Ontwikkelingen

We werken aan een veerkrachtige organisatie. Een organisatie die op elk moment in kan spelen op (veranderende) context, opgaven en vragen van stad en burgers, wendbaar is en ruimte biedt om mee te bewegen.  HR draagt vanuit het eigen vakmanschap bij aan het realiseren van dit perspectief en stelt de organisatie in staat in te spelen op wat de omgeving vraagt en mee te bewegen met de noodzakelijke veranderingen. HR laat mensen opgavegericht, flexibel en hybride, mobiel en met plezier werken op de best passende locatie.  

De HRO-agenda geeft hierbij focus aan het personeelsbeleid van de gemeente Rotterdam en welke dienstverlening en ondersteuning de organisatie hierin kan verwachten van HR. Er wordt gewerkt met vier pijlers:

  • Rotterdams leiderschap verder brengen: inzet op permanente ontwikkeling van leidinggevenden (gesprek/dialoog, reflectie en voorbeeldgedrag)
  • optimale inzet: investeren in de ontwikkeling van medewerkers om nu en in de toekomst de juiste medewerkers in dienst te hebben
  • inclusieve organisatie: gemeente Rotterdam wil een inclusieve organisatie zijn, een afspiegeling van de stad. Hierbij kunnen alle medewerkers vanuit de eigen talenten en kwaliteiten een bijdrage leveren
  • werkplezier: meer mensen met plezier en gezond aan het werk

De opgaven van stad en clusters zijn leidend. HR adviseert en ondersteunt de organisatie. We geven daarbij ook ruimte voor de stem van de medewerker, rechtstreeks, via het management, de medezeggenschap en de HR professional. HR verzilvert en verbreedt nieuwe aanpakken en werkwijzen die hun waarde hebben bewezen. Denk daarbij aan het Klussenplein, verder ontwikkelen MijnHR, het instrumentarium rondom capaciteitsvraagstukken en loopbaanontwikkeling. Daarbij leren we van lessen uit het verleden en wordt waar nodig beleid, instrumenten en werkwijzen aangepast of vernieuwd.

Arbeidskosten

Tweede Herziening 2020

image

De 2e Herziening 2020 laat ten opzichte van de 1e Herziening 2020 een stijging van de begrote arbeidskosten zien van € 20,4 mln. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn extra inzet tbv Corona (Volksgezondheid en zorg), extra vraag vanuit de markt en organisatie (Stedelijke inrichting en Overhead), inrichting nieuwe organisatieonderdelen (centrale punt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling) en actualisaties naar aanleiding van de laatste prognose inzichten. Tevens is de begroting van het Veiligheidshuis verwerkt.

De grootste mutaties worden hieronder toegelicht, evenals in de bijlage ‘toelichting arbeidskosten 2e herziening 2020’.

Loonkosten

De loonkosten stijgen met € 8,2 mln. De stijging van de begrote loonkosten is met name zichtbaar bij de programma’s Werk en inkomen, Beheer van de stad, Openbare orde en veiligheid, Verkeer en vervoer, Volksgezondheid en zorg.

  • Werk en inkomen (+ €1,9 mln): er heeft een bijstelling plaatsgevonden waarbij inhuurbudgetten naar loonkostenbudgetten zijn overgeheveld. In 2020 zijn veel inhuurcontracten omgezet in een arbeidsovereenkomst naar aanleiding van de motie 'zeker van een baan' en in verband met de behoefte om een andere verhouding personeel / inhuur tot stand te brengen
  • Beheer van de stad (+ €1,2 mln): het budget is opgehoogd in verband met (extra) inzet van medewerkers reiniging en de detachering van medewerkers bij het projectenbureau voor het project Circulair
  • Openbare orde en veiligheid (+ €1,2 mln): de bijstelling komt grotendeels doordat het jaarplan van het Veiligheidshuis is ingevoerd. In het jaarplan staan extra personeelslasten. De gemeente heeft hier slechts een kassiersfunctie
  • Verkeer en vervoer (+ €860K): Een deel van de bijstelling is het gevolg van het in lijn brengen van de begroting met de prognose. Daarnaast is het loonkostenbudget opgehoogd ten behoeve van uitbreiding van formatie. Dit is bedoeld voor inzet van personeel voor uitbreiding van werkzaamheden met betrekking tot betaald parkeren
  • Volksgezondheid en zorg (+ €2,7 mln): het budget is opgehoogd in verband met de vorming van het centrale punt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Bij Vraagwijzer is het personeelsbudget bijgesteld in verband met het in dienst nemen van inhuurkrachten. Tevens moest budget toegevoegd worden als gevolg van extra kosten door de coronacrisis. Tenslotte is er extra behoefte aan tijdelijk personeel om automatisering te optimaliseren (Doorontwikkeling Informatiemanagement)

 

Inhuur

De begrote inhuur stijgt met € 12,3 mln. De stijging zit voornamelijk bij Maatschappelijke ondersteuning, Stedelijke inrichting en ontwikkeling, Volksgezondheid en zorg en Overhead.

  • Maatschappelijke ondersteuning (+ €2,4 mln): Nu bij de 2e herziening bestaat een stabiel beeld van het expertiseteam financiën en op basis daarvan is het nu goed in de begroting gezet. Daarnaast zijn de budgetten op basis van de laatste prognoses aangepast bij Jeugd en Prestatie010
  • Stedelijke inrichting en ontwikkeling (+ €4 mln): in verband met moeilijk vervulbare vacatures en actualisatie van het werkpakket (vraag uit de markt) is het inhuurbudget opgehoogd. Zo is extra inzet benodigd i.h.k.v. de wateropgaves en de omgevinsgwet. Bij Vastgoed gaat het ook nog om projectwerkzaamheden en specifieke deskundigheid die benodigd is waardoor het inhuurbudget is opgehoogd
  • Volksgezondheid en zorg (+ €3 mln): als gevolg van de coronacrisis is capaciteit benodigd voor de teststraten en bron- en contactonderzoek.
  • Overhead (+ €1,9 mln): het inhuurbudget bij ICT is bijgesteld als gevolg van verscheidene (kleinere) projecten. Het gaat hier om tijdelijke projecten en vaak ook om specifieke kennis die niet in huis is

 

Omvang van arbeidskosten inclusief inhuurlasten op inkoop en uitbestede werkzaamheden

Het begrote percentage externe inhuur ten opzichte van de totale begrote arbeidskosten komt op 10,8% (ten opzichte van 9,8% bij de 1e herziening 2020). De inhuur op inkoop en uitbestede werkzaamheden, waar u eerder al over geïnformeerd bent, is hier niet bij inbegrepen. Deze worden niet apart als inhuur begroot.

Onderstaande grafiek geeft -conform toezegging 20bb7662- naast de realisatie 2019 en de begrotingsstanden bij de 2e herziening 2020 een indicatie van de verwachte uitgaven aan inhuur in de categorie inkoop en uitbestede werkzaamheden.

image

* verwachte uitgaven inhuur bij inkoop en uitbestede werkzaamheden op basis van de realisatie in 2020 t/m augustus (€ 8,5 mln)

Op basis van de bedragen in bovenstaande grafiek komt het percentage externe inhuur uit op 11,8%.

Meerjarige begroting 2021

image

De begrote arbeidskosten in 2021 zijn ruim € 1 mld. Het betreft € 947 mln loonkosten en € 82 mln kosten voor externe inhuur. De stijging van loonkosten wordt voornamelijk veroorzaakt door het in dienst nemen van inhuurkrachten en de doorwerking van de cao gemeenteambtenaren (2019-2020) tezamen met de raming van het CPB ‘prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers’.

Naast het in dienst nemen van inhuurkrachten wordt de daling van het inhuurbudget voornamelijk veroorzaakt doordat er minder is opgenomen voor de inzet van inhuurkrachten als gevolg van de coronacrisis, wordt uitgegaan van een cao akkoord voor Nieuw beschut in 2021 en is nog niet alle vraag vanuit de organisatie bekend (waarvoor inhuur benodigd is).

Loonkosten

De stijging van de begrote loonkosten (€ 27,9 mln) in 2021 ten opzichte van de 2e herziening 2020 zit vooral bij de programma’s Werk en inkomen en Stedelijke inrichting en ontwikkeling.

  • Werk en inkomen (+ €12,3 mln): de hogere loonkosten zijn met name het gevolg van uitbreiding van de formatie die nodig is om de stijging van het bijstandsvolume te kunnen verwerken. In de loop van 2021 zal duidelijk worden welke deel van de formatie met inhuur en welk deel met vaste krachten kan worden ingevuld. Verder betreft de mutatie de overheveling van de medewerkers van onze deelneming (Ontwikkelingsmaatschappij Rijnmond BV) die per 1 juli 2020 in dienst zijn gekomen bij gemeente Rotterdam (onderdeel Rotterdam Inclusief). Daarnaast is er sprake van een verschuiving van inhuur naar loon als gevolg van de uitvoering van de motie ‘Zeker zijn van een baan’ (inhuurkrachten die per 1 mei 2020 twee jaar of langer werden ingehuurd bij Werk & Inkomen is een aanbod van een vast dienstverband gedaan)
  • Stedelijke inrichting en ontwikkeling (+ 4,8 mln): Naast de doorwerking van de cao is er ook sprake van uitbreiding van werkzaamheden en omzetten van inhuur naar vaste formatie

Inhuur

De begrote kosten voor externe inhuur in 2021 laten ten opzichte van de 2e herziening 2020 een daling zien van € 28,6 mln. De daling van de begrote inhuurkosten zit met name bij Werk en inkomen, Stedelijke inrichting en ontwikkeling, Maatschappelijke ondersteuning, Volksgezondheid en zorg en Overhead.

  • Werk en inkomen (€ -13,5 mln): de mutatie voor de inhuurkosten is (o.a.) het gevolg van de uitvoering van de motie ‘Zeker zijn van een baan’ (inhuurkrachten die per 1 mei 2020 twee jaar of langer werden ingehuurd bij Werk & Inkomen is een aanbod van een vast dienstverband gedaan). Daarnaast wordt in de begroting uitgegaan van een cao akkoord voor Nieuw beschut in 2021 en is er een lager bedrag opgenomen voor de uitvoering van de Tozo regelingen
  • Stedelijke inrichting en ontwikkeling (€ -2,2 mln): de bijstelling is het gevolg van actualisatie van het werkpakket en het in dienst nemen van inhuurkrachten
  • Maatschappelijke ondersteuning (- € 3,8 mln): vanwege bepaalde onzekerheden omtrent het expertise team financiën bij de Kredietbank (inhuur of vast personeel) zijn de kosten nog niet verwerkt in de begroting 2021. Daarnaast is inhuurbudget bij Prestatie010 omgezet in loonkostenbudget
  • Volksgezondheid en zorg (- €4,8 mln): de inhuur in verband met de coronacrisis (teststraten en bron- en contactonderzoek) die nu in de begroting staat is niet meegenomen voor 2021. Dit geldt ook voor de extra inhuur voor het terugdringen van de werkvoorraad WMO omdat daar vooralsnog geen aanleiding toe is
  • Overhead (- € 2,1 mln): de inhuur komt in de begroting 2021 vooralsnog lager uit. Dit zit bij ICT en Communicatie. Omdat nu voor een deel niet duidelijk is welke vraag er vanuit de organisatie zal komen, is het inhuurbudget voor 2021 lager. Daarnaast is ook het budget voor beveiligers aangepast i.v.m. minder benodigde inzet

 

Arbeidskosten (x € 1.000)
Programma
Realisatie
2019
Begroting
2020
(stand 2e
herziening)
Begroting
2021
Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Algemene middelen 14.638 15.997 15.733 15.733 15.762 15.762
Beheer van de stad 120.191 123.393 123.861 123.490 123.560 123.560
Bestuur en dienstverlening 45.811 46.901 48.115 47.768 47.530 47.530
Cultuur, sport en recreatie 9.367 10.251 10.524 10.493 10.086 10.086
Economische Zaken 6.571 7.235 7.677 7.645 7.645 7.531
Maatschappelijke Ondersteuning 44.499 47.371 44.773 44.273 43.243 41.881
Onderwijs 14.642 14.849 15.182 15.081 15.081 15.081
Openbare orde en veiligheid 64.240 59.940 59.066 59.468 59.392 58.087
Overhead 323.018 336.116 337.757 337.863 332.549 331.867
Stedelijke inrichting en ontwikkeling 124.406 132.312 134.968 135.022 137.732 135.908
Verkeer en Vervoer 19.271 27.454 29.109 28.528 28.851 28.851
Volksgezondheid en zorg 81.210 89.237 84.773 82.665 81.849 81.564
Werk en inkomen 112.600 119.194 117.989 118.227 115.327 112.326
Totaal 980.465 1.030.250 1.029.527 1.026.256 1.018.606 1.010.033
Loonkosten (x € 1.000)
Programma
Realisatie
2019
Begroting
2020
(stand 2e
herziening)
Begroting
2021
Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Algemene middelen 13.800 15.128 15.220 15.238 15.267 15.267
Beheer van de stad 113.144 115.875 116.921 116.550 116.620 116.620
Bestuur en dienstverlening 43.845 44.945 46.798 46.492 46.253 46.253
Cultuur, sport en recreatie 9.091 9.786 10.130 10.099 9.691 9.691
Economische Zaken 6.534 6.932 7.424 7.419 7.419 7.305
Maatschappelijke Ondersteuning 36.894 41.566 42.730 42.216 41.827 40.465
Onderwijs 13.794 14.409 14.654 14.606 14.606 14.606
Openbare orde en veiligheid 58.085 58.133 58.800 59.202 59.126 57.820
Overhead 290.841 307.749 311.441 311.603 307.209 307.127
Stedelijke inrichting en ontwikkeling 100.701 112.462 117.273 117.273 117.004 117.004
Verkeer en Vervoer 18.256 25.881 26.691 25.320 25.338 25.338
Volksgezondheid en zorg 74.925 80.328 80.704 78.580 77.765 77.570
Werk en inkomen 77.117 86.273 98.592 99.356 100.782 98.693
Totaal 857.027 919.469 947.379 943.954 938.907 933.759
Externe inhuur (x € 1.000)
Programma
Realisatie
2019
Begroting
2020
(stand 2e
herziening)
Begroting
2021
Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Algemene middelen 838 869 512 496 496 496
Beheer van de stad 7.047 7.518 6.940 6.940 6.940 6.940
Bestuur en dienstverlening 1.966 1.955 1.317 1.277 1.277 1.277
Cultuur, sport en recreatie 276 465 394 394 394 394
Economische Zaken 37 303 253 226 226 226
Maatschappelijke Ondersteuning 7.605 5.805 2.043 2.057 1.416 1.416
Onderwijs 848 440 528 475 475 475
Openbare orde en veiligheid 6.156 1.807 266 266 266 266
Overhead 32.178 28.367 26.317 26.260 25.340 24.740
Stedelijke inrichting en ontwikkeling 23.705 19.850 17.695 17.749 20.728 18.905
Verkeer en Vervoer 1.015 1.573 2.417 3.208 3.513 3.513
Volksgezondheid en zorg 6.285 8.909 4.069 4.085 4.084 3.994
Werk en inkomen 35.484 32.921 19.396 18.871 14.545 13.633
Totaal 123.438 110.782 82.148 82.303 79.700 76.274

Formatie en bezetting (in fte)

(formatie is groen, bezetting is blauw)              

image

Ten opzichte van de 1e herziening 2020 is de formatie met 248 fte gestegen naar 11.995 fte. Het grootste deel van de bijstelling van de formatie zit bij programma Werk en inkomen. Het is het gevolg van de indiensttreding van medewerkers van Magis010 en inhuurkrachten bij gemeente Rotterdam. Dat is hiermee in de formatie verwerkt. Daarnaast hebben nog (kleinere) bijstellingen plaatsgevonden bij diverse programma’s.

De bezetting is hoger dan de formatie. De verklaring hiervoor ligt voornamelijk binnen het programma Overhead: sommige medewerkers (bijvoorbeeld trainees, projectenpool, medewerkers met een tijdelijk contract) zijn wel opgenomen in de bezetting, maar niet in de formatie. Hiervoor zijn de budgetten wel aanwezig.

image

(formatie is groen, bezetting is blauw)

De formatie voor 2021 komt bij de begroting uit op 11.921 fte. In de begroting voor 2021 zijn de begrote kosten voor personeel opgenomen. Voor een deel van de stijging van de loonkosten is de vertaling naar de daaraan gerelateerde fte nog niet gedaan.

Verzuim

image

De intensivering van de verzuimaanpak zorgt al vanaf 2018 voor een dalende trend. Ook in de 2e herziening van 2020 is het verzuimpercentage weer verder gedaald naar 5,9%, een daling van 0,4 procentpunt ten opzichte van eind 2019.

Het is nog onduidelijk wat het effect van de coronacrisis en het daaruitvolgende thuiswerken is op de verzuimcijfers. Sinds de coronacrisis is veel extra aandacht besteed aan veilig, gezond en met plezier thuiswerken. Om de eventuele gezondheidsrisico’s van thuiswerken te beperken wordt (via leidinggevenden en arbo) actief gestuurd op het faciliteren van een goede thuiswerkplek en worden de benodigde middelen beschikbaar gesteld. Voor medewerkers met fysieke en of mentale klachten is er extra hulpverlening vanuit arbo, bedrijfsmaatschappelijk werk en bedrijfsfysiotherapie georganiseerd. Leidinggevenden worden actief ondersteund met informatie en middelen om het thuiswerken te faciliteren.

We blijven daarom nu en in 2021 met onze verzuimaanpak onverminderd inzetten op het bevorderen van duurzame inzetbaarheid (vitaliteit en werkplezier) en het verder terugdringen van het verzuim.

Daarbij ligt het zwaartepunt van de verzuimaanpak bij de ontwikkeling van leidinggevenden, zodat die beter in staat zijn hun rol goed in te vullen. Managementaandacht op alle niveaus is cruciaal en aandacht voor de medewerker, sfeer en werkplezier zijn in dit corona-tijdperk nog belangrijker dan voorheen. Mede doordat onbekend is wat het thuiswerken voor effect heeft op het verzuim op (middel)lange termijn, is de verzuimnorm voor 2021 ook 5,7%.

Daarnaast wordt ingezet op het verbeteren van de verzuimketen:

  • extra inzet op re-integratie bij (extra) lang verzuim en het begeleiden van re-integrerende medewerkers die niet terug kunnen keren in hun eigen functie
  • versterken samenwerking arbo, bedrijfsartsen, bedrijfsmaatschappelijk werk, fysiotherapie en psychologen, HR en leidinggevenden
  • er is een uitgebreid en overzichtelijk aanbod beschikbaar voor medewerkers en leidinggevenden op het gebied van vitaliteit en gezondheid (vitaliteitsmenukaart). Ook wordt extra ingezet op het beperken van uitval door werkdruk en begeleiding bij burn-out
  • datagedreven inzet bij sturing op verzuimproces en ook gericht op inzet re-integratiekandidaten (eventueel als alternatief voor inhuur)

 

 

Bijlage arbeidskosten

Bijlage arbeidskosten

Verplichte BBV Indicatoren Begroting 2020

Formatie: fte per 1.000 inwoners

image

De KPI is hoger dan bij de oorspronkelijke begroting 2020 door een stijging in de formatie. Deze stijging is grotendeels het resultaat van extern ingehuurde medewerkers die een arbeidscontract aangeboden hebben gekregen.

Externe inhuur: kosten als percentage van de arbeidskosten

image

Overhead (% van totale lasten)

image

De KPI is in de vergelijking met de andere G4 gemeenten hoger. Het vergelijken van deze KPI blijft moeilijk. In Rotterdam is de bedrijfsvoering centraler georganiseerd en worden hierdoor meer kosten tot de overhead gerekend dan in de andere G4-gemeenten. Daarnaast zijn BBV-regels verschillend uitgewerkt, bijv. de berekening van clusterondersteuning en de toerekening van overhead aan investeringsprojecten.

Apparaatskosten (kosten per inwoner)

image