Ruimtelijke ordening - Ontwikkeling

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Ontwikkelen van een integrale omgevingsvisie en strategie voor de ontwikkeling en groei van de stad.

Zorgen voor de implementatie van de Omgevingswet.

Zorgen voor actuele, flexibele en toekomstgerichte juridische kaders voor de ontwikkeling van de stad.

De gemeente ligt op schema om de Omgevingswet goed te implementeren. Op 20 mei jl. is de datum inwerkingtreding met een jaar verschoven naar 1 januari 2022. Deze datum geeft voldoende ruimte om het wetgevingsproces af te ronden, om het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) op te leveren, de regelgeving goed te implementeren en ermee te oefenen.

Naar aanleiding van het uitstel is nooit gas teruggenomen als het gaat om het ontwikkelen van de instrumenten. Ook wordt al nagedacht over de borging van de processen in de organisatie na 1-1-2022. De organisatie moet dan gesteld staan met en om binnen de kaders van de Omgevingswet te werken, evenals de samenwerking met partners van de gemeente zoals de DCMR. Voorts ligt er dan een organisatievoorstel om het Werkend Stelsel te borgen in het concern (visie, plan, programma’s, beleidsatlas) zodat aanpassingen in beleid en regelgeving kunnen worden gepast of inpasbaar zijn.  

De reden dat het college heeft gelobbyd voor uitstel van de invoeringsdatum was om de oorspronkelijke implementatietijd te kunnen behouden, die is vastgesteld in het bestuursakkoord.

Wat hebben we bereikt?

Een goede implementatie van de Omgevingswet

Een goede doorwerking van de Omgevingsvisie

Omgevingsplan Rotterdam

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Implementatie van de Omgevingswet

Omgevingsplan

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten Ruimtelijke Ordening - OntwikkelingOorspr.
Begroting
2020
Bijgestelde Begroting
2020
Realisatie
2020
Afwijking
Baten exclusief reserves4.0004.5002.237-2.263

Bijdragen rijk en medeoverheden 4.000 4.500 2.017 -2.483
Overige opbrengsten derden 0 0 220 220
Overige baten 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves11.11312.3488.191-4.157

Apparaatslasten 17.080 18.846 18.599 -248
Inhuur 1.565 3.103 3.686 583
Overige apparaatslasten 311 286 251 -34
Personeel 15.203 15.458 14.662 -797
Intern resultaat -12.704 -13.353 -13.909 -556
Intern resultaat -12.704 -13.353 -13.909 -556
Programmalasten 6.737 6.855 3.501 -3.354
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 6.737 6.855 3.501 -3.354
Overige programmalasten 0 0 0 0
Saldo voor vpb en reserveringen -7.113 -7.848 -5.953 1.895
Saldo voor reserveringen -7.113 -7.848 -5.953 1.895
Reserves01591590

Onttrekking reserves 0 159 159 0
Saldo -7.113 -7.690 -5.795 1.895

Overzicht afwijkingen

Overzicht afwijkingenAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1. Programma Bestaand Rotterdams Gebied -2.483 -2.483 0 0
2. Diverse afwijkingen 220 -1.674 0 1.895
Totaal afwijkingen -2.263 -4.157 0 1.895

Toelichting overzicht afwijkingen

1. Programma Bestaand Rotterdams Gebied

Voor het programma Bestaand Rotterdams Gebied zijn er minder lasten gerealiseerd dan begroot, doordat er bij diverse projecten een vertraging is opgetreden in verband met de maatregelen rondom covid-19. De einddatum van het programma is hiermee met een jaar verlengd naar 31-12-2021. In totaal zijn er € 2,5 mln lagere lasten en lagere onttrekkingen gerealiseerd dan begroot.

 

2. Diverse afwijkingen

In 2020 zijn diverse afwijkingen gerealiseerd. De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn:

  • Apparaatslasten: in totaal € 248 lagere personele lasten;
  • Diverse voordelige projectresultaten: in totaal € 1.426 lagere lasten en € 220 hogere baten waaronder de projecten Gebieden, Bestemmingsplannen, Resilience, Omgevingswet.

In het kader van Resilience is een bestemmingsvoorstel ingediend, omdat de lasten in 2021 worden gerealiseerd en hiervoor in 2021 geen middelen beschikbaar zijn.

Omschrijving taakveld

Doel is het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rotterdam, zodat het voor alle Rotterdammers, bezoekers, ondernemingen en ondernemers fijn wonen, leven, verplaatsen, ontmoeten, werken en recreëren is vandaag, morgen en overmorgen. Goede en effectieve kaders voor de fysieke leefomgeving dragen bij aan een goede ontwikkeling van Rotterdam met het oog op de groei van de stad, rekening houdend met gewenste transities in de stad. Hierbij hoort ook het doordenken van de mogelijk structurele effecten van de coronacrisis, zoals verandering in woonvoorkeuren, ander vormen van werken, andere mobiliteitspatronen etc.

De stad zal de komende jaren verder groeien en te maken krijgen met grote transities. Richting het einde van de collegeperiode zal het aantal inwoners snel gaan toenemen, we zullen vele woningen en daarbij behorende infrastructuren moeten bouwen. Tegelijk zullen we ons hele energiesysteem op de schop moeten nemen, materiaalstromen in de stad circulair gaan maken, de stad verder uitrusten voor de veranderingen in de digitale wereld, de stad toerusten voor wateroverlast en hittestress en de mobiliteitsstromen naar OV en fiets moeten kanaliseren. Deze groei en verandering van de stad betekent een grote ruimtelijke opgave, waarbij de bouw van nieuwe woningen gepaard zal moeten gaan met de bouw van (maatschappelijke) voorzieningen, kwalitatief hoogwaardig groen, genoeg plek voor energieopwekking, -opslag en -transport, een goede bereikbaarheid en voldoende werkgelegenheid. We anticiperen daarbij op ontwikkelingen op het gebied van klimaat, bevolkingssamenstelling en economische vernieuwing. Dit vraagt een ruimtelijke visie en ruimtelijke kaders, waarmee de gemeente richting geeft aan de ontwikkeling van een duurzame stad waarin het prettig wonen, werken en verblijven is. Deze visie krijgt de vorm van een omgevingsvisie, conform de eisen van de nieuwe Omgevingswet. Daarbij worden alle aspecten die de fysieke leefomgeving beïnvloeden in samenhang bezien.

De Omgevingswet bundelt de wetgeving en regels voor de fysieke leefomgeving. Vanaf 1 januari 2022 is er één integrale wet voor zaken als bodem, geluid, lucht, milieu, water, ruimtelijke ordening, monumentenzorg, natuur en gezondheid. Tot 2029 hebben we de tijd om helemaal in de geest van de wet te gaan werken.

Die tijd is ook nodig, het is de grootste wetswijziging sinds de invoering van de Grondwet in 1848. De invoering van de wet gaat met veel veranderingen gepaard, maar de belangrijkste liggen op de volgende terreinen:

 

Andere manier van werken

De Omgevingswet vraagt vooral een andere manier van denken, werken en handelen. Van de stad maar ook van onze gemeentelijke organisatie. Integraal samenwerken binnen deze organisatie, collega-overheden, partners in de stad en bewoners. En daarnaast denken, redeneren en handelen vanuit het principe ‘ja-mits’ en procesgeoriënteerd. Een cultuurverandering waar de gemeente al langer mee bezig zijn en die we versterkt door moeten zetten.

 

Digitaal Stelsel Omgevingswet

Voor de nieuwe wet wordt landelijk een Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ontwikkeld. Het DSO heeft voor de gebruiker de vorm van één digitaal loket. Het brengt alle relevante informatie over de fysieke leefomgeving bij elkaar die voor iedereen inzichtelijk is. Daarnaast kunnen bewoners, bedrijven en overheden via dit loket meldingen doorgeven of een vergunning aanvragen.

 

Kerninstrumenten

De Omgevingswet kent een aantal nieuwe instrumenten waar we als gemeente mee gaan werken. De belangrijkste zijn de volgende:

  • Omgevingsvisie (een samenhangende (integrale) strategische richting voor de fysieke leefomgeving. (Omgevings)programma’s (plannen waarmee we de veranderingen uit de omgevingsvisie concreet maken in de vorm van maatregelen);
  • Omgevingsplan (dit plan bevat alle regels over de fysieke leefomgeving die de gemeente stelt binnen haar grondgebied. Het is de opvolger van onder andere de huidige bestemmingsplannen en verordeningen, maar krijgt een veel bredere inhoud).