Onderwijsbeleid en leerlingzaken

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs.

Het stimuleren van een passend, toegankelijk, gedifferentieerd en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod in de hele stad.

Voldoende goede leraren, pedagogisch medewerkers, schoolleiders en instructeurs.

Het verminderen van schooluitval.

Met het programma Gelijke kansen voor elk talent investeren we in kansengelijkheid in het Rotterdamse onderwijs, zodat alle Rotterdamse kinderen het beste uit zichzelf kunnen halen. Hoe hard dit nodig is werd in tijden van corona nog duidelijker. Leerlingen kregen op afstand les vanuit huis en niet alle ouders waren in staat of in de gelegenheid om kinderen hierbij te begeleiden. Om de gevolgen van corona voor Rotterdamse kinderen en het onderwijs te verzachten:

  • Heeft het Gezamenlijk Regieteam Corona Kinderopvang, Peuteropvang & onderwijs gezorgd voor de inventarisatie en noodopvang van bijna 5.000 kinderen van ouders met een vitaal beroep en 1.200 kwetsbare kinderen.
  • Inventariseerden we kwetsbare jongeren in het mbo.
  • Zijn ongeveer 4.000 laptops en 400 wifi-hotspots geschonken aan het Rotterdamse onderwijs en uitgeleend aan kinderen die dat nodig hadden voor online-onderwijs.
  • Ondersteunen we sinds oktober 2020 de mbo- en ho-instellingen bij het terugdringen van het stagetekort en het realiseren van extra ruimtes en studieplekken.
  • Organiseerden de gemeente Rotterdam en de Stichting Campus010 in de zomer van 2020 samen met stedelijke partners en wijkpartners op het gebied van sport, cultuur en educatie de Zomercampus010.

Ondanks de activiteiten als gevolg van corona werd daarnaast gewerkt aan de uitvoering van Gelijke kansen voor elk talent. We richtten ons in 2020 op het verkleinen van de kwaliteitsverschillen tussen scholen, een sterk, gevarieerd en aantrekkelijk aanbod aan scholen in de buurt, de aanpak van het lerarentekort en een succesvolle overgang tussen verschillende onderwijssoorten. We werkten daarnaast aan passende zorg en ondersteuning voor leerlingen, een Rotterdamse werkwijze democratisch burgerschap, de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt, talentontwikkeling en veiligheid binnen het onderwijs.

 

Overgangsmomenten in het onderwijs
De overgangen in het onderwijs zijn cruciale momenten voor de schoolcarrières van leerlingen. Uit onderzoek blijkt dat de overgangsmomenten in het Nederlands onderwijssysteem de kansenongelijkheid vergroten. Het actieplan ‘Overgangen in het Rotterdams onderwijs’ is in uitvoering met als doel om de overgangsmomenten in het onderwijs te verbeteren en kinderen in hun schoolloopbaan meer kansen te bieden. Onderstaand de voortgang per overgangsmoment:

  • Overgang vve-po
    Om de kwaliteit van de doorgaande leerlijn te verbeteren heeft de gemeente met alle voor- en vroegschoolse (vve) partners afspraken geformuleerd voor het verbeteren van de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool en het versterken van de vroegschool (groep 1 en 2)
  • Overgang po-vo
    Bij de overgang van het basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is een schooladvies van belang voor de verdere schoolloopbaan van een kind. Met alle Rotterdamse vo-besturen maakten we afspraken over goede opstroom- en doorstroommogelijkheden voor alle kinderen. Er wordt o.a. ingezet op een programmatische aansluiting tussen de verschillende onderwijsniveaus om zo doorlopende leerroutes te realiseren. Ook worden dezelfde overgangsnormen door alle scholen gehanteerd zodat leerlingen gemakkelijker kunnen doorstromen.
  • Overgang vo-mbo-ho
    De Rotterdamse vo- en mbo-besturen hebben in 2020 het convenant ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-mbo’ afgesloten. Hierin maakten ze afspraken over succesvolle en kansrijke (school)loopbanen voor vmbo-en havo-leerlingen in het mbo.

 

Kwaliteit en toegankelijkheid
Om de kwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs te verbeteren hebben we samen met het onderwijsveld ingezet op onderstaande sporen:

  • Voor het verbeteren van de schoolprestaties en het verkleinen van de schoolverschillen worden jaarlijks afspraken gemaakt met scholen. De hiervoor verstrekte subsidies zijn o.a. ingezet op het gebied van taal en rekenen, mentorprogramma’s en huiswerkbegeleiding. Uit inspectiegegevens blijkt dat in 2020 vijf scholen in het basisonderwijs en twee afdelingen van een school in het voorgezet onderwijs als ‘onvoldoende’ zijn beoordeeld in Rotterdam, een lichte stijging t.o.v. het voorgaand jaar. De stijging lijkt mede veroorzaakt door het vernieuwde en aangescherpte toezichtkader van de inspectie. Goed nieuws is dat het aantal scholen met het oordeel ‘Goed’ zowel in het primair als in het voorgezet onderwijs is gestegen. Uiteraard bestaan er zorgen over het mogelijke effect van de coronacrisis op de onderwijsprestaties van leerlingen. Ter ondersteuning bij het wegwerken van de achterstanden als gevolg van de coronacrisis, heeft de gemeente scholen de ruimte gegeven om hun subsidie hiervoor in te zetten.
  • Om het bereik van de voorschool te vergroten is de subsidieregeling ‘Voorschoolse Educatie 2020’ aangevuld met de indicatie Gelijke Kansen. Met deze indicatie hoeven ouders met schuldproblemen geen ouderbijdrage te betalen voor de voorschool. Hun peuter kan gratis naar de voorschool. De regeling is bij deze gezinnen onder de aandacht gebracht via medewerkers schuldsanering, schuldhulpverlening en bijstandsuitkeringen. In 2020 maakten 74 peuters gebruik van deze nieuwe indicatie Gelijke Kansen. Voor peuters met een doelgroep indicatie die nog niet zijn bereikt is een gerichte informatiecampagne gestart. In 2020 is ook onderzoek gedaan naar kinderen die opgroeien in gezinnen met armoede. Juist deze peuters hebben veel baat bij deelname aan de voorschoolse educatie. Het onderzoek geeft inzicht in waar de doelgroep, peuters die opgroeien in gezinnen in armoede, te vinden is, hoe zij het beste bereikt en aangesproken kunnen worden en via welke communicatiekanalen.

 

Aansluiting onderwijs en jeugdhulp

  • Samen met samenwerkingsverbanden Primair Passend Onderwijs Rotterdam (PPO) en het samenwerkingsverband Koers VO is een actieplan gemaakt voor (hoog)begaafde leerlingen. PPO is gestart met een extra groep voor hoogbegaafde kinderen met leer- en/of gedragsproblemen in het primair onderwijs en het Koers VO met lesplekken op twee scholen voor voortgezet onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft maatregelen getroffen voor het eerder signaleren van begaafdheid, scholing van leerkrachten en kennisdeling over begaafdheid.
  • Vooruitlopend op landelijke ontwikkelingen heeft Rotterdam het leerrecht van elk kind centraal gezet. Ook voor kinderen met een leerplichtontheffing op basis van fysieke of psychische gronden. Er is een toename van het aantal vrijstellingen van onderwijs te zien. Maatregelen hierop worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Er is o.a. een tussentijdse rapportage gemaakt over de leerrechtpilots en er is een nieuwe leerrechtpilot voor het vo in voorbereiding. 

 

Leraren
De gemeente en schoolbesturen hebben het lerarentekort hoog op de landelijke agenda gekregen. De aanpak leraren is geïntensiveerd mede door de extra rijksmiddelen voor besturen via het Rotterdamse noodplan Slim organiseren en het plan Zij-instroom. Met de Rotterdamse aanpak leraren richten we ons op het tegengaan van het lerarentekort en de tekorten in de kinderopvang.

  • Vergroten instroom
    Het aantal zijinstromers in het primair onderwijs is in 2020 snel gegroeid, ondanks de coronacrisis. In schooljaar 2019-2020 waren al 180 zij-instromers werkzaam bij Rotterdamse schoolbesturen. In september 2020 zijn nog eens 53 zij-instromers gestart. Daarnaast is het project ‘Leraarvanbuiten.nl’ gestart voor zij-instroom in het vo en mbo. Het project heeft matches opgeleverd van docenten die per schooljaar 2020-2021 al zijn gestart. De groei van de pabo opleiding komt mede door het project talentscouting, waarbij leerlingen in het voortgezet onderwijs heel gericht geïnformeerd worden over het leraarschap.
     
  • Beperken uitstroom en professionaliseren en binden aan de stad
    Alle vo-besturen en de grote mbo-instellingen zijn aangesloten bij de Opleidingsschool Rotterdam en het aantal opleidingsplaatsen is uitgebreid van 300 naar bijna 500 plaatsen. Binnen de opleidingsschool werken lerarenopleidingen en scholen nauw samen om aankomend leraren voor te bereiden op de onderwijspraktijk. De verstrekte subsidies van de gemeente zijn ingezet op extra begeleiding van startende leraren en stagiares en het verminderen van de ervaren werkdruk. Leraren kunnen daarnaast gebruik maken van de Lerarenbeurs en de Rotterdampas. Ook kunnen leraren sinds 2020 in urgente gevallen voorrang krijgen op de huizenmarkt.
     
  • Anders organiseren en opleiden
    We zetten in op onderwijs anders en duurzaam organiseren en stimuleren nieuwe vormen van opleiden. Zo zijn we in 2020 gestart met de ‘brede route’, een opleiding waar studenten van verschillende disciplines, zoals onderwijs en zorg en welzijn, gezamenlijk stagelopen. Ook startte de opleiding Level up, een nieuwe modulaire opleidingsvorm binnen de pabo. Verder is, mede door corona, veel ervaring opgedaan met digitaal lesgeven op afstand wat een onderdeel kan zijn van het anders organiseren van het onderwijs en op termijn een bijdrage kan leveren aan oplossingen voor het lerarentekort. 

 

Burgerschap
Voor de zomer (2020) hebben alle onderwijssectoren, van voorschool tot en met hoger onderwijs, in Rotterdam gezamenlijk, ondanks de coronacrisis, een manifest opgesteld. In lijn met het manifest werken we samen met het scholenveld aan een veilige oefenplaats voor burgerschap. Dit maakt dat het Rotterdamse onderwijs beter kan omgaan met actualiteiten die leven onder jongeren. Dat is de bedoeling van het manifest: lastige onderwerpen bespreekbaar maken op een manier die past bij de leerlingen en het karakter van de school. Het belangrijkste is dat alle scholen lastige onderwerpen in de klas kunnen bespreken en hun docenten steunen in deze soms moeilijke opgave. Het uitgangspunt is dat school een veilige oefenplaats moet zijn.

De gemeente ondersteunt scholen onder andere door middel van subsidie voor deskundigheidsbevordering en het ontplooien van goede initiatieven op het gebied van burgerschap. Ook faciliteert de gemeente bij ontmoetingen tussen professionals maar ook tussen groepen leerlingen. Daarnaast ondersteunt de gemeente burgerschapsnetwerken en het delen van goede voorbeelden.

 

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Om loopbaanoriëntatie en -begeleiding (lob) te versterken in het onderwijs is subsidie verstrekt aan scholen die extra investeren in de doorontwikkeling van lob. Ook heeft de gemeente in samenwerking met docenten een online tool ontwikkeld om jongeren meer inzicht te geven in de leerroutes naar kansrijke arbeidsmarktsectoren. Hierbij is specifieke aandacht besteed aan de sectoren techniek en IT.

Door corona blijft het voor veel mbo-studenten lastig om een geschikte stageplek of leerbaan te vinden. Dit heeft mogelijk gevolgen voor het aantal studenten dat een bbl-opleiding volgt. In samenwerking met mbo-instellingen en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven is in 2020 een actieplan ontwikkeld om de stage- en leerbaanproblematiek aan te pakken. Hierin pakt de gemeente, als erkend leerbedrijf, ook haar verantwoordelijkheid door bij te dragen aan het bieden van (extra) stages en leerbanen.

Naast de specifieke inzet voor de stageproblematiek heeft de gemeente breder ingezet op loopbaanoriëntatie en begeleiding (lob):

  • Via het Leerwerkloket wordt met de mbo-instellingen het benutten van de beroepsbegeleide leerweg (bbl) gestimuleerd. De bbl-infomarkt van februari 2020 was met ruim 1.100 bezoekers en 100 bedrijven en opleiders zeer succesvol.
  • De gemeente ondersteunt de verdere ontwikkeling van de IT Campus.
  • In 2020 zijn in de extra uren van de dagprogrammering en in Zomercampus010 lessen in digitale geletterdheid aangeboden. Ook worden er buitenschoolse programmeerlessen aangeboden. Daarnaast is een innovatietraject gestart, waarbij schoolleiders van 16 scholen (po en vo) werken aan digitalisering.
  • De gemeente heeft het Rotterdams Scholingsfonds opgericht, waardoor recent gediplomeerde jongeren zich kosteloos met een scholingsvoucher kunnen om- of bijscholen in kansrijke sectoren.
  • Met de Rotterdamse Leerwerkakkoorden (LWA) werken we, samen met het onderwijs en bedrijfsleven, aan een toekomstbestendige en inclusieve arbeidsmarkt in de regio Rotterdam-Rijnmond. In 2020 zijn de flexibele leerroutes tussen mbo en arbeidsmarkt uitgebreid en zijn LWA voor de bouw, circulair, transport & logistiek en horeca & toerisme ondertekend.

 

Talentontwikkeling
Om talenten beter te benutten werken we, in het kader van NPRZ en de regiodeal met het Rijk, samen met de onderwijsinstellingen en andere partners aan 10 uur Dagprogrammering. In deze uren bieden we extra activiteiten op het gebied van taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, loopbaanoriëntatie, sport, kunst, cultuur en natuur aan. Vanaf het schooljaar 2020-2021 geven alle 30 po scholen binnen de Children’s Zone invulling aan 10 uur Dagprogrammering. Er zijn inmiddels ook scholen buiten de Children’s Zone gestart met Dagprogrammering. Daarnaast is er een nieuwe pilot voorbereid voor uitvoering van Dagprogrammering in het voortgezet onderwijs. Tijdens de corona schoolsluiting heeft uiteraard ook de dagprogrammering grotendeels stilgelegen.


Veiligheid
Op verzoek van de gemeenteraad is in samenspraak met het onderwijsveld een actieplan Veiligheid in en om het onderwijs opgesteld. Het actieplan beoogt de sociale veiligheid in het voortgezet onderwijs en mbo te verstevigen. Verschillende maatregelen uit het actieplan zijn in werking getreden zoals:

  • Een samenwerking is gestart tussen het onderwijs en het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond: zodra een jongere betrokken is geweest bij een steekincident wordt de school nu geïnformeerd en uitgenodigd voor een maatgerichte aanpak.
  • Het orthopedagogisch-didactisch centrum (OPDC) is namens alle Rotterdamse vo-schoolbesturen gestart met het verstevigen van de expertise op het terrein van veiligheid. Scholen en leerlingen krijgen op basis van onderzoek extra handvatten om (nieuw) grensoverschrijdend gedrag te voorkomen.
  • Op tien vo- en mbo-locaties is een veiligheidsschouw op de locaties uitgevoerd. Aan de hand van die schouwen is per locatie een maatwerkplan gemaakt om de sociale veiligheid te vergroten.
  • Daarnaast is er een gezamenlijk subsidie toegekend aan het voortgezet onderwijs en het mbo die beoogt de sociale veiligheid te verstevigen en ondermijning onder jongeren tegen te gaan.

 

Voortijdig schoolverlaters (vsv)
Met het regionale vsv-programma Rijnmond 2020-2024 werken de scholen en de gemeenten nauw samen aan het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. Daarbinnen is de nieuwe aanpak voortijdig schoolverlaters (vsv) in uitvoering. Bij de aanpak worden de leerlingen van pro en vso scholen gemonitord. Jongeren die het vmbo verlaten worden nauwlettend gevolgd in hun overstap naar een vervolgopleiding. Hierbij is extra aandacht voor kwetsbare jongeren.

Daarnaast wordt de leerplichtwet uitgevoerd. Met de regiopartners bewaken we het gebruik van het regionale verzuimprotocol mbo. Tijdens de corona lockdown is nauw samengewerkt met scholen en andere partnerorganisaties om het contact te herstellen met onbereikbaar gemelde scholieren en mbo-studenten.

 

Leerlingenvervoer
In het leerlingenvervoer is de afgelopen jaren een groei geconstateerd. Er is een toename van het aantal afgegeven indicaties en stijging van duurdere vormen van vervoer. Zowel het aantal leerlingen in Rotterdam is gestegen als het aandeel leerlingen dat gebruik maakt van leerlingenvervoer is gestegen. Er zijn maatregelen genomen om de (budgettaire) groei terug te dringen en de zelfredzaamheid van leerlingen te bevorderen. Er is ingezet op een professionalisering en verbetering van de beoordeling van de aanvragen. De sterke groei van het aantal indicaties leerlingenvervoer lijkt hiermee gestopt.

Er is onderzocht op welke wijze leerlingen het beste geholpen kunnen worden op weg naar zelfredzaamheid. De opbrengsten van dit onderzoek worden in de eerste helft van 2021 omgezet in concrete acties om de zelfredzaamheid van leerlingen in het vervoer verder te vergroten, en zo het aantal leerlingen dat gebruik maakt van aangepast vervoer te verminderen.

Het sluiten van de scholen vanwege Covid-19 heeft vanwege de systematiek van het contract geen gevolgen voor het budget leerlingenvervoer. Wel heeft het sluiten en vervolgens weer opstarten van het onderwijs van alle betrokkenen veel inzet gevraagd. Door gezamenlijke inspanning vanuit Trevvel en de gemeente is het gelukt het leerlingenvervoer steeds gelijk met de start van het onderwijs te laten beginnen.

 

 

Wat hebben we bereikt?

Effect indicatoren

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Prestatie indicatoren
Effectindicatoren 

2018

(2017-2018

2019

(2018-2019)

2020

(2019-2020)

2021

(2020-2021)

2022

(2021-2022)

Collegetarget 6: Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau            
Doelgroep peuters Streefwaarde 89% 89% 89% 89%  
Realisatie 80% 81%      
Referentie taal Streefwaarde 55,3% 55,8% 56,3% 56,9%  
Realisatie 58% 57,4%      
Referentie lezen Streefwaarde 62,4% 63,9% 65,4% 67,4%  
Realisatie 67% 69,7%      
Referentie rekenen Streefwaarde 35,5% 36,2% 37% 37,8%  
Realisatie 36% 42,9%      
Derde leerjaar VO Streefwaarde 78% 78% 79% 80%  
Realisatie 76,5% 76,6% 76,4%    
Beroepsbegeleidende leerweg (bbl) Streefwaarde 14% 15,5% 17% 18%  
Realisatie 14% 16% 18%    
Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs- en/of zorg Streefwaarde N.v.t. 110

55

28 14
Realisatie N.v.t. 280 289    
NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets Streefwaarde - - - - 531,9
Realisatie N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.  
Prestatie-indicatoren 201820192020202120222023
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding po en vo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100%      
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding mbo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100%      
Alle Rotterdamse vsv-ers zijn in beeld en we werken met hen aan een passende vervolgstap. Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100%      

Toelichting indicatoren

Kijkend naar de collegetargets zien we dat we goed op koers zijn als het gaat om de stijging van het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen dat het streefniveau op taal, lezen en rekenen bereikt. Ook het aantal Rotterdammers dat de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgt aan een Rotterdamse mbo-opleiding stijgt boven verwachting. Wel zien we dat het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs dat op het niveau van het advies van de basisschool zit of op een niveau hoger zit nog niet gelijk is aan het ambitieniveau van het college. Dat geldt ook voor het bereik van driejarige doelgroeppeuters met het aanbod ‘spelen en leren’. We blijven de komende jaren inzetten op verbetering van het bereik.

De verwachting is dat we volgend jaar de gevolgen van corona voor Rotterdamse kinderen en jongeren terug gaan zien in de cijfers van de collegetargets en beleidsindicatoren. In welke mate is nu nog onzeker, maar samen met het onderwijsveld blijven we inzetten op gelijke kansen en proberen we de negatieve gevolgen van corona zoveel mogelijk te beperken.

Onderstaand de voortgang op de collegetargets:

Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau
Hieronder vallen vier meetbare subtargets voor de verschillende sectoren van de onderwijsportefeuille:

 

1. Het percentage 3-jarige doelgroeppeuters dat gebruik maakt van het extra aanbod ‘spelen en leren’ blijft minimaal gelijk. 
Het extra aanbod spelen en leren is het wettelijk verplichte aanbod voorschoolse educatie aan peuters met het risico op een taalachterstand (zogenaamde doelgroeppeuters). Bij de lancering van ‘Gelijke kansen voor elk talent’ gaven we aan dat het een hele uitdaging zou worden om 89% van de driejarige doelgroeppeuters te bereiken, vanwege het personeelstekort in de kinderopvang, nieuwe wettelijke eisen, een veranderde doelgroepdefinitie en een toename van het aantal driejarige peuters. Dat blijkt ook zo te zijn: in 2019 bereikten we 81% van alle driejarige doelgroeppeuters in Rotterdam, 1% meer dan in 2018. De verwachting is dat door corona het bereik afneemt, maar het is nog niet te zeggen hoeveel. Daarom zetten we met een van de collegesprints in op vergroten van het bereik van doelgroeppeuters.

 

2. Het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen op het streefniveau van de referentieniveaus stijgt in 2021 naar het landelijk gemiddelde van 2017. 
De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor taal, rekenen en lezen. In schooljaar 2018-2019 stijgen de scores op de referentieniveaus lezen en rekenen ten opzichte van 2017-2018. Bij taal zien we in deze periode een lichte daling. Wel bevinden de referentieniveaus taal en lezen zich boven het jaarlijkse ambitieniveau van dit college en liggen ze stevig op koers voor de collegetargets. De niveaus 1S en 2F bij rekenen zijn vanaf schooljaar 2018-2019 samengenomen in de DUO-data. Dit betekent dat we geen goede vergelijking meer kunnen maken met de collegemijlpalen die gebaseerd zijn op niveau 1S.

 

3. Het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het vo dat zit op het niveau van het advies van de basisschool of hoger stijgt van 77% in 2017 naar 80% in 2021.
Rotterdamse leerlingen presteren iets onder het ambitieniveau. 76,4% van de Rotterdamse leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs zit op of boven het door de bassischool geadviseerde niveau. Wat verder opvalt is dat de Rotterdamse leerlingen nauwelijks afwijken van leerlingen in de andere grote steden en Nederland. We zien dat steeds meer kinderen in het derde leerjaar op het geadviseerde niveau onderwijs krijgen. Dat kan erop wijzen dat meer kinderen passend advies krijgen van de basisschool en dat het voortgezet onderwijs erin slaagt om leerlingen te houden op het geadviseerde niveau.

 

4. Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt.
De bbl in het mbo is een opmaat naar werk en een goede doorstroom naar werk en levert een bijdrage aan de economie. Het is een vorm van een leven lang ontwikkelen. In 2019-2020 is het percentage mbo-studenten dat de bbl volgt, toegenomen van 16% in 2018-2019 naar 18%. Daarmee is het aandeel bbl’ers groter dan de collegemijlpaal van 15,5% in 2019 en vergelijkbaar met het percentage in de vier grote steden.

 

Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuis zit zonder passend aanbod van onderwijs- en /of zorg
Het aantal thuiszitters neemt net als in de rest van Nederland nog steeds toe. Deze toename komt met name door het steeds beter in beeld brengen van ongeoorloofd maar ook geoorloofd langdurige thuiszitters en door de complexiteit van de casussen. Tijdige aandacht voor de specifieke situatie van iedere leerling is dan ook van het allergrootste belang.

In het schooljaar 2019-2020 waren er 289 leerlingen langer dan drie maanden thuis zonder een aanbod van onderwijs en/of zorg. Goed nieuws is dat het oplossingspercentage (op het totaal aantal thuiszitters) is gestegen van 85% in 2018-2019 naar 90% in 2019-2020.

Om het aantal thuiszitters te verminderen en de duur van thuiszitten te verkorten, wordt de Taskforce Thuiszitters ingezet. De Taskforce werkt als een doorbraakteam door korte lijnen, heldere communicatie en een doortastende aanpak waar jeugdigen met hun ouders centraal staan. De Taskforce is verlengd tot 2024 en de aanpak is het afgelopen jaar verder aangescherpt.

 

NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets
Het hoofddoel van de pijler school van het NPRZ is hogere onderwijsresultaten. Op dit moment houden we vast aan de cito-eindtoets als indicator, maar de wens is om over stappen naar betere indicatoren. Steeds minder scholen maken gebruik van de cito eindtoets en daarom wordt er geleidelijk overgestapt op andere indicatoren. Voorlopig is echter het vastgestelde doel om de gemiddelde score op de Centrale Eindtoets te verhogen naar 531,9 (was 530,8 in schooljaar 15-16).

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten Onderwijsbeleid en leerlingzakenOorspr.
Begroting
2020
Bijgestelde Begroting
2020
Realisatie
2020
Afwijking
Baten exclusief reserves58.89466.15265.072-1.081

Bijdragen rijk en medeoverheden 58.490 65.456 64.618 -838
Overige opbrengsten derden 404 697 454 -243
Overige baten 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves134.703135.313132.043-3.270

Apparaatslasten 13.222 13.144 12.626 -518
Inhuur 109 431 545 113
Overige apparaatslasten 335 270 238 -32
Personeel 12.777 12.442 11.843 -600
Intern resultaat 10.116 10.184 10.006 -178
Intern resultaat 10.116 10.184 10.006 -178
Programmalasten 111.365 111.986 109.412 -2.574
Financieringslasten 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 11.711 7.613 6.559 -1.054
Kapitaallasten 0 0 0 0
Overige programmalasten 0 0 1 1
Sociale uitkeringen 11.658 12.304 12.816 512
Subsidies en inkomensoverdrachten 87.995 92.069 90.037 -2.032
Saldo voor vpb en reserveringen -75.808 -69.161 -66.972 2.189
Saldo voor reserveringen -75.808 -69.161 -66.972 2.189
Reserves1.5701.8281.765-63

Onttrekking reserves 9.820 1.763 1.700 -63
Toevoeging reserves 8.250 0 0 0
Vrijval reserves 0 65 65 0
Saldo -74.238 -67.333 -65.207 2.126

Overzicht afwijkingen

Overzicht afwijkingenAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1. Convenant ID-dossier
onderwijs
0 -2.265 0 2.265
2. Zomercampus 0 885 0 -885
3. Leerlingenvervoer 0 494 0 -494
4. Bridge -108 -302 0 194
5. Cultuurcampus -246 -246 0 0
6. Voor- en vroegschoolse educatie -977 -975 0 -2
7. Voortijdig schoolverlaten 592 482 0 109
8. Zomeroffensief 0

-279

0 279
9. Diverse afwijkingen -341 -1.064 -63 660
Totaal afwijkingen -1.081 -3.270 -63 2.126

Toelichting overzicht afwijkingen

1.  Convenant ID-dossier onderwijs
Het convenant is afgesloten omdat de gemeentelijke subsidie voor het bekostigen van instroom/doorstroombanen (ID-banen) is afgebouwd. Vanaf  2017 zijn een deel deze lasten ten onrechte in de exploitatie opgenomen in plaats van op de gemeentelijke balans. In boekjaar 2020 is dit gecorrigeerd, hierdoor ontstaat er een positief saldo. Voor dit bedrag wordt er een bestemmingsreserve gevormd om de aangegane verplichtingen voor komende jaren te dekken.

 

2. Zomercampus
De zomercampus is opgericht om leerachterstanden in te halen, hogere onderwijsresultaten te behalen en daarmee kansengelijkheid in het onderwijs gerealiseerd wordt. Het saldo betreft het bedrag waarvoor geen dekking is gevonden in 2020.

 

3. Leerlingenvervoer
De kosten van het leerlingenvervoer zijn de afgelopen jaren gestegen door een toename van het aantal afgegeven indicaties en stijging van duurdere vormen van vervoer. Daarmee is er een structureel tekort op het leerlingenvervoer. In 2020 is na onderhandeling met de vervoerder, als gevolg van een lager aantal ritten door Corona, een éénmalig voordeel van € 500 behaald. Hiermee komt het tekort in 2020 op leerlingenvervoer op € 500.

 

4. Bridge
Met het project BRIDGE wordt de positie van jongeren van Zuid op arbeidsmarkt versterkt door hen vanaf de basisschool tot aan het MBO een uitgebreid loopbaan oriëntatie en begeleidingsprogramma (lob) te bieden. Vanwege corona hebben er dit jaar minder begeleidingstrajecten plaatsgevonden.

 

5. Cultuurcampus
De voorbereidingskosten voor de cultuurcampus vallen lager uit dan verwacht, met als gevolg dat er ook minder Regiodeal middelen zijn ingezet.

 

6. Voor- en vroegschoolse educatie
Het onderwijsbeleid kent de rijksuitkering onderwijsachterstandenbeleid. Het grootste deel van de middelen wordt ingezet voor de voor- en vroegschoolse educatie. De lagere lasten worden voornamelijk veroorzaakt door:

  • Minder vve-groepen
  • De wettelijke uitbreiding van het aanbod van 12 naar 16 uur vve per week is voor een deel van de groepen pas in augustus gerealiseerd.
  • De ouderbijdragen van de voor- en vroegschoolse educatie zijn hoger uitgevallen dan verwacht.

Het niet-bestede deel van de specifieke uitkering over een bepaald jaar mag doorgeschoven worden naar een volgend jaar binnen dat tijdvak. Dit verklaart grotendeels de lagere realisatie van baten en lasten.

 

7. Voortijdig schoolverlaten
Eind 2020 zijn er extra pilots gedaan om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. De lasten zijn hierdoor hoger dan begroot, welke zijn gedekt vanuit reeds beschikbare rijksmiddelen.

 

8. Zomeroffensief
Het 'Zomeroffensief' is bedoeld om jongeren actief te benaderen en over te halen zich alsnog in te schrijven voor een opleiding, zolang ze geen diploma hebben dat bruikbaar is op de arbeidsmarkt. Vanwege corona zijn er dit jaar geen acties ondernomen.

 

9. Diverse afwijkingen
Dit is het saldo van diverse over- en onderbestedingen.

 

Omschrijving taakveld

Binnen het taakveld Onderwijsbeleid en Leerlingzaken voert de gemeente wettelijke taken uit, zoals leerlingenvervoer, voor- en vroegschoolse educatie (vve), voortijdig schoolverlaten (vsv) en onderwijs aan kinderen van statushouders en asielzoekers. Daarnaast ontwikkelt de gemeente stedelijk beleid – waarvoor ze zowel gemeentelijke als rijksmiddelen inzet - ter verbetering van onderwijsresultaten, kansengelijkheid in het onderwijs, talentontwikkeling, burgerschap, vermindering van het lerarentekort, passend onderwijs en vermindering van schooluitval. Ook voert de gemeente stedelijk beleid uit voor schoolzwemmen.