Voortgang 2023

Het zorgen voor een toekomstbestendige gemeentelijke vastgoedportefeuille

Kernportefeuille, onderdeel Maatschappelijk Vastgoed

Duurzaamheid is van groot belang voor het toekomstbestendig houden van de vastgoedportefeuille. Het afwegingskader is opgesteld om de duurzaamheidsambities bij nieuwbouw en grote renovatieprojecten te kunnen bepalen. Op dit moment wordt een tool toegevoegd, waarmee we ook de kosten van de te maken keuze kunnen bepalen. Met de vervanging van de bestaande voorraad vanuit de Integrale Huisvestingsplannen, wordt een deel van de duurzaamheidambitie van de gemeente ingevuld door de projecten Bijna Energie Neutraal (BENG) te realiseren. Voor volledige verduurzaming naar Energie Neutrale Gebouwen (ENG), kijken we bij iedere projectstart in hoeverre hiervoor aanvullende investeringen nodig en beschikbaar zijn.  Wanneer dit past binnen het beschikbare budget, wordt ENG gerealiseerd.

Daarnaast worden de duurzaamheidsambities voor de bestaande gebouwenvoorraad via het onderhoud gerealiseerd via de Duurzame Meerjarenonderhoudsplannen (Duurzame MJOP's). Bij het opstellen van de MJOP’s brengen we de kansen voor verduurzaming in beeld. De pilot met 6 objecten is afgerond en geëvalueerd.  We rollen deze aanpak in een aangepaste vorm verder uit. Dit jaar worden 40 objecten van een DMJOP voorzien. We werken met de CO2-prestatieladder, waarmee de CO2-uitstoot van de gemeente, inclusief haar eigen huisvesting, zichtbaar wordt. De certificering voor de CO2 prestatieladder is rond.

Niet-Kernportefeuille

Er staan in totaal nog 133 objecten op de verkooplijst. Van deze verkooplijst worden er naar verwachting 51 in 2023, 79 in 2024 en de 3 resterende in 2025 verkocht. Het is mogelijk dat er nog enkele panden van de verkooplijst afgehaald worden. Dit doordat er vanuit het college besloten wordt dat deze panden toch nodig zijn voor de gemeentelijke taken en daarom niet verkocht kunnen worden.

Stijgende huurprijzen maatschappelijke portefeuille

Na de hoge prijsstijgingen in 2022 en begin 2023 is de verwachting voor 2024 dat de huurprijzen minder hard zullen stijgen. Hoewel de inflatie nog relatief hoog is, zal deze lager zijn dan de afgelopen periode. Het blijft nog wel noodzakelijk dat de portefeuillehouders kijken of het nieuwe accres zorgt dat de subsidiebudgetten voldoende meegroeien met de prijsinflatie.

Kadernota Vastgoed

Er is een vernieuwde Kadernota Vastgoed opgesteld met actualisaties en aanpassingen, onder meer als gevolg van het zogenaamde ‘Didam-arrest’. De Kadernota geeft de hoofdkoers en spelregels aan voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille en geldt voor meerdere jaren. De vernieuwde Kadernota is in september 2023 in de gemeenteraad besproken.

Voor de maatschappelijke portefeuille is bestuurlijk besloten om een kostendekkende verhuur te hanteren. De afdeling Vastgoed is een beoogde nuldienst, maar tot en met 2024 vindt er bijpassing plaats op de nuldienstbegroting van Vastgoed vanuit de algemene middelen. Na 2024 fungeert Vastgoed daadwerkelijk als een nuldienst en dient het gedeelte dat voorheen gedekt werd door deze bijpassing uit de algemene middelen, voortaan gedekt te worden via de kostendekkende huur, te betalen door de  portefeuillehouders.

Eigenheid en erfgoed

De Erfgoedagenda Rotterdam is in mei 2023 door het college vastgesteld en voorzien van een geactualiseerd uitvoeringsprogramma tot en met 2027.  

Vanaf 2023 zetten we extra in op aandacht en waardering voor de particuliere monumenteneigenaren. En op de voorlichting en communicatie rond nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onderhoud, restauratie en verduurzaming van monumenten. Hiervoor zijn in 2023 extra middelen beschikbaar. 

In 2023 wordt de aanpassing en uitbreiding van het Rotterdams Restauratiefonds (RRF) voorbereid met een beoogde inwerkingtreding in het voorjaar van 2024. De wens hierbij is om leningen voor restauraties van gemeentelijk beschermde monumenten te kunnen verstrekken. Maar ook om bescheiden éénmalige tegemoetkomingen aan te kunnen bieden voor de instandhouding van het erfgoed in de stad. In dit kader onderzoeken we of het RRF ook inzetbaar kan zijn voor het verduurzamen van erfgoed. 

In 2023, maar ook in de daaropvolgende jaren, werken we een aantal actuele cultuurhistorische onderzoeksprogramma’s uit. Tot en met 2027 zijn dit: het religieus erfgoed, de onderwijsgebouwen en de architectuur tussen 1965 en 1990. De inventarisatie van deze laatste categorie, Post 65, is publiekelijk te volgen en staat open voor reactie  Post65010

Financiële bijstellingen Bestaande stad (x 1.000)   - € 5.379 
Gederfde verkoopopbrengsten vastgoed - € 1.900 
Vennootschapsbelasting reclameopbrengsten - € 1.267 
Voorziening dubieuze debiteuren  € 1.162 
WABO-leges - € 2.201 
Technische wijzigingen, taakmutaties, reserves kasschuiven en kleine bijstellingen  - € 1.173 

Een negatief bedrag (met een – ervoor) is een financiële tegenvaller: de gemeente geeft meer geld uit of er komen minder opbrengsten binnen. Een positief bedrag is een financiële meevaller: de gemeente geeft minder geld uit of er komen meer opbrengsten binnen.

Voor een uitgebreide toelichting zie het blokje Financiën onder dit programma.

Vitale wijken

Het vitaliteitsonderzoek wordt gedurende 2023 geactualiseerd. De uitkomsten worden daarna samengevat in een nieuwe notitie, ambtelijk vastgesteld en aangeboden aan het bestuur. Dit onderzoek bouwt verder op het onderzoek uit 2019

Uit dit onderzoek komen de gebieden naar voren waar eigenaren de meeste moeite gaan krijgen om de woning op een ‘toekomstbestendig niveau’ te brengen. Dat wil zeggen dat de woning geen onderhoudsachterstanden heeft, goed geïsoleerd is, van het gas af is (aardgasvrij) en waar het wooncomfort zodanig goed is dat een bewoner nog jarenlang met plezier kan wonen. Al deze elementen kosten veel geld: de stapeling van opgaven, gaan de mogelijkheden van eigenaar-bewoners in bepaalde gebieden in de stad te boven. Deze gebieden komen grotendeels overeen met de gebieden, die in de Omgevingsvisie Focuswijken voor Stedelijke Vernieuwing zijn genoemd.  

Met behulp van de leidraad Stedelijke Vernieuwing worden locaties ‘geprioriteerd’. De noodzaak om woningen in de Stedelijke Vernieuwing gebieden is hoog, maar de kosten om de woningen op een toekomstbestendig niveau te brengen enorm. Door een prioritering bepalen we waar we eerst projecten starten en op welk niveau, waar een basisaanpak dan wel grondige aanpak gewenst is. 

Met de basisaanpak worden eigenaren - veelal in Vereniging van Eigenaren vve-verband (vereniging van eigenaren) - gestimuleerd om achterstallig onderhoud weg te werken. De vve wordt hierbij ge(re)activeerd. 

Door middel van het onderhoudsprogramma Steigers op Zuid zijn vanaf 2015 6.593 woningen aangewezen en inmiddels 3.085 woningen opgeknapt. Deze collegeperiode worden door middel van de Aanpak Basiskwaliteit de volgende 3.000 woningen in aanpak genomen. De voorbereiding van dit nieuwe uitvoeringsprogramma – dat op 27 juni 2023 is vastgesteld door het college – is gestart. De grondige aanpak richt zich op meer verschillende en grotere woningen in een gebied (woningdifferentiatie) en stimuleert eigenaren om substantiële stappen te zetten in verduurzaming. In deze collegeperiode worden 1.000 tot 2.000 woningen via de grondige aanpak verbeterd: door  verduurzaming, verbeteren bouwkundige staat en waar differentiatie gewenst is door het vergroten van de woningen.  

De tweede tranche van Het Volkshuisvestingsfonds is door het Rijk opengesteld. Hiermee vindt cofinanciering van de grondige aanpak plaats. Medio oktober 2023 moet de aanvraag zijn ingediend. Afhankelijk van toekenning van deze middelen worden maximaal 500 woningen opgeknapt.  

Ook het funderingsprogramma wordt geactualiseerd. Het aandeel eigenaren dat daadwerkelijk funderingsonderzoek laat doen naar aanleiding van een gebiedsaanpak funderingsonderzoek is nog te laag. De uitvoering van noodzakelijk funderingsherstel blijft daardoor achter. Ook komen bij het funderingsloket steeds meer vragen binnen over problematiek bij niet onderheide panden. Het huidige funderingsprogramma is niet op dit type funderingen gericht. De informatievoorziening (website en kaartmateriaal) van het funderingsloket wordt hierop uitgebreid. 

Op 1 juli 2023 heeft de gemeente, tegelijkertijd met de inwerkingtreding van de Wet goed verhuurderschap, het verplichte meldpunt geopend. Huurders kunnen hier misstanden in hun huursituatie melden. Op 1 juli is ook een vergunningplicht ingevoerd in de wijk Carnisse: de verhuurvergunning woonruimte. Verhuurders in deze wijk moeten uiterlijk op 31 december 2023 de vergunning in bezit hebben om te kunnen blijven verhuren. De vergunning wordt verleend als de verhuurder aantoont dat de gevraagde huurprijs overeenkomt met het woningwaarderingsstelsel. Vanaf 1 januari 2024 gaat de gemeente de vergunning handhaven. 

Met toetsing, toezicht en handhaving draagt de gemeente, aan de hand van regulering en in het uiterste geval repressief optreden, bij aan een veilige en gezonde leefomgeving. Bewoners en ondernemers kunnen bij de gemeente terecht voor advies, ondersteuning en meldingen. De meldingen en eigen waarnemingen vormen de basis om te bepalen waar controles worden ingezet. Een belangrijke afweging hierbij is het risico voor gebruikers en de omgeving bij calamiteiten.  In 2023 voeren we ongeveer 2000 integrale controles uit binnen 25 branches. 

Verstedelijken en verbinden

In 2023 bereiden we ons voor op de invoering van de Omgevingswet (Ow) en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) per 1 januari 2024. 

In verband met deze stelselwijziging zijn beleid en verordeningen aangepast. We zorgen ervoor dat de dienstverlening optimaal blijft tijdens de overgangsfase.   

Sinds de zomer van 2022 heeft de bouw last van economische tegenwind. Het aantal aanvragen in de eerste twee kwartalen is lager dan verwacht. De bouwproductie staat onder druk door onder andere de stijgende hypotheekrente, hogere kosten voor materialen en dalende huizenprijzen. Desondanks blijft de woningbouwopgave onveranderd groot. 

Bestemmingsplannen vormen in 2023 het actuele planologische-juridische kader. In verband met de invoering van de Omgevingswet moeten de huidige gebieds- en projectbestemmingsplannen worden omgezet naar hét Omgevingsplan voor heel Rotterdam. Op het moment van de inwerkingtreding van de Omgevingswet vormen de geldende bestemmingsplannen. Tijdens de transitiefase geldt het tijdelijke omgevingsplan.