Weerstandsvermogen en risicobeheersing

De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft inzage in de ontwikkeling van het weerstandvermogen, waarbij de financiële risico’s worden afgezet tegen de weerstandscapaciteit die beschikbaar is om ze op te vangen.

Beleid

De gemeente Rotterdam wil voorkomen dat elke niet begrote, financiële tegenvaller direct dwingt tot bezuinigen, zonder dat hiertoe een onnodig hoge, financiële buffer wordt aangehouden. Hiertoe wordt periodiek geïnventariseerd welke majeure financiële risico’s (groter dan € 1,0 mln) de gemeente loopt, waarvoor geen beheersmaatregelen of voorzieningen zijn getroffen en geen verzekering is afgesloten. Op basis hiervan wordt door middel van risico-simulatie de benodigde weerstandscapaciteit bepaald en afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Het beleid is erop gericht om de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (i.c. het weerstandsvermogen) ten minste 1,00 te laten zijn.

Risico's

In de Begroting 2019 zijn de voornaamste financiële risico's gepresenteerd die voor het jaar 2018 werden voorzien. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen kwantificeerbare en niet-kwantificeerbare risico's. Op grond hiervan is met behulp van een risico-simulatiemodel de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 205 mln.

De volgende risico's hebben zich in 2018 daadwerkelijk gemanifesteerd:

  • de bestedingen van het Rijk zijn lager uitgevallen dan begroot. Hierdoor is de omvang van de uitkering uit het gemeentefonds circa € 13 mln lager uitgekomen dan begroot;
  • voor het ruimen van bommen moet de gemeente zelf 30% van de gemaakte kosten dekken. Het restant (70%) wordt gesubsidieerd vanuit het Rijk. Er is een bedrag van € 1,5 mln aan ruimingskosten e.d. - het (eigen) aandeel – ten laste van de algemene reserve gebracht;
  • de boekwaarde van de deelneming Warmtebedrijf Rotterdam is afgeboekt met € 25,6 mln. Dit als gevolg van de afspraken uit de bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland inzake de realisatie van de warmteleiding van Rotterdam naar Leiden (Leiding over Oost). Deze bestuursovereenkomst leidde tot een extra kapitaalstorting vanuit de gemeente in het bedrijf en gewijzigde eigendomsverhoudingen met een lager aandelenpercentage voor de gemeente als gevolg. Dit lagere aandelenpercentage gaf aanleiding de boekwaarde te herzien. De raad heeft hier op 7 februari 2019 mee ingestemd.

     

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit wordt met ingang van de nieuwe bestuursperiode (vanaf 2018) voorzichtiger berekend dan voorheen. Waar voorheen ook het vrij aanwendbare deel van alle bestemmingsreserves en een deel van de stille reserves bij de berekening werden betrokken, wordt vanaf heden - voorzichtigheidshalve - nog slechts gerekend met de volgende bestanddelen:

  • De algemene reserve;
  • De bestemmingsreserves die zijn gevormd om een specifiek financieel risico af te dekken (kortweg aangeduid als: de risicoreserves);
  • De wettelijk verplichte stelpost voor onvoorziene lasten (kortweg aangeduid als: stelpost onvoorzien).

Met deze wijziging wordt beter aangesloten bij het primaire doel van het weerstandsvermogen: het opvangen van plotselinge, niet begrote financiële tegenvallers, zonder dat er direct moet worden bezuinigd. Stille reserves lenen zich in de praktijk niet of nauwelijks voor het opvangen van plotselinge financiële tegenvallers, omdat ze niet per direct gerealiseerd kunnen worden. En het aanwenden van bestemmingsreserves, die voor een specifiek doel worden aangehouden, moet de facto worden opgevat als een bezuiniging. Met de wijziging wordt bovendien beter aangesloten bij de wijze waarop de andere G4-gemeenten de beschikbare weerstandscapaciteit berekenen. Dit betekent dat met ingang van 2018 de gewijzigde berekening van beschikbare weerstandscapaciteit wordt gehanteerd. Het beleid is er daarbij op gericht om de verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit ten minste 1,0 te laten zijn.

Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen x € 1 mln, balansstanden ultimo jaar)Rekening 2016Rekening 2017Begroting 2018Rekening 2018
Financieringsreserve 79 82 0 0
Kredietrisicoreserve 64 68 69 71
Bestemmingsreserve WWB meerjarig 35 69 23 29
Bestemmingsreserve Decentralisatie AWBZ 28 7 3 4
Bestemmingsreserve tweedelijns Wmo en Jeugdhulp 0 0 0 5
Risicoreserves 205 226 95 109
Algemene reserve 148 77 177 180
Stelpost onvoorzien 4 1 0 0
Overige bestemmingsreserves 765 784 0 0
Waarvan verplicht -307 -300 0 0
Stille reserves 50 50 0 0
Beschikbare weerstandscapaciteit 865 838 272 289

Weerstandsvermogen

Conform coalitieakkoord wordt met ingang van de nieuwe bestuursperiode gestuurd op een weerstandsvermogen van minimaal 1,00, passend bij de financiële risico's die de gemeente loopt. Dit houdt in dat de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende is om de financiële risico's op te vangen. Met andere woorden: de beschikbare weerstandscapaciteit is tenminste gelijk aan de benodigde weerstandscapaciteit.

Weerstandsvermogen (bedragen x € 1 mln, balansstanden ultimo jaar)Rekening 2016Rekening 2017Begroting 2018Rekening 2018
Beschikbare weerstandscapaciteit 865 838 272 289
Benodigde weerstandscapaciteit 277 305 205 205
Weerstandsvermogen 3,12 2,75 1,33 1,41

Norm gemeente Rotterdam o.g.v. Coalitieakkoord 2018-2022: minimaal 1,0

De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt door een meevallende ontwikkeling van de algemene reserve en de risicoreserves tweedelijns WMO en Jeugdhulp en WWB Meerjarig. Als gevolg hiervan is ook het weerstandsvermogen hoger uitgevallen dan begroot.

De vergelijking met voorgaande jaren gaat mank. De gemeenteraad heeft in 2018 zijn beleid inzake het weerstandsvermogen aangepast. Als gevolg hiervan wordt de beschikbare weerstandscapaciteit met ingang van de nieuwe bestuursperiode (2018) conservatiever berekend dan voorheen. De wetgever heeft bij monde van de Commissie BBV de wettelijke regels inzake rente aangepast. Naar aanleiding van deze wetswijziging wordt het renterisico anders berekend dan voorheen. Hierdoor valt het renterisico, dat aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit ten grondslag ligt, met ingang van 2018 lager uit dan voorheen.

Wettelijk voorgeschreven kengetallen

Onderstaand worden uitsluitend de financiële kengetallen weergegeven die op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording moeten worden vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Het complete overzicht van alle door de gemeente Rotterdam gehanteerde financiële kengetallen, inclusief toelichting, is terug te vinden in het onderdeel Financiële kengetallen.

Verplichte financiële kengetallen o.g.v. BBVRekening 2016Rekening 2017Begroting 2018Rekening 2018
Netto schuldquote 71,5% 56,3% 61,0% 54,1%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 43,6% 44,9% 53,9% 47,3%
Solvabiliteitsratio 28,4% 31,1% 27,3% 30,8%
Structurele exploitatieruimte 5,5% 3,6% 0,6%* 5,5%
Grondexploitatie -4,2% -4,5% -5,5% -4,5%
Belastingcapaciteit 100% 99% 99% 99%
*De begrotingsstand 2018 is conform raadsbrief 17bb8249