Ruimtelijke ordening - Ontwikkeling

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Ontwikkelen van een integrale omgevingsvisie en strategie voor de ontwikkeling en groei van de stad.

Zorgen voor de implementatie van de Omgevingswet.

Zorgen voor actuele, flexibele en toekomstgerichte (zelf)bindende kaders voor de ontwikkeling van de stad.

De invoering van de Omgevingswet is, volgens de huidige verwachting, 1 juli 2022. Het is de ambitie om alle benodigde en beoogde besluitvorming voor 1 januari 2022 door de gemeenteraad te hebben vastgesteld.

In 2021 voorziet de gemeente Rotterdam de vaststelling van de Rotterdamse Omgevingsvisie door het college en de raad. De afgelopen jaren is een uitgebreid proces doorlopen waarin, samen met een brede groep partijen uit de stad, de inhoud van de omgevingsvisie is vormgegeven. De resultaten van de participatie zijn in de concept Omgevingsvisie verwerkt. De omgevingsvisie is in de zomerperiode voor 10 weken ter inzage gelegd. Hierna is een afweging gemaakt voor een passende verwerking van de reacties. Eind 2021 gaat de definitieve Omgevingsvisie ter vaststelling naar college en raad.

Op dit moment wordt gewerkt aan de voorbereiding en implementatie van het Omgevingsplan. Hiervoor is een brede projectgroep samengesteld met zowel vertegenwoordiging vanuit de gemeente, als experts van relevante diensten (waaronder de Dienst centraal milieubeheer Rijnmond (DCMR) en de Veiligheidsregio). Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet mogen er vanaf 1 juli 2022 geen bestemmingsplannen meer ter inzage worden gelegd. In het omgevingsplan staan de gemeentelijke regels over de fysieke leefomgeving. Het omgevingsplan is de vervanger van alle bestemmingsplannen.

In 2022 moet de ambtelijke organisatie ingericht zijn op het maken van omgevingsplannen op projectniveau en voorbereid zijn om het tijdelijke deel van het omgevingsplan gefaseerd om te zetten naar het permanente deel van het omgevingsplan. In 2022 wordt gestart met het omzetten van de eerste gebieden. Uiterlijk op 1 januari 2030 moet dan één nieuw omgevingsplan voor heel Rotterdam zijn vastgesteld door de gemeenteraad.

Om er in de tussentijd voor te zorgen dat de bouwproductie zo weinig mogelijk hinder ondervindt, ligt de prioriteit bij het zo goed mogelijk uitrusten van de verantwoordelijke organisatie om de uitgifte van omgevingsvergunningen voor bouwprojecten zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Ontwikkelingen 2022-2025

In 2022 wordt de Omgevingswet van kracht. Deze wet heeft grote gevolgen voor het ruimtelijk beleid. De implementatie van de Omgevingswet is een concernbrede opgave, gericht op de vier maatschappelijke verbeterdoelen van de wet (hieronder omschreven onder Implementatie Omgevingswet). Een belangrijke opgave die hier onder valt is het voorsorteren op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Wat willen we bereiken

Wat gaan we daar voor doen

Omgevingsplan

Wat kost het

Tweede HerzieningBegroting 2022
Overzicht van baten en lasten Ruimtelijke Ordening - OntwikkelingRealisatie
2020
Begroting
2021
Begroting
2022
Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Baten exclusief reserves2.2372.0450000

Bijdragen rijk en medeoverheden 2.017 1.995 0 0 0 0
Overige opbrengsten derden 220 50 0 0 0 0
Overige baten 0 0 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves8.1914.5341.144203155155

Apparaatslasten 18.599 16.631 15.212 14.683 14.310 14.310
Inhuur 3.686 2.913 3.113 2.601 2.229 2.229
Overige apparaatslasten 251 241 254 254 254 254
Personeel 14.662 13.478 11.846 11.828 11.828 11.828
Intern resultaat -13.909 -16.646 -15.508 -15.195 -14.865 -14.865
Intern resultaat -13.909 -16.646 -15.508 -15.195 -14.865 -14.865
Programmalasten 3.501 4.549 1.440 716 710 710
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 3.501 4.549 1.440 716 710 710
Overige programmalasten 0 0 0 0 0 0
Saldo voor vpb en reserveringen -5.953 -2.488 -1.144 -203 -155 -155
Saldo voor reserveringen -5.953 -2.488 -1.144 -203 -155 -155
Reserves15914520000

Onttrekking reserves 159 145 20 0 0 0
Saldo -5.795 -2.343 -1.125 -203 -155 -155

Financiële bijstellingen

Tweede
Herziening
Begroting 2022
Bijstellingen Ruimtelijke Ordening - OntwikkelingBegroting
2021
Begroting
2022
Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Eerste Herziening / Voorjaarsnota 2021 -2.043 -785 -173 -124 -124
Bijstellingen Tweede Herziening 2021 / Begroting 2022 -301 -340 -31 -31 -31
Wijk aan Zet Ramingsbijstellingen vermijdbaar 14 38 35 35 35
Technische wijzigingen Technische wijzigingen -315 -377 -66 -65 -65
Begroting na wijzigingen -2.343 -1.125 -203 -155 -155

Toelichting financiële bijstellingen

Wijk aan Zet

Deze budgetverschuiving naar programma Bestuur en Dienstverlening is ter dekking van kosten voor de implementatie van Wijk aan zet/Werken in stad en wijk.
 

Technische wijzigingen

Op het taakveld Ruimtelijke Ordening - Ontwikkeling zijn er diverse technische wijzigingen geweest (van - € 377 in 2022 tot en met - € 65 in 2025). Direct achter de technische wijziging is het effect op het saldo weergegeven.

De grootste wijzigingen zijn:

  • Een actualisatie van het personele budget (van - € 303 in 2022 tot - € 302 in 2025).
  • Een indexering (van € 302 in 2022 tot € 308 in 2025)
  • Een bijdrage trainees binnen het programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling vanuit het taakveld Ruimtelijke Ordening - Ontwikkeling aan het taakveld Wonen en bouwen (€ 120 structureel).
  • Een budgetoverheveling binnen het programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling vanuit het taakveld Ruimtelijke Ordening - Ontwikkeling naar het taakveld Milieubeheer - Duurzaam, bodem, geluid en handhaving (van - € 133 in 2021 tot - € 156 in 2025).
  • Personele inzet op de implementatie van Wijk aan Zet/Werken in stad en wijk (- € 14 in 2021 tot - € 35 in 2025).

Omschrijving taakveld

Doel is het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rotterdam, zodat het voor alle Rotterdammers, bezoekers, ondernemingen en ondernemers fijn wonen, leven, verplaatsen, ontmoeten, werken en recreëren is vandaag, morgen en overmorgen. Goede en effectieve kaders voor de fysieke leefomgeving dragen bij aan een ‘goede groei’ van Rotterdam, rekening houdend met gewenste transities in de stad.

De stad zal de komende jaren verder groeien en te maken krijgen met grote transities. Richting het einde van de collegeperiode zal het aantal inwoners snel gaan toenemen, we zullen vele woningen en daarbij behorende infrastructuren moeten bouwen. Tegelijk zullen we ons hele energiesysteem op de schop moeten nemen, materiaalstromen in de stad circulair gaan maken, de stad verder uitrusten voor de veranderingen in de digitale wereld, de stad toerusten voor wateroverlast en hittestress en ervoor zorgen dat meer mensen gebruik gaan maken van de fiets en het OV, ten koste van de auto. Deze groei en verandering van de stad is een grote ruimtelijke opgave, waarbij de bouw van nieuwe woningen gepaard zal moeten gaan met de bouw van (maatschappelijke) voorzieningen, kwalitatief hoogwaardig groen, genoeg plek voor energieopwekking, -opslag en -transport, een goede bereikbaarheid en voldoende werkgelegenheid. We anticiperen daarbij op ontwikkelingen op het gebied van klimaat, bevolkingssamenstelling en economische vernieuwing.

Samengevat krijgen we de komende jaren dus te maken met een enorme groei: we moeten meer mensen huisvesten op hetzelfde oppervlak. Tegelijkertijd zitten we in een tijd waarin trends en transities hard op ons afkomen en veranderingen teweeg gaan brengen in onze levens, onze systemen en daarmee onze fysieke leefomgeving. Dit alles vraagt een ruimtelijke visie en ruimtelijke kaders, waarmee de gemeente richting geeft aan de ontwikkeling van een duurzame stad waarin het prettig wonen, werken en verblijven is. Deze visie krijgt de vorm van een Omgevingsvisie. Daarbij worden alle aspecten die de fysieke leefomgeving beïnvloeden in samenhang bezien. De Omgevingsvisie wordt het nieuwe kader op stedelijk schaalniveau voor de fysieke ontwikkeling van de stad en is daarmee de opvolger van de Stadsvisie uit 2007.

De Omgevingswet bundelt de wetgeving en regels voor de fysieke leefomgeving. Vanaf 1 juli 2022 is er één integrale wet voor zaken als bodem, geluid, lucht, milieu, water, ruimtelijke ordening, monumentenzorg, natuur en gezondheid. Tot 2029 hebben we de tijd om helemaal in de geest van de wet te gaan werken. Die tijd is ook nodig, het is de grootste wetswijziging sinds de invoering van de Grondwet in 1848. De invoering van de wet gaat met veel veranderingen gepaard, maar de belangrijkste liggen op de volgende terreinen:

 

Andere manier van werken

De Omgevingswet vraagt vooral een andere manier van denken, werken en handelen. Van de stad maar ook van onze gemeentelijke organisatie. Integraal samenwerken binnen deze organisatie, collegaoverheden, partners in de stad en bewoners. En daarnaast denken, redeneren en handelen vanuit het principe ‘ja-mits’ en procesgeoriënteerd. Een cultuur die al past bij de werkwijze van de gemeente Rotterdam en die we versterkt door moeten zetten.

 

Digitaal Stelsel Omgevingswet

Voor de nieuwe wet wordt landelijk een Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ontwikkeld. Het DSO heeft voor de gebruiker de vorm van één digitaal loket. Het brengt alle relevante informatie over de fysieke leefomgeving bij elkaar die voor iedereen inzichtelijk is. Daarnaast kunnen bewoners, bedrijven en overheden via dit loket meldingen doorgeven of een vergunning aanvragen.

 

Kerninstrumenten

De Omgevingswet kent een aantal nieuwe instrumenten waar we als gemeente mee gaan werken. De belangrijkste zijn de volgende:

  • Omgevingsvisie (een samenhangende (integrale) strategische richting voor de fysieke leefomgeving. (Omgevings)programma’s (plannen waarmee we de veranderingen uit de omgevingsvisie concreet maken in de vorm van maatregelen).
  • Omgevingsplan (dit plan bevat alle regels over de fysieke leefomgeving die de gemeente stelt binnen haar grondgebied. Het is de opvolger van onder andere de huidige bestemmingsplannen en verordeningen, maar krijgt een veel bredere inhoud).
  • Het Omgevingsprogramma is het derde kerninstrument onder de omgevingswet. Een omgevingsprogramma is vergelijkbaar met het uitvoeringsbeleid dat de gemeente nu ook al kent, zoals het uitvoeringsprogramma Rivieroevers. Het omgevingsprogramma is na invoering van de omgevingswet hiervoor het passende instrument.
    Het omgevingsprogramma verschilt op een paar punten met het huidige uitvoeringsbeleid. In het nieuwe instrument is participatie beter geborgd en het maakt deel uit van de beleidscyclus waar ook monitoring en evaluatie onderdeel van zijn. Een andere vernieuwing is dat omgevingsprogramma’s worden gepubliceerd in het digitaal stelsel omgevingswet (DSO), waarmee de transparantie en dienstverlening naar bewoners toe wordt vergroot.