Algemene middelen
Algemene dekkingsmiddelen levert een bijdrage aan de manier waarop het college werkt aan structureel houdbare gemeentefinanciën.
BBV-indicatoren
BBV-indicator | Bron | ||
---|---|---|---|
Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden | Realisatie 2019 | € 668,00 | COELO |
Realisatie 2020 | € 689,46 | ||
Prognose 2021 | € 704,80 | ||
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden | Realisatie 2019 | € 742,00 | COELO |
Realisatie 2020 | € 774,36 | ||
Prognose 2021 | € 791,10 | ||
Gemiddelde WOZ waarde woningen 2020 | Nederland | € 399.000 | CBS |
Rotterdam | € 222.000 |
Toelichting BBV-indicatoren
De gemiddelde WOZ-waarde van woningen in 2020 ligt in Rotterdam (€ 222.000) onder het landelijke gemiddelde (€ 399.000). In Rotterdam is sinds 2017 weer sprake van een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen. Wanneer deze stijging de komende jaren relatief hoger is dan in de rest van Nederland zal de indicator dichter naar het landelijk gemiddelde groeien. Deze indicator is landelijk verplicht en betreft geen streefwaarde waar de gemeente Rotterdam op stuurt (zie voor een nadere toelichting de paragraaf Lokale Heffingen).
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat er bij programmabegrotingen een programmaplan hoort dat naast de verschillende programmakosten een overzicht bevat van de kosten voor overhead, het bedrag voor te betalen vennootschapsbelastingen, het bedrag voor onvoorzien en een overzicht van algemene dekkingsmiddelen.
Het programma Overhead bevat een overzicht van de kosten voor overhead, de te betalen vennootschapsbelasting wordt verantwoord op het taakveld Vennootschapsbelasting en het bedrag onvoorzien op het taakveld Overige baten en lasten – Beheer algemene middelen. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van de andere dekkingsmiddelen doordat de gemeente deze middelen vrij kan aanwenden.
In het overzicht van baten en lasten omvat de volgende algemene dekkingsmiddelen.
Algemene dekkingsmiddelen | Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 (1) | Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Lokale heffingen | 363.214 | 372.351 | 378.465 | 397.088 |
Algemene uitkeringen gemeentefonds | 1.681.897 | 1.835.656 | 1.837.486 | 1.787.688 |
Dividend | 146.169 | 116.891 | 116.896 | 87.004 |
Saldo financieringsfunctie | -29.989 | -16.536 | -14.502 | -14.777 |
Totaal | 2.161.291 | 2.308.362 | 2.318.345 | 2.257.003 |
(1) Stand na de 10-maandsrapportage 2020 |
Lokale heffingen
Tot de algemene dekkingsmiddelen worden om te beginnen de baten uit heffingen van de algemene belastingen gerekend. Anders dan bij bestemmingsheffingen is de besteding van de baten uit heffing van deze algemene belastingen niet gebonden. Tot de algemene belastingen behoren de onroerendzaakbelasting (OZB), de roerendzaakbelasting, de logiesbelasting, de reclame- en precariobelasting en de parkeerbelasting. Dit is exclusief de baten uit de bestemmingsheffingen, zoals de afval- en rioolheffing, bedrijfsreinigingsrecht en de leges omgevingsvergunningen. In de paragraaf Lokale heffingen is een toelichting opgenomen. In onderstaande tabel zijn betreffende baten opgenomen.
Lokale heffingen | Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 * | Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Programma |
---|---|---|---|---|---|
Onroerend zaakbelasting** | 245.537 | 258.027 | 266.721 | 260.855 | Algemene middelen |
Logiesbelasting | 10.063 | 4.088 | 3.822 | 13.216 | Algemene middelen |
Reclame- en precariobelasting | 24.636 | 26.111 | 25.836 | 25.460 | Algemene middelen |
Parkeerbelasting | 82.978 | 84.125 | 82.086 | 97.557 | Verkeer en Vervoer |
Totaal | 363.214 | 372.351 | 378.465 | 397.088 | |
(*) Stand na de 10-maandsrapportage 2020 | |||||
(**) Inclusief intragemeentelijke aanslagen OZB |
Algemene uitkeringen gemeentefonds
Vervolgens worden de algemene uitkeringen uit het Gemeentefonds tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Dit betreft het totaal van de verschillende soorten uitkeringen uit het gemeentefonds: de integratie-uitkeringen (waaronder het Sociaal Domein), de decentralisatie-uitkeringen en de algemene uitkeringen. Deze baten worden verantwoord op het programma Algemene middelen en op het taakveld Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds.
Dividend
De dividenden die de gemeente van deelnemingen ontvangt, behoren eveneens tot de algemene dekkingsmiddelen. Deze dividenden worden verantwoord op de programma's Algemene middelen, Overhead en Bestuur en Dienstverlening.
Dividend |
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 (1) | Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Programma |
---|---|---|---|---|---|
Bank Nederlandse Gemeenten NV | 916 | 408 | 408 | 500 | Algemene middelen |
BV Gemeenschappelijk bezit Evides | 8.959 | 7.590 | 7.593 | 7.286 | Algemene middelen |
Eneco Holding NV | 21.548 | 21.548 | 21.548 | 0 | Algemene middelen |
Stedin Holding NV | 14.460 | 16.476 | 16.476 | 2.500 | Algemene middelen |
Havenbedrijf Rotterdam NV | 68.335 | 69.741 | 69.741 | 76.568 | Algemene middelen |
Royal Schiphol NV | 2.585 | 0 | 0 | 0 | Algemene middelen |
Erasmus MC Biomedical Fund | 41 | 0 | 0 | 0 | Algemene middelen |
Sportbedrijf | 150 | 150 | 152 | 150 | Algemene middelen |
RET | 27.500 | 0 | 0 | 0 | Algemene middelen |
Multidiensten | 1.000 | 0 | 0 | 0 | Bestuur en dienstverlening |
Multi Employment Rotterdam BV (MER) | 0 | 0 | 0 | 0 | Overhead |
SSC Flex | 675 | 978 | 978 | 0 | Overhead |
Totaal | 146.169 | 116.891 | 116.896 | 87.004 | |
(1) Stand na de 10-maandsrapportage 2020 |
Saldo financieringsfunctie
Ten slotte wordt het saldo van de financieringsfunctie tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Dit saldo betreft het saldo van de betaalde rente over de leningen, rekening-courant en de ontvangen rente over uitzettingen. De baten worden verantwoord binnen de betreffende programma’s, met name Algemene middelen en Stedelijke inrichting en ontwikkeling.
Wat heeft het gekost?
Overzicht van baten en lasten Algemene middelen | Oorspr. Begroting 2020 | Bijgestelde Begroting 2020 | Realisatie 2020 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 2.196.880 | 3.542.732 | 3.558.598 | 15.866 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 1.782.611 | 1.835.656 | 1.837.534 | 1.878 | |
Belastingen | 266.138 | 262.238 | 270.727 | 8.489 | |
Dividenden | 108.785 | 115.914 | 115.918 | 4 | |
Financieringsbaten | 6.373 | 1.295.762 | 1.299.291 | 3.529 | |
Overige opbrengsten derden | 33.691 | 33.309 | 34.930 | 1.621 | |
Overige baten | -718 | -147 | 197 | 344 | |
Lasten exclusief reserves | 12.962 | 46.473 | 52.728 | 6.255 |
|
Apparaatslasten | 15.493 | 15.938 | 15.722 | -217 | |
Inhuur | 487 | 876 | 777 | -99 | |
Overige apparaatslasten | 531 | 466 | 601 | 135 | |
Personeel | 14.475 | 14.596 | 14.343 | -253 | |
Intern resultaat | -12.240 | -13.502 | -13.354 | 148 | |
Intern resultaat | -12.240 | -13.502 | -13.354 | 148 | |
Programmalasten | 9.708 | 44.036 | 50.360 | 6.324 | |
Financieringslasten | 43.232 | 22.824 | 22.839 | 15 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 9.394 | 9.329 | 4.086 | -5.243 | |
Kapitaallasten | -53.915 | -51.799 | -51.273 | 526 | |
Overige programmalasten | 7.095 | 59.779 | 70.805 | 11.026 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 3.903 | 3.903 | 3.903 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 2.183.918 | 3.496.259 | 3.505.870 | 9.611 | |
Vennootschapsbelasting | 800 | 1.440 | 1.704 | 264 |
|
Saldo voor reserveringen | 2.183.118 | 3.494.819 | 3.504.166 | 9.347 | |
Reserves | -14.136 | -1.275.870 | -1.276.865 | -994 |
|
Onttrekking reserves | 9.863 | 81.610 | 80.616 | -994 | |
Toevoeging reserves | 39.188 | 1.424.670 | 1.424.670 | 0 | |
Vrijval reserves | 15.188 | 67.190 | 67.190 | 0 | |
Saldo | 2.168.982 | 2.218.948 | 2.227.301 | 8.353 |
Toelichting overzicht baten en lasten
Overzicht afwijkingen Programma | Afwijking baten | Afwijking lasten | Afwijking reserves | Afwijking saldo |
---|---|---|---|---|
1. Decembercirculaire Gemeentefonds | 1.829 | 0 | 0 | 1.829 |
2. Financieringsbaten | 3.529 | 0 | 0 | 3.529 |
3. Verkoop deelneming Tower Hotel Rotterdam | 344 | 0 | 0 | 344 |
4. Opbrengsten OZB niet woningen | 8.049 | 0 | 0 | 8.049 |
5. Opbrengsten OZB waardeontwikkeling van de stad | 644 | 0 | 0 | 644 |
6. Opbrengsten Logiesbelasting | -266 | 0 | 0 | -266 |
7. Aanmanings- en vervolgingsopbrengsten | 1.806 | 0 | 0 | 1.806 |
8. Vrijval rentevergoeding Warmtebedrijf Rotterdam | 0 | -2.800 | 0 | 2.800 |
9. Rentetoerekening | 0 | 526 | 0 | -526 |
10. Dotatie voorziening Warmtebedrijf Rotterdam | 0 | 8.933 | 0 | -8.933 |
11. Dotatie voorziening dubieuze debiteuren OZB niet woningen | 0 | 2.168 | 0 | -2.168 |
12. Diverse afwijkingen | -69 | -2.572 | 0 | 2.503 |
Totaal afwijkingen voor vpb en reserveringen | 15.866 | 6.255 | 0 | 9.611 |
13. Reserves | 0 | 0 | -994 | -994 |
14. Vennootschapsbelasting | 0 | 264 | 0 | -264 |
Totaal afwijkingen | 15.866 | 6.519 | -994 | 8.353 |
Het saldo van dit programma bedraagt € 8,3 mln voordelig. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
1. Decembercirculaire Gemeentefonds
De afwijking van de begroting 2020 ‘gemeentefonds’ bedraagt ca. € 1,8 mln. Dit is € 7 mln lager dan verwacht omdat Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) halverwege 2020 had aangegeven gederfde baten voor logiesbelasting en parkeerbelasting middels de decembercirculaire 2020 uit te keren. Dit was de basis voor het opnemen van € 7 mln in de tweede herziening 2020 als onderdeel van het tweede compensatiepakket corona.
De commissie BBV heeft op 26 januari 2021 een uitspraak gedaan over de verwerking van het aanvullende corona compensatiepakket 2020. Gemeenten dienen het financiële effect van het aanvullende compensatiepakket als opbrengst verwerken in de jaarrekening 2021, alhoewel de lasten en/of gederfde baten in de jaarrekening 2020 zijn opgenomen.
De exacte verdeling en daarmee het bedrag per gemeente is nog niet bekend omdat bijvoorbeeld voor het bepalen van de definitieve compensatie van de inkomstenderving over 2020 de afspraak geldt dat dit in 2021 gebeurt op basis van de vastgestelde jaarrekeningcijfers 2020. Het gaat om de volgende compensatiemaatregelen: inkomstenderving na 1 juni, extra beschikbaar voor inkomstenderving en afvalinzameling. Uitgangspunt van Rijk is reële compensatie. Voor logiesbelasting en parkeerleges is voor 2020 € 7 mln als compensatie berekend, voor afvalinzameling € 3 mln. Deze € 10 mln nog te ontvangen compensatie 2020 is input voor de Voorjaarnota 2021.
In de decembercirculaire 2020 is ca. € 7,9 mln toegekend als -aanvullende- (taak) uitkeringen. Zonder deze aanvullingen en de nog niet gerealiseerde baat van 7 mln bedraagt de afwijking ten opzichte van de 10- maandsbrief ca. € 900. De € 900 is het gevolg van het actualiseren van waarden van maatstaven en een herziening van de uitkeringsfactoren voor de jaren 2018 tot en met 2020.
2. Financieringsbaten
De financieringsbaten komen € 3,5 mln hoger uit dan geraamd. De woningbouwcorporatie Vestia heeft ultimo 2020 enkele leningen vervroegd afgekocht door alle toekomstige rente- en aflossingsverplichtingen in één keer te voldoen. Dit heeft geleid tot een eenmalig extra bate van € 1,5 mln.
Daarnaast heeft in het laatste kwartaal 2020 de afwikkeling van de voormalig deelneming Beurs N.V. plaats gevonden. Hierbij is een hoger slotdividend van € 1,5 mln ontvangen dan geraamd. Ten slotte heeft € 518 betrekking op de vordering van de gemeente op het Warmtebedrijf Rotterdam (WbR). De gemeente heeft deze vordering van € 101,6 mln verkregen nadat de gemeente de lening van WbR aan Bank Nederlandse Gemeenten heeft afgelost. Hierover betaalt het WbR de wettelijke rente. De rente hierover wordt opgeteld bij de totale vordering. De toegevoegde rente in 2020 bedraagt € 518 (zie punt 10. Dotatie voorziening Warmtebedrijf Rotterdam).
3. Verkoop deelneming Tower Hotel Rotterdam
In december jl. is vanwege de verkoop van de deelneming Tower Hotel Rotterdam een bedrag van € 344 ontvangen. In de 10-maandsrapportage is de stand van het verkoopproces gemeld. Op dat moment was de verkoop nog niet geheel afgerond en daarmee konden de opbrengsten nog niet verwerkt worden.
4. Opbrengsten OZB-niet woningen
Bij de Onroerendezaakbelasting niet woningen zien we per saldo een hogere opbrengst van € 8 mln. Deze meeropbrengst wordt voor € 6 mln. veroorzaakt door de afwikkeling van een meerjarig dossier. De overige € 2,1 mln. is het gevolg van een hogere waardeontwikkeling dan in eerste instantie werd verwacht.
5. Opbrengsten OZB waardeontwikkeling van de stad
Bij de Onroerendezaakbelasting zien we een hogere opbrengst van € 644. Deze hogere opbrengst wordt voornamelijk veroorzaakt door een positieve waardeontwikkeling van de stad.
6. Opbrengsten Logiesbelasting
De coronamaatregelen die wereldwijd genomen zijn hebben een grote impact op de hotelbranche. Dit heeft geresulteerd in een minderopbrengst logiesbelasting van € 266 (ten opzichte van de herziene begroting). Deze minderopbrengst komt bovenop de bijstelling van de eerste en tweede herziening van € 7,9 mln.
7. Aanmanings- en vervolgingsopbrengsten
De aanmanings- en vervolgingsopbrengsten in 2020 hebben geresulteerd in een voordeel van € 1,8 mln. Dit is hoofdzakelijk veroorzaakt door de forse toename in het aantal opgelegde naheffingsaanslagen Parkeren in 2020.
8. Vrijval rentevergoeding Warmtebedrijf Rotterdam
In de begroting 2019 en 2020 is een post begroot van totaal € 2,8 mln om de door het Warmtebedrijf Rotterdam (WbR) te betalen rente aan de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) te vergoeden over de openstaande lening bij de BNG. Inmiddels heeft de gemeente aanvullend middelen ter beschikking gesteld in de vorm van kapitaalstorting en een lening. Hierdoor is deze rentevergoeding vervallen.
9. Rentetoerekening
De gemiddelde omvang van de totale investeringen door het concern in 2020 is lager dan geraamd (zie paragraaf Investeringen). Hierdoor is de rentetoerekening aan diverse gemeentelijke taakvelden en projecten ook lager dan geraamd. Per saldo resulteert dit in een nadelig effect ad € 526 op het taakveld Treasury. Dit is reeds in de 10-maandsrapportage als onzekerheid vermeld.
10. Dotatie voorziening Warmtebedrijf Rotterdam
In de verdere doorontwikkelingen van het Warmtebedrijf Rotterdam is bij begroting 2021/ Tweede herziening 2020 een voorziening gevormd van € 52 mln. O.b.v. de meest actuele analyse van het voorkeursscenario is een voorziening van € 60,9 mln ultimo 2020 nodig. Hierdoor wordt deze voorziening verhoogd met € 8,9 mln waarvan € 518 wettelijke rente (zie punt 2. Financieringsbaten).
11. Dotatie voorziening dubieuze debiteuren OZB niet woningen
De benodigde voorziening dubieuze debiteuren is in 2020 € 2,2 mln. hoger uitgevallen dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de gevolgen van de coronamaatregelen, waardoor sprake is van een verslechtering van het betaalgedrag ten opzichte van 2019 met name in de categorie ondernemers.
12. Diverse afwijkingen
De diverse afwijkingen zijn onder andere veroorzaakt door onderbesteding kosten derden en ICT (€ 502), de post onvoorzien (€ 600) die in 2020 niet ingezet behoefde te worden, lagere lasten aan kapitaalstorting (€ 360), lagere incassokosten door stillegging van het invorderingsproces (€ 115), lagere kosten project Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en Wet waardering onroerende zaken (WOZ) door het niet tijdig kunnen vinden van een gekwalificeerd personeel (€ 144), niet volledige uitnutting van middelen die bij de voorjaarsnota zijn toegekend aan o.a. een structurele aanpak van werkvoorraden, strategische analyses, het structureel lean maken van processen en kwaliteitsverbeteringen van processen met als doel een toekomstbestendige organisatie (€ 415) en diverse kleinere afwijkingen ( € 368).
13. Reserves
In het coalitieakkoord 2018 – 2022 is in het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) en de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling (GO) een bedrag gereserveerd voor het koppelen aan nog te benoemen projecten uit het coalitieakkoord. In de begroting 2020 is hiervoor een onttrekking van € 850 verwerkt. In 2020 zijn geen projecten gekoppeld en er heeft dan ook geen onttrekking plaatsgevonden. Conform de spelregels valt dit bedrag geheel vrij binnen het IFR.
De doelstelling van het project Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en Wet waardering onroerende zaken (WOZ) is om de oppervlakten tussen de systemen BAG en WOZ te synchroniseren. Voor het onderdeel niet-woningen is in overleg met de Waarderingskamer een plan opgesteld. Om dit plan tot uitvoering te kunnen brengen was extra capaciteit benodigd. Het vinden van gekwalificeerd personeel heeft langer geduurd dan eerder gedacht. Dit heeft in 2020 geleid tot minder onttrekking van € 144. Deze kosten zullen in 2021 wel gemaakt worden.
14. Vennootschapsbelasting
In 2020 heeft een correctie plaats gevonden op de aangifte voor de jaren 2018 – 2020 voor het onderdeel Vervoer en Materieel. Na de correctie hebben wij van de Rijksbelastingdienst een voorlopige aanslag (€ 34) voor de jaren 2018 en 2019 ontvangen en verwerkt in de exploitatie.
De voorziening VpB is bij de jaarrekening 2019 gevormd met betrekking tot naheffing VpB voor het onderdeel reclame-uitingen. Om deze voorziening op peil te houden heeft een toevoeging (€ 230) plaats gevonden.
Omschrijving programma
Het programma Algemene middelen levert een bijdrage aan de manier waarop het college werkt aan structureel houdbare gemeentefinanciën. Dit programma gaat in op de volgende zaken:
- een sluitende begroting en meerjarenraming
- een gedegen beheer van deelnemingen en verbonden partijen
- een weerstandsvermogen van minimaal 1,0, waarbij het weerstandsvermogen is geënt op de financiële risico’s
- een stabiel beleid voor de gemeentelijke woonlasten en algemene belastingen
- een gedegen treasury-functie en financieringsbeleid
- zorgen voor voldoende en gedegen financiële ruimte om investeringen mogelijk te maken, om samen met andere partijen te kunnen werken aan de toekomst van de stad
Het programma Algemene middelen omvat:
- de uitkeringen uit het gemeentefonds
- de opbrengsten van de algemene belastingen
- de opbrengsten uit deelnemingen
- het treasury-resultaat
- concernbrede bestemmingsreserves
- concernbrede stelposten
- te betalen bedragen vennootschapsbelasting
- de post onvoorzien
Het programma Algemene middelen is, anders dan de overige programma's van deze begroting, relatief beleidsarm te noemen en wijkt in opzet en inhoud hiervan af. In het Financieel Beeld 2020 - 2024 en in de paragrafen Lokale heffingen, Weerstandsvermogen en risicobeheersing, Verbonden partijen, Financiering en Financiële kengetallen zijn de inhoudelijke doelstellingen, indicatoren en kengetallen opgenomen.
Voor het programma Algemene middelen gelden de volgende indicatoren en kengetallen:
- gemeentelijke woonlasten (één- en meerpersoonshuishouden)
- gemiddelde WOZ-waarde woningen
- weerstandsvermogen
- structurele exploitatieruimte
- solvabiliteitsrisico
- EMU-saldo (vorderingensaldo)
- kasgeldlimitet
- renterisiconorm
- netto schuldquote