Doel: Integraal ontwikkelen van de stad
Wat willen we bereiken?
- Werken met de Omgevingswet en uitvoering geven aan de doelen van de Omgevingsvisie. In de Omgevingsvisie Rotterdam staan opgaven waar de stad voor staat. De koers en hoofdkeuzes geven richting aan hoe de gemeente hiermee omgaat. Uitwerken van deze doelen gebeurt in samenspraak met bewoners, ondernemers en gebruikers van de stad.
- Een zo gunstig mogelijke balans vinden tussen maatschappelijke opbrengsten en financieel resultaat. De gemeente krijgt geld door bijvoorbeeld grond te verkopen, erfpacht om te zetten of een bestemmings- of omgevingsplan aan te passen. Dit geld kan de gemeente gebruiken voor nieuwe plannen. Soms neemt de gemeente met lagere opbrengsten genoegen, als dat een maatschappelijk doel dient, zoals het bouwen van meer betaalbare woningen.
- Voorbereiding en uitvoering geven aan gebiedsontwikkelingen. Plannen maken voor elk gebied en wijk en waar nodig nieuwe ontwikkelingen voorbereiden. Dit gebeurt samen met bedrijven en andere organisaties. In de wijken komen de opgaven rond wonen, werken en verblijven samen. De uitvoering gebeurt in samenspraak met de stad.
Wat gaan we daarvoor doen?
Omgevingswet
- Werken in de geest van de Omgevingswet met de vastgestelde Rotterdamse Omgevingsvisie en het maken van een Uitvoeringsstrategie, gekoppeld aan meerjarige investeringen. Medefinanciering zoeken bij andere partners en overheden.
- De Omgevingsvisie actualiseren of herzien. Dat gebeurt in 2023. Waar nodig trekt de gemeente samen op met anderen.
Balans maatschappelijke opbrengsten en financieel resultaat
- We starten ruimtelijke ontwikkelingen en sturen daarop door gemeentelijk grondbeleid. Afhankelijk van de situatie is dit verwerving, Wet voorkeursrecht gemeente (Wvg), onteigening, verkoop, sanering, bouwrijp maken en inrichten van gronden. We sturen passief door contractbeheer en dagen de markt uit om nieuwe ontwikkelingen te realiseren en te financieren die passen bij de gemeentelijke prioriteiten.
- Vertaling van de gemeentelijke ambities naar grondexploitaties. Sturing via de eigen grondexploitaties op Goede Groei. Veel ontwikkelingen vinden plaats op grond die niet in eigendom is van de gemeente. Daarom stroomlijnt de gemeente deze initiatieven. Samen vormen de gemeentelijke en particuliere ontwikkelingen de verstedelijkingsopgave.
- De gemeenteraad krijgt hierover verschillende rapportages, zoals de Monitor Grondexploitaties.
Gebiedsontwikkelingen
- Rotterdammers meer betrekken bij de inrichting en leefbaarheid van hun wijk. Ze hebben meer zeggenschap over hun wijk, met buitenruimte en mobiliteit als aandachtspunten.
- Bouwen van 3.500 tot 4.000 woningen per jaar, inclusief circa 400 studentenkamers. Daarbij is de gemeente afhankelijk van bouwondernemingen en andere marktpartijen, en van woningbouwcorporaties.
- Als basis hiervoor: goede monitoring van de woningvoorraad als geheel, naar prijssegment en eigendomssituatie. De prijsontwikkeling binnen de particuliere voorraad huur- en koopwoningen krijgt bijzondere aandacht.
- In samenhang met de woningbouw werken aan voldoende werklocaties (programma Economische Ontwikkeling) en groen- en maatschappelijke voorzieningen (programma Maatschappelijke Ontwikkeling) om ‘goede groei’ mogelijk te maken, bijvoorbeeld door een groennorm op te nemen bij de eisen voor nieuwbouw.
- Een zo integraal mogelijke uitvoering op wijkniveau van de vele verschillende beleidsdoelstellingen van de gemeente.
- Bouw van een nieuwe studentencampus. De gemeente dringt er bij de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Rotterdame hogescholen op aan hun verantwoordelijkheid te nemen voor de huisvesting van studenten uit binnen- en buitenland.
- De ontwikkelstrategie Oostflank brengt een aantal nieuwe gebiedsontwikkelingen met zich mee.
Hoe meten we dat?
Indicatoren |
Realisatie 2022 |
Begroting 2023 |
Realisatie t/m apr 2023 |
Raming 2024 |
Raming 2025 |
Raming 2026 |
Raming 2027 |
Collegetarget bouw nieuwe woningen: Het college start de in de komende vier jaar met de bouw van 14.000 – 16.000 nieuwe woningen. Van deze woningen (uitgezonderd tijdelijke woningen) behoort 20% (tussen de 2.800-3.200 woningen) tot het sociale segment en 35% (4.900-5.600 woningen) tot het middensegment |
3.006 (300 sociaal en 782 midden) |
7.000 – 8000 (1.400 – 1.600 sociaal en 2.450 – 2.800 midden) |
3.331 (11% sociaal en 24% midden) |
10.500 – 12.000 (2.100 – 2.400 sociaal en 3.675 – 4.200 midden) |
14.000 – 16.000 (2.800 – 3200 sociaal en 4.900 – 5.600 midden) |
||
400 studentenkamers | 0 | 800 | 0 | 1.200 | 1.600 | 1.600 |
Toelichting indicatoren
In 2022 is gestart met de bouw van 3.006 woningen door middel van nieuwbouw, transformatie en vernieuwbouw.
Dit aantal is als volgt opgebouwd:
- sociaal segment 10% (300 woningen)
- middensegment 26% (782 woningen)
- hoger segment 25% (751 woningen)
- topsegment 23% (691 woningen)
- onbekend segment 16% (481 woningen)
Er zijn afgelopen jaar geen bouwprojecten gestart voor studentenwoningen. Dit is op basis van de planvoorraad al voorzien. Momenteel werken we aan de bouw van meer dan 2.000 studentenwoningen. Deze bouw kan in de huidige collegeperiode starten.
De marktomstandigheden maken het zichtbaar moeilijker om de gewenste 3.500 – 4.000 woningen te bouwen. De impact is het grootst binnen het betaalbare segment. Belangrijke factoren die de opgave lastiger maken zijn:
- de sterk gestegen bouwkosten;
- de beschikbaarheid van voldoende arbeidscapaciteit bij zowel de overheid als marktpartijen;
- de gestegen rente;
- de afvlakkende kopersmarkt;
- de voorzichtigere beleggersmarkt.
De huidige situatie op de markt maakt de uitdaging voor 2023 onverminderd groot. Positief is de planvoorraad die grotendeels op orde is gebracht. Met 55.000 woningen in planvoorraad t/m 2030, waarvan ongeveer 18.000 als zodanig planologisch bestemd, is er grote inzet op de realisatie van voldoende woningen.