Werk en inkomen

Iedereen doet mee (naar vermogen).

Rotterdammers met een arbeidsbeperking (loonwaarde < 100% wettelijk minimum loon) biedt de gemeente passende ondersteuning en (werk)arrangementen.

Door het verstrekken van een uitkering biedt de gemeente bestaanszekerheid om Rotterdammers in staat te stellen hun focus te houden op hun arbeidsontwikkeling en –participatie.

TAAKVELD 1

Arbeidsparticipatie - Werk

Zoveel mogelijk Rotterdammers werken (naar vermogen) en verdienen zo hun eigen inkomen.

Arbeidsontwikkeling: gericht op het versterken van de arbeidsmarktpositie werkzoekenden.

Het via (regionale) samenwerking en werkgeversdienstverlening versterken van de arbeidsmarkt.

TAAKVELD 2

Begeleide participatie

Specifieke arrangementen en passend werk bieden aan Rotterdammers met een arbeidsbeperking.

TAAKVELD 3

Inkomensregelingen - Inkomen

Elke Rotterdammer die daar recht op heeft ontvangt tijdig een (juiste) bijstandsuitkering.

Elke werkzoekende kan rekenen op passende en betrouwbare dienstverlening.

BBV-indicatoren

Beschrijving BBV-indicatorEenheid  Bron
Banen Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 – 64 jaar Streefwaarde N.v.t. Meerdere bronnen
Realisatie 875 (2019)
Kinderen in uitkeringsgezin % kinderen tot 18 jaar Streefwaarde N.v.t. CBS Jeugd
Realisatie 14% (2019)
Netto arbeidsparticipatie % van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking Streefwaarde N.v.t. CBS
Realisatie 63,7% (2019)
Werkloze jongeren % 16 t/m 22 jarigen Streefwaarde N.v.t. CBS Jeugd
Realisatie 2% (2019)
Personen met een bijstandsuitkering Aantal per 10.000 inwoners Streefwaarde N.v.t. CBS
Realisatie 938,2 (2020)
Lopende re-integratievoorzieningen Aantal per 10.000 inwoners van 15 – 64 jaar Streefwaarde N.v.t. CBS
Realisatie 144,6 (2020)
Meer informatie over de BBV-indicatoren is te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl.

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten Werk en inkomenOorspr.
Begroting
2020
Bijgestelde Begroting
2020
Realisatie
2020
Afwijking
Baten exclusief reserves518.322691.781745.04053.259

Bijdragen rijk en medeoverheden 506.679 687.833 738.637 50.805
Financieringsbaten 0 0 1 1
Overige opbrengsten derden 11.644 3.949 6.397 2.449
Overige baten 0 0 4 4
Lasten exclusief reserves702.578845.567870.44824.881

Apparaatslasten 118.869 120.766 118.349 -2.417
Inhuur 29.779 28.675 23.956 -4.719
Overige apparaatslasten 3.746 2.696 2.689 -7
Personeel 85.344 89.395 91.704 2.309
Intern resultaat -3.310 -3.728 -850 2.878
Intern resultaat -3.310 -3.728 -850 2.878
Programmalasten 587.019 728.529 752.949 24.420
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 27.195 34.374 25.229 -9.144
Kapitaallasten 3.290 10.068 9.456 -612
Overige programmalasten 4.372 7.692 4.393 -3.298
Salariskosten WSW en WIW 55.601 51.744 51.746 3
Sociale uitkeringen 490.260 615.958 655.395 39.437
Subsidies en inkomensoverdrachten 6.302 8.694 6.730 -1.965
Saldo voor vpb en reserveringen -184.256 -153.786 -125.408 28.378
Saldo voor reserveringen -184.256 -153.786 -125.408 28.378
Reserves4.190-12.016-17.445-5.429

Onttrekking reserves 10.890 5.557 128 -5.429
Toevoeging reserves 6.700 17.572 17.572 0
Vrijval reserves 0 0 0 0
Saldo -180.066 -165.802 -142.853 22.949

Toelichting overzicht baten en lasten

Overzicht afwijkingen ProgrammaAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1. Bijstandsuitkeringen 219 -4.787 -4.399 607
2. Voorziening debiteuren bijstandsgerechtigden 0 -1.229 0 1.229
3. Tozo 48.133 44.284 0 3.849
4. Instrumenten begeleiding werkzoekenden 0 -6.017 0 6.017
5. Teruggave Btw-compensatiefonds (BCF) op re-integratie trajecten 2.900 0 0 2.900
6. Hallo Werk 150 -1.033

0

1.183
7. Minder omzetverlies Rotterdam Inclusief 2.714 1.051 0 1.663
8. Lager exploitatietekort deelneming 0 -969 0 969
9. Kapitaallasten en onderbesteding ICT 0 -2.118 0 2.118
10. Diverse afwijkingen -857 -4.301 -1.030 2.414
Totaal afwijkingen 53.259 24.881 -5.429 22.949

Het saldo van dit programma bedraagt € 23 mln voordelig. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

 

1. Bijstandsuitkeringen

De totale uitgaven aan uitkeringen en loonkostensubsidies bedroegen in 2020 € 527 mln. Het aantal bijstandsuitkeringen is vorig jaar gestegen maar minder snel dan geraamd. Ten opzichte van de definitieve begroting vielen ook de gemiddelde ‘prijs’ per uitkering en de uitgaven aan loonkostensubsidies iets lager uit. Hierdoor bleek de eerder begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve BUIG van € 4,4 mln niet nodig, en was er bovendien een positief saldo van € 607.

 

2. Voorziening debiteuren bijstandsgerechtigden

De gemeente heeft door de jaren heen een voorziening getroffen om het risico van het niet volledig innen van vorderingen op bijstandsgerechtigden op te vangen. Vanwege de coronacrisis betracht de gemeente meer coulance bij de incasso op openstaande vorderingen aan werkzoekende Rotterdammers. Daarom was in de 10-maandsrapportage een ophoging van deze voorziening met € 2,3 mln begroot. Bij de jaarrekening blijkt een ophoging met € 1,1 mln voldoende te zijn, omdat de ontvangsten op openstaande vorderingen minder zijn gedaald dan verwacht. Ten opzichte van de begroting zoals vastgesteld bij de 10-maandsrapportage leidt dit tot een voordelig financieel effect op het rekeningresultaat van € 1,2 mln.

 

3. Tozo

Op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is een voordelig saldo gerealiseerd ter hoogte van € 3,9 mln. Gemeenten krijgen een vaste vergoeding van het Rijk voor de uitvoering van de regeling. De reden voor het voordelig saldo in 2020 is dat de gemeente deze vergoeding al volledig als baten dient te verantwoorden, terwijl de uitvoeringskosten nog doorlopen in volgende jaren. Vanwege die doorlopende werkzaamheden is een voorstel voor resultaatbestemming ingediend voor de reserve Doorlopende werkzaamheden Tozo-regeling ter hoogte van € 7,5 mln. Na aftrek van de resultaatbestemming is er sprake van een nadelig saldo op Tozo wat met name wordt verklaard doordat een hogere voorziening is gevormd voor oninbare vorderingen en doordat de uitvoeringslasten hoger uitvielen dan begroot.

 

4. Instrumenten begeleiding werkzoekenden 

Als gevolg van de coronacrisis is er € 6 mln minder uitgegeven aan re-integratie instrumenten dan begroot. Door de coronamaatregelen kunnen werkzoekenden geen trajecten buiten de deur volgen. Waar mogelijk is digitale dienstverlening ingezet als alternatief. Toch is sprake van onderbesteding, omdat de omslag naar online trajecten tijd kostte en niet in alle gevallen mogelijk is. Bovendien waren sommige kosten niet meer van toepassing, zoals de reiskosten voor werkzoekenden.

 

5. Teruggave Btw-compensatiefonds (BCF) op re-integratie trajecten

De Hoge Raad heeft met zijn besluit van 10 juli 2020 bepaald dat gemeenten recht hebben op een hogere uitkering uit het Btw-compensatiefonds (BCF) op re-integratie activiteiten. In de Tweede Herziening is de BCF-claim berekend en ingeschat op € 8,6 mln. De toekenning blijkt uiteindelijk € 11,5 mln te bedragen. Het voordeel ten opzichte van de begroting is € 2,9 mln.

 

6. Hallo Werk

De kosten Hallo Werk voor 2020 zijn circa € 1 mln lager uitvallen. De onderbesteding zit op beheer- en arbeidskosten, communicatie en ICT. Daarnaast is een hogere regionale bijdrage van € 150 ontvangen voor de ontwikkeling van dit project. Omdat in 2020 veel financiële verplichtingen zijn aangegaan waarvan de prestatie niet meer in 2020 is geleverd, komt een flink deel in 2021 tot betaling.

 

7. Minder omzetverlies Rotterdam Inclusief

Het omzetverlies van Rotterdam Inclusief is € 1,7 mln lager uitgevallen dan verwacht. Zowel binnen de gemeente Rotterdam als bij externe opdrachtgevers zijn voldoende coronamaatregelen getroffen om gedurende het jaar steeds meer medewerkers veilig hun werk te laten verrichten.

 

8. Lager exploitatietekort deelneming

Rotterdam Inclusief draagt bij in het exploitatietekort van de deelneming Ontwikkelingsmaatschappij Rijnmond BV (OMR BV, Magis). Het exploitatietekort van OMR BV is gunstiger uitgevallen dan begroot doordat er minder (gedetacheerde) medewerkers zijn ingezet, het begrote omzetverlies lager is uitgevallen en doordat huisvestingslasten waarmee rekening werd gehouden uit coulance zijn kwijtgescholden. Het verschil bedraagt € 969.

 

9. Kapitaallasten en onderbesteding ICT

Voor verschillende ICT-projecten binnen het programma Werk en inkomen is gebleken dat deze zonder extra kosten uitgevoerd konden worden. Omdat de uitvraag naar externe partijen meer tijd heeft gekost dan ingeschat, kon de prestatie niet meer in 2020 geleverd worden. Dit resulteert in een onderbesteding van € 1,5 mln. Daarnaast is er in 2020 € 618 minder afgeschreven dan begroot doordat de begrote afschrijvingslasten met een andere methodiek zijn berekend dan zou moeten volgens de financiële spelregels.

 

10. Diverse afwijkingen

Op diverse budgetten zijn kleine afwijkingen waaronder lagere arbeidskosten die leiden tot een voordeel van € 2,4 mln.

Omschrijving programma

Een van de ambities uit het coalitieakkoord ‘Nieuwe energie voor Rotterdam’ is om het aantal Rotterdammers met een bijstandsuitkering te laten dalen van 37.700 (begin 2018) naar 30.000 aan het einde van deze collegeperiode. We willen niet alleen dat meer Rotterdammers een baan vinden, maar ook dat die baan een duurzame baan is. Meedoen in onze samenleving is veelal gericht op werk. Het hebben van werk is in de ogen van de gemeente Rotterdam niet alleen belangrijk voor iemands inkomen, maar het hebben van werk heeft ook een grote maatschappelijke waarde. Het levert een bijdrage aan de ontwikkeling en ontplooiing van Rotterdammers, het onderhouden van sociale contacten en het toenemen van eigenwaarde, gezondheid en zelfstandigheid.

Mensen die via werk vooruit willen komen in hun leven, maar daar net even wat meer hulp bij nodig hebben, ondersteunt de gemeente met arbeidsontwikkeling en re-integratie. Tegelijkertijd stimuleren we hen om zoveel als mogelijk zelfstandig stappen te zetten. De rol van de gemeente verandert van een controlerende naar een participerende rol, met meer aandacht voor de mens achter de werkzoekende. Iedere Rotterdammer heeft recht op eerlijk en vriendelijk contact. We zetten daarom vol in op het verbeteren van de bejegening en dienstverlening aan Rotterdammers. Dit vraagt ook iets van onze organisatie. Het hebben van een uitkering is niet vrijblijvend: wie een uitkering ontvangt, doet naar vermogen mee. Als betaald werk (nog) niet mogelijk is, vragen we de uitkeringsgerechtigde om een maatschappelijke inspanning te leveren door middel van mantelzorg of vrijwilligerswerk (Prestatie010).

De afgelopen jaren zijn de beschikbare middelen voor re-integratie fors verminderd. Dit betekent dat we keuzes moeten maken. De uitvoering van de Participatiewet is een onderdeel van de ontwikkelingen binnen het bredere sociale domein.

 

Inkomenszekerheid als basis
Het wegvallen van inkomen of het zetten van de eerste stappen naar werk (parttime werk) leidt bij mensen met een bijstandsuitkering al snel tot nieuwe of een toename van onzekerheden en problemen op andere leefgebieden. Door schulden wordt ook de arbeidsmarktpositie van werkzoekenden verder verzwakt. Inkomenszekerheid dient daarom als basis waarop verder gebouwd kan worden. Gedurende deze collegeperiode is om die reden focus op het verbeteren van inkomenszekerheid bij werkzoekenden. Door het bieden van de noodzakelijke zekerheid en rust, ontstaat ruimte om gerichte stappen te zetten richting mens- en arbeidsontwikkeling, waarbij werkzoekenden zoveel mogelijk zelf de regie kunnen pakken, zonder zorgen over de stabiliteit van het inkomen.

Inkomensonzekerheid kan simpelweg te maken hebben met het hebben van te weinig bestaansmiddelen. De bijstandsuitkering voorziet in een tijdelijk vangnet. Maar hiermee eindigt de onzekerheid voor te veel Rotterdammers nog niet. Onvoorspelbare inkomsten en complexiteit van regels en processen kunnen ook leiden tot inkomensonzekerheid. Onzekerheid leidt tot (meer) stress, in combinatie met een doelgroep die vaak toch al moeite heeft om overzicht te houden. Daarom is er in het kader van inkomenszekerheid ook aandacht voor overzicht en rust op het gebied van financiën.

 

Passende en excellente dienstverlening
De komende jaren willen we de dienstverlening aan de Rotterdammer verder verbeteren. Meer dan ooit staat de Rotterdammer centraal. Dit heeft gevolgen voor de structuur van de dienstverlening, maar ook voor de bejegening richting werkzoekenden. 

We zien dat in de afgelopen jaren onze dienstverlening steeds specifieker en doelgerichter is geworden met specialisten voor verschillende typen dienstverlening en verschillende doelgroepen. Hierdoor is de dienstverlening en vooral de manier waarop de Rotterdammer deze ervaart versnipperd geraakt. In de loop van de tijd kan een Rotterdammer in de bijstand zo maar contact hebben met tien professionals die elk vanuit hun eigen opdracht werken aan de re-integratie van de werkzoekende. Ze kunnen goed aan de slag gaan, maar ook vanuit hun eigen opdracht verschillende boodschappen afgeven. Het komt soms voor dat meer dan één keer dezelfde informatie aan een Rotterdammer wordt gevraagd. Om dit te verbeteren gaan we de begeleiding van werkzoekenden richting werk van begin tot einde doorlopend organiseren, door het werken met één vaste contactpersoon en een maximum aantal overdrachtsmomenten.

Een passende bejegening is essentieel in de dienstverlening die we de Rotterdammer willen bieden. Van regel- en systeem-gestuurd werken gaat de gemeente deze collegeperiode naar doel- en mensgestuurd werken. Dit betekent dat de gemeente Rotterdam in haar communicatie een nette, vriendelijke en respectvolle toon aanslaat. Hierbij krijgen professionals in de uitvoering de ruimte om degene aan de andere kant van de tafel te leren kennen, te zien welke problematiek er heerst, te achterhalen wat iemand kan en wil en wat ervoor nodig is om dit te realiseren.

 

Integrale aanpak
De aanpak van de gemeente richting werk, moet integraal worden vormgegeven om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de Rotterdammer. We weten dat van de Rotterdammers in de bijstand bij ruim 5.500 mensen sprake is van vastgestelde psychische belemmeringen en bij ruim 6.700 mensen van fysieke belemmeringen. Dit kan niet los worden gezien van een inkomensvraag. En hoewel een groot deel van de mensen in de bijstand voldoet aan de wettelijke eisen van de taaleis, is daarmee niet gezegd dat deze groep het Nederlands ook voldoende beheerst. Ook heeft ca. 40 % van de Rotterdammers in de bijstand met problematische schulden te maken, en maken duizenden Rotterdammers in de bijstand gebruik van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) of is jeugdhulp actief binnen het gezin. Als dienstverlening wordt geboden op deze terreinen, moet die integraal en laagdrempelig worden vormgegeven om de aanpak re-integratie naar werk te versterken, en vice versa.