Milieubeheer - Duurzaam, bodem, geluid en handhaving

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

De CO2-uitstoot van Rotterdam ombuigen in een dalende trend

Het realiseren van een toekomstbestendig, klimaatadaptief, resilient Rotterdam

Een betere luchtkwaliteit

Een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners

Minder gebruik van primaire grondstoffen

Een groene en gezonde stad met schone lucht. Dat is waar we ons als gemeente op richten. De duurzame ambities en doelen om dat te bereiken, zijn opgenomen en geactualiseerd in het Rotterdams Duurzaamheidskompas.

De ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid gaan rap. Daarnaast hebben maatschappelijke ontwikkelingen ook hun invloed op de keuzes die de gemeente en andere partijen maken op het gebied van duurzaamheid. Neem bijvoorbeeld de situatie rondom covid-19. De huidige maatregelen en de lange termijn economische gevolgen bieden kansen en uitdagingen voor de duurzaamheidsopgave in de stad. Juist nu kiezen we ervoor om in te blijven zetten op de energietransitie en te investeren in een toekomstbestendige economie die digitaal, energieneutraal, circulair en inclusief is.

Het investerend vermogen en de koopkracht van Rotterdammers zijn juist nu belangrijk. Hier hebben we extra aandacht voor door enerzijds te blijven investeren in de bedrijven en werkgelegenheid van de toekomst. Maar ook juist door in te zetten op arbeidsintensieve werkzaamheden in de gebouwde omgeving.

Toen de begroting 2020 werd vastgesteld was er nog geen sprake van een coronacrisis, die ons laat zien hoe waardevol begrippen als gezondheid en veiligheid zijn en zorgt voor een opwaardering van het belang van een gezonde en aantrekkelijke woon- en leefomgeving. Daarom blijft aandacht voor de thema’s luchtkwaliteit (collegetarget), geluid, bodem en omgevingsveiligheid onverkort van belang. Dit is met name belangrijk omdat de ambitie om in deze collegeperiode 18.000 woningen te realiseren binnen bestaand gebied ertoe leidt dat ook gebouwd moet worden op locaties nabij snel-, spoor- en vaarwegen of industrieterreinen, waar grote opgaven liggen op het gebied van luchtkwaliteit, geluid, bodem en externe veiligheid.

Tijdens de coronapandemie in 2020 werd het belang van een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving nadrukkelijk onderstreept. Dit sterkt ons in de eerdere ambitie om de woon- en leefomgeving voor alle Rotterdammers schoner, groener en gezonder te maken. Deskundigen op het gebied van milieu en duurzaamheid zijn nadrukkelijker dan in het verleden betrokken bij hoe we de bestaande stad en de ontwikkellocaties zo vormgeven en inrichten dat sprake is van een gezonde leefomgeving. Samen met planontwikkelaars en stedenbouwkundigen is in 2020 ingezet op maatregelen die de energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, schone lucht, minder geluidsoverlast en schonere en veiliger bodems bevorderen. Overigens is een  ander effect van de coronacrisis dat het personenverkeer op stedelijke wegen gemiddeld met 40-50% is afgenomen, waardoor de luchtkwaliteit sterk is verbeterd. Omdat dit mede het gevolg is van de lockdown is er geen garantie dat die sterke verbetering structureel is.

In 2019 was de prognose dat de opening van de Maastunnel zou leiden tot opnieuw een luchtknelpunt op het Maastunneltracé. Om dit te voorkomen zijn maatregelen genomen om de verkeersintensiteit te verlagen en zo de luchtkwaliteit te verbeteren.

In 2020 is rondom het hele Maastunneltracé voldaan aan de Europese normen voor luchtkwaliteit, lieten de door DCMR gemeten achtergrondconcentratie zien. Deze was lager dan voorspeld. Het aantal voertuigen in het Maastunneltracé is echter afgenomen.

Omdat dit voor een deel een gevolg is van de lockdown en het dus geen garanties biedt voor 2021 wordt het experiment Maastunnel dit jaar vervolgd, om ervoor te zorgen dat ook in de komende jaren rondom het Maastunneltracé wordt voldaan aan de Europese normen voor luchtkwaliteit.

Wat hebben we bereikt?

Effect indicatoren

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Effectindicatoren 2017201820192020202120222023
Collegetarget 1: De stijging van de CO2-uitstoot wordt in deze collegeperiode omgebogen naar een dalende trend die leidt tot 49% CO2-reductie in 2030, gemeten t.o.v. het jaar 1990. Streefwaarde   niet >31,9 Mton niet >31,9 Mton <31,9 Mton <31,9 Mton  
Realisatie 31,9 Mton 29,9 Mton 29,0 Mton niet bekend (zomer 2021)    
Collegetarget 2: Vanaf 2020 zijn er geen straten meer waar de Europese gezondheidsnorm voor NO2 wordt overschreden. Ook na 2020 blijven we werken aan het verder verbeteren van de luchtkwaliteit.              
Jaargemiddelde* Streefwaarde 16 12 8 0 0  
Realisatie***

5

4

0

***    
Uurgemiddelde** Streefwaarde 0 0 0 0    
Realisatie 0 0 0 pm pm  
* Betreft het aantal toetspunten > NO2 40 g/m3 (jaargemiddelde gebaseerd op NSL voorgaande jaar)

** Betreft het aantal meetstations met >18 keer per jaar overschrijding NO2 200g/m3 (uurgemiddelde, gebaseerd op jaarverslag DCMR)

*** Overeenkomstig de afspraken in het definitieboekje van de collegetargets zijn de gegevens m.b.t. realisatie 2020 in Q4 van 2021 beschikbaar. Op basis van een eigen monitor is berekend dat we in het jaar 2020 geen wettelijke overschrijdingen hebben van de EU-normen voor NO2, ook niet bij de Doklaan.

Toelichting indicatoren

Collegetarget 1, Nulmeting 2017: 32,2 Mton is in 2019 gecorrigeerd naar 31,9 Mton. CO2-cijfers over het laatste jaar betreffen altijd voorlopige cijfers. Correctie achteraf vinden altijd plaats in het opvolgende jaar. De target blijft ongewijzigd alleen het meetniveau voor 2017 is verbeterd. De CO2-uitstoot is voor 2018 berekend op 29,9 Mton; Ten opzichte van 2017 is de CO2-uitstoot afgenomen met 2 Mton (-6%). De afname van de CO2-uitstoot is met name toe te schrijven aan de sluiting van de oude kolencentrale van Uniper op de Maasvlakte halverwege 2017 (-2.7 Mton). Daarmee komt het halen van de collegetarget voor deze collegeperiode binnen bereik. Dat neemt niet weg dat inspanning nodig is om deze daling bestendig te laten zijn. In overige (sub)sectoren zijn de verschillen met 2017 soms kleiner en/of neemt zelfs (beperkt) toe: bij de ‘(haven)industrie’ (+105kton), bij ‘mobiliteit’ (+22kton) en met name bij de WKK (warmte-krachtkoppeling) centrales die de energievraag door het wegvallen van de kolencentrale gedeeltelijk hebben opgevangen (+0,6 Mton). Over de hele linie zien wij stijgingen die toe te schrijven zijn aan de economische groei. Laten wij de energiesector buiten beschouwing, dan is de uitstoot in Rotterdam gestegen met 140kton ten opzichte van 2017.

Collegetarget 2: De luchtkwaliteit wordt beïnvloed door de totale uitstoot van de verschillende bronnen (verkeer, scheepvaart en industrie) maar ook door de weersomstandigheden. Warm weer of mist kunnen leiden tot hogere concentraties, regen en wind tot lagere concentraties. In de afgelopen twee jaar is het aantal knelpunten teruggebracht van twaalf naar nul. Grootste knelpunt zit bij Doklaan (Maastunnel). Extra inzet, onder andere via verkeersmaatregelen, moet leiden tot het oplossen van het laatste knelpunt. Uit eigen monitor blijkt dat voor het jaar 2020 geen sprake is van een knelpunt.

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten Milieubeheer - Duurzaam, bodem, geluid en handhavingOorspr.
Begroting
2020
Bijgestelde Begroting
2020
Realisatie
2020
Afwijking
Baten exclusief reserves07.0775.850-1.227

Bijdragen rijk en medeoverheden 0 6.025 4.099 -1.927
Financieringsbaten 0 1.052 1.056 4
Overige opbrengsten derden 0 0 695 695
Overige baten 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves66.12654.10741.165-12.942

Apparaatslasten 3.967 5.101 4.054 -1.047
Inhuur 0 10 126 116
Overige apparaatslasten 28 67 69 2
Personeel 3.939 5.024 3.859 -1.164
Intern resultaat 7.336 7.033 7.248 216
Intern resultaat 7.336 7.033 7.248 216
Programmalasten 54.822 41.973 29.863 -12.111
Financieringslasten 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 35.696 18.934 8.218 -10.716
Kapitaallasten 553 526 528 1
Overige programmalasten 0 0 1 1
Subsidies en inkomensoverdrachten 18.574 22.514 21.116 -1.397
Saldo voor vpb en reserveringen -66.126 -47.029 -35.315 11.714
Saldo voor reserveringen -66.126 -47.029 -35.315 11.714
Reserves26.7554.360-6.288-10.648

Onttrekking reserves 37.742 16.399 5.750 -10.648
Toevoeging reserves 34.969 12.038 12.038 0
Vrijval reserves 23.983 0 0 0
Saldo -39.370 -42.669 -41.603 1.066

Overzicht afwijkingen

Overzicht afwijkingenAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1. Lagere apparaatslasten 0 -1.047 0 1.047
2. Emerald Kalama Chemicals 0 -963 0 963
3. Energietransitiebudget / Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit 0 -6.110 -6.110 0
4. Geluidsanering -1.730 -1.730 0 0
5. Programma Bodem -282 -1.421 -1.139 0
6. Actieplan Luchtkwaliteit 0 -932 -932 0
7. Diverse afwijkingen bestemmingsreserve 0 -1.767 -2.467

-700

8. Diverse afwijkingen 784 1.029 0 -245
Totaal afwijkingen -1.227 -12.942 -10.648 1.066

Toelichting overzicht afwijkingen

1. Lagere apparaatslasten

De latere invulling van vacatures en nog openstaande vacatures zorgen voor een onderbesteding (€ 1,0 mln) op de apparaatslasten. Het gaat hier hoofdzakelijk om vast personeel.

 

2. Emerald Kalama Chemicals (EKC)

Er heeft een terugvordering plaatsgevonden, omdat EKC niet aan haar subsidievoorwaarden met betrekking tot de Greendeal heeft voldaan. Dit voordeel (€ 1 mln) is teruggevloeid in de programmalasten.

 

3. Energietransitiebudget (ETB) / Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (TG)

Door de coronacrisis kwamen sommige projecten tot stilstand of in de vertraging omdat activiteiten geen doorgang konden vinden met als financieel effect dat er € 2,8 mln lagere lasten en lagere onttrekkingen zijn gerealiseerd dan begroot.

Voorbeelden hiervan zijn de projecten Maatregelen Schone Lucht waar de campagne uitgesteld werd, het project Verkeersexperimenten schone lucht waar de volgende fase van het experiment niet uitgevoerd kon worden en het programma verduurzaming wagenpark waarbij een grote pilot met waterstof auto’s niet kon doorgaan.

Een laatste reden voor lagere realisatie ligt in de werkwijze waarop subsidies worden uitgekeerd. Dat gebeurt vaak in meerdere voorschotten verspreid over kalenderjaren en waarbij de uitbetaling vaak gekoppeld is aan het behalen van tussentijdse resultaten. Voorbeelden zijn Walstroom Heerema waar het resultaat (aansluiten van het schip) in 2020 nog niet behaald was, de subsidie vanuit het programma Werk Maken van Zon en de subsidies binnen het programma Smart Energy Systems.

Daarnaast geldt voor gebiedsaanpakken Aardgasvrij dat de geplande garantstelling van € 450 verschoven wordt naar 2022. Op dit programma zijn de lasten en onttrekkingen € 3,3 mln lager dan begroot.

 

4. Geluidsanering

In 2020 is de uitvoering van een aantal projecten vertraagd als gevolg van de covid-19 maatregelen. Daarnaast is er vertraging ontstaan in het wegzetten van de aanbesteding in de markt. In totaal zijn er voor dit programma € 1,7 mln lagere lasten en lagere onttrekkingen gerealiseerd dan begroot.

 

5. Programma Bodem

In 2020 heeft een verschuiving in prioritering van aanpak plaatsgevonden, waardoor een sanering later is ingepland. Hierdoor zijn er in 2020 lagere lasten en lagere onttrekkingen gerealiseerd dan begroot.

Daarnaast wordt een uitrol van de gebiedsgerichte aanpak van bodem en grondwater binnen het havengebied richting Europoort, Vondelingenplaat en Stadshavens onderzocht. Besteding van de middelen is onder andere afhankelijk van het aantal bedrijven dat interesse toont in een sanering volgens de gebiedsgerichte aanpak en in welk jaar zij dit doen. De lagere interesse leidt in 2020 tot lagere lasten en lagere onttrekkingen.

In totaal zijn er voor dit programma € 1,4 mln lagere lasten en lagere onttrekkingen gerealiseerd dan begroot.

 

6. Actieplan Luchtkwaliteit

In 2020 konden een aantal geplande activiteiten niet worden uitgevoerd als gevolg van de covid-19 maatregelen. Dit betreft onder andere werkzaamheden voor het zelf meten van de luchtkwaliteit en de bewonersbijeenkomsten. Daarnaast is de werving van extra ondersteuning vertraagd. Dit heeft als financieel effect dat er € 932 lagere lasten en lagere onttrekkingen zijn gerealiseerd dan begroot.

 

7. Diverse afwijkingen bestemmingsreserves

Er zijn lagere onttrekkingen geweest voor de bestemmingsreserve Windpark Hartelbrug, Regionale Uitvoeringsdiensten, bestemmingsreserve Duurzaam (Zonicoon), Aardgasvrije Wijken (Pendrecht), Klimaatmiddelen en IFR Investeringsstrategie hetzij veroorzaakt door vertragingen in de projecten, hetzij doordat de kosten anders gedekt zijn.

 

8. Diverse afwijkingen

Op diverse budgetten zijn kleinere afwijkingen op te merken op saldo-niveau, die leiden tot een nadeel van € 245.

Omschrijving taakveld en vervolg taakvelddoelstellingen

Vervolg taakvelddoelstellingen

  • verminderen van geluidsoverlast;
  • een betere regie op het gebruik van de ondergrond een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners;
  • verduurzaming van de gemeentelijke bedrijfsvoering en verduurzaming gemeentelijk vastgoed.

 Omschrijving taakveld

Nederland moet in 2050 een land zijn zonder CO2 uitstoot en met een volledig circulaire economie. Daar moet nu mee begonnen worden. Ook Rotterdam heeft hierin een belangrijke opgave. Prioriteit ligt daarom bij de uitvoering en ondersteuning van activiteiten voor het realiseren van de energietransitie in gebouwde omgeving en mobiliteit, de omslag naar een circulaire economie, het verbeteren van de luchtkwaliteit, vergroting van de veerkracht van de stad, in combinatie met de vergroening, waterveiligheid en transformatie naar een nieuwe duurzame economie.

We zetten in op een fijne woon- en leefomgeving voor alle Rotterdammers: schoner, groener en gezonder. In het taakveld Milieubeheer wordt ingezet op maatregelen die de energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, schone lucht, minder geluidsoverlast en schonere en veiliger bodems bevorderen en zo een bijdrage leveren aan een rijke en stabiele biosfeer en daarmee aan een aantrekkelijke leefomgeving. Dit vergt vooral focus op anders werken: die keuzes krijgen waarde als we ze omzetten in kansen door integraler en slimmer te werken. Dus zetten we de energietransitie in als vliegwiel voor duurzame bedrijvigheid, voor nieuwe werkgelegenheid en het aantrekkelijker maken van woningen en wijken.