Verbonden partijen

De paragraaf Verbonden Partijen geeft inzicht in de belangrijkste beleidsvoornemens en ontwikkelingen van rechtspersonen waarin de gemeente Rotterdam een financieel én bestuurlijk belang heeft. Deze rechtspersonen worden ook wel de verbonden partijen genoemd. De beleidsvoornemens gaan over gemeentelijke deelname in nieuwe verbonden partijen, over het beheer en over de beëindiging van gemeentelijke deelname in bestaande verbonden partijen door liquidatie, afstoting of verkoop van een verbonden partij. Daarnaast biedt de paragraaf inzicht in de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen, waaronder die te maken hebben met de borging van het Rotterdamse publieke belang en de belangrijkste risico’s. Tot slot geeft de paragraaf de ontwikkelingen weer van de vermogensposities en de nettoresultaten van alle verbonden partijen.

Beleid

Wettelijk kader - BBV

Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is het college verplicht om de raad inzicht te geven in de relaties met rechtspersonen. Dit biedt de raad de mogelijkheid om haar toezichthoudende rol te vervullen. Gemeentelijke deelname aan rechtspersonen is een manier om het publiek belang te dienen of een bepaalde publieke taak uit te voeren.

Als de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft bij een bepaalde privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon, dan is sprake van een ‘verbonden partij’. Daarnaast kan ook het college besluiten een publiek of privaatrechtelijke organisatie als verbonden partij aan te merken. Bij privaatrechtelijke personen gaat het om deelnemingen, zoals een vennootschap, en bij publiekrechtelijke personen gaat het bijvoorbeeld om gemeenschappelijke regelingen.

Het BBV (in artikel 1, lid 1c en 1d) specificeert de begrippen bestuurlijk en financieel belang als volgt:

  • bestuurlijk belang: zeggenschap door vertegenwoordiging van de gemeente in het bestuur van een organisatie, bijvoorbeeld in directie, Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur of Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het kan ook gaan om zeggenschap in de vorm van stemrecht;
  • financieel belang: bij het financiële belang van de gemeente gaat het meestal om een gestort aandelenkapitaal, bijdragen aan bijvoorbeeld een fonds, verstrekte leningen of verleende garanties. De gemeente loopt financieel risico als ze zo’n beschikbaar gesteld bedrag niet terugkrijgt, bijvoorbeeld als de verbonden partij failliet gaat en daardoor niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Als het financieel belang uitsluitend bestaat uit een subsidierelatie, dan is die rechtspersoon geen verbonden partij, maar een gesubsidieerde instelling.

 

De gemeente Rotterdam kent in totaal 37 verbonden partijen. Het gaat hierbij om 25 deelnemingen, twee stichtingen, een vereniging (allemaal privaatrechtelijke rechtspersonen) en negen gemeenschappelijke regelingen (publiekrechtelijke rechtspersonen). De verwachting is dat de deelneming in Beurs Rotterdam NV op korte termijn wordt beëindigd. In acht deelnemingen wil de gemeente haar aandeelhouderschap de komende periode beëindigen (zie Te beëindigen vennootschappen).

image

Voor de Begroting 2022 is de paragraaf Verbonden Partijen opgebouwd naar type verbonden partij of rechtspersoon:

  1. kaders en beleid; geeft inzicht in de definiëring van verbonden partijen, de kaders vanuit het BBV en de beleidsuitgangspunten ten aanzien van verbonden partijen;
  2. vennootschappen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen vennootschappen;
  3. stichtingen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen stichtingen;
  4. verenigingen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen vennootschappen;
  5. gemeenschappelijke regelingen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen vennootschappen.

Het BBV als kader voor de paragraaf

Voor het opstellen van de paragraaf hanteert de gemeente het BBV als kader voor de te presenteren informatie over de verbonden partijen. Conform artikel 15 van het BBV is de gemeente verplicht inzage te bieden in:

 

1

  1. de visie op en de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen;
  2. de lijst van verbonden partijen, die wordt onderverdeeld in:
    • gemeenschappelijke regelingen;
    • vennootschappen en coöperaties;
    • stichtingen en verenigingen
    • overige verbonden partijen;
  3. de lijst van verbonden partijen.

 

2

In de lijst van verbonden partijen wordt tenminste de volgende informatie opgenomen:

  1. de wijze waarop de gemeente een belang heeft in de verbonden partij en het publiek belang dat ermee gediend wordt;
  2. het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar;
  3. de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;
  4. de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar;
  5. de eventuele risico’s, van de verbonden partij voor de financiële positie van de provincie onderscheidenlijk gemeente.

Beleidsuitgangspunten en kaders

Beleidsuitgangspunten

De algemene beleidsdoelstelling van verbonden partijen is de behartiging van het publiek belang van de gemeente Rotterdam door een organisatie met een private of publieke rechtsvorm. De gemeente verbindt zich daaraan door bijvoorbeeld kapitaal te storten of zeggenschap te krijgen. Bij verbonden partijen gelden de volgende voorwaarden:

  • de financiële en beleidsmatige risico’s die de gemeente loopt, staan in redelijke verhouding tot het publiek belang;
  • de deelneming is het efficiëntste en effectiefste instrument om het beoogde beleidsdoel te bereiken;
  • het publiek belang en het toezicht daarop is niet al op een andere manier volledig geborgd.

 

Kaders

Deze voorwaarden zijn afgeleid van bepalingen in het gemeentelijke Beleidskader verbonden partijen en governance samenwerkingsrelaties dat in 2020 door de raad is vastgesteld. Nieuw hierin is dat nadrukkelijk een kader is opgenomen voor (investerings-) fondsen. Deze vorm wordt vaker toegepast bij de in- en oprichting van verbonden partijen. Daarnaast is ook de Leidraad Governance opgenomen in het beleidskader. De kern van de leidraad is het gebruik van een gemeente breed relatie-classificatiemodel. In dit model worden organisaties op basis van criteria ingedeeld en wordt per categorie uitgewerkt op welke wijze de invulling van het toezicht vanuit de gemeente concreet vorm krijgt. Daarnaast is uitgewerkt op welke wijze dit instrument behulpzaam kan zijn bij de wijze waarop accounthouders binnen de gemeente Rotterdam invulling geven aan hun toezichthoudende rol.

Samen met het Burgerlijk Wetboek Boek 2 en de Code Corporate Governance vormen voornoemde bepalingen de belangrijkste richtlijnen voor het beleid ten aanzien van verbonden partijen. De uitvoering van de algemene beleidsdoelstelling is onder te verdelen in:

  • de gemeentelijke deelname in nieuwe verbonden partijen;
  • het beheer en de evaluatie van gemeentelijke deelname in bestaande verbonden partijen;
  • de wijziging en beëindiging van gemeentelijke deelname in bestaande verbonden partijen.

Bij het aangaan van een nieuwe verbonden partij heeft de gemeenteraad op basis van de Gemeentewet het recht om wensen en bedenkingen te uiten. Dit betekent dat het college pas kan besluiten tot het oprichten of participeren in een nieuwe verbonden partij nadat de gemeenteraad in de positie is geweest om haar wensen en bedenkingen te uiten.

Voor het beheer en afstoten bepaalt de Gemeentewet dat in principe het college verantwoordelijk is voor de uitvoering en besluitvorming rondom verbonden partijen en dat de gemeenteraad wordt geïnformeerd. In de praktijk blijkt echter dat wanneer er sprake is van grote belangen voor de gemeente zoals de toekomst van het Warmtebedrijf of de kapitaalstorting in Stedin de gemeenteraad juist voorafgaand aan de besluitvorming wordt betrokken.

Als het gaat om het beheer van een verbonden partij dan betekent dit dat de gemeente als aandeelhouder van een vennootschap of lid van een vereniging of gemeenschappelijke regeling gedurende het jaar onder andere betrokken is bij het opstellen en vaststellen van begrotingen en jaarrekeningen, de strategie of jaarplan, majeure investeringsbeslissingen en benoemingen van bestuurders, toezichthouders alsmede commissarissen van een verbonden partij. De basis hiervoor zijn vaak de statuten, overeenkomsten of wetgeving afhankelijk van het type verbonden partij.

Daarnaast informeert het college en de gemeenteraad bij een voornemen een verbonden partij te verzelfstandigen. Eenzelfde rol vervult het college bij uittreding en beëindiging van de gemeentelijke deelname of het liquideren van bestaande verbonden partijen.

 

Ontwikkelopgaven beheer deelnemingen

De gemeente constateert dat de relevantie van gemeentelijke deelnemingen voor de opgaven in de stad is toegenomen. De deelneming wordt een strategische partner en krijgt een plek in strategische allianties in de stad. De complexiteit van het beheer is daardoor toegenomen. Daarbij komt dat aan de governance strengere eisen worden gesteld. Om de toegenomen complexiteit en de strengere eisen aan de governance te kunnen opvangen, is het nodig het publiek kader - op basis waarvan de gemeente als aandeelhouder stuurt - expliciet te maken. Ook moeten de diverse relaties vanuit de gemeente met de deelneming beter op elkaar aansluiten. En er zijn duidelijke afspraken nodig over interne organisatie en sturing op het publiek belang en de rol die deelneming daarin speelt. Om deze ambitie te realiseren is de gemeente in 2020 het ontwikkeltraject deelnemingenbeleid gestart. Medio 2022 moeten de volgende zaken gelden voor elke deelneming:

  • Er is scherp gemaakt en vastgelegd wat de gemeente met de deelneming wil bereiken en hoe daarop wordt gestuurd vanuit de aandeelhoudersrol.
  • Er is een proces ingericht om te bereiken dat de gemeente weet wat er speelt, er geen verrassingen zijn en kansen eerder zichtbaar zijn, waarbij een risicobeeld per deelneming wordt gebruikt.
  • Er is een duidelijk escalatieproces waardoor er effectief kan worden gestuurd als er aanleiding is om over te gaan naar een intensievere beheersinzet.

 

Koppeling met Coalitieakkoord Rotterdam 2018-2022: Nieuwe energie voor Rotterdam

In het Coalitieakkoord staan de plannen van het college om de uitdagingen die Rotterdam kent  het hoofd te bieden en van Rotterdam een nog betere stad te maken. Ook de gemeentelijke verbonden partijen spelen hierbij een rol. Zoals reeds in de voorgaande begroting is aangegeven is het Havenbedrijf een belangrijke partner voor de gemeente in de energietransitie. Daaronder valt een schonere lucht, onder meer door CO2-reductie en het benutten van de economische kansen die de energietransitie biedt. Ook ziet het college een rol voor het Havenbedrijf weggelegd bij het Rotterdams Leer-Werkakkoord om zorg te dragen dat meer burgers naar werk worden begeleid.

Verder is in het Coalitieakkoord ook de verkoop van de Eneco aandelen vermeld. Deze verkoop is in 2020 reeds afgerond. De opbrengsten zijn inmiddels toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Tot slot staat in het Coalitieakkoord dat het college voornemens is een investeringsfonds op te richten voor het ontwikkelen van innovatieve en energiebesparende maatregelen voor overheid, bedrijven en particulieren. Dit fonds, het Energie Transitie Fonds, is eind 2020 opgericht.

 

Belangrijkste beleidsvoornemens

De beleidsvoornemens voor de verbonden partijen (vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, verenigingen en stichtingen) worden opgenomen in de paragraaf Verbonden Partijen van de begroting. Aan het einde van het boekjaar legt het college vervolgens verantwoording af over dit gevoerde beleid in de gelijknamige paragraaf van de jaarstukken.

Daarnaast wordt jaarlijks door het college het Beheerverslag Deelnemingen aan de gemeenteraad aangeboden. Doel van het Beheerverslag is om de gemeenteraad grondiger te informeren over de ontwikkelingen binnen deelnemingenportefeuille en de individuele deelnemingen, gelet op de grote publieke en financiële belangen die zijn gemoeid met deze deelnemingen.

Daarnaast zijn met betrekking tot de verbonden partijen voor 2022 enkele belangrijke beleidsvoornemens en ontwikkelingen te benoemen van de meest omvangrijke deelnemingen (bij de betreffende verbonden partij is het onderwerp nader toegelicht).

  1. Havenbedrijf

Havenbedrijf Rotterdam (HbR) werkt continue aan het ontwikkelen van de haven om de efficiëntie en betrouwbaarheid van de Rotterdamse haven te vergroten. In 2020 is de nieuwe Ondernemingsstrategie van HbR door de aandeelhouders vastgesteld.

In 2022 (en verdere jaren) zet HbR met diverse partners onder meer in op het verder ontwikkelen van infrastructuur om CO2 te reduceren, onder andere door initiatieven als Porthos (CO2-afvang en -opslag), het faciliteren van een warmtenet in de haven (WarmtelinQ) en waterstofinfrastructuur. Daarnaast zal de onderneming zich de komende jaren inspannen voor het aantrekken van bedrijven die gespecialiseerd zijn in circulaire productieprocessen en hernieuwbare energie zoals: Import en conversie van waterstof, aanlanding van windenergie en opwekking hernieuwbare energie in de haven.

  1. Stedin

Vanwege alle investeringen in het energienet en de energietransitie heeft Stedin Groep kenbaar gemaakt de komende jaren extra eigen vermogen nodig te hebben. In de zomer van 2021 hebben aandeelhouders van Stedin voor een bedrag van €200 mln reeds het vermogen van Stedin versterkt. Dit is echter een oplossing tot aan 2022, onder meer in verband met de start van een nieuwe reguleringsperiode. Voornoemde kapitaalstorting is een eerste stap om te voorzien in een kapitaalbehoefte die uiteindelijk veel groter is.  Voor de lange termijn heeft Stedin namelijk aangegeven nog altijd tussen de €750 mln en € 1 mld aan eigen vermogen nodig te hebben, onder meer om voldoende kredietwaardig te blijven in deze fase van de energietransitie waarbij er door Stedin tot aan 2030 €7 mld wordt geïnvesteerd. Het is wel duidelijk dat deze de capaciteiten van gemeentelijke aandeelhouders te boven zal gaan. Eventuele toekomstige stappen zullen we daarom niet alleen kunnen zetten. Stedin gaat daarom in gesprek met haar aandeelhouders, maar ook met andere partijen zoals het Rijk. De gemeenteraad wordt hier apart nader over geïnformeerd en betrokken in het najaar van 2021.

  1. RET

De RET is en wordt sterk geraakt door de covid-19 crisis. De toekomst zal sterk worden bepaald door het verloop van de covid-19 maatregelen. Die heeft grote gevolgen voor het reizigersvolume en het exploitatieresultaat. Vervoerders, MRDH en het Rijk overleggen over het opgevangen van de gevolgen in 2021 en verder. Ondertussen werkt de RET scenario's uit als basis om de strategie voor 2022 en verder te kunnen bepalen. Al voor de crisis geagendeerde vragen voor de langere termijn blijven onverkort relevant, nl. de groeiende investeringsbehoefte in verband met de groei van de stad, de inzetbaarheid van het personeel, de veroudering van de vloot en de de ambities op het gebied van duurzaamheid. In 2022 zal de nieuwe strategie van de RET worden vastgelegd.

  1. Evides

In de afgelopen jaren is door de droge zomers en verontreiniging van oppervlaktewater duidelijk geworden dat de beschikbaarheid van toegankelijkheid en kwalitatief goed drinkwater niet zonder meer vanzelfsprekend is en dat voor de borging daarvan voor de toekomst ook in 2022 e.v. geïnvesteerd zal moeten in productielocaties en drinkwatercapaciteit. Er is extra inzet nodig om de waterkwaliteit van grond- en oppervlaktewater in Nederland te verbeteren, dit geldt ook voor de belangrijkste bron van Evides: de Maas. Ook duurzaamheid blijft een belangrijk beleidsdoel van Evides. De organisatie heeft tot doelstelling om in 2025 energieneutraal te zijn. Dit alles zorgt voor een stijgende investeringsdruk bij Evides (net zoals bij de andere waterbedrijven in Nederland). Evides beschikt over een solide financiële basis en de inschatting is dat de organisatie deze investeringen met haar eigen middelen kan dragen.

  1. Warmtebedrijf

In november 2020 heeft de raad het college mandaat gegeven het scenario WLQ+ verder uit te werken als toekomstscenario voor WBR. Daarbij heeft de raad expliciet een bandbreedte aangegeven waarbinnen de bijdrage van de gemeente mag liggen.

In mei 2021 heeft de raad met betrekking tot de toekomst van het Warmtebedrijf Rotterdam (WbR) gekozen voor het scenario WLQ+ (vertakking vanaf de WarmtelinQ naar Leiden), met een aantal nog uit te werken opschortende voorwaarden. De opschortende voorwaarden worden momenteel uitgewerkt. De besluitvorming in de raad over de invulling van de opschortende voorwaarden vindt naar verwachting in oktober 2021 plaats. Na deze besluitvorming kunnen pas de gevolgen verwerkt worden in de begroting en de voornemens voor 2022 e.v. geschetst worden.

Lijst van verbonden partijen

Vennootschappen

Vennootschappen kennen verschillende vormen: een besloten, naamloze of commanditaire vennootschap. Als de gemeente aandelen in een vennootschap heeft, neemt de gemeente op die manier deel in het aandelenkapitaal. Een dergelijk financieel belang met een derde rechtspersoon is pas een verbonden partij als de gemeente tevens een bestuurlijk belang heeft. Dit kan door een vertegenwoordiging in het bestuur of de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, het hebben van stemrecht en zo meer.

 

In de paragraaf zijn tabellen opgenomen die inzicht bieden in de:

  1. Te continueren gemeentelijke deelname in vennootschappen
  2. Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten vennootschappen of nieuwe deelname in bestaande vennootschappen
  3. Te beëindigen gemeentelijke deelname in vennootschappen

 

Elke tabel biedt per vennootschap inzicht in de naam, vestigingsplaats, en in de publieke, bestuurlijke en financiële belangen. Conform artikel 15 van het BBV biedt de tabel daarnaast inzicht in de ontwikkeling van de boekwaarden, het eigen en vreemd vermogen en het nettoresultaat.

 

Te continueren gemeentelijke deelname in vennootschappen

De gemeente is aandeelhouder in 26 vennootschappen en wenst haar deelname in 17 vennootschappen te continueren en in 8 vennootschappen te beëindigen. Verder is i deelname in oprichting (zie de paragraaf over de te beëindigen vennootschappen).

De vennootschappen Bank Nederlandse Gemeenten Bank NV (BNG Bank), Gemeenschappelijk Bezit Evides BV, Havenbedrijf Rotterdam NV, Sportbedrijf Rotterdam, Stedin Groep NV en de Royal Schiphol Group NV keren als verbonden partijen bij een positief nettoresultaat een deel van de winst als dividend uit aan de gemeente als aandeelhouder. Dat deel hangt af van de pay-outratio: de procentueel aan aandeelhouders uitgekeerde winst. De geraamde dividendopbrengst voor 2022 is ongeveer € 87,3 mln.

 

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten vennootschappen of een nieuwe gemeentelijke deelname in bestaande vennootschappen

Op dit moment is de gemeente nog stille vennoot in ICOS Capital Fund 3 C.V. De gemeente is voornemens in 2021 als stille vennoot toe te treden tot de commanditaire vennootschap en zal daarmee vertegenwoordigd zijn in de algemene vergadering van aandeelhouders.

 

Te beëindigen gemeentelijke deelname in vennootschappen

De gemeente heeft besloten om de deelname in acht vennootschappen te beëindigen door als aandeelhouder uit te treden, de verbonden partij te verkopen of te liquideren. Dat zijn: Beurs Rotterdam, ROM-D Kil III C.V., Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden Beheer N.V., Glazen Maas Exploitatie B.V., WOM vastgoed B.V., Ontwikkelingsmaatschappij Rijnmond, SSC FLEX B.V. en Glazen Maas Infrastructuur B.V.

Relevant om te vermelden is dat de gemeente bij de beëindiging van deelnemingen afhankelijk is van derden waaronder de deelneming zelf, maar bijvoorbeeld ook besluitvorming bij andere aandeelhouders of in geval van het liquideren van deelnemingen ook de opstelling van bestaande crediteuren en debiteuren of de Rijksbelastingdienst. Zie voor een nadere toelichting de lijst van verbonden partijen in deze paragraaf.

De gemeente streeft er overigens naar op relatief korte termijn haar deelname in Beurs Rotterdam N.V. te kunnen beëindigen. De huidige inschatting is verder dat Beurs Rotterdam medio 2021 zal zijn geliquideerd. Voor de overige deelnemingen in Glazen Maas en ROM-D is de exacte termijn voor de beëindiging bij het opstellen van deze begroting nog niet bekend.

Stichtingen

Een verbonden partij kan een stichting zijn. Stichtingen waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft, of waartoe het college expliciet heeft besloten, vallen onder de term verbonden partij. Dit geldt alleen als er geen sprake is van een subsidierelatie. Als de gemeente een stichting in overwegende mate subsidie geeft, valt die stichting onder ‘gesubsidieerde instellingen’ en is het geen verbonden partij.

De Bibliotheek Rotterdam en de stichting Natuurstade zijn de enige twee stichtingen die door het college op grond van voorgaande als een verbonden partij zijn aangemerkt (een stichting is niet automatisch een verbonden partij). Beide stichtingen worden in 2022 gecontinueerd.

         

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten stichtingen of nieuwe gemeentelijke deelname in bestaande stichtingen

Geen.

 

Te beëindigen gemeentelijke deelname in stichtingen

Geen.

Verenigingen

Ook een coöperatieve vereniging kan een verbonden partij zijn. Een coöperatieve vereniging heeft als doel in bepaalde materiële behoeften van de leden te voorzien. In tegenstelling tot een gewone vereniging kan een coöperatieve vereniging de aansprakelijkheid van de leden beperken of helemaal uitsluiten. Bij de volgende commanditaire vereniging zijn de leden uitgesloten van aansprakelijkheid. Bij een gewone vereniging zijn de leden wel hoofdelijk aansprakelijk.

 

Te continueren gemeentelijke deelname in verenigingen

De gemeente continueert haar deelname in de vereniging Wigo4it. Wigo4it is een coöperatie die in dienst van én samen met de 4 grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, ook wel de G4)  - integrale ICT- oplossingen ontwikkelt voor het aanvragen en verstrekken van uitkeringen, het begeleiden van mensen naar werk en het aanvragen en verstrekken van zorg.

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten verenigingen of nieuwe gemeentelijke deelname in bestaande verenigingen

Geen.

Te beëindigen gemeentelijke deelname in verenigingen

Geen.

Gemeenschappelijke regelingen

De Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) biedt overheden de mogelijkheid een deel van hun bestuurstaken te verplaatsen naar een openbaar lichaam. Dit wordt ‘verlengd lokaal bestuur’ genoemd. Gemeenten kunnen dan een openbaar lichaam instellen. Zo’n openbaar lichaam is een rechtspersoon en kent drie organen: een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Dit hoofdstuk gaat alleen in op de gemeenschappelijke regelingen die een ‘verbonden partij’ zijn. Daaronder vallen niet de zogeheten lichte regelingen, omdat in deze regelingen geen sprake is van een bestuurlijk onderdeel. Het zijn samenwerkingsverbanden zonder bestuursorganen.

 

Te continueren gemeentelijke deelname in gemeenschappelijke regelingen

De gemeente continueert in 2022 haar deelname in negen gemeenschappelijke regelingen. Dit zijn: Metropoolregio Rotterdam - Den Haag, GGD Rotterdam-Rijnmond, Grondbank RZG Zuidplas, DCMR, Jeugdhulp Rijnmond, Nieuw Reijerwaard, Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer, Openbaar lichaam Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond en het Recreatieschap Rottemeren.

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten gemeenschappelijke regelingen of nieuwe gemeentelijk deelname in bestaande gemeenschappelijke regelingen

Volgens huidige inzichten is de gemeente niet voornemens om in 2022 deel te nemen in nieuw op te richten of al bestaande gemeenschappelijke regelingen.

 
Te beëindigen deelname in gemeenschappelijke regelingen

De gemeente is niet voornemens om haar deelname in een van de negen gemeenschappelijke regelingen te beëindigen.