Reserves

Reserves zijn middelen die in het verleden opzij zijn gezet om in de toekomst te kunnen besteden. De meeste reserves hebben een specifiek bestedingsdoel. De Algemene Reserve is vrij aanwendbaar.

Vermogensspecificatie reserves

Hieronder staat de verloopstaat van de bestemmingsreserves van de gemeente Rotterdam. Door op het informatie-icoontje te klikken is het meerjarig verloop te zien en een algemene toelichting per reserve.

Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM)

De gemeenteraad heeft november 2020 ingestemd met het raadsvoorstel ”Herijking Investeringsfonds Rotterdam; Oprichting van de Rotterdamse Investeringsmotor”. Hiermee is besloten om vanaf 2021 het IFR, dat investeringsprojecten in het kader van de” Stadsvisie 2030” dekt, af te schaffen en de daarbij horende dekkingsmiddelen over te hevelen naar de RIM. Naast de middelen uit het IFR zijn de opbrengsten van de verkoop van Eneco toegevoegd aan de RIM.

De RIM is opgebouwd uit acht verschillende cilinders, elk met een specifieke, transparante functie. 

image

Cilinder 0 - Allocatie Investeringsmiddelen

Cilinder 0 is de allocatiecilinder van de RIM. Exploitatiemiddelen zoals exploitatiebijdragen, bespaarde rente en verkoopopbrengsten van deelnemingen worden toegevoegd en vervolgens aan de andere cilinders toegekend. De bijdrage vanuit de begroting is ook afhankelijk gemaakt van de groeimiddelen van het Gemeentefonds en de belastingen.

Cilinder 1 - Dekking afgeronde investeringen

Cilinder 1 dekt kapitaallasten van materiële vaste activa, zoals vastgoed, wegen, bruggen en parken. Hierin is een deel van het IFR ondergebracht en de kapitaallasten van nieuwe investeringen. Jaarlijks wordt ca. € 100 mln toegekend aan nieuwe investeringen, waarvan € 10 mln voor kleinschalige gebiedsontwikkeling.

Cilinder 2 - Dekking lopende investeringen

Cilinder 2 dekt uitgaven die niet geactiveerd kunnen en mogen worden. Deze uitgaven worden rechtstreeks in de exploitatie genomen. Hierbij valt te denken aan de out-of-pocketlasten vanuit het IFR en van nieuwe investeringen en subsidies vanuit de verkoopopbrengst Eneco, zoals het Scholingsfonds.

Cilinder 3 - Dekking financiële activa

Cilinder 3 dekt risico’s en lasten van financiële vaste activa, zoals deelnemingen en externe fondsen die betrekking hebben op de verkoopopbrengst Eneco vanuit cilinder 7. Hierbij valt te denken aan het Energietransitiefonds en een kapitaalverstrekking aan Stedin.

Cilinder 4 - Egalisatie nieuwe investeringen

Cilinder 4 egaliseert verschillen tussen investeringslasten en beschikbare dekkingsmiddelen.

Cilinder 5 - Dekking vervangingsinvesteringen, renovaties en restauraties

Cilinder 5 wordt gevoed uit vrijval kapitaallasten en dekt daarmee investeringslasten van vervanging, renovaties en restauraties.

Cilinder 6 - Investeringsmiddelen genererend vermogen

Cilinder 6 bevat mogelijk vermogen om middelen voor investering te genereren.

Cilinder 7 - Verkoopopbrengst Eneco

Cilinder 7 is gevuld met de verkoopopbrengst van Eneco. Voor het inzetten van deze middelen is een adviescommissie in het leven geroepen. De Enecomiddelen worden ingezet bij cofinanciering, zijn revolverend of realiseren extra besparingen of inkomsten voor de gemeente. Dit cilinder relateert met de financiële vaste activa uit cilinder 3 en subsidieverstrekkingen uit cilinder 2. Het doel is de omvang van de Enecomiddelen zoveel mogelijk in stand te houden. Daarnaast wordt de gederfde Eneco-dividenden uit de opbrengst Enecomiddelen gedekt.

Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2022 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2022 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve RIM is opgenomen.

Verloopstaat RIM-cilinders

De bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) is bij zijn oprichting gevuld met de dekkingsmiddelen in het voormalige Investeringsfonds Rotterdam (IFR) en de verkoopopbrengst Eneco en is opgebouwd uit meerdere cilinders. Verschillende typen investeringen kunnen vanuit de Rotterdamse Investeringsmotor van dekking worden voorzien, namelijk investeringen in materiële vaste activa (bruggen, wegen, parken, vastgoed e.d.), maar ook investeringen in financiële vaste activa (verstrekte leningen, deelnemingen of fondsen). Daarnaast biedt de Rotterdamse Investeringsmotor ruimte om eventuele verschillen tussen investeringslasten en beschikbare dekkingsmiddelen te egaliseren en de mogelijkheid om louter rente te genereren.

De RIM wordt gevoed met middelen die jaarlijks vanuit de exploitatiebegroting beschikbaar worden gestel, eenmalige verkoopopbrengsten van met name deelnemingen en de bespaarde rente die jaarlijks wordt berekend over het totaal van reserves en voorzieningen. Deze middelen worden toegevoegd aan de cilinder ‘Allocatie investeringsmiddelen’ (cilinder 0), en vandaaruit herverdeeld over de overige cilinders.

De onttrekkingen aan cilinder 0 betreffen overhevelingen naar de bestemmingsreserves Gebiedsontwikkeling en NPRZ en de dividendderving Eneco.

De onttrekkingen aan cilinder 1 worden gedaan ter dekking van de kapitaallasten van geactiveerde en op korte termijn te activeren investeringen.

De onttrekkingen aan cilinder 2 worden gedaan ter dekking van de investeringslasten die niet activeerbaar zijn en dus niet tot kapitaallasten leiden. Hierbij kan worden gedacht aan lopende projecten als de Hoekse lijn, Hart van Zuid, Feijenoord City, Stadionpark en het Rotterdams Scholingsfonds.

De onttrekkingen aan cilinder 3 worden gedaan ter dekking van de omslagrente die wordt toegerekend aan de recente kapitaalstortingen in met name Stedin B.V. en het Rotterdams Energietransitiefonds.

De onttrekkingen aan cilinder 5 betreffen kapitaallasten die voortvloeien uit vervangingsinvesteringen, renovaties en restauraties van met name (objecten in) de openbare ruimte en gemeentelijk vastgoed.

Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling (GO)

In 2018 is de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling (GO) gevormd door de gemeentelijke middelen voor buitenruimte projecten in één bestemmingsreserve onder te brengen (raadsbesluit 14 november 2017). De bestemmingsreserve van rijksgelden voor stedelijke vernieuwing (ISV) en de bestemmingsreserve Investeringsprojecten zonder gronduitgifte (IPzG) en Gebiedsontwikkelingsfonds zijn hier per 1 januari 2018 aan toegevoegd
In de bestemmingsreserve GO zijn tot 2020 nieuwe buitenruimte projecten met een omvang tot € 5 mln. opgenomen. Deze projecten worden afgerond waarna de bestemmingsreserve GO wordt opgeheven.
Vanaf 2021 worden nieuwe buitenruimte projecten (jaarlijks € 10 mln voor kleinschalige gebiedsontwikkeling) onderdeel van het nieuwe Rotterdamse investeringsprogramma. De middelen voor deze nieuwe projecten worden vanaf 2021 opgenomen in de Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Zie hiervoor de toelichting op de RIM en de cilinders hierin.  
In onderstaande tabel is de opbouw en het verloop van de bestemmingsreserve GO  weergegeven. Voor 2022 en verdere jaren gaat het om ramingen op basis van de verwachte onttrekkingen aan de reserve, bestemd voor de investeringsprojecten die een bijdrage uit het GO ontvangen.
Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2022 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2022 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve GO is opgenomen.

Bestemmingsreserve NPRZ

In 2017 is door de gemeenteraad een bestemmingsreserve gevormd voor het Nationaal Programma Rotterdam Zuid pijler Wonen (NPRZ-Wonen). Hieruit worden investeringsprojecten gedekt in de focuswijken, tuinsteden en tuindorpen in Rotterdam Zuid, zoals benoemd zijn in het Uitvoeringsprogramma NPRZ 2015-2018 en het Werkprogramma Rotterdam Zuid pijler Wonen 2019-2022.

Bij de vorming van de bestemmingsreserve is deze gevoed door bundeling van middelen voor projecten in     Rotterdam Zuid die tot nu toe waren ondergebracht in het Investeringsfonds Rotterdam (IFR), het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV3) en de financiële impuls NPRZ-2012-2015. Hieraan zijn de rijksmiddelen toegevoegd die het Rijk in het kader van de Regiodeal Rotterdam Zuid – pijler Wonen in 2018 beschikbaar heeft gesteld. De middelen Regiodeal die het Rijk de komende jaren beschikbaar stelt voor de pijler Wonen, worden als specifieke uitkering beschikbaar gesteld en deze worden in een apart fonds beheerd.

In samenhang met de rijksmiddelen Regiodeal Rotterdam Zuid worden bedragen aan de bestemmingsreserve NPRZ toegevoegd, om de met het Rijk afgesproken gemeentelijke cofinanciering na te komen. Dit is jaarlijks onderdeel van het investeringsvoorstel.

Vrijval binnen NPRZ-Wonen (€ 1,9 mln)

In 2017 zijn de financiële middelen voor fysieke projecten in Rotterdam Zuid gebundeld in één bestemmingsreserve NPRZ-pijler Wonen (raadsbesluit 29 juni 2017). Eén van de onderscheiden deelbudgetten binnen NPRZ-Wonen betreft het deelbudget “erfenis stedelijke vernieuwing” (ISV3 /IFR): hierin zitten projecten voor stedelijke vernieuwing die oorspronkelijk waren ondergebracht in ISV3/ IFR. Ten aanzien van de benutting van vrijval binnen NPRZ-Wonen is in 2019 besloten om - bij de jaarlijkse toevoeging vanuit de RIM  van de gemeentelijke cofinanciering op de Regiodeal Rotterdam Zuid (NPRZ 2e tranche) - de jaartranches te salderen met de vrijval in het deelbudget “erfenis stedelijke vernieuwing” (ISV3 /IFR).

Binnen NPRZ -Wonen is een oud project afgerond en goedkoper afgerekend. De vrijval (€ 214) is gerealiseerd binnen het deelbudget “erfenis stedelijke vernieuwing”. Dat betekent dat als jaartranche 2022 van de NPRZ 2e tranche vanuit de RIM per saldo € 9,78 mln wordt toegevoegd aan NPRZ-Wonen. Het vrijgevallen bedrag is onderdeel van het dekkingsvoorstel en blijft binnen de bestemmingsreserve NPRZ.

 

image

Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2022 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2022 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve NPRZ is opgenomen.

Bestemmingsreserve Energietransitiebudget (ETB)

In deze collegeperiode is met het Energietransitiebudget (ETB) € 68,2 mln vrijgemaakt om een start te maken met de uitvoering van de energietransitie in Rotterdam en de kansen daarvan te verzilveren. De middelen zijn verdeeld over zes thema’s: Haven en Industrie, Gebouwde omgeving, Emissieloze Mobiliteit, Schone Energie, Nieuwe Economie en Lokale Duurzame Initiatieven.

Het Energietransitiebudget heeft vier hoofddoelstellingen:

• CO2-reductie

       • Verbetering van de luchtkwaliteit: vermindering van de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen in de woonomgeving en/ of havengebied

• Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen (circulariteit)

       • Economische hefboom: effect op groene werkgelegenheid, multiplier op groene investeringen en/ of versterking van het vestigingsklimaat in de nieuwe economie.

Het in september 2019 vastgestelde Uitvoeringsplan Energietransitie 2020-2022 is geactualiseerd. Veel van de in het plan opgenomen projecten en programma’s zijn meerjarig en de middelen zijn binnen het ETB toegekend. Binnen het ETB is ruimte ontstaan voor 15 nieuwe projecten, die zijn toegevoegd aan het Uitvoeringsplan Energietransitie.

Hiermee zijn de middelen voor het Uitvoeringsplan Energietransitie vrijwel volledig gecommitteerd. Vrijval van middelen binnen de ETB zal in eerste instantie gebruikt worden om succesvolle lopende projecten en programma’s financieel aan te vullen.

Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2022 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2022 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve ETB is opgenomen.