Investeringen

In deze paragraaf wordt een overzicht van de gevoteerde investeringskredieten gepresenteerd. De raad geeft met het voteren van kredieten het college toestemming meerjarige investeringsuitgaven te doen en/of verplichtingen aan te gaan. Het college bewaakt de voortgang afsluiting van het gevoteerde krediet.

Beleid

Rotterdam groeit, verandert en veroudert. Om hierop in te spelen moet de gemeente investeren. Dit klemt des te meer, nu als gevolg van de uitbraak van het corona virus de economische bedrijvigheid is afgenomen en de werkloosheid sterk dreigt op te lopen. Door als overheid te blijven investeren, kunnen de economische neergang en de sociale problemen die dat onvermijdelijk met zich meebrengen worden beperkt. Door te investeren op een wijze die past bij de grote maatschappelijke opgaven van onze tijd, werken we doelbewust toe naar een meer duurzaam Rotterdam, waarin het fijn wonen en werken is.

Om te kunnen investeren, moet de gemeente over investerend vermogen beschikken (zie ook bijgaande oplegger waarin het investeringsbeleid van Rotterdam is toegelicht).

 

Het beleid is erop gericht om dit investerend vermogen te borgen. Er worden drie investeringsruimten onderscheiden:

  1. De investeringsruimte voor vervanging, renovatie of restauratie van de gemeentelijke bezittingen;
  2. De reguliere investeringsruimte voor nieuwe investeringen, die leiden tot nieuwe bezittingen;
  3. Extra investeringsruimte voor nieuwe investeringen, die is ontstaan wegens de verkoop van Eneco.

 

Met verstandig investeringsbeleid willen we zeker stellen dat deze investeringsruimten nu en in de toekomst voldoende omvang hebben, passend bij de verwachte groei van de stad, de maatschappelijke opgaven waarvoor de stad staat en bij het huidige voorzieningenniveau. Daarnaast willen we bevorderen dat de schaarse investeringsruimten weloverwogen en transparant wordt ingezet.

De gemeente Rotterdam staat er gelukkig niet alleen voor. We trekken samen op met inwoners, ondernemers, woningcorporaties, waterschappen, de provincie Zuid-Holland, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), het Rijk, de Europese Unie en ander partijen. Daarbij geldt: hoe meer investerend vermogen van andere partijen wordt aangetrokken, hoe beter dat is voor Rotterdam en voor de Rotterdammers. Het eigen investerend vermogen fungeert daarbij als hefboom voor het aantrekken van extern investerend vermogen.

 

In de Beleidsnota Investeringen Rotterdam 2020 is aangegeven hoe we dit beleid vormgeven.

Lopende investeringen

Dit overzicht bevat per programma de lopende investeringskredieten. De lopende investeringskredieten zijn door de gemeenteraad goedgekeurd (gevoteerd) en worden niet afgesloten met deze jaarrekening omdat ze nog niet (volledig) zijn gerealiseerd. 

In onderstaande tabel is per krediet een beschrijving en een overzicht met detailinformatie opgenomen. De detailinformatie bevat de gerealiseerde uitgaven, de reeds ontvangen bijdragen van derden en de netto investering, oftewel het eigen geld dat de gemeente reeds aan de investering heeft uitgegeven. Indien sprake is van een verschil groter dan of gelijk aan € 500 tussen de raming 2020 en de realisatie 2020, of als het krediet is overschreden, dan is een verantwoording opgenomen.

Afgesloten investeringen

Uit onderstaande tabel blijkt welke investeringen thans worden gedaan. De kredieten voor deze investeringen zijn al verleend (gevoteerd). In sommige gevallen is echter een bijstelling van het krediet nodig. Dit is te herkennen aan het bedrag dat is opgenomen in de kolom 'Bijstelling krediet'. Dit kan gaan om zowel een verhoging als een verlaging van het benodigde krediet. Voor de jaren 2020-2024 zijn de investeringsramingen weergegeven. Dit is het verwachte verloop van de uitgaven.

Iedere investering is kort omschreven. Voor meer inzicht kan een overzicht met detailinformatie worden geraadpleegd. Dit overzicht geeft inzicht in de eventuele bijdragen van derden, het netto-investeringsbedrag dat voor rekening van de gemeente komt en de jaarlijkse kapitaallasten die uit de investering zullen voortvloeien vanaf het moment dat de investering in gebruik wordt genomen. Soms is een investering reeds deels in gebruik genomen. Als hier sprake van is, hebben de getoonde kapitaallasten alleen betrekking op het nog niet in gebruik genomen deel.