Onderwijs

Binnen het Programma Onderwijs voert de gemeente wettelijke taken uit, zoals leerlingenvervoer, voor- en vroegschoolse educatie (vve), voortijdig schoolverlaten, onderwijs aan kinderen van statushouders en asielzoekers en onderwijshuisvesting. Daarnaast ontwikkelt de gemeente stedelijk beleid waarvoor ze zowel gemeentelijke als rijksmiddelen inzet. Dit is beschreven in Leren Loont!, het Rotterdams onderwijsbeleid 2015-2018. Ook voert de gemeente stedelijk beleid uit op schoolzwemmen.

PRODUCT 1

Onderwijshuisvesting

Rotterdam investeert in renovatie of nieuwbouw van schoolgebouwen. Het accent ligt hierbij op efficiënt en doelmatig gebruik van onderwijsgebouwen. Belangrijk hierbij is leegstandsreductie, terugbrengen van het aantal kleine scholen in het primair onderwijs en het verbeteren van het binnenklimaat.

PRODUCT 2

Onderwijsbeleid

Rotterdam zet in op verbetering van onderwijsresultaten, vermindering van schooluitval en aansluiting onderwijs op de arbeidsmarkt. Er worden wettelijke taken uitgevoerd zoals leerlingenvervoer, vve en onderwijsachterstandenbeleid. Daarnaast wordt stedelijk beleid ontwikkeld en uitgevoerd. Hiermee werkt Rotterdam aan onderwijs dat uitdaagt, vormt en talent tot ontwikkeling brengt.

Doelstellingen programma

Het college heeft voor de periode 2015-2018 het programma Leren Loont! vastgesteld. Leren loont! is in samenwerking met schoolbesturen, leraren, ouders en andere betrokkenen tot stand gekomen. Het doel is de onderwijsresultaten van Rotterdamse leerlingen te verhogen door de kwaliteit van het onderwijs te vergroten. Leren Loont! is opgebouwd langs vijf thema's. In samenhang met elkaar moeten verschillende maatregelen binnen deze thema's de kwaliteit van het Rotterdamse onderwijs vergroten.

De gemeente investeert in de nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen. Belangrijk hierbij zijn leegstandsreductie en het verminderen van kleine scholen in het primair onderwijs en het verbeteren van het binnenklimaat op scholen.

Wat heeft het gekost?

Overzicht baten en lasten OnderwijsRekening
2017
Oorspr.
Begroting 2018
Bijgestelde
Begroting
2018
Realisatie
2018
Afwijking
Baten exclusief reserves56.69358.49467.61267.104-508

Totaal baten 56.693 58.494 67.612 67.104 -508
Bijdragen rijk en mede-overheden 56.921 58.301 67.212 65.709 -1.503
Opbrengsten derden -228 193 400 1.395 995
Lasten exclusief reserves175.105184.861184.772184.450-322

Apparaatslasten 13.019 11.532 13.148 13.259 110
Inhuur 383 52 130 421 291
Overige apparaatslasten 267 261 230 262 33
Personeel 12.369 11.219 12.789 12.576 -213
Interne Lasten 64.519 70.191 65.088 61.459 -3.629
Beleidspecifiek vastgoed 49.213 55.592 50.159 44.723 -5.436
Overige doorbelastingen 15.306 14.598 14.929 16.735 1.807
Programmalasten 97.567 103.138 106.536 109.732 3.197
Financieringslasten 0 0 500 0 -500
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 9.382 16.067 13.295 10.726 -2.569
Kapitaallasten 116 112 112 112 0
Overige programmalasten -1.025 0 0 -95 -95
Sociale uitkeringen 8.548 7.998 7.792 10.628 2.837
Subsidies en inkomensoverdrachten 80.547 78.960 84.837 88.361 3.524
Saldo voor vpb en reserveringen -118.412 -126.367 -117.160 -117.346 -185
Vennootschapsbelasting00000
Saldo voor reserveringen -118.412 -126.367 -117.160 -117.346 -185
Mutaties reserves3454.052347212-135
Toevoeging aan reserves 0 0 0 0 0
Onttrekking aan reserves 301 4.052 347 212 -135
Vrijval reserves 44 0 0 0 0
Saldo voor overhead -118.067 -122.315 -116.813 -117.134 -320

Toerekening overhead aan OnderwijsRekening
2017
Oorspr.
begroting
2018
Bijgestelde
Begroting
2018
Realisatie
2018
Afwijking
Overhead concernondersteuning en concernhuisvesting 6.880 6.142 6.142 6.142 0
Overhead clustermanagement en ondersteuning 2.774 1.949 2.825 2.915 90
Saldo na overhead -127.721 -130.405 -125.780 -126.190 -411

Toelichting op overzicht baten en lasten

Op het programma Onderwijs is sprake van een tekort van € 320. Het tekort op het product Onderwijsbeleid wordt binnen het programma grotendeels gedekt door een voordeel op het product Onderwijshuisvesting.


Onderwijshuisvesting
Op het product onderwijshuisvesting is sprake van een voordeel van € 2,6 mln. Dit wordt met name verklaard door een vrijval van € 1,4 mln met betrekking tot het huisvestingsprogramma van voorgaande jaren. De declaraties vanuit het scholenveld zijn lager dan de bedragen die beschikbaar zijn gesteld. Daarnaast is sprake van een subsidie afrekening wat een eenmalig voordeel oplevert van € 0,6 mln.


Onderwijsbeleid
Binnen het product is er sprake van hogere lasten. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere kosten voor het leerlingenvervoer voor - € 2,5 mln. De lasten van het leerlingenvervoer zijn gestegen door een stijging van het aantal afgegeven indicaties, indexatie en frictiekosten door overgang naar een andere aanbieder.

BBV-indicatoren

Beschrijving BBV-indicatorEenheid  Bron
1. Absoluut verzuim Aantal per 1.000 leerlingen Streefwaarde in 2022 hetzelfde lage niveau (0,43) DUO
    Realisatie 0,28 2018  
2. Realisatie verzuim Aantal per 1.000 leerlingen Streefwaarde 55 in 2022 DUO
    Realisatie 59,28 2018  
3. Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) % deelnemers aan het VO en MBO onderwijs Streefwaarde 2,82% in schooljaar 19-20 (cijfers beschikbaar eind 2021) DUO
    Realisatie 3,14% schooljaar 17-18  

Toelichting op BBV-indicatoren

Absoluut en relatief verzuim

Het aantal verzuimmeldingen is al een aantal jaren vrij stabiel. In het absoluut verzuim zien we vooral kinderen en jongeren die zonder uitschrijving in de basisregistratie naar het buitenland vertrokken zijn. Het relatief verzuim (spijbelen) doet zich vooral voor op het voortgezet onderwijs

 

Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie

Het aantal voortijdige schoolverlaters laat een lichte stijging zien. In het schooljaar 2016-2017 waren er 1.367 nieuwe voortijdig schoolverlaters. Dit is een stijging van 54 jongeren ten opzichte van een schooljaar eerder. Omdat ook het aantal deelnemers op de vo- en mbo-opleidingen steeg, blijft het aantal voortijdig schoolverlaters relatief (procentueel) bijna gelijk.