Bestuurlijke hoofdlijnen 2024-2027

 

Groenagenda

De Groenagenda is de aanpak om deze collegeperiode nogmaals 20 ha meer groen in de stad te realiseren. De gemeente werkt aan extra groen, aan klimaataanpassing in de stad (‘Rotterdams WeerWoord’), aan biodiversiteit en aan groenblauwe verbindingen. Dit is inclusief de rivieroevers. Op 20 juni 2023 is het actieplan Rotterdam gaat voor Groen: de groenagenda 2023-2026 naar de gemeenteraad gestuurd.

Via het Recreatieschap Rottemeren werkt de gemeente aan de realisatie van het Ontwikkelplan Landschapspark de Rotte. Het landschapspark omvat de hele Rotte, van oorsprong tot dam. De stedelijke Rotte moet beter en levendiger worden, als groenblauwe verbinding tussen stad en landschap.

 

Stadsprojecten

De komende jaren begint de uitvoering van de eerste stadsprojecten. Het doel is de stad mooier, beter en groener te maken. Ook komt er meer ruimte voor cultuur en buitenspelen. Verder zijn de projecten een vliegwiel voor woningbouw en een stimulans voor de lokale economie.

Bij de stadsprojecten en de uitvoering van de Visie op de Openbare Ruimte werkt de gemeente in samenhang met andere grote ontwikkelingen, zoals de Groei van de Stad, de energietransitie, klimaatadaptatie (Rotterdams WeerWoord) en de groei naar een circulaire economie.

 

Milieu

Het college heeft de ambitie dat er in deze collegeperiode 3.500 - 4.000 woningen per jaar bijkomen. Dat maakt het noodzakelijk om op milieubelaste locaties te bouwen, zoals bij snel-, spoor- en vaarwegen en industrieterreinen. Vanwege de grote opgaven voor de luchtkwaliteit, het geluid, de bodem en de externe veiligheid is het van groot belang om milieuaspecten vroegtijdig in beeld te brengen.

Hoek van Holland ligt tegen het stikstofgevoelige Natura 2000-gebied. Hiervoor wordt via het Nationaal Programma Landelijk gebied (NPLG) een herstelprogramma uitgewerkt. Dit richt zich op natuurherstel enerzijds en vermindering van de stikstofdepositie anderzijds. Rotterdam is beheerder van een aantal deelgebieden in het N2000-gebied Solleveld en Kapittelduinen. Dit brengt voor Rotterdam een beheersverantwoordelijkheid met zich mee, die nu nog niet volledig ingevuld wordt. We zoeken uit wat er nodig is aan duurzaam beheer en onderhoud van het N2000-gebied. Tegelijkertijd onderzoeken we wat de mogelijkheden zijn om in Hoek van Holland te kunnen blijven ontwikkelen in tijden van stikstofschaarste, onder andere via kansen die ontstaan als gevolg van de Metro aan Zee en de daaraan gekoppelde verminderde autoafhankelijkheid van bezoekers.

 

Omgevingsvisie

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Deze wet heeft grote gevolgen voor het ruimtelijk beleid. De invoering van de Omgevingswet is een opgave voor de hele organisatie. De opgave richt zich op de vier maatschappelijke doelen van de wet. Een belangrijke opgave is het voorsorteren op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Een van de vereisten in de wet is dat elke gemeente een Omgevingsvisie opstelt voor het eigen grondgebied.

De Omgevingsvisie Rotterdam is in december 2021 vastgesteld als levend document. De omgevingsvisie wordt geactualiseerd en aangepast bij bijvoorbeeld nieuwe inzichten, trends en ontwikkelingen en als de voortgang in de uitvoering daartoe aanleiding geeft. In 2023 bereidde de gemeente een eerste herziening van de Omgevingsvisie voor. Daarin wordt de ontwikkeling van de Oostflank vastgelegd, inclusief het voorkeursalternatief van de MIRT-verkenning oeververbindingen regio Rotterdam voor een stadsbrug.

De gemeenteraad heeft opdracht gegeven om de ruimtelijke stedelijke ambities uit de Omgevingsvisie én het coalitieakkoord te vertalen naar concrete, haalbare programma’s en projecten voor de huidige collegeperiode en verder. Hiervoor komt er een Uitvoeringsstrategie Omgevingsvisie, waarin de prioritering, fasering en samenhang staat beschreven voor de uitvoering van de ambities uit de Omgevingsvisie. Zo geeft de Uitvoeringsstrategie langjarig richting aan het beschikbare geld, de gemeentelijke capaciteit en de focus.

Tot slot werkt de gemeente een kader uit voor monitoring en evaluatie van de Omgevingsvisie. Dit kader helpt om overzicht en regie te houden op de groei van de stad. De gemeenteraad stelt het kader vast.

Mobiliteit

In de komende jaren is de inzet op mobiliteit en verkeer, en op vervoer gericht op enkele beslissende stappen die de stad zullen veranderen. De gemeente maakt de drie stadsgebieden Noord (Oude Noorden, Agniesebuurt, Liskwartier), Centrum (Oude Westen) en West (Middelland en Nieuwe Westen) autoluwer, om daarmee de verkeersveiligheid en doorstroming te verbeteren. Binnen de gehele ring komt er betaald parkeren. Met de gemeentelijke partners kiest de gemeente één van de uitvoeringsvarianten van een nieuwe oeververbinding. Met deze stappen komt er meer ruimte in de stad en komen er mogelijkheden voor stedelijke groei en verdichting, zonder dat dit leidt tot meer verkeersopstoppingen en de stad verliest aan aantrekkelijkheid.

 

Wonen

De gemeente herziet de Woonvisie. De basis hiervoor is het Woonakkoord dat de gemeenteraad recent heeft gesloten. De Woonvisie wordt uitgewerkt in een koers voor de lange termijn en een uitvoeringsprogramma, dat de nadruk legt op de uitvoering in de komende vijf jaar.

Bij het woonbeleid gaat het om het creëren van een aantrekkelijk, divers en betaalbaar woningaanbod, in prettige en veilige wijken. Om te voorzien in de enorme vraag naar woonruimte, blijft de gemeente de komende jaren inzetten op:

  • Het snel starten van nieuwbouw,
  • Het omzetten van bedrijfsgebouwen naar woningen;
  • Vernieuwbouw.

Ook op de bouw van flexwoningen en het beter benutten van de bestaande voorraad zet de gemeente in.

De doelstelling is te beginnen met de bouw van 14.000 – 16.000 woningen in de periode 2022-2026. De nadruk ligt op woningen voor studenten, sociale stijgers, mensen met een middeninkomen en ouderen. Hiervoor hebben we in 2023 een set Doorbouwmaatregelen 2023 - 2026 opgesteld.

De gemeente is op verschillende manieren bij de woonprojecten betrokken. Zo zijn er gebiedsontwikkelingen die de gemeente op eigen grond uitvoert, zoals Parkstad, Rijnhaven en Merwe-Vierhavens. Daarnaast ontwikkelen andere organisaties projecten op grond die niet van de gemeente is. In die gevallen faciliteert de gemeente de bouw en stelt zij kaders om een gewenste ontwikkeling te realiseren. Hierbij is het minder goed mogelijk om te sturen op planning, programma en verschijningsvorm.

Het wordt steeds belangrijker dat huur- en koopwoningen betaalbaar zijn. Er komen dan ook meer betaalbare nieuwbouwwoningen met de verdeling: 20% sociaal, 35% middensegment, 30% hoger segment en 15% topsegment. Stapsgewijs past de gemeente de verdeling voor nieuwbouw aan naar 25% sociaal, 40% middensegment, 20% hoger segment en 15% topsegment. Daardoor groeit het aandeel betaalbare woningen naar 65% (nu 50%).

Maar, fijn wonen vraagt om meer dan alleen een woning. Daarom zet de gemeente via de Omgevingsvisie in op ‘goede groei’ van de stad. In de plannen is er ook aandacht voor voldoende voorzieningen, een fijne buitenruimte, werklocaties, en uiteraard duurzaamheid en aanpassing aan het veranderende klimaat.