Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

In onderstaande tabel zijn de kortlopende vorderingen weergegeven volgens de voorgeschreven onderverdeling naar vorderingen op overheidslichamen, rekening-courant verhoudingen en overige vorderingen. De posten zijn onder de tabel afzonderlijk toegelicht, waarbij de overige vorderingen nog verder zijn gespecificeerd.

 31-12-2019Nominaal bedragVoorziening oninbaarheid31-12-2020
Vorderingen op openbare lichamen 155.949 182.912   182.912
Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen 12.603 12.216   12.216
Overige vorderingen 136.064 389.897 190.204 199.693
Totaal uitzettingen 304.616 585.025 190.204 394.821

Toelichting verloopstaat

Vorderingen op openbare lichamen:

De vorderingen op openbare lichamen bestaat voor het grootste gedeelte uit een vordering van € 156,1 mln op het BTW- compensatiefonds en op het Gemeentefonds van € 8,6 mln. Het restant van € 18,2 mln heeft met name betrekking op ministeries, provincies, gemeenten, belastingen en waterschappen.
 

Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen:

De post rekening-courant verhoudingen met niet financiële instellingen heeft voor € 4,7 mln betrekking op het NRF (Nationaal Restauratiefonds), en voor € 7,5 mln op het SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten).

 31-12-201931-12-2020
Vorderingen op deelnemingen 0 41.189
Belastingaanslagen 36.589 40.715
Bijstandsvorderingen 39.443 37.402
Huren en exploitatiekosten 7.983 15.064
Parkeren 7.560 11.630
Vergunningen en Toezicht 5.442 7.130
Overige vorderingen kleiner dan € 5 mln 39.047 46.563
Totaal136.064199.693

 

Onder de balanspost overige vorderingen is een grote verscheidenheid aan vorderingen opgenomen, waarvan onderstaand de grootste posten (na aftrek voorziening) worden toegelicht.
 

Vordering op deelnemingen

WBR had bij BNG een kredietfaciliteit van maximaal €101,4 mln. De gemeente stond borg voor deze faciliteit tot een maximum van €104 mln. De faciliteit eindigde op 1 oktober 2020. BNG had eerder al aangegeven geen mogelijkheid tot verlenging te zien. Met BNG en WBR is besloten dat de kredietfaciliteit terugbetaald zou worden door de gemeente op grond van de borg. Dit heeft tot een betaling van €101,6 mln. geleid (€101,4 mln. voor het opgenomen krediet, €0,2 mln. rentekosten). Door betaling onder de borg heeft de gemeente een regresvordering op WBR verkregen.
De vordering kan echter maar gedeeltelijk worden terugverdiend met de voorliggende business case. Hiervoor is een voorziening getroffen voor een bedrag van € 60,9 mln. De post vorderingen op deelnemingen komt hiermee uit op € 41,2 mln.
 

Belastingaanslagen

Opgelegde gemeentelijke belastingaanslagen van € 56 mln verminderd met de voorziening die is gevormd van € 15,3 mln voor oninbaarheid.


Bijstandsvorderingen

De vorderingen bedragen in totaal € 129,3 mln (inclusief Tozo vorderingen van € 4,6 mln) waarvan € 91,9 mln als oninbaar is voorzien (aandeel Tozo in de voorziening bedraagt € 3,4 mln).
 

Huren en exploitatiekosten

Binnen de gemeente Rotterdam zijn vastgoed objecten in beheer die verhuurd of verkocht worden aan diverse partijen. Het gepresenteerde bedrag is verminderd met de voorziening voor oninbaarheid van € 2,7 mln. Toename ten opzichte van 2019 is veroorzaakt door uitstel van betaling en betalingsachterstanden in verband met Covid-19.
 

Parkeren

Het betreft hier door de gemeente Rotterdam opgelegde parkeerboetes en uitgegeven abonnementen, bezoekerspassen en vergunningen. Het gepresenteerde bedrag is verminderd met de voorziening voor oninbaarheid van € 11 mln. Toename ten opzichte van 2019 is veroorzaakt door verminderde actieve invordering in verband met Covid-19 en parkeernaheffingen.
 

Vergunningen en Toezicht

Het betreft hier vergunningen vanuit Bouw en Woningtoezicht (BWT). Het gepresenteerde bedrag is verminderd met de voorziening voor oninbaarheid € 3,2 mln.
 

Overige vorderingen kleiner dan € 5 mln

De overige vorderingen zijn niet toe te rekenen aan een specifieke soort vordering, maar wel te categoriseren naar taakvelden. De grootste taakvelden hebben een aandeel van € 15,4 mln in het saldo. Grondzaken € 3,7 mln, Erfpacht € 3,2 mln, Afval-Grondstoffen € 3 mln, Werk Begeleide participatie € 2,7 mln, Wonen en bouwen € 1,6 mln en Openbaar groen en (openlucht) recreatie € 1,2 mln.
 

Voorziening oninbaarheid

Deze voorziening is getroffen op basis van de vastgestelde kaders voor dubieuze debiteuren.