Ruimtelijke ordening - Ontwikkeling

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Ontwikkelen van een integrale omgevingsvisie en strategie voor de ontwikkeling en groei van de stad.

Zorgen voor de implementatie van de Omgevingswet.

Zorgen voor actuele, flexibele en toekomstgerichte juridische kaders voor de ontwikkeling van de stad.

De gemeente ligt op schema om de Omgevingswet goed te implementeren. 20 mei jl. is de datum inwerkingtreding met een jaar verschoven naar 1 januari 2022. Deze datum geeft voldoende ruimte om het wetgevingsproces af te ronden, om het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) op te leveren, de regelgeving goed te implementeren en er mee te oefenen.

Naar aanleiding van het uitstel is nooit gas teruggenomen als het gaat om het ontwikkelen van de instrumenten. Tevens wordt reeds nagedacht over de borging van de processen in de organisatie na 1-1-2022. De organisatie moet dan gesteld staan met en om binnen de kaders van de Omgevingswet te werken evenals de samenwerking met partners van de gemeente zoals de DCMR. Voorts ligt er dan een organisatievoorstel om het Werkend Stelsel te borgen in het concern (visie, plan, programma’s, beleidsatlas) zodat aanpassingen in beleid en regelgeving kunnen worden gepast of inpasbaar zijn.   

De reden dat het college heeft gelobbyd voor uitstel van de datum invoering was om de oorspronkelijke implementatietijd te kunnen behouden die is vastgesteld in het bestuursakkoord.

Ontwikkelingen 2021-2024

In 2022 wordt de Omgevingswet van kracht. Deze wet heeft grote gevolgen voor het ruimtelijk beleid. De twee belangrijkste instrumenten voor gemeenten van deze nieuwe wet zijn de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan (deze zal de bestemmingsplannen vervangen). De implementatie van de Omgevingswet is een concernbrede opgave, gericht op de vier maatschappelijke verbeterdoelen van de wet (hieronder omschreven onder Implementatie Omgevingswet). Een belangrijke opgave die hier onder valt is het voorsorteren op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Wat willen we bereiken

Een goede implementatie van de Omgevingswet

Een goede doorwerking van de Omgevingsvisie

Omgevingsplan Rotterdam

Wat gaan we daar voor doen

Implementatie van de Omgevingswet

Omgevingsplan

Wat kost het

Overzicht van baten en lasten Ruimtelijke Ordening - OntwikkelingRealisatie 2019Begroting
2020 (2e Herz.)
Begroting
2021
Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Baten exclusief reserves2.7814.500768768768768

Bijdragen rijk en medeoverheden 2.663 4.500 768 768 768 768
Overige opbrengsten derden 118 0 0 0 0 0
Overige baten 0 0 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves9.39512.5078.4747.9987.5257.611

Apparaatslasten 16.046 18.846 19.569 19.498 19.529 19.328
Inhuur 2.797 3.103 3.397 3.327 3.377 3.177
Overige apparaatslasten 411 286 343 343 343 343
Personeel 12.839 15.458 15.828 15.828 15.808 15.808
Intern resultaat -11.207 -13.512 -14.541 -14.473 -14.473 -14.187
Intern resultaat -11.207 -13.512 -14.541 -14.473 -14.473 -14.187
Programmalasten 4.556 7.172 3.446 2.973 2.469 2.469
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 4.556 7.172 3.446 2.973 2.469 2.469
Overige programmalasten 0 0 0 0 0 0
Saldo voor vpb en reserveringen -6.614 -8.007 -7.706 -7.230 -6.757 -6.843
Saldo voor reserveringen -6.614 -8.007 -7.706 -7.230 -6.757 -6.843
Reserves10220202000

Onttrekking reserves 102 20 20 20 0 0
Saldo -6.512 -7.987 -7.687 -7.211 -6.757 -6.843

Financiële bijstellingen

2e HerzieningBegroting 2021
Bijstellingen Ruimtelijke Ordening - OntwikkelingBegroting 2020Begroting 2021Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Eerste Herziening 2020 -7.186 -6.923 -6.725 -9.108 -9.108
Bijstellingen Tweede Herziening 2020 / Begroting 2021 -801 -764 -486 2.351 2.266
Concernbrede lagere overige arbeidskosten Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 56 0 0 0 0
Intensivering Milieutaken Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 176 176 0 0
Bestemmingsreserve Bodem Reserves 0 0 0 0 0
Bestemmingsreserve Doorontwikkeling Organisatie Reserves 0 20 20 0 0
Bestemmingsreserve Energietransitie Reserves 0 0 0 0 0
Taakmutaties Gemeentefonds Taakmutaties 0 0 0 0 0
Technische wijzigingen Technische wijzigingen -857 -960 -682 2.351 2.266
Begroting na wijzigingen -7.987 -7.687 -7.211 -6.757 -6.843

Toelichting financiële bijstellingen

Concernbrede lagere overige arbeidskosten

Vanwege corona wordt er in 2020 minder gebruik gemaakt van het budget voor opleidingen, reizen en catering. De begroting is hierop aangepast.

 

Intensivering Milieutaken

Het aantal complexe vraagstukken op het gebied van gezondheid en de leefomgevingskwaliteit neemt toe. Dit wordt o.a. veroorzaakt door landelijke milieudossiers zoals PAS (stikstof) en PFAS (diverse zorgwekkende stoffen), implementatie van de omgevingswet en verdichting van de stad. Hiervoor is in de Begroting 2021 € 660 aan middelen beschikbaar gesteld voor meer advies- en beleidscapaciteit op de uitvoering van wettelijke taken. Binnen het programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling is de begroting hierop bijgesteld (taakvelden Ruimtelijke ordening en ontwikkeling, Wonen en bouwen, Milieubeheer-Duurzaam, bodem, geluid en handhaving). Voor het taakveld Ruimtelijke ordening en Ontwikkeling is voor capaciteit op de uitvoering van wettelijke taken € 515 beschikbaar gesteld.

 

Bestemmingsreserve Bodem

Op dit taakveld zijn in 2024 inhuurlasten begroot met dekking uit de bestemmingsreserve Bodem, terwijl de middelen niet beschikbaar zijn. De begroting wordt hierop bijgesteld. Het inhuurlastenbudget en de dekking uit de bestemmingsreserve Bodem worden met € 421 verlaagd. Vanuit het Rijk worden nieuwe middelen ontvangen die in de 1e Herziening 2021 worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve Bodem.

 

Bestemmingsreserve Doorontwikkeling Organisatie

De onttrekking vanuit de bestemmingsreserve Doorontwikkeling Organisatie begroot op het taakveld Wonen en bouwen dient als dekking voor personele lasten in 2021 en 2022 (€ 20). In de begroting wordt deze onttrekking overgeheveld naar het taakveld Ruimtelijke ordening - Ontwikkeling, waar de personele lasten zijn begroot. Het effect op het saldo binnen het programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling is budgetneutraal.

 

Bestemmingsreserve Energietransitie

Het uitvoeringsplan Energietransitie is geactualiseerd en in de begroting 2020 en verder opgenomen. Voor 2021-2022 zijn er in totaal 36 lopende en 15 nieuwe programma's en projecten, die gemeentebreed gedekt worden door het Energietransitiebudget. Meer gedetailleerde informatie over de Energietransitie en haar projecten is opgenomen in de paragraaf Energietransitie.

 

Taakmutaties Gemeentefonds

In de Koersnota Schone Lucht zijn de maatregelen beschreven om de knelpunten luchtkwaliteit op te lossen in 2020 en voor de lange termijn te werken aan de verder verbetering van de luchtkwaliteit. De belangrijkste maatregel om het knelpunt op te lossen is de maatregel Experimenten Maastunnelcorridor. Er is een stappenplan ontwikkeld dat uiteindelijk moet leiden tot het vrijmaken van een rijstrook in de Maastunnelcorridor. Voor een verdere verbetering is er een subsidieregeling om de logistiek van de bouw te verschonen. De begroting 2021 wordt hierop bijgesteld. De lasten en de dekking uit de Taakmutaties Gemeentefonds Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit worden met € 1,1 mln naar boven bijgesteld.

 

Technische wijzigingen

Op taakveld Ruimtelijke ordening - Ontwikkeling zijn er diverse technische wijzigingen geweest (van -€ 857 in 2020 tot € 2,3 mln in 2024). De grootste wijzigingen zijn:

  • een actualisatie capaciteitsplanning (-€ 576 in 2020 oplopend naar € 2.342 in 2024).
  • een budgetoverheveling van en naar diverse taakvelden binnen het programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling (-€ 122 in 2020, € 423 in 2022 tot en met 2024).
  • een doorbelasting overhead van projecten vanuit het taakveld Overhead (-€ 99 in 2020 oplopend naar -€ 666 in 2024).
  • een indexering (€ 171 in 2021 aflopend naar € 167 in 2024).
  • diverse kleine technische wijzigingen (-€ 60 in 2020).

Omschrijving taakveld

Doel is het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rotterdam, zodat het voor alle Rotterdammers, bezoekers, ondernemingen en ondernemers fijn wonen, leven, verplaatsen, ontmoeten, werken en recreëren is vandaag, morgen en overmorgen. Goede en effectieve kaders voor de fysieke leefomgeving dragen bij aan een goede ontwikkeling van Rotterdam met het oog op de groei van de stad, rekening houdend met gewenste transities in de stad.

De stad zal de komende jaren verder groeien en te maken krijgen met grote transities. Richting het einde van de collegeperiode zal het aantal inwoners snel gaan toenemen, we zullen vele woningen en daarbij behorende infrastructuren moeten bouwen. Tegelijk zullen we ons hele energiesysteem op de schop moeten nemen, materiaalstromen in de stad circulair gaan maken, de stad verder uitrusten voor de veranderingen in de digitale wereld, de stad toerusten voor wateroverlast en hittestress en de mobiliteitsstromen naar OV en fiets moeten kanaliseren. Deze groei en verandering van de stad betekent een grote ruimtelijke opgave, waarbij de bouw van nieuwe woningen gepaard zal moeten gaan met de bouw van (maatschappelijke) voorzieningen, kwalitatief hoogwaardig groen, genoeg plek voor energieopwekking,-opslag en -transport, een goede bereikbaarheid en voldoende werkgelegenheid. We anticiperen daarbij op ontwikkelingen op het gebied van klimaat, bevolkingssamenstelling en economische vernieuwing. Dit vraagt een ruimtelijke visie en ruimtelijke kaders, waarmee de gemeente richting geeft aan de ontwikkeling van een duurzame stad waarin het prettig wonen, werken en verblijven is. Deze visie krijgt de vorm van een omgevingsvisie, conform de eisen van de nieuwe Omgevingswet. Daarbij worden alle aspecten die de fysieke leefomgeving beïnvloeden in samenhang bezien.

De Omgevingswet bundelt de wetgeving en regels voor de fysieke leefomgeving. Vanaf 1 januari 2022 is er één integrale wet voor zaken als bodem, geluid, lucht, milieu, water, ruimtelijke ordening, monumentenzorg, natuur en gezondheid. Tot 2029 hebben we de tijd om helemaal in de geest van de wet te gaan werken. Die tijd is ook nodig, het is de grootste wetswijziging sinds de invoering van de Grondwet in 1848. De invoering van de wet gaat met veel veranderingen gepaard, maar de belangrijkste liggen op de volgende terreinen:

Andere manier van werken

De Omgevingswet vraagt vooral een andere manier van denken, werken en handelen. Van de stad maar ook van onze gemeentelijke organisatie. Integraal samenwerken binnen deze organisatie, collegaoverheden, partners in de stad en bewoners. En daarnaast denken, redeneren en handelen vanuit het principe ‘ja-mits’ en procesgeoriënteerd. Een cultuurverandering waar de gemeente al langer mee bezig zijn en die we versterkt door moeten zetten.

Digitaal Stelsel Omgevingswet

Voor de nieuwe wet wordt landelijk een Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ontwikkeld. Het DSO heeft voor de gebruiker de vorm van één digitaal loket. Het brengt alle relevante informatie over de fysieke leefomgeving bij elkaar die voor iedereen inzichtelijk is. Daarnaast kunnen bewoners, bedrijven en overheden via dit loket meldingen doorgeven of een vergunning aanvragen.

Kerninstrumenten

De Omgevingswet kent een aantal nieuwe instrumenten waar we als gemeente mee gaan werken. De belangrijkste zijn de volgende:

  • Omgevingsvisie (een samenhangende (integrale) strategische richting voor de fysieke leefomgeving. (Omgevings)programma’s (plannen waarmee we de veranderingen uit de omgevingsvisie concreet maken in de vorm van maatregelen).
  • Omgevingsplan (dit plan bevat alle regels over de fysieke leefomgeving die de gemeente stelt binnen haar grondgebied. Het is de opvolger van onder andere de huidige bestemmingsplannen en verordeningen, maar krijgt een veel bredere inhoud).