Niet uit balans blijkende rechten en verplichtingen
De niet uit balans blijkende verplichtingen zijn langlopende overeenkomsten waaruit één of meerdere verplichtingen voortvloeien. Hiertoe rekenen we ook de verplichtingen die slechts voor één jaar of minder zijn aangegaan, die in de loop van het jaar zijn ontstaan en per ultimo van dat betreffende jaar nog voortduren.
Er dient gerapporteerd te worden over alle contracten die boven het drempelbedrag liggen van de Europese aanbestedingsregels. De meerjarige contracten nemen we op voor het volle bedrag waarover het contract is gesloten.
De volgende verplichtingen worden onderscheiden:
– garantieverplichtingen;
– inkoop- en afnameverplichtingen;
– huurverplichtingen;
– verplichtingen uit hoofde van personeelslasten;
– subsidieverplichtingen;
– leveringsverplichtingen.
Onderstaand volgt de beschrijving van garanties en borgstellingen zoals wordt voorgeschreven in artikel 57 van het BBV. Vervolgens geven we u, conform artikel 53 van het BBV, een beschrijving van de belangrijkste overige financiële verplichtingen.
Achtervang, garanties en borgstellingen
De onder de buiten balanstelling opgenomen posten worden hieronder nader toegelicht. In lijn met de voorgaande jaren wordt onder de buiten balanstelling als totaalbedrag opgenomen de borgstellingen die de waarborgfondsen hebben afgegeven op Rotterdams grondgebied. Dit is niet het werkelijke risicobedrag voor de gemeente Rotterdam. De gemeente kan als achtervanger worden aangesproken om renteloze leningen te verstrekken aan de waarborgfondsen indien die in liquiditeitsproblemen komen. Bij de verdeling van de renteloze leningen over Rijk en gemeenten wordt het hier gepresenteerde bedrag als verdeelsleutel gehanteerd. In opdracht van de toenmalige Minister voor Wonen en Rijksdienst ontwikkelt de VNG een methodiek ten aanzien van de verslaglegging over de achtervangpositie en de berekening van het risico waarmee de achtervangpositie gepaard gaat.
BUITEN BALANSTELLING | 31-12-2019 | 1-1-2020 | 31-12-2020 |
---|---|---|---|
Niet uit balans blijkende verplichtingen: | |||
Borgstellingen waarborgfondsen met achtervang Gemeente Rotterdam | 10.011.419 | 10.011.419 | 9.628.957 |
Garanties volkshuisvesting particulieren | 36.714 | 36.714 | 33.887 |
Garanties ten behoeve van rechtspersonen | 117.267 | 117.267 | 10.927 |
Indirecte garantstellingen uit hoofde van gemeenschappelijke regelingen | 69.580 | 69.580 | 73.190 |
1. Borgstellingen waarborgfondsen met achtervang gemeente Rotterdam
De gemeente fungeert als achtervanger bij twee verschillende waarborgfondsen, de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Als achtervanger is de gemeente verplicht om renteloze leningen te verstrekken aan de waarborgfondsen als die in liquiditeitsproblemen komen door een te laag fondsvermogen. In lijn met de voorgaande jaren wordt het gegarandeerde bedrag weergegeven als het totaal van de borgstellingen die de waarborgfondsen hebben afgegeven op Rotterdams grondgebied. Dit is niet het werkelijke risicobedrag voor de gemeente Rotterdam. Bij aanspraak op alle achtervangers door de waarborgfondsen voor renteloze leningen wordt het hier gepresenteerde bedrag als verdeelsleutel gehanteerd. In samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de G4-gemeenten wordt door de VNG nog een methodiek ontwikkeld voor de verslaglegging over de achtervangpositie en de berekening van het risico waarmee de achtervangpositie gepaard gaat.
Ad 1.a Achtervang Waarborgfonds Eigen Woning
Het WEW biedt via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan de geldgevers zekerheid voor het geval de hypotheekgever niet aan zijn financiële verplichtingen voldoet. Geldgevers kunnen het WEW aanspreken voor de restschuld bij gedwongen verkoop. De achtervangfunctie van de gemeente geldt alleen voor hypotheken die tot 1 januari 2011 zijn afgesloten, daarna is sprake van 100% achtervang van het Rijk. De Rotterdamse achtervangpositie bij WEW neemt jaarlijks verder af. Volgens de laatste opgave van het WEW wordt borg gestaan voor leningen onder Rotterdamse achtervang (afgegeven tot 2011) met een oorspronkelijk leningbedrag van € 3,0 mld. Dit is 1,2% van het totaal door het WEW gegarandeerd bedrag (€ 243 mld).
Ad 1.b Achtervang Waarborgfonds Sociale Woningbouw
Het WSW heeft als doel om de toegang tot de kapitaalmarkt voor de deelnemende woningcorporaties te bevorderen. Daarvoor biedt zij zekerheid aan geldgevers van woningcorporaties voor de rente- en aflossingsverplichtingen van de geborgde geldleningen. De woningcorporaties betalen hiervoor een borgstellingsvergoeding aan het WSW. Pas als de buffers van het WSW ontoereikend zijn, wordt de achtervang van het Rijk en de gemeenten aangesproken. In 2018 is het WSW een strategisch programma gestart om het borgstelsel te versterken. Het WSW heeft dit programma in 2020 verder uitgewerkt samen met de verschillende belangenhouders, waaronder de achtervangers. In 2021 worden de afspraken vastgelegd in verschillende overeenkomsten. De meest recente opgave van het WSW geeft aan dat van het totaal van € 81 mld door het WSW geborgde bedrag, € 6,7 mld betrekking heeft op de achtervang van de gemeente Rotterdam.
Borgstellingen van waarborgfondsen op Rotterdams grondgebied met achtervang gemeente | Gegarandeerd bedrag 1-1-2020 | Gegarandeerd bedrag 31-12-2020 |
---|---|---|
a. Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) | 3.382.000 | 2.951.000 |
b. Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) | 6.629.419 | 6.677.957 |
Totaal borgstellingen van waarborgfondsen | 10.011.419 | 9.628.957 |
2. Garanties volkshuisvesting particulieren
Ad 2.a Hypotheekgaranties
Deze hypotheekgaranties zijn in het verleden rechtstreeks door de gemeente ten behoeve van particulieren verstrekt. Tot 1995 gold er een rijksregeling. Eventuele verliezen op grond van deze regeling komen voor 50% voor rekening van het Rijk en voor 50% voor rekening van de gemeente. Het risico voor de gemeente is 50% van het verschil tussen restantschuld en de waarde van de woning bij verkoop. Bij de instelling van het WEW in 1995 eindigde deze rijksregeling.
Ad 2.b Garantielening NRF-leningen
In 1992 is de Samenwerkingsovereenkomst en de Overeenkomst inzake Zekerheidsfonds tussen de gemeente Rotterdam en de Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF) getekend. Hierbij heeft de gemeente Rotterdam zich garant gesteld voor door het NRF uitgegeven geldleningen aan voornamelijk particulieren.
3. Garanties ten behoeve van rechtspersonen
Ultimo 2020 was het totaal gegarandeerde bedrag € 10,9 mln (2019: € 117 mln); dit betrof 16 verschillende geldnemers (2019: 18) met totaal 27 geldleningen (2019: 31). De meeste borgstellingen zijn vóór 2008 afgegeven. In 2020 zijn geen nieuwe borgstellingen verleend. Hieronder worden de garanties ten behoeve van geldnemers met een totaal schuldrestant groter dan € 0,5 mln of bijzondere ontwikkelingen nader toegelicht.
Ad 3.a Garanties ten behoeve van rechtspersonen, deelnemingen
De gemeente heeft aan de BNG Bank een garantie van € 104 mln verleend ten behoeve van het Warmtebedrijf. Deze garantie betreft de financiering van het aanleggen van een warmtetransportsysteem met het oog op de reductie van CO2-uitstoot. In 2020 is de gemeente aangesproken op deze garantie. Het Warmtebedrijf was niet in staat om aan haar aflossingsverplichting te voldoen. Daarom heeft de gemeente het openstaande bedrag aan de BNG betaald en daarmee een vordering op het Warmtebedrijf verkregen. Voor meer informatie over de ontwikkelingen met betrekking tot het Warmtebedrijf, zie de paragraaf Verbonden partijen.
Ad 3.b Garanties ten behoeve van rechtspersonen, geen deelnemingen
De garanties die in het segment Kunst zijn verstrekt, hebben betrekking op drie stichtingen voor aankoop en verbouwing van hun locaties. De Stichting Kunstzinnige Vorming heeft een van de onderliggende leningen afgelost waardoor het schuldrestant is afgenomen tot € 0,4 mln (2019: € 0,6 mln).
De garantieverplichtingen in het segment Zorg betreffen voornamelijk leningen ten behoeve van de investeringen in zorginstellingen (Argos, Humanitas, Laurens), waarbij de garanties in eerste instantie in de jaren 1970-1990 zijn afgegeven. In de jaren '90 zijn een aantal schulden geherfinancierd en wederom gegarandeerd. Ten behoeve van de Hefgroep is een aantal leningen gegarandeerd voor de aankoop van voornamelijk panden voor buurthuiswerk. Het totale schuldrestant van de leningen in het segment Zorg is teruggelopen van € 8,1 mln ultimo 2019 naar € 7,2 mln ultimo 2020.
In het segment Sport en recreatie staat voor € 2,1 mln (2019: € 3,7 mln) aan garanties uit, waarvan het merendeel voor Diergaarde Blijdorp (€ 1,8 mln). In 1999 is door deelgemeente Prins Alexander een borgstelling afgegeven ten behoeve van de Stichting Sporthal WION. Omdat de stichting binnen de huidige financiële mogelijkheden niet aan zijn verplichtingen kan voldoen heeft de geldgever in 2020 een claim ingediend bij de gemeente als rechtsopvolger van deelgemeente Prins Alexander. De gemeente heeft deze claim voldaan, waarmee de garantie is vervallen.
Sinds 1999 staat de gemeente garant voor een de financiering van een pand van woonwerkvereniging De Lelie. Ultimo 2020 bedraagt het schuldrestant € 0,6 mln.
Achtervang, garanties en borgstellingen tbv rechtspersonen | Geldnemer | Aandeel Rotterdam | Hoofdsom | Gegarandeerd bedrag 01-01-2020 | Gegarandeerd bedrag 31-12-2020 |
---|---|---|---|---|---|
Garanties ten behoeve van rechtspersonen, deelnemingen | |||||
Energie | Warmtebedrijf Holding BV | 100% | 104.000 | 104.000 | 0 |
Subtotaal garanties ten behoeve van rechtspersonen, deelnemingen | 104.000 | 104.000 | 0 | ||
Garanties ten behoeve van rechtspersonen, niet-deelnemingen | |||||
Kunst | Stichting KunstAccomodatieRotterdam | 100% | 857 | 343 | 257 |
Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam | 100% | 3.696 | 583 | 363 | |
Stichting Muziektheater de Ontmoeting | 100% | 350 | 289 | 284 | |
Zorg | Hefgroep Stichting | 100% | 2.874 | 521 | 369 |
Stichting Argos Zorggroep | 100% | 13.403 | 4.086 | 3.872 | |
Stichting Horizon, instituut voor Jeugdzorg en Onderwijs | 100% | 1.029 | 284 | 248 | |
Stichting Humanitas | 100% | 11.345 | 748 | 681 | |
Stichting Laurens | 100% | 13.940 | 1.932 | 1.610 | |
Stichting Lelie Zorggroep | 100% | 817 | 204 | 184 | |
Stichting Zeemanshuis Rotterdam | 100% | 2.382 | 298 | 238 | |
Sport en recreatie | BV Recreatiecentrum Oostervant | 100% | 1.388 | 154 | 62 |
Stadion Excelsior BV | 100% | 1.180 | 268 | 215 | |
Stichting Koninklijke Rotterdamse Diergaarde | 100% | 34.895 | 2.758 | 1.808 | |
Watersportvereniging Aegir | 100% | 68 | 12 | 9 | |
Overig | Woonvereniging De Nieuwe Blauwen | 100% | 658 | 126 | 86 |
Woonwerkvereninging de Lelie | 100% | 817 | 661 | 641 | |
Subtotaal garanties ten behoeve van rechtspersonen, niet-deelnemingen | 89.699 | 13.267 | 10.927 | ||
Totaal garanties ten behoeve van rechtspersonen | 193.699 | 117.267 | 10.927 |
4. Indirecte garantstellingen uit hoofde van gemeenschappelijke regelingen
Ad 4.a. Indirecte garantstellingen GR Grondbank RZG Zuidplas
De gemeente Rotterdam heeft een deelname van 40% in de rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas. Volgens de ontwerp jaarstukken 2020 heeft de gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas ultimo 2020 voor € 65 mln aan leningen opgenomen. De gemeente Rotterdam staat indirect voor 40% van dit bedrag garant, dat wil zeggen voor € 26,0 mln.
Ad 4.b. Indirecte garantstellingen Nieuw Reijerwaard
De gemeente Rotterdam heeft een deelname van 33% in de rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling Nieuw Reijerwaard. Volgens de concept jaarstukken 2020 heeft de gemeenschappelijke regeling voor € 143 mln aan leningen opgenomen. De gemeente Rotterdam staat indirect voor 33% van dit bedrag garant, dat wil zeggen voor € 47,2 mln.
Indirecte garantstellingen uit hoofde van gemeenschappelijke regelingen | Gegarandeerd bedrag 1-1-2020 | Gegarandeerd bedrag 31-12-2020 |
---|---|---|
a. Gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas | 28.000 | 26.000 |
b. Gemeenschappelijke regeling Nieuw Reijerwaard | 41.580 | 47.190 |
Totaal indirecte garanties u.h.v. gemeenschappelijke regelingen | 69.580 | 73.190 |
Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen
Bankgaranties
Ultimo 2020 heeft de gemeente Rotterdam voor in totaal € 0,1 mln aan bankgaranties uitstaan. Dit betreft in de meeste gevallen huurgaranties. Het bedrag komt ten laste van obligoruimte bij ABN AMRO.
Renteswaps
De gemeente heeft in 2009 en 2010 renteswaps afgesloten om toekomstige renterisico’s te beperken. Daarna zijn geen nieuwe renteswaps meer afgesloten. Het totale volume van de lange financieringsbehoefte dat door middel van swaps tegen toekomstige renterisico’s is beschermd bedraagt per ultimo 2020 € 185 miljoen. Deze swaps zijn afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten, een van de meest veilige banken ter wereld. De renteswaps zijn effectief.
Een renteswap heeft bij afsluiten een marktwaarde van € 0. Afhankelijk van ontwikkelingen in de marktrente kan zich gedurende de looptijd van een renteswap een (positieve of negatieve) marktwaarde ontwikkelen. De marktwaarde van de renteswaps zal echter aan het einde van de looptijd altijd weer teruglopen tot € 0. De theoretische marktwaarde van de renteswaps bedroeg ultimo 2020 -/- € 203,7 mln (ultimo 2019 was dit -/- € 139,7 mln). Deze marktwaarde is echter alleen van belang indien er sprake is van een bijstortverplichting – daarbij wordt een bedrag tot maximaal de marktwaarde ter zekerheid aan de tegenpartij in onderpand gegeven – of als er voortijdig moet worden afgekocht. Omdat voor de gemeente geen bijstortverplichting geldt en er contractueel geen bijzondere ontbindende voorwaarden bestaan, is deze theoretische marktwaarde voor de gemeente niet relevant.
Bedragen x € 1.000 | BNG 253507 | BNG 253508 | BNG 260784 |
---|---|---|---|
Type instrument | Payer swap | Receiver swap | Payer swap |
Tegenpartij | BNG Bank | BNG Bank | BNG Bank |
Onderliggende waarde | 100.000 | -100.000 | 85.000 |
Jaar van afsluiten | 2010 | 2010 | 2010 |
Ingangsjaar | 2010 | 2010 | 2012 |
Looptijd | 50 jaar | 20 jaar | 50 jaar |
Betaalde rente | 3,10% | Euribor | 3,31% |
Ontvangen rente | Euribor | 3,35% | Euribor |
Onderliggende lening(en) | 1001770 |
10018830 10018850 |
|
Hoofdsom onderliggende lening(en) | 100.000 | 85.000 | |
Marktwaarde per 31-12-2019 | -88.403 | 33.800 | -85.139 |
Marktwaarde per 31-12-2020 | -122.654 | 36.123 | -117.143 |
Inkoopverplichtingen
Onderstaand worden de lopende contracten vermeld waarvoor langlopende inkoopverplichtingen bestaan.
Inkoop- en afnameverplichtingen | Openstaande verplichting |
---|---|
Activiteiten | 206 |
Automatisering | 54.509 |
Communicatiekosten | 8.546 |
Facilitaire diensten | 627.190 |
Flexibele arbeid | 38.459 |
Gebouwen & Installaties | 99.205 |
Horeca | 357 |
Kantoorbenodigdheden | 740 |
Maatschappelijke activering | 11.451 |
Materialen | 30.431 |
Medische kosten | 1.087 |
Natuur en Milieu | 6.646 |
Niet-Inkoop en specifiek | 5.247 |
Overige materiële kosten | 3.473 |
Personeelskosten | 5.777 |
Subsidies | 16 |
Telecommunicatie | 3.739 |
Uitbestede werkzaamheden | 400.301 |
Veiligheid & Middelen | 7.487 |
Verkeer & Parkeer | 5.940 |
Vervoer | 2.101 |
Voorziening | 3.302 |
Werken | 174.717 |
Vervoer & Logistiek | 18.556 |
Aankoop | 6.000 |
GREX | 2.080 |
Eindtotaal | 1.517.564 |
Huurverplichtingen
Voor de vastgoedexploitatie wordt een aantal vastgoedobjecten meerjarig gehuurd. Onderstaande tabel toont de huurverplichtingen voor 2021 en de daaropvolgende jaren.
Subsidieverplichtingen
Verplichtingen van subsidies die toegekend zijn in 2020 waarvan de activiteiten gedeeltelijk of geheel plaatsvinden in 2021.
Subsidieverplichtingen | Openstaande verplichting |
---|---|
SO Algemeen | 2.210 |
Citylab010 stadsjury | 2.991 |
Gebiedscommissie | 92 |
179 Natuur en Milieu | 157 |
179 Sport | 151 |
179 Wijkrecreatie | 135 |
Bijzondere bijstand | 22 |
Jeugd - Jeugdhulp A | 763 |
Jeugd - Jeugdhulp B | 2.032 |
Jeugd - Kansrijk Opgroeien | 86 |
Jeugd - Overig | 2.555 |
Jeugd - Risicojongeren | 63 |
Jeugd - Sociaal Medische Indicatie | 974 |
Jongerenloket - Ex Participatiebudget | 121 |
Jongerenloket - RMC/VSV | 33 |
Kunst en cultuur in de gebieden | 6 |
Leefstijl, Leefomgeving en Indicatie | 2.258 |
Onderwijs Jonge Kind | 42.130 |
Onderwijs MBO-HO | 1.041 |
Onderwijs PO | 19.521 |
Onderwijs VO | 3.247 |
Overig dKC | 1.033 |
Samenleving | 337 |
Snelloket | 1 |
Podiumkunsten dKC | 4 |
Algemeen | 225 |
552 - Fondsbeheer overig | 0 |
552 - Monumenten | 15 |
552 - PWVB | 542 |
Projectsubsidies cultuur | 844 |
SB Klimaat | 27 |
SO Duurzaamheid | 2.360 |
SO Economie | 973 |
Stedelijk Welzijn | 1.011 |
Structureel dKC | 5.264 |
Veiligheid | 1.681 |
Welzijn Gebied | 1.494 |
Werkgelegenheid | 56 |
Zorg en Marktsamenwerking | 229 |
Zorg en Veilig | 20 |
Noodfonds Cultuur | 4.323 |
Noodfonds Sport | 588 |
SO Duurzaamheid Gebiedsaanpak | 434 |
Totaal | 102.049 |
Leveringsverplichtingen
Huurvorderingen van huurcontracten op jaarbasis op portefeuilleniveau.
Portefeuille | Verplichting |
---|---|
Beheer Gebiedsontwikkeling | 14.255 |
BNK Bedrijfsmatig Onroerend Goed | 2.591 |
BNK Strategisch | 11.865 |
BNK Wonen | 10 |
Brandstofverkooppunten | 15.894 |
Concernhuisvesting | 2.008 |
GO Beheer Go panden NPRZ | 1.918 |
GO Beheer Grex | 295 |
Grond en Water | 9.310 |
Kunst & Cultuur | 52.389 |
Onderwijs | 13.447 |
Parkeren | 22.366 |
Reclame | 14.494 |
Sport & Recreatie | 57.257 |
Welzijn & Zorg | 14.886 |
Totaal | 232.984 |
Arbeidskostengerelateerde verplichtingen
Voor de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met vergelijkbaar volume is door het college een eenduidige gedragslijn ontwikkeld. Voor de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen heeft de gemeente geen voorziening getroffen.
Uitgangspunt is het BBV waarin staat voorgeschreven dat voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met een jaarlijks vergelijkbaar volume geen verplichting mag worden opgenomen.
Uitzonderingen vormen specifieke posten voor pensioenen van bestuurders. Jaarlijks wordt een inventarisatie gemaakt van de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen (met onderbouwing). Op grond van de onderbouwing wordt beoordeeld of de geïnventariseerde verplichtingen leiden tot een verstorend effect.
Er is sprake van een verstorend effect indien de mutaties in de omvang van de gemiddelde verplichtingen of de lasten voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen, over een periode van vier jaar meer dan 2% bedraagt van het totaal aan personele lasten van de jaarrekening (t-1).
Indien sprake is van een verstorend effect, is sprake van een ‘niet vergelijkbaar volume’. In dat geval wordt in de concernjaarrekening een voorziening gevormd voor het deel dat de norm van 2% overschrijdt. Indien het risico zich voordoet, dan beslist het college bij de bestuursrapportages over de budgettaire consequenties. De gemiddelde omvang van de aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen in de periode 2021 tot en met 2024 bedraagt € 17 mln. De tolerantienorm voor 2020 bedraagt circa € 19,5 mln. De gemeente blijft hiermee onder de norm.
Niet uit de balans blijkende rechten
In 2018 zijn bij het Rijk twee verzoeken ingediend voor een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds voor de jaren 2013 en verder. Dit ging om 1) een bijdrage voor de kosten voor de aanleg, het onderhoud, de uitbreiding en de inrichting van gemeentelijke begraafplaatsen en 2) een bijdrage voor de kosten voor re-integratie en outplacement. Voor beide is in 2019 een aanvullend verzoek ingediend voor de jaren 2014 en verder. De bedragen voor re-integratie en outplacement zijn uitgekeerd in 2020. Het verzoek voor begraafplaatsen is afgewezen.
BUITEN BALANSTELLING | 31-12-2019 | 1-1-2020 | 31-12-2020 |
---|---|---|---|
Niet uit balans blijkende rechten: | |||
Recht op claim BCF 2013 ter behoud van onderhoud en investeringen afd. BC | 116 | 116 | 0 |
Recht op claim BCF 2013 re-integratie | 1.975 | 1.975 | 0 |
Recht op claim BCF 2014 ter behoud van onderhoud en investeringen afd. BC | 123 | 123 | 0 |
Recht op claim BCF 2014 re-integratie | 2.068 | 2.068 | 0 |