Milieubeheer - Duurzaam, bodem, geluid en handhaving

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Het realiseren van de energietransitie (gezamenlijk met alle betrokken partijen in en rondom de stad) om te voldoen aan doelen van het Parijs akkoord en zorgen dat economische kansen worden benut.

Het realiseren van een betere luchtkwaliteit vanwege de sterke relatie tussen de luchtkwaliteit en de gezondheid en de bijdrage aan de aantrekkelijkheid van de stad.

Regisseren van het stimuleren van circulariteit in het grondstoffengebruik binnen de stad (verminderen gebruik grondstoffen, hergebruik en recyclen van afval).

Het realiseren van een klimaatadaptieve stad.

Ook 2021 stond in het teken van de pandemie. Het belang van gezondheid en veiligheid zijn door de crisis hoog op de agenda gekomen. Corona heeft ook duidelijk gemaakt hoe belangrijk een gezonde en prettige woon- en leefomgeving is. Mede op basis hiervan zijn de doelen op het gebied van (collegetarget) luchtkwaliteit, geluid, bodem en omgevingsveiligheid zijn geformuleerd. Aandacht voor deze thema’s is onverkort van belang.

De ambitie om in deze collegeperiode 18.000 woningen te realiseren binnen bestaand gebied, maakt dat ook gebouwd moet worden op locaties nabij snel-, spoor- en vaarwegen of industrieterreinen. Op deze locaties hebben we te maken met opgaven op het gebied van luchtkwaliteit, geluid, bodem en externe veiligheid. Daarom zijn en worden deskundigen op het gebied van milieu en duurzaamheid nadrukkelijker dan in het verleden betrokken bij hoe we de bestaande stad en de ontwikkellocaties zo vormgeven en inrichten dat sprake is van een gezonde leefomgeving.

De collegetarget ’Een betere luchtkwaliteit met het oog op gezondheid en vanaf 2020 geen straten meer waar de Europese gezondheidsnorm voor NO2 wordt overschreden’ is in deze collegeperiode gerealiseerd. Overal in Rotterdam wordt voldaan aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit. Naast de door Rotterdam genomen maatregelen heeft ook de coronacrisis een positieve, tijdelijke invloed hierop gehad. De impact van de coronacrisis is naar verwachting echter tijdelijk. Afgelopen zomer bleek dat het aantal voertuigbewegingen weer toenam nadat beperkende maatregelen werden opgeheven. Bij een verder aantrekkende economie blijven de maatregelen uit de Koersnota Schone Lucht noodzakelijk.

Het collegetarget om de jaarlijkse Rotterdamse uitstoot van CO2 deze collegeperiode om te buigen naar een dalende trend is gerealiseerd. De rapportage van de DCMR laat zien dat de jarenlange stijging van de Rotterdamse CO2-uitstoot is omgebogen naar een gestaag dalende trend. De DCMR verwacht dat de uitstoot in 2021 ten opzichte van 2017 met tenminste 1Mton ton zal zijn gedaald. Op basis van de DCMR-doorrekening van de Rotterdamse klimaataanpak, zet de dalende trend in de komende jaren door tot minimaal 9 Mton minder CO2-uitstoot in 2030.

Deze collegeperiode zijn in Rotterdam in totaal 12.000 woningequivalenten aangesloten op stadsverwarming dan wel voorbereid op aardgasvrij. In Rotterdam zijn daarnaast tot en met 2020 ruim 7.500 woningen verduurzaamd. Bij ongeveer 5.500 van deze woningen gaat het om een verbetering van het energielabel of de energie-index van corporatiewoningen. Dit komt door een mix van maatregelen zoals isolatie van het gebouw en de verduurzaming van de energiebron.

De hoge energieprijzen dit jaar hebben het belang van een betaalbaar energiesysteem nog eens extra benadrukt. Vanwege het groeiende aantal Rotterdammers dat moeite heeft gekregen met het betalen
van de energierekening kregen we extra compensatie van het Rijk om maatregelen en activiteiten op te schalen tegen energiearmoede. Hiernaast hebben we in 2021 een kwantitatieve data-analyse uitgevoerd naar de omvang en geografische spreiding van energiearmoede door de stad. Dit gaf ons veel inzicht in de focus op bepaalde wijken en doelgroepen. In 2021 hebben we tevens vanuit de Regeling Reductie Energiegebruik (RRE) energieboxen en vanuit uitvoeringsplan energietransitie energie coaching aangeboden, specifiek gericht op de Rotterdammers met een laag inkomen. Om deze inzet in 2022 te kunnen continueren en vergroten, zijn in 2021 voorbereiding getroffen.

Het investerend vermogen en de koopkracht van Rotterdammers zijn juist nu belangrijk. Hier hebben we extra aandacht voor gehad door enerzijds te blijven investeren in de bedrijven en werkgelegenheid van de toekomst. Maar ook juist door in te zetten op de arbeidsintensieve werkzaamheden in de gebouwde omgeving. Met deze inzet wordt – in lijn met de Rotterdamse Werkgelegenheidsparagraaf – werkzoekende in een uitkeringssituatie perspectief op werk geboden, door samen met betrokken werkgevers in een zo vroeg mogelijk stadium verwachte personeelstekorten aan te pakken. Een concreet voorbeeld hiervoor is het Energiehuis Reyeroord, dat (mede) fungeert als leerpraktijkcentrum. Werkzoekenden konden hier terecht voor leer/werk-trajecten om aan de slag te gaan in het werk dat ontstaat door de transitie naar aardgasvrije woonwijken.

Het Energietransitiefonds is eind 2020 opgericht. Naast lening-regelingen voor particulieren en organisaties heeft het fonds 100 miljoen euro beschikbaar aan revolverende financiering beschikbaar voor duurzame investeringen die bijdragen aan de reductie van de uitstoot van CO2, de verbetering van de luchtkwaliteit en het verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen in Rotterdam. Het fondsbeheer wordt uitgevoerd door Innovation Quarter. In 2021 is de eerste investering gedaan van 6 miljoen euro in het bedrijf Umincorp. Dankzij de technologie van Umincorp gaat minder plastic de verbrandingsoven in en wordt er meer plastic van hogere kwaliteit gewonnen uit huisafval. Dit is niet alleen goed voor de ontwikkeling van de Rotterdamse circulaire economie, maar ook voor de lokale werkgelegenheid: de nieuwe fabriek levert 15 directe arbeidsplaatsen op.

Het servicepunt zon voor bedrijven is opgericht. Bedrijven, waarvan de SDE-subsidie voor zon is toegekend maar het project nog niet hebben uitgevoerd, zijn benaderd. Waar nodig worden aanvragers ondersteund om juridische, financiële of technische obstakels weg te nemen. De eerste panelen met deze subsidie zijn gelegd in 2021 (meer dan 16.000 panelen). We verwachten in 2022 een forse hoeveelheid panelen hiermee te realiseren, zowel op bedrijfspanden als op maatschappelijk vastgoed.

Er is meer zicht op de ontwikkeling van de werkgelegenheid door onderzoek en een monitor die is opgezet waarmee inzichtelijk wordt hoe de werkgelegenheid de afgelopen tien jaar is ontwikkeld op de thema’s die relevant zijn voor de energietransitie (zoals laadpalen, zonnepanelen en isolatie). De stap die nu gezet moet worden is het Rotterdamse MKB te stimuleren op te schalen of over te stappen naar duurzame technieken.

Drie jaar geleden sloot Rotterdam als eerste stad samen met meer dan 100 bedrijven en maatschappelijke organisaties een lokaal klimaatakkoord: Het Rotterdams Klimaatakkoord. Inmiddels zijn ruim 200 bedrijven en maatschappelijke organisaties aangesloten, velen Rotterdammers betrokken, 5 klimaattafels opgericht en 55 klimaatdeals gesloten en niet zonder resultaat.
In 2021 werd de mijlpaal gehaald van 300.000 zonnepanelen op Rotterdamse daken (in 2030 moeten dat er 2 miljoen zijn), werd Europese subsidie binnengehaald voor vier groene waterstoffabrieken, tekenden 30 Rotterdamse werkgevers met ieder meer dan 250 werknemers een nieuwe klimaatdeal om de CO₂-uitstoot van hun woon-werk en zakelijk verkeer te halveren, stapte de gemeente over op de plaatsing van de eerste 100 slimme laadpalen, loopt de aanpak verduurzamen bedrijfsterreinen en zijn de eerste zeeschepen aan de stekker gelegd. Mede dankzij deze klimaatdeals is het gelukt om de jaarlijkse stijging van CO2 om te buigen naar een dalende trend.

Wat hebben we bereikt?

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Effectindicatoren

 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Collegetarget 1: De stijging van de CO2-uitstoot wordt
in deze collegeperiode omgebogen naar een dalende trend die leidt tot 49% CO2-reductie in 2030, gemeten t.o.v. het jaar 1990.
Streefwaarde   niet >31,9 Mton niet >31,9 Mton <31,9 Mton <31,9 Mton <31,9 Mton <31,9 Mton
  Realisatie 31,9 Mton 29,9 Mton 29,2 Mton 26,2 Mton      

Collegetarget 2: Vanaf 2020 zijn er geen straten meer waar de Europese gezondheidsnorm voor NO2 wordt overschreden. Ook na 2020 blijven we werken aan het verder verbeteren van de luchtkwaliteit.

 

 

 

 

 

 

 

 

Jaargemiddelde*

Streefwaarde

 

16

12

8

0

0

0

 

Realisatie***

 

4

0

pm***

pm

pm

pm

Uurgemiddelde**

Streefwaarde

0

0

0

0

0

0

0

 

Realisatie

0

0

0

pm

pm

pm

 

* Betreft het aantal toetspunten > NO2 40 g/m3 (jaargemiddelde gebaseerd op NSL voorgaande jaar)

** Betreft het aantal meetstations met >18 keer per jaar overschrijding NO2 200g/m3 (uurgemiddelde, gebaseerd op jaarverslag DCMR)

*** Overeenkomstig de afspraken in het definitieboekje van de collegetargets zijn de gegevens m.b.t. realisatie 2020 in Q4 van 2021 beschikbaar. Op basis van een eigen monitor is berekend dat er geen wettelijke overschrijdingen van de EU-normen voor NO2 meer zijn.

Toelichting indicatoren

Collegetarget 1:

Voorlopig cijfer 2021 is zomer 2022 beschikbaar. De DCMR verwacht dat de CO2-uitstoot van 2021 zal uitkomen tussen de 28,3 en 30,8 Mton. Nulmeting 2017 is gecorrigeerd naar 31,8 Mton. Dit betekent dat met minimaal 1Mton de Rotterdamse CO2-uitstoot in 2021 lager uitvalt dan in 2017. Daarmee is de collegedoelstelling om de stijging van de CO2-uitstoot om te buigen behaald.

Dat neemt niet weg dat inspanningen nodig blijven om deze daling te bestendigen conform afspraken rond het Rotterdams Klimaatakkoord en doelstelling 2030.

 

Collegetarget 2:

Het college had als doel om in Rotterdam geen “vieze straten” meer te hebben in 2020. Waren er in 2018 nog 15 straten waar de Europese gezondheidsnorm voor NO2 werden overschreden, in 2020 was dat in geen enkele straat meer aan de orde. Eind 2021 bevestigde de monitor van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) dat Rotterdam het aantal knelpunten heeft teruggebracht van vijftien in 2018 naar nul in 2020.
Luchtkwaliteit is een belangrijke voorwaarde voor gezondheid van Rotterdammers. Om deze positieve trend vast te houden, blijven maatregelen t.b.v. schone lucht nodig.

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten Milieubeheer - Duurzaam, bodem, geluid en handhavingOorspronkelijke
begroting
2021
Bijgestelde begroting 2021Realisatie
2021
Afwijking
Baten exclusief reserves5.1322.1582.884726

Bijdragen rijk en medeoverheden 5.132 2.158 2.659 502
Financieringsbaten 0 0 1 1
Overige opbrengsten derden 0 0 224 224
Overige baten 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves65.30971.04147.903-23.137

Apparaatslasten 5.235 7.086 6.193 -892
Inhuur 9 235 77 -158
Overige apparaatslasten 81 97 80 -17
Personeel 5.145 6.753 6.036 -717
Intern resultaat 7.457 7.551 7.146 -405
Intern resultaat 7.457 7.551 7.146 -405
Programmalasten 52.617 56.405 34.565 -21.840
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 28.526 20.643 11.005 -9.638
Kapitaallasten 651 622 634 12
Overige programmalasten 0 0 1 1
Subsidies en inkomensoverdrachten 23.441 35.140 22.925 -12.215
Saldo voor vpb en reserveringen -60.177 -68.883 -45.020 23.863
Saldo voor reserveringen -60.177 -68.883 -45.020 23.863
Reserves25.99428.9465.721-23.225

Onttrekking reserves 27.994 32.890 9.665 -23.225
Toevoeging reserves 2.000 3.944 3.944 0
Vrijval reserves 0 0 0 0
Saldo -34.183 -39.937 -39.299 638

Toelichting overzicht baten en lasten

Overzicht afwijkingen taakveldAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1. Programma Bodem           397      -2.254      -2.651               0
2. Uitvoeringsplan Energietransitie         -5.201       -5.201              0
3. Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (TG)           181      -1.668      -1.849              0
4. Diverse afwijkingen bestemmingsreserves      -13.524    -13.524              0
5. Verschuiving intern resultaat binnen programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling        -1.607          1.607
6. Warmtedossier            544            -544
7. PAW BoTu / Pendrecht            377            -377
8. Diverse afwijkingen            148          196             - 48
Totaal afwijkingen           726    -23.137    -23.225           638

Het saldo van dit taakveld bedraagt € 638 voordelig. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

 

1. Programma Bodem
De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door een onderbesteding van € 1,1 mln op het deelprogramma 'spoed' en een onderbesteding van € 1,4 mln op het deelprogramma 'gas'. 

Spoed: Aanpak vindt plaats door de DCMR (Milieudienst Rijmond), vanuit haar gedelegeerde taak van bevoegd gezag. Projecten worden met name gerealiseerd in bestaand, bewoond, gebied en vragen medewerking van grondeigenaren (vaak particulieren). Daarmee is het plannen en realisatie van deze projecten lastig en wordt budget gereserveerd dat vaak wordt doorgeschoven.

Gas: Zowel bij de voormalig gasfabrieken Feijenoord als Keilehaven is de aanpak doorgeschoven in de tijd. De sanering volgt de planontwikkeling van respectievelijk Feyenoord City en het centrale deel van Merwevierhaven (M4H). Zodra de planvorming concreet genoeg is volgt sanering. De voorbereiding van deze projecten is wel doorgegaan in 2021.

Tot slot is bij deelprogramma 'gebiedsgerichte aanpak' sprake van een onderbesteding van € 140. De jaarlijks te maken kosten zijn onder andere afhankelijk van het aantal bedrijven dat wil deelnemen en dat is vooraf moeilijk te voorspellen.

 

2. Uitvoeringsplan Energietransitie
Van de voor 2021 begrote € 8,9 mln voor de Uitvoeringsplan Energietransitie projecten is € 4,1 mln uitgegeven. Een aantal regelingen liepen niet hard en zijn eind 2021 aangepast om deze aantrekkelijker te maken. Ook zijn deze gericht onder de aandacht gebracht en wordt ondersteuning aangeboden bij de aanvragen (dit betreft bijvoorbeeld energievouchers voor ondernemers en subsidieaanvragen bouwlogistiek). Ook zijn mede door covid-19 een aantal projecten in 2021 tijdelijk tot stilstand gekomen of konden niet doorgaan (bijvoorbeeld het opleiden van energiecoaches in Pendrecht en het Experiment Rotterdamse mobiele aanpak).

 

3. Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (TG)
De aanvullende maatregelen luchtkwaliteit zijn in uitvoering. Het project 'aanscherpen eisen bij aanbesteding' is iets vertraagd in uitvoer gegaan, waardoor de bestedingen achterlopen. Dit project betreft een extra impuls om een bestaand werk emissieloos uit te voeren. De planning is daardoor mede afhankelijk van het reguliere project. Het meten van luchtkwaliteit met het project de Luchtclub verloopt volgens planning. 

 

4. Diverse afwijkingen Bestemmingsreserves
In 2021 is € 13,5 mln minder onttrokken dan begroot op overige reserves. De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn:

- Door ontwikkelingen rond Warmtebedrijf Rotterdam (WbR) is de contractvorming (rondom het van het gas afhalen van enkele wijken) uitgesteld en is het geld nodig in 2022 in plaats van 2021. Dit is onder voorbehoud van de ontwikkelingen rond WbR. Deze ontwikkeling en onder andere een vertraging op het project Heindijk hebben geleid tot lagere lasten en onttrekking van € 11,9 mln aan de bestemmingreserves Aardgasvrije wijken, Pilots Aardgasvrij (RIM) en klimaatmiddelen - Wijkaanpak.

- Door een vertraging die is opgetreden voor de subsidie Emerald Kalima Chemicals (EKC) en project Zon op Zuid en zullen deze plannen pas in 2022 worden uitgevoerd. Daardoor vallen de lasten en de onttrekking aan de bestemmingsreserve Duurzaam € 1,2 mln lager uit dan begroot.

- Programma Actieplan Luchtkwaliteit (€ 258): De beoogde tijdelijke personele inhuur bleek in 2021 niet meer noodzakelijk. Hierdoor zijn de kosten in 2021 lager uitgevallen dan begroot.

- Taakmutaties Gemeentefonds: Transitiekosten Regionale Uitvoerings Diensten (€ 102): Door uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet naar juli 2022, worden de benodigde implementatiewerkzaamheden naar 2022 doorgeschoven. 

 

5. Verschuiving intern resultaat binnen programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling
Het begrote interne resultaat op taakveld Ruimtelijke Ordening-Ontwikkeling betrof € 3,8 mln. In de realisatie is dit toegerekend aan taakvelden Milieubeheer-Duurzaam en Wonen en Bouwen. Dit heeft binnen het programma Stedelijke Inrichting en ontwikkeling een saldoneutraal effect.

 

6. Warmtedossier
De lasten gemaakt voor externe advisering voor het dossier Warmtebedrijf en versterking van de interne organisatie op het warmtedossier heeft geresulteerd in een nadeel van € 544.

 

7. PAW BoTu / Pendrecht
Vanwege onzekerheid over extra financiële steun vanuit het Rijk voor de komende jaren en de grote opgave die er nog ligt bij de projecten Pilot Aardgasvrije Wijken (PAW) BoTu en Pendrecht is ervoor gekozen om de beperkte rijksgelden, die zeker zijn, zoveel mogelijk te behouden. Op die manier verkleint de Gemeente de risico's, juist voor de bewoners. Dit resulteert in een nadeel van € 377.

 

8. Diverse afwijkingen
Op diverse budgetten zijn kleinere afwijkingen op te merken op saldoniveau, die leiden tot een nadeel van € 68.

Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving

Omschrijving taakveld en vervolg taakvelddoelstellingen

Vervolg taakvelddoelstellingen

  • verminderen van geluidsoverlast
  • een betere regie op het gebruik van de ondergrond
  • een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners
  • verduurzaming van de gemeentelijke bedrijfsvoering en verduurzaming gemeentelijk vastgoed

Omschrijving taakveld

Nederland moet in 2050 een land zijn zonder CO2 uitstoot en met een volledig circulaire economie. Daar moet nu mee begonnen worden. Ook Rotterdam heeft hierin een belangrijke opgave. Prioriteit ligt daarom bij de uitvoering en ondersteuning van activiteiten voor het realiseren van de energietransitie in gebouwde omgeving en mobiliteit, de omslag naar een circulaire economie, het verbeteren van de luchtkwaliteit, vergroting van de veerkracht van de stad, in combinatie met de vergroening, waterveiligheid en transformatie naar een nieuwe duurzame economie.

We zetten in op een fijne woon- en leefomgeving voor alle Rotterdammers: schoner, groener en gezonder. In het taakveld Milieubeheer wordt ingezet op maatregelen die de energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, schone lucht, minder geluidsoverlast en schonere en veiliger bodems bevorderen en zo een bijdrage leveren aan een rijke en stabiele biosfeer en daarmee aan een aantrekkelijke leefomgeving. Dit vergt vooral focus op anders werken: die keuzes krijgen waarde als we ze omzetten in kansen door integraler en slimmer te weken. Dus zetten we de energietransitie in als vliegwiel voor duurzame bedrijvigheid, voor nieuwe werkgelegenheid en het aantrekkelijker maken van woningen en wijken.