Bestuur en dienstverlening

Rotterdam wil voor zijn inwoners een transparante, democratische overheid zijn. Binnen het bestuurlijke stelsel vervullen de gemeenteraad, het college van B&W en de gebiedscommissies hun rol. De rekenkamer en ombudsman leveren een bijdrage (aan de verbetering van het openbaar bestuur / de stad) door respectievelijk kritisch mee te kijken op het door de gemeentelijke organisatie gevoerde beleid en aanspreekbaar te zijn bij klachten over de gemeentelijke organisatie. Onder dit programma valt daarnaast het organiseren van de gemeentelijke dienstverlening aan Rotterdamse burgers en ondernemers: snel en zeker, transparant, regelarm en mensgericht. Tot slot valt binnen dit programma het beheer van de basisregistratie personen (BRP) en het organiseren van verkiezingen en referenda

PRODUCT 1

Raad

De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. De gemeenteraad van Rotterdam bestaat uit 45 leden. De raad vertegenwoordigt de Rotterdammers, geeft de kaders voor het beleid in de stad aan en controleert het college.

PRODUCT 2

Griffie, Rekenkamer en Ombudsman

De gemeenteraad en de raadscommissies worden procesmatig en inhoudelijk (niet-politiek) ondersteund door de griffie. De belangrijkste taak van de griffie is het adviseren en logistiek ondersteunen van de gemeenteraad en zijn raadscommissies.

PRODUCT 3

College

Het product College bevat, naast de vergoedingen voor het college van B en W, ook de pensioen- en wachtgeldkosten van de voormalig deelgemeentebestuurders. Ook het budget voor representatie en dienstreizen valt onder dit product.

PRODUCT 4

Gebieden

Het product gebieden bestaat uit de middelen voor: het onderdeel gebieden van de directie Gebieden, participatie en Stadsarchief binnen het cluster gebiedsorganisatie; het participatiebudget van de gebiedscommissies, wijkraden en wijkcomités; de vergoedingen voor de leden van de gebiedscommissies, wijkraden en wijkcomités. In het hoofdstuk Wijken zijn de gebiedsverslagen 2018 van de gebiedscommissies opgenomen. Ook valt hier het Stadsarchief onder en de organisatie van verkiezingen.

PRODUCT 5

Dienstverlening (frontoffice)

De gemeente voert de dienstverlening uit aan Rotterdamse burgers en ondernemers. Dat doet ze via diverse frontoffice-kanalen. Hierbij gaat het om fysieke locaties, telefonie (14010), digitaal (MijnLoket) en schriftelijk. De gemeente regisseert een eenvoudige en transparante dienstverlening vanuit alle backoffices van de gemeentelijke organisatie. Dit gebeurt volgens het stedelijk kader dienstverlening ’Goed geregeld voor de Rotterdammer’.

PRODUCT 6

Burgerzaken

De gemeente beheert de basisregistratie personen (BRP) en voert alle processen uit rond burgerzaken.

Doelstellingen programma

Rotterdam wil voor zijn inwoners een transparante, democratische overheid zijn. Binnen het bestuurlijke stelsel vervullen de gemeenteraad, het college van B&W en de gebiedscommissies, wijkraden en wijkcomite's hun rol. De rekenkamer en ombudsman leveren een bijdrage (aan de verbetering van het openbaar bestuur / de stad) door respectievelijk kritisch mee te kijken op het door de gemeentelijke organisatie gevoerde beleid en aanspreekbaar te zijn bij klachten over de gemeentelijke organisatie. Onder dit programma valt daarnaast het organiseren van de gemeentelijke dienstverlening aan Rotterdamse burgers en ondernemers: snel en zeker, transparant, regelarm en mensgericht. Tot slot valt binnen dit programma het beheer van de basisregistratie personen (BRP) en het organiseren van verkiezingen en referenda.

IndicatorSoort indicatorMonitorRealisatie 2017Doel 2018Realisatie 2018
Voor de indicator wordt verwezen naar het product Dienstverlening (Frontoffice)     
           

Wat heeft het gekost?

Overzicht baten en lasten Bestuur en dienstverleningRekening
2017
Oorspr.
Begroting 2018
Bijgestelde
Begroting
2018
Realisatie
2018
Afwijking
Baten exclusief reserves24.09914.27517.77117.514-257

Totaal baten 24.099 14.275 17.771 17.514 -257
Bijdragen rijk en mede-overheden 281 160 185 381 196
Dividenden 2.500 0 1.000 1.000 0
Opbrengsten derden 15.492 13.684 15.142 14.690 -451
Overige baten 5.826 431 1.445 1.443 -2
Lasten exclusief reserves68.87968.38575.74475.186-558

Apparaatslasten 43.878 43.342 45.419 46.126 707
Inhuur 2.851 813 1.763 2.497 733
Overige apparaatslasten 3.099 3.383 2.291 2.475 184
Personeel 37.927 39.146 41.364 41.154 -210
Interne Lasten -1.818 -3.718 -292 -277 15
Concernbrede bedrijfsvoeringskosten 0 0 0 0 0
Overige doorbelastingen -1.818 -3.718 -292 -277 15
Programmalasten 26.820 28.761 30.617 29.336 -1.280
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 17.590 20.074 21.369 19.963 -1.406
Kapitaallasten 708 671 671 671 0
Overige programmalasten 1.941 1.452 1.673 2.590 917
Sociale uitkeringen 0 0 0 0 0
Subsidies en inkomensoverdrachten 6.582 6.564 6.904 6.113 -791
Saldo voor vpb en reserveringen -44.780 -54.110 -57.972 -57.671 301
Vennootschapsbelasting00000
Saldo voor reserveringen -44.780 -54.110 -57.972 -57.671 301
Mutaties reserves8676921.084483-601
Toevoeging aan reserves 1.829 1.329 2.160 2.160 0
Onttrekking aan reserves 2.225 2.021 3.214 2.524 -690
Vrijval reserves 471 0 30 119 89
Saldo voor overhead -43.913 -53.418 -56.889 -57.189 -300

Toerekening overhead aan Bestuur en dienstverleningRekening
2017
Oorspr.
begroting
2018
Bijgestelde
Begroting
2018
Realisatie
2018
Afwijking
Overhead concernondersteuning en concernhuisvesting 14.683 19.989 19.989 19.989 0
Overhead clustermanagement en ondersteuning 4.832 3.983 4.230 4.817 587
Saldo na overhead -63.428 -77.391 -81.108 -81.995 -887

Toelichting op overzicht baten en lasten

Op het programma Bestuur en Dienstverlening is sprake van € 300 onderbesteding. De begroting voor de opbrengsten van de leges is tijdens de  eerdere begrotingsbehandelingen naar boven bijgesteld. In september is echter gebleken dat een daling werd ingezet. Dit heeft geleid tot  € 0,5 mln lagere opbrengsten. Gebieden heeft een positief saldo van € 1 mln, grotendeels veroorzaakt door een onderbesteding van het participatiebudget (€ 0,8 mln) in een aantal gebieden.

Bij het onderdeel Griffie, Rekenkamer en Ombudsman is er sprake van een onderbesteding, vooral door lagere kosten op het gebied van personeel en beleidsondersteunend onderzoek. Bij het product College zorgde de aanpassing van de rekenrente tot een hogere dotatie aan de pensioenvoorziening maar dit is grotendeels gecompenseerd door lagere personele lasten.

BBV-indicatoren

Voor de indicatoren behorende bij het programma Bestuur en Dienstverlening wordt verwezen naar het product Dienstverlening (frontoffice).