Inkomensregelingen - Inkomen
Beleidskaders, -monitors en wetgevingElke Rotterdammer die daar recht op heeft ontvangt tijdig een (juiste) bijstandsuitkering.
Elke werkzoekende kan rekenen op passende en betrouwbare dienstverlening.
Voortgang 2020
Ga naar vorig P&C-documentInkomenszekerheid
Het tijdig besluiten over het recht op een uitkering draagt eraan bij dat Rotterdammers die dat nodig hebben een stabiele inkomensbasis hebben als basis voor participatie of werk. Ook nu de coronacrisis voortduurt, staat het bieden van inkomenszekerheid, naast volksgezondheid, voorop.
Door de coronacrisis zien we een stijging in de bestandsontwikkeling. Waar we net voor de crisis op 33.512 bijstandsgerechtigden zaten, is dit aantal al opgelopen tot ruim 36.000. Met name het aantal jongeren tot 27 jaar dat nu een beroep doet op de Participatiewet is significant hoger dan voor de crisis. Door de coronacrisis is in mei 2020 gestart met de pilot versnelde afhandeling bij de afdeling Intake. De pilot heeft als doelstelling de productie gelijkwaardig te maken aan de instroom en een reductie van de voorraad door middel van een hogere output.
Daarnaast voert Rotterdam de (door de crisis ingegeven) Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) regeling uit voor Rotterdamse ondernemers en ondernemers uit regiogemeenten. De uitvoering van deze regeling is - door de druk waaronder het is ontstaan en het grote aantal aanvragen - intensief.
Dienstverlening
In onze dienstverlening staat de Rotterdammer centraal. Als gevolg van de coronacrisis is bij W&I het belang van verdergaande digitalisering van de dienstverlening in korte tijd sterk zichtbaar geworden. Er bestaat binnen de gemeentelijke organisatie een sterke behoefte om de ontwikkeling van deze digitale dienstverlening te versnellen. Dit blijkt ook uit het programma Voortvarend Digitaal. W&I zal, daar waar mogelijk, de uitgangspunten van dit programma aan laten sluiten bij de bestaande dienstverleningskaders en plannen.
In het tweede tertaal van dit jaar is het aantal klachten toegenomen ten opzichte van het eerste tertaal. De klachten hadden voornamelijk betrekking op de uitbetaling van- en de informatie over de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De dalende lijn met betrekking tot het aantal klachten over (een gebrek aan) fatsoenlijke bejegening heeft zich verder voortgezet in het tweede tertaal van 2020.
De telefonische bereikbaarheid is in het eerste tertaal onder druk komen te staan door de enorme hoeveelheid hulpvragen van zelfstandigen door de coronacrisis. In het tweede tertaal is de bereikbaarheid gestabiliseerd en teruggebracht naar het reguliere niveau.
Heronderzoeken
Het team heronderzoeken is, door de gevolgen van de coronacrisis, met ingang van april beperkt in haar werkzaamheden. Nu de overheidsmaatregelen iets zijn versoepeld, worden de heronderzoeken weer hervat voor zover dit mogelijk is. De doelstelling voor het aantal heronderzoeken per jaar (6000) wordt in 2020 door de coronacrisis niet gehaald.
Ontwikkelingen 2021-2024
We gaan de in 2020 gemiste heronderzoeken in 2021 en 2022 inhalen (wat op basis van de huidige planning neerkomt op totaal 7.500 heronderzoeken per jaar). Daarnaast blijven inkomenszekerheid en dienstverlening belangrijke pijlers waar ook na 2020 verder op ingezet wordt.
Wat willen we bereiken
Effect indicatoren
1.1 Tijdig besluiten op een aanvraag uitkering levensonderhoud (algemene bijstand) en bijzondere bijstand.
Het tijdig besluiten over het recht op een uitkering draagt eraan bij dat Rotterdammers die dat nodig hebben een stabiele inkomensbasis hebben als basis voor participatie of werk. De gemeente is daarbij aan wettelijke normen gehouden. De gemeente verstrekt een wettelijk voorschot, zodra dit nodig is.
1.2 Terechte bijstandsuitkeringen verstrekken
De gemeente heeft de wettelijke taak om ervoor zorg te dragen dat de uitkeringen, die verstrekt worden, rechtmatig zijn. De gemeente wil voorkomen dat bijstandsgerechtigden bewust of onbewust onrechtmatig uitkeringen ontvangen. Daarmee wordt voorkomen dat werkzoekenden in financiële problemen komen, doordat zij te maken krijgen met terugvorderingen.
2.1 De Rotterdamse burger ervaart een goede dienstverlening
De komende jaren willen we de dienstverlening aan de Rotterdammer verder verbeteren. Meer dan ooit staat de Rotterdammer centraal. Dit heeft gevolgen voor de structuur van de dienstverlening, maar ook voor de bejegening richting werkzoekenden. We zien dat in de afgelopen jaren onze dienstverlening steeds specifieker en doelgerichter is geworden met specialisten voor verschillende typen dienstverlening en verschillende doelgroepen. Hierdoor is de dienstverlening en vooral de manier waarop de Rotterdammer deze ervaart versnipperd geraakt.
Om dit te verbeteren gaan we de begeleiding van werkzoekenden richting werk van begin tot einde doorlopend organiseren, door te werken met een beperkt aantal contactpersonen en zo min mogelijk overdrachtsmomenten. De vaste contactpersoon is snel en eenvoudig bereikbaar. Deze persoon hoeft niet zelf alle activiteiten uit te voeren, maar weet wel wat er waarom gebeurt op welk moment.
De gemeente richt zich op een verdere daling van de klachten en bezwaren van de bijstandsgerechtigden over genomen besluiten, de organisatie en de bejegening door ambtenaren. Klachten en bezwaren zijn een uiting van ongenoegen van de burger. De gemeente wil het aantal klachten en bezwaren terugbrengen waar dat mogelijk is. Het spreekt voor zich dat de gemeente klachten en bezwaren adequaat en snel will afhandelen (90% binnen 4 weken). De gemeente wil het aantal bejegeningsklachten ieder jaar terugdringen met 10% zodat deze klachten in 2022 minimaal gehalveerd zijn. Het aantal bezwaren loopt parallel met het aantal (appellabele) besluiten van de gemeente.
Wat gaan we daar voor doen
Prestatie indicatoren
1.1 a Aanvragen (algemene en bijzondere bijstand) behandelen en dienstverlening verbeteren.
De Participatiewet biedt iedereen de mogelijkheid om een aanvraag levensonderhoud te doen. De aanvragen (algemene en bijzondere bijstand) en dienstverlening gaat de gemeente verbeteren door de doorlooptijd van aanvragen te verkorten. Er wordt voortdurend aan gewerkt om de dienstverlening rondom dit proces te verbeteren.
1.1 b Het aanvraag- en beheerproces digitaliseren
De gemeente is intensief bezig haar dienstverlening aan de burger te vernieuwen. Dit vertaalt zich naar inrichtingsvraagstukken en -principes zoals: zelfservice voor burgers en bedrijven, het verkrijgen van een integraal klantbeeld, automatisering van aanvragen en zaakgewijs werken met digitale dossiers. Het is een noodzakelijke ontwikkeling om de dienstverlening voor de burgers en bedrijven op een niveau te krijgen zoals we in de maatschappij gewend zijn, waarbij door digitalisering ondersteunde klantprocessen gebruikelijk zijn. Voor de burgers, die over onvoldoende ICT vaardigheden beschikken, blijft een 'papieren' aanvraagprocedure bestaan.
1.2 a De methode inkomstenverrekening verbeteren
Als een bijstandsgerechtigde aanvullend op deeltijdinkomsten een uitkering nodig heeft, is er sprake van verrekening van de inkomsten met de uitkering. De gemeente voert experimenten uit om dit proces te verbeteren, met als doel te stimuleren dat bijstandsgerechtigden voor wie voltijd werk nog niet mogelijk is, in deeltijd gaan werken.
Rotterdammers doen via deeltijdwerk namelijk weer mee aan de samenleving en leveren een waardevolle bijdrage. Daarnaast biedt deeltijdwerk werkzoekenden de kans om relevante werkervaring op te doen. Niet alleen met een bepaald soort werk, maar ook met algemene werknemersvaardigheden, zoals het functioneren in een werknemer-werkgeversverhouding en het samenwerken met collega’s. Hierdoor is het vanuit een deeltijdbaan niet alleen makkelijker, maar ook sneller om door te stromen naar een volledige baan. Aanvaarding van deeltijdwerk wordt gestimuleerd door consequente toepassing van de tijdelijke, gedeeltelijke vrijlating (25% met een wettelijk maximumbedrag voor maximaal zes maanden per uitkeringsperiode) van inkomsten uit werk die lager zijn dan de bijstandsnorm.
1.2 b Handhaven en uitvoeren van (her)onderzoeken
De werkwijze van de heronderzoeken heeft in termen van handhavingsopbrengst veel opgeleverd. Daarom zetten we deze werkwijze voort, met 6.000 heronderzoeken per jaar in deze collegeperiode. Daarnaast zijn heronderzoeken er niet meer alleen voor handhaving, maar ook voor aandacht voor zorg en ondersteuning. We zorgen hiermee voor een breed en integraal beeld over wat speelt in het leven van een persoon, zodat we daarop meteen de juiste dienstverlening kunnen inschakelen. De samenwerking met partners zoals vraagwijzers, wijkteams en kredietbank vanuit de heronderzoeken wordt versterkt. Om fraude te bestrijden zullen we blijven inzetten op fraudeonderzoeken.
Informatiegestuurde handhaving is inmiddels staand beleid. En de risicoprofielen worden gebruikt om beter te selecteren op mogelijke onrechtmatigheid.
2.1 a Een betrouwbare en voorspelbare dienstverlening
Om de doorlooptijd van besluitvorming op bijstandsaanvragen te optimaliseren gaat de gemeente de belangrijkste bottlenecks in de primaire aanvraag- en mutatieprocessen detecteren en deze reduceren. De gemeente doet dat onder meer met pilots en experimenten. In dat kader zal ook de inspanningsperiode in het aanvraagproces worden heroverwogen.
2.1 b Correcte bejegening
De gemeente streeft een vermindering van het aantal bejegeningsklachten na. Daarvoor worden alle bejegeningsklachten geëvalueerd en via verbetercirkels aangepakt. Ze monitort de processen met veel klantcontacten. Verder is er aandacht voor de hospitality van ambtenaren door trainingen en learning on the job.
2.1 c Advies geven en begeleiding bieden aan ondernemers
Het Regionaal Bureau Zelfstandigen biedt aan Rotterdamse (aspirant) ondernemers en zzp’ers financiële ondersteuning en advies. De wettelijke kaders hiervoor zijn Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) en Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
Effectindicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Saldo tekort BUIG | Streefwaarde | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | ||
Realisatie | + € 0,9 mln | + € 16,2 mln | n.n.b. | ||||
1.2 Rechtmatige verstrekking van bijstand (%) | Streefwaarde | 97% | 97% | 97% | 97% | ||
Realisatie | 97,86% | 99,13% | n.n.b. | ||||
2.2 Klachten over bejegening | Streefwaarde | Min 10% | Min 10% | Min 10% | |||
Realisatie | n.v.t. | Min 15% | Min 48% | ||||
De genoemde realisatie cijfers over 2020 zijn cijfers t/m tweede tertaal 2020, tenzij anders aangegeven. |
Prestatie-indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Percentage besluiten bijstandsaanvraag (Levensonderhoud en Bijzondere Bijstand) binnen de wettelijke termijn | Streefwaarde | 90% | 90% | 90% | 90% | ||
Realisatie | 91,7% | 91,8% | 93,8% | ||||
1.2 Tijdig (binnen 4 weken) verwerken van inkomstenverrekeningen | Streefwaarde | 90% | 90% | 90% | 90% | ||
Realisatie | 90,9% | 96,0% | 99,0% | ||||
1.3 Heronderzoeken (aantal) |
Streefwaarde | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | |
Realisatie | 6.074 | 6.325 | 2.013 | ||||
2.1 Telefonische bereikbaarheid | Streefwaarde | 90% | 90% | 90% | 90% | ||
Realisatie | 84% | 88% | 86% | ||||
De genoemde realisatie cijfers over 2020 zijn cijfers t/m tweede tertaal 2020, tenzij anders aangegeven. |
Wat kost het
Overzicht van baten en lasten Inkomensregelingen - Inkomen | Realisatie 2019 | Begroting 2020 (2e Herz.) | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 536.138 | 650.485 | 611.679 | 585.078 | 559.716 | 528.730 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 533.872 | 650.485 | 611.679 | 585.078 | 559.716 | 528.730 | |
Overige opbrengsten derden | 95 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige baten | 2.172 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 584.136 | 697.409 | 666.792 | 640.762 | 612.347 | 578.600 |
|
Apparaatslasten | 48.047 | 55.174 | 53.628 | 51.420 | 49.243 | 47.505 | |
Inhuur | 10.362 | 14.927 | 10.321 | 9.313 | 6.634 | 5.765 | |
Overige apparaatslasten | 1.125 | 1.593 | 1.736 | 1.722 | 1.891 | 1.891 | |
Personeel | 36.560 | 38.653 | 41.571 | 40.385 | 40.719 | 39.850 | |
Intern resultaat | 3.239 | 735 | 717 | 717 | 717 | 717 | |
Intern resultaat | 3.239 | 735 | 717 | 717 | 717 | 717 | |
Programmalasten | 532.850 | 641.500 | 612.447 | 588.624 | 562.387 | 530.377 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 15.480 | 17.899 | 19.895 | 20.255 | 19.917 | 20.608 | |
Kapitaallasten | 2.264 | 10.027 | 1.707 | 0 | 0 | 0 | |
Overige programmalasten | 16 | 101 | 102 | 102 | 102 | 102 | |
Sociale uitkeringen | 511.596 | 606.684 | 590.684 | 568.196 | 542.296 | 509.596 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 3.494 | 6.788 | 58 | 72 | 72 | 72 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -47.998 | -46.923 | -55.113 | -55.684 | -52.631 | -49.869 | |
Saldo voor reserveringen | -47.998 | -46.923 | -55.113 | -55.684 | -52.631 | -49.869 | |
Reserves | 10.585 | -1.972 | 0 | 0 | 0 | 0 |
|
Onttrekking reserves | 2.109 | 15.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Toevoeging reserves | 0 | 17.572 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval reserves | 8.476 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -37.413 | -48.896 | -55.113 | -55.684 | -52.631 | -49.869 |
Financiële bijstellingen
2e Herziening | Begroting 2021 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Bijstellingen Inkomensregelingen - Inkomen | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 |
|
Eerste Herziening 2020 | -49.162 | -62.594 | -62.058 | -62.258 | -62.258 | |
Bijstellingen Tweede Herziening 2020 / Begroting 2021 | 266 | 7.481 | 6.374 | 9.626 | 12.388 | |
Minder extra dienstverlening | Bezuinigingen/taakstellingen | 0 | 1.081 | 1.081 | 0 | 0 |
Voortzetten intensivering handhaving | Intensiveringen | 0 | 0 | 0 | -2.659 | -2.659 |
Inhaalafschrijving Edison | Kasschuiven | -6.797 | 1.390 | 2.726 | 1.681 | 999 |
Kasschuif bijdrage Wigo4it | Kasschuiven | 2.347 | -1.069 | -1.278 | 0 | 0 |
Actualisatie BUIG 2020 en 2021 | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -14.290 | 17.392 | 13.326 | 16.892 | 18.606 |
Actualisatie kapitaallasten | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Actualisatie raming extra uitgaven TOZO | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -3.500 | -780 | 0 | 0 | 0 |
Concernbrede lagere overige arbeidskosten | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 172 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inhaalslag intensivering handhaving | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | -936 | -936 | 0 | 0 |
Onderbesteding ICT 2019 | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | -799 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking aan de bestemmingsreserve BUIG | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 15.250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rijksbijdrage TOZO | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 7.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Terugdraaien formatiebesparing ICT | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | -130 | -572 | -724 | -724 |
Uitbreiding formatie vanwege hoger bijstandsvolume | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | -6.615 | -6.376 | -4.830 | -3.092 |
Levensvatbaarheidsonderzoeken | Taakmutaties | 0 | -690 | -680 | -689 | -689 |
Technische wijzigingen | Technische wijzigingen | -416 | -1.362 | -916 | -46 | -54 |
Begroting na wijzigingen | -48.896 | -55.113 | -55.684 | -52.631 | -49.869 |
Toelichting financiële bijstellingen
Minder extra dienstverlening
In de Voorjaarsnota 2019 waren extra middelen toegekend voor verbeterde dienstverlening aan werkzoekenden. Nu is er vanwege de coronacrisis sprake van een compleet veranderde situatie. In een aparte begrotingswijziging (zie hieronder) wordt de formatie met behulp van de Berenschotnorm opgehoogd, omdat het bijstandsvolume inmiddels fors hoger ligt dan de verwachtingen van vorig jaar. Dekking voor deze extra medewerkers komt deels uit vanuit de eerder toegekende middelen voor verbeterde dienstverlening. Voor het taakveld Inkomensregelingen – Inkomen betekent dit een reductie van circa € 1,1 mln in 2021 en 2022.
Voortzetten intensivering handhaving na 2022
Vanaf 2015 zet Rotterdam extra handhavingsactiviteiten in om de rechtmatigheid van de bijstandsverstrekking te waarborgen. Jaarlijks worden 6.000 heronderzoeken uitgevoerd. De intensivering van de handhaving heeft een sluitende business case: tegenover de extra arbeidskosten staat een besparing op uitkeringslasten.
Inhaalafschrijving Edison
Met de herijking van de marktstrategie voor de IT dienstverlening van Wigo4it is eind 2019 het besluit genomen om innovatie stop te zetten bij Wigo4it en niet meer samen te werken op het domein klantinteractie. In G4 verband is het besluit genomen om Edison met ingang van 1 maart 2021 buiten gebruik te stellen. Dit betekent dat de gebruiksduur van het activum ‘Edison’ wordt verkort en de afschrijving versneld dient plaats te vinden tot en met maart 2021. Om dit mogelijk te maken worden de kapitaallasten die waren begroot voor de komende jaren, middels een kasschuif (meerjarig saldo neutraal) naar voren geschoven.
Kasschuif bijdrage Wigo4it
In het G4 samenwerkingsverband Wigo4it wordt reeds een aantal jaren gewerkt aan de verbetering van ICT dienstverlening voor het domein Werk en Inkomen. Door heroverweging van de marktstrategie en een ingrijpende versobering ontstaat een onderbesteding in 2020. Deze wordt via een kasschuif ingezet in 2021 en 2022 om de reeds eerder ingeboekte formatiebesparing in deze jaren deels terug te kunnen draaien.
Actualisatie BUIG 2020 en 2021
In de Eerste Herziening 2020 werd duidelijk dat de coronapandemie grote gevolgen zou hebben voor het aantal bijstandsuitkeringen en de financiering daarvan. Door het aantal uitkeringen in de afgelopen maanden te extrapoleren, rekening houdend met CPB-ramingen en aannames over eigen maatregelen, is een nieuwe raming gemaakt van de uitgaven aan uitkeringen en loonkostensubsidies in 2020 en 2021. Ook de inkomsten vanuit de gebundelde uitkering (BUIG) zijn opnieuw geraamd. Gemeenten zijn nog in afwachting van publicatie van het definitieve BUIG-budget 2020 en het voorlopige BUIG-budget 2021 (eind september). Maar met behulp van rekenregels van het CPB en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is een zo goed mogelijke inschatting gemaakt. Per saldo is in 2020 € 14,3 mln aan extra middelen nodig voor de verstrekking van bijstandsuitkeringen. Voor 2021 is het verwachte resultaat op de BUIG € 8,3 mln positief. Dat positieve saldo bestaat uit een plus van € 17,4 mln op dit taakveld en een min van € 9,1 mln voor loonkostensubsidies op het taakveld Begeleide participatie. (Deze budgetneutrale verschuiving wordt hierna toegelicht.) Voor 2022 en verder zijn zowel de lasten als baten opgehoogd vanwege hogere aantallen bijstandsuitkeringen. Voor die jaren stellen we de baten - conform de begrotingssystematiek van de afgelopen jaren - gelijk aan de verwachte lasten. Overigens loopt hier een correctie voor loonkostensubsidies doorheen: met ingang van 2021 worden de uitgaven aan loonkostensubsidies voor gemeentelijke garantiebanen en nieuw beschut werk begroot op taakveld Begeleide participatie (budgetneutrale verschuiving).
Actualisatie kapitaallasten
De kapitaallasten zijn aangepast op basis van daadwerkelijke activeringen in 2019, bijgestelde investeringskredieten alsmede geactualiseerde ramingen en de bouwrente van de jaarschijf 2020. Wijzigingen hebben zich voorgedaan bij het krediet Programma Innovatie ICT. In de paragraaf Investeringen is een gedetailleerd overzicht opgenomen van deze aanpassing. Dit is een saldoneutrale bijstelling omdat het effect binnen het taakveld wordt opgevangen.
Actualisatie raming extra uitgaven Tozo
Dit betreft de extra kosten die worden gemaakt voor de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).
Concernbrede lagere overige arbeidskosten
Vanwege corona wordt er in 2020 minder gebruik gemaakt van het budget voor opleidingen, reizen en catering.
Inhaalslag intensivering handhaving
Vanwege de coronacrisis is er een achterstand van circa 3.000 heronderzoeken ontstaan in de uitvoering van de heronderzoeken (handhaving bijstand). Dit personeel is grotendeels ingezet voor uitvoering van de Tozo-regelingen. In 2021 en 2022 wordt deze achterstand ingehaald door per jaar 1.500 heronderzoeken extra uit te voeren (bovenop de jaarlijkse 6.000 heronderzoeken)
Onderbesteding ICT 2019
Door de herijking van de marktstrategie op de ICT dienstverlening voor het domein Werk en Inkomen is de vervanging van de applicatie Socrates in 2019 niet uit de startblokken gekomen bij Wigo4it. Dit zelfde geldt voor een aantal innovatieve ontwikkelingen welke vorig jaar zijn gepauzeerd. De resulterende onderbesteding is vrijgevallen in het algemeen beeld, maar is nu noodzakelijk in 2021 om weer voldoende snelheid te kunnen maken op de vernieuwing van de ICT van Werk en Inkomen.
Onttrekking aan de bestemmingsreserve BUIG
In de begrotingswijziging Actualisatie raming BUIG (zie hierboven) is toegelicht dat er in 2020 extra budget nodig is voor de verstrekking van bijstandsuitkeringen. In de Eerste Herziening werd hierop al geanticipeerd door de reserve BUIG te verhogen met € 17,6 mln. Nu is de omvang van de benodigde reserve BUIG geactualiseerd en is er meer duidelijkheid over de BUIG-lasten en -baten in 2020. Daarom wordt een onttrekking van € 15,25 mln aan de reserve BUIG voorgesteld. Met deze onttrekking worden de extra kosten in 2020 gedekt, en resteert er een reserve van € 20 mln om de risico’s voor 2021 af te dekken.
Rijksbijdrage TOZO
Dit betreft een inschatting van de toegezegde rijksbijdrage ter dekking van de uitvoeringskosten voor de TOZO regelingen.
Terugdraaien formatiebesparing ICT
Als gevolg van de herijking van de koers van de ICT-dienstverlening van Wigo4it, het afronden van het programma innovatie en het niet realiseren van de eerdere business case GALO (geautomatiseerde aanvraag levensonderhoud) zal de structureel ingeboekte formatiereductie bij Werk en Inkomen niet worden gerealiseerd. Het knelpunt wordt binnen Werk & Inkomen opgelost door enerzijds ruimte op het ICT budget in te zetten en anderzijds door inzet van de beschikbare middelen voor de verbetering van de dienstverlening.
Uitbreiding formatie vanwege hoger bijstandsvolume
De geactualiseerde meerjarenraming van het aantal bijstandsuitkeringen heeft gevolgen voor de omvang van de formatie. Op basis van de volumeontwikkeling en de zogeheten Berenschotnorm is de formatie voor dienstverlening aan werkzoekenden meerjarig aangepast. Binnen dit taakveld wordt in de jaren 2021 en 2022 circa € 8 mln extra beschikbaar gesteld, aflopend naar € 4,9 mln in 2023 en € 2 mln in 2024.
Levensvatbaarheidsonderzoeken
Met ingang van 1 januari 2020 is de financieringssystematiek van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004) vernieuwd. Onderdeel van deze vernieuwing is dat de levensvatbaarheidsonderzoeken die worden uitgevoerd in het kader van het Bbz 2004 niet meer worden bekostigd via de zogeheten specifieke uitkering BUIG, maar via het Gemeentefonds.
Technische wijzigingen
In taakveld Inkomensregelingen - Inkomen zijn er diverse technische wijzigingen geweest. Direct achter de technische wijziging is het effect op het saldo weergegeven. De grootste wijzigingen zijn de aanpassing kostenverdeling (- € 1,5 mln in 2021 tot € 1,1 mln in 2024), herverdeling budgetten Digitaliseringsagenda vanuit het programma Overhead (- € 3,2 mln in 2021 tot - € 3,3 mln in 2024), indexering van de budgetten (- € 1,1 mln structureel vanaf 2021), herverdeling van de budgetten arbeidskosten op basis van capaciteitsinzet (€ 2,6 mln in 2021 tot € 3,3 mln in 2024), overheveling van budget vanuit Arbeidsparticipatie - Werk ten behoeve van Samen op Zuid (- € 520 in 2020), overheveling budgetten arbeidskosten naar het programma Overhead ten behoeve van het uitbreiden van het clusterteam Informatiemanagement ( € 198 in 2021 tot 310 in 2024), het terugdraaien van het coalitieakkoord met betrekking tot uitvoeringskosten Individuele Inkomens Toeslag ( € 630 structureel vanaf 2023) en diverse kleine technische wijzigingen (€ 104 in 2020 tot € 154 in 2024).
Daarnaast is voor 2020 een voorlopige beschikking van het Ministerie SZW ontvangen voor Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandigen Ondernemers (TOZO). De begroting is hierop aangepast voor zowel de lasten als de baten met een bedrag van € 78,6 mln.
Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving
Omschrijving taakveld
Binnen het taakveld Inkomensregelingen biedt de gemeente inkomensondersteuning aan Rotterdammers die dit nodig hebben door het verstrekken van uitkeringen. Daarnaast vindt er binnen dit taakveld handhaving plaats, wat bijdraagt aan de rechtmatigheid van de verstrekte uitkeringen.
Dienstverlening is niet alleen een product of dienst die de gemeente biedt, maar ook de manier waarop ze deze product of dienst levert: de persoonlijke bejegening door de ambtenaar. De ambtenaren zijn attent en werken Rotterdammergericht: Ze handelen proactief, situationeel, passen het gedrag aan de klant en de omstandigheden aan. De dienstverlening is mensgericht. Het contact is vriendelijk, open, respectvol en beleefd. Ze luistert, leeft zich in in de situatie van de ander en zijn betrokken. Ze neemt persoonlijk contact op als de situatie erom vraagt. Ze is bereikbaar en service wordt geboden door een medewerker met kennis van zaken.
De dienstverlening is duidelijk. Er is inzicht in de servicenormen en hoe de gemeente daarop presteert. Informatie over de tevredenheid van de dienstverlening wordt gebruikt voor verbetering van de dienstverlening. De informatie is eenduidig, duidelijk, volledig, juist en actueel. Informatie over producten en diensten is digitaal beschikbaar of afneembaar.
Klachten en bezwaren worden gezien als een aanleiding om te leren hoe de dienstverlening aan de uitkeringsgerechtigden kan worden verbeterd. Fouten maken mag en zijn aanleiding om te verbeteren. Klachten gaan vaak over tijdigheid en kwaliteit van de organisatie en over de bejegening van ambtenaren. De klachten, met name bejegeningsklachten, worden tot een minimumniveau teruggedrongen.
Tot het taakveld Inkomensregelingen behoren:
- inkomensvoorzieningen en loonkostensubsidies op grond van de Participatiewet
- IOAW (Wet inkomensvoorzieningen oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers)
- IOAZ (Wet inkomensvoorzieningen oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen)
- kosten van levensonderhoud uit het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz 2004)
- kosten levensonderhoud voor startende ondernemers uit Bbz 2004