Voortgang 2023

RET

De RET staat voor een financiële uitdaging. De energiekosten zijn flink gestegen en de reizigersaantallen flink gedaald. Om te zorgen dat er goed openbaar vervoer in Rotterdam blijft rijden, is de RET met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en de gemeente in gesprek over de situatie. Daarbij wordt gekeken wat elke partij kan doen vanuit haar eigen rol in deze opgave. Het college heeft eind mei de betrokken raadscommissies geïnformeerd over de stand van zaken en wat dit mogelijk inhoudt voor de gemeente (23bb003388).

 

Stedin

Er zijn grote investeringen in het energienet en de energietransitie nodig. Daarom heeft netbeheerder Stedin aangegeven de komende jaren extra eigen vermogen nodig te hebben. Stedin- een deelneming van de gemeente Rotterdam- is daarom in gesprek met diverse overheden (Staat, gemeenten en provincies uit Stedin’s verzorgingsgebied) die nog geen aandeelhouder zijn. Stedin vraagt hen of zij geld willen storten in aanvulling op wat Rotterdam en andere bestaande aandeelhouders in 2021 al hebben gedaan.

Op dit moment (mei 2023) voert Stedin verregaande gesprekken met de Staat. De verwachting is dat storting van het Rijk voor het eind van 2023 wordt afgerond. Op dit moment en op grond van de laatste inschattingen vraagt Stedin vooralsnog geen bijdrage van de gemeente Rotterdam. De gemeenteraad wordt hier apart nader over geïnformeerd en in de besluitvorming betrokken. Dan wordt ook duidelijker in hoeverre gemeenten en provincies die nog geen aandeelhouder zijn bereid zijn om vermogen te storten.

 

Stadsherstel Heinekengebouw

Stadsherstel Historisch Rotterdam N.V. realiseert een aanbouw aan het Heinekengebouw. Het gaat hierbij om de uitbreiding van het rijksmonument. De uitbouw was in het oorspronkelijke ontwerp uit 1931 wel gepland maar is niet is uitgevoerd. Als aandeelhouder van Stadsherstel levert de gemeente een extra bijdrage van € 800.000 om de aanbouw toch te realiseren.

Een nadere toelichting over het Heinekengebouw kunt u lezen in het hoofdstuk Projecten.

Financiële bijstellingen Algemene middelen (x 1.000)  € 220.745
Verlagen van de toevoeging aan de RIM voor eerder ontvangen baten bijzondere erfpachtconversies  € 71.544
Onttrekking Algemene reserve € 51.285
Indexatie september-, december- en meicirculaire 2022 en 2023  € 34.780
Bestemmingsreserve Duurzaamheidstransitiebudget  € 29.500
Bestemmingsreserve Doorbouwfonds  € 25.000
Indexatie meicirculaire 2023 € 8.867
Bijstelling dividendramingen € 6.996
Actualisatie kapitaallasten - € 2.623
Actualisatie rente - € 3.100
Dekking indexatie - € 3.613
Effecten nieuwe CAO - € 2.398
Vrijval kapitaallasten stadion Feijenoord  € 1.000
Toevoeging vrijval kapitaallasten stadion Feijenoord aan RIM - € 1.000
Technische wijzigingen, taakmutaties, kasschuiven en kleine bijstellingen  € 4.507

Een negatief bedrag (met een – ervoor) is een financiële tegenvaller: de gemeente geeft meer geld uit of er komen minder opbrengsten binnen. Een positief bedrag is een financiële meevaller: de gemeente geeft minder geld uit of er komen meer opbrengsten binnen.

Voor een uitgebreide toelichting zie het blokje Financiën onder dit programma.

Nieuw Stadion Feijenoord

In 2022 is geconcludeerd dat BVO (Betaald voetbal organisatie) Feyenoord en Stadion Feijenoord een nieuw stadion op korte termijn niet kunnen realiseren. Ook over de lange termijn (10 jaar) bieden zij geen zekerheid. Het college heeft besloten niet langer geld voor het stadion te reserveren. Daarmee vallen de meerjarig begrote kapitaallasten van € 1 mln vrij. Deze worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor.

 

Gemeentefonds

De verdeling van het gemeentefonds tussen de verschillende gemeenten gebeurt op basis van verdeelmaatstaven. Deze maatstaven zijn kenmerken van gemeenten en hun inwoners. Meerdere keren per jaar vindt een actualisatie plaats. De uitkomst van de laatste actualisatie is ingegaan op 1 januari 2023.

Vanaf 2026 wordt er een nieuwe financieringssystematiek toegepast. Het Rijk heeft in zijn Voorjaarsnota 2023 een beschrijving van de hoofdlijnen van een nieuwe financieringssystematiek opgenomen.

Nadere toelichtingen op het gemeentefonds kunt u lezen in het hoofdstuk Gemeentefonds.

 

Organisatieopgave

De gemeentelijke organisatie is als gevolg van diverse ontwikkelingen op bepaalde onderdelen flink gegroeid. In de breedte van de organisatie is hierop onvoldoende (bij)gestuurd. Het omgaan met (onverwachte) complexe opgaven hoort bij een wereldstad als Rotterdam. Groei van de gemeentelijke organisatie is hiervoor volgens het college echter geen lange termijn oplossing. Het college zet in op een klantgerichte, wendbare en efficiënte organisatie die snel inspeelt op de actualiteit. Een organisatie met ambtenaren die met hart voor de stad naast de Rotterdammer staat, in de eigen wijk, buurt of straat. Klaar om met hen mee te denken, mee te doen en te zorgen voor ondersteuning op maat.

Daarbij leggen hogere salarislasten, voortvloeiend uit de nieuwe cao voor gemeenteambtenaren, de stijgende rente en een toenemende vraag naar financiële ondersteuning van Rotterdammers een enorme extra claim op de gemeentelijke begroting. De rekening van deze stijgende kosten wil het college zo min mogelijk bij de Rotterdammers neerleggen. Daarom kiest het college ervoor de kosten van de gemeentelijke organisatie fors te verlagen. Het college zet in op een klantgerichte, wendbare en efficiënte organisatie die snel inspeelt op de actualiteit. 

Deze besparing op de organisatie van opgeteld € 150 mln komt bovenop de besparing op de organisatie in het coalitieakkoord. De besparingen moeten zo min mogelijk ten koste gaan van de dienstverlening aan de Rotterdammers en worden de komende periode verder uitgewerkt. Onderdeel van de begroting 2024 is een concreet plan onder de jaarschijf 2024 en een doorkijk naar 2025, 2026 en 2027. Periodiek zal het college de gemeenteraad hierover informeren in de P&C-cyclus, in ieder geval bij de Begroting en Jaarrekening.

 

Weerstandsvermogen

Volgens het coalitieakkoord wordt met ingang van de huidige bestuursperiode gestuurd op een weerstandsvermogen van minimaal 1,0, passend bij de financiële risico's die de gemeente loopt. Dit houdt in dat de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende is om de financiële risico's op te vangen. Met andere woorden: de beschikbare weerstandscapaciteit is tenminste gelijk aan de benodigde weerstandscapaciteit.  In de paragraaf Financiële kengetallen wordt uiteengezet dat het structureel exploitatiesaldo vanaf 2024 tot en met 2027 positief is en het weerstandsvermogen vanaf 2025 1,0 is.