0%. Hiermee
kwam de target al boven de beoogde eindwaarde uit. Daarnaast liep de
collegetarget Kansrijke Gezinnen af per 1 juli 2017. In de Begroting 2018 is de
beoogde waarde van de target voor 2018 daarom op niet van toepassing (n.v.t.)
gezet.

Wat heeft het gekost?

Overzicht baten en lasten Stedelijke inrichtingRekening
2017
Oorspr.
Begroting 2018
Bijgestelde
Begroting
2018
Realisatie
2018
Afwijking
Baten exclusief reserves28.42221.52325.02724.876-151

Totaal baten 28.422 21.523 25.027 24.876 -151
Bijdragen rijk en mede-overheden 2.835 4.325 7.367 3.012 -4.354
Financieringsbaten 186 0 0 89 89
Opbrengsten derden 25.437 17.199 17.661 21.329 3.668
Overige baten -35 0 0 446 446
Lasten exclusief reserves80.23293.17995.06180.076-14.984

Apparaatslasten 27.419 28.524 29.389 29.019 -370
Inhuur 4.975 5.314 5.962 5.454 -509
Overige apparaatslasten 848 542 497 557 60
Personeel 21.596 22.668 22.930 23.008 78
Interne Lasten 4.567 1.132 1.448 4.723 3.276
Overige doorbelastingen 4.567 1.132 1.448 4.723 3.276
Programmalasten 48.247 63.523 64.224 46.334 -17.890
Financieringslasten 0 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 32.235 52.706 49.375 35.242 -14.133
Kapitaallasten 1.168 1.138 1.059 1.824 765
Overige programmalasten 1.201 0 0 348 348
Subsidies en inkomensoverdrachten 13.643 9.679 13.790 8.921 -4.870
Saldo voor vpb en reserveringen -51.809 -71.656 -70.033 -55.200 14.833
Vennootschapsbelasting00000
Saldo voor reserveringen -51.809 -71.656 -70.033 -55.200 14.833
Mutaties reserves18.72430.62927.24617.872-9.374
Toevoeging aan reserves 0 0 1.929 1.929 0
Onttrekking aan reserves 16.121 30.629 27.779 18.405 -9.374
Vrijval reserves 2.603 0 1.395 1.395 0
Saldo voor overhead -33.085 -41.027 -42.788 -37.328 5.459

Toerekening overhead aan Stedelijke inrichtingRekening
2017
Oorspr.
begroting
2018
Bijgestelde
Begroting
2018
Realisatie
2018
Afwijking
Overhead concernondersteuning en concernhuisvesting 11.535 12.700 12.700 12.700 0
Overhead clustermanagement en ondersteuning 4.546 4.843 4.944 4.682 -262
Saldo na overhead -49.166 -58.570 -60.432 -54.711 5.721

Toelichting op overzicht baten en lasten

Op het programma Stedelijke inrichting is sprake van een voordeel van € 5,5 mln. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de volgende:

 

Hogere baten Vergunningen en Toezicht

Het voordelig saldo wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere baten op het product Vergunningen en Toezicht. Dit komt omdat de inkomsten vanuit de WABO-leges per saldo € 1 mln hoger zijn uitgevallen. Naast de opbrengsten voor leges zijn er hogere baten van € 1 mln voor ontheffingen milieuzones, opgelegde bestuurlijke boetes, beheerkosten, dwangsommen en meeropbrengsten werkzaamheden voor derden.

 

Milieu

Op het product Milieu zorgt een terugbetaling aan de gemeente van een eerder verstrekte subsidie en niet begrote milieuboetes tot een extra opbrengst van € 400.

 

Daarnaast zijn er in 2018 voor het project Little C € 1,8 mln bodemsaneringskosten in de grondexploitatie gemaakt, die in de vorm van een verliesvoorziening als last zijn opgenomen. Deze lasten zijn onttrokken uit de reserve Taakmutaties Gemeentefonds Bodem die gekoppeld is aan het programma Stedelijke Inrichting. Hiermee is een eenzijdige mutatie in de reserves zichtbaar op het programma Stedelijke Inrichting. Op concernniveau is de verantwoording van de lasten en de onttrekking uit de reserve saldoneutraal.

 

Diverse afwijkingen

Het resterende voordelige verschil van € 1,3 mln is opgebouwd uit diverse afwijkingen. Zo is er voor € 400 minder aan kosten gerealiseerd in verschillende projecten op het gebied van Landschap, Planologie en Wonen. Van het beschikbare budget voor funderingsherstel is € 500 minder besteed, doordat er minder aanvragen hiervoor zijn ontvangen dan vooraf was ingeschat. Het resterende verschil van € 400 betreft diverse lagere overige kosten.

BBV-indicatoren

Beschrijving BBV-indicatorEenheid  Bron
1. Hernieuwbare elektriciteit % Streefwaarde n.v.t. RWS
    Realisatie 4,62016  
2. Gemiddelde WOZ waarde Duizend euro Streefwaarde n.v.t. CBS
    Realisatie 1532017  
3. Nieuw gebouwde woningen Aantal per 1.000 woningen Streefwaarde n.v.t. Basisregistratie adressen en gebouwen
    Realisatie 2,42016  
4. Demografische druk % Streefwaarde n.v.t. CBS
    Realisatie 57% 2018  

Toelichting op BBV-indicatoren

N.v.t.