Beheer overige gebouwen en gronden.

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Vastgoed en gronden inzetten als middel voor behalen maatschappelijke doelen.

Goed rentmeesterschap uitoefenen: waarde behoud van bezittingen.

Sturing geven aan en handhaving van het gebruik van onroerend goed: met privaatrechtelijke instrumenten stuurt de gemeente op het gebruik van onroerende zaken die aan derden in erfpacht of in eigendom zijn of worden gegeven en beheert de bijbehorende contracten.

Bestuursopdracht

Om ‘in control’ te komen heeft het college op 16 juli 2019 de bestuursopdracht Toekomstbestendig Sturen en Begroten Vastgoed vastgesteld. In 2021 is de laatste fase van de bestuursopdracht uitgevoerd. Er is onderzocht welke beleidsmatige keuzes op het gebied van vastgoed gemaakt kunnen worden om de structurele financiële problematiek op te lossen. De voorstellen om te komen tot sluitende afspraken over de kostendekkende huur, inclusief verrekeningssystematieken voor ontwikkeling, beheer en onderhoud zijn verwerkt in de begroting. De kosten landen hierdoor op de juiste programma’s. Vanaf 2024 dienen binnen deze programma’s bestaande middelen aangesproken te worden om deze kosten te dragen. Het deel dat niet aan de overige programma’s toebedeeld kan worden, wordt ten laste gebracht van de algemene middelen. De uitkomsten zijn in de meerjarenbegroting verwerkt.

In 2021 is tevens gewerkt aan de aanscherping van de spelregels en zijn de resultaten van de bestuursopdracht geborgd in de organisatie. Ook is invulling gegeven aan de strategische adviesrol.

Duurzaamheid 

De gemeente Rotterdam heeft de ambitie om als organisatie CO2 klimaatneutraal te zijn in 2050. Daar hoort een duurzame vastgoedportefeuille bij. Het in beeld brengen van de kosten vormde een onderdeel van de Bestuursopdracht. Vastgoed heeft de kosten van de ambities voor de gehele portefeuille doorgerekend. Voor een deel van de portefeuille is vervanging het middel om de ambities te bereiken.  Deze vervangingsopgave is opgenomen in de Integrale Huisvestingsplannen (IHP's) per portefeuille.  Voor de bestaande bouw wordt met de meerjarenonderhoudsplannen de verduurzaming ingezet en worden deze aan de natuurlijke onderhoudsmomenten gekoppeld. In 2021 is gestart om ook voor de niet te vervangen objecten de meerjaren onderhoudsplanningen te verduurzamen, de zogenoemde duurzame meerjaren onderhoudsplanningen (DMJOP's). In een visiedocument is vastgelegd hoe we dat gaan doen. Deze is vertaald naar  de Leidraad voor het opstellen en actualiseren van de meerjaren onderhoudsplanningen, die wordt gebruikt bij de opdrachtverstrekking voor de actualisaties. Met deze aanpak zullen in alle meerjaren onderhoudsbegrotingen binnen vier jaar de verduurzamingseisen zijn opgenomen.  

Bij het verduurzamen van gebouwen moeten deze minimaal voldoen aan de geldende wetten en regels. Overheidsgebouwen hebben volgens de Europese richtlijn Energy performance of buildings Directive (EPBD) een voorbeeldfunctie. Daarom moeten nieuwe overheidsgebouwen bij aanvraag van de omgevingsvergunning minimaal aan de Bijna Energieneutrale Gebouwen eisen (BENG) voldoen. Ook moet rekening worden gehouden met de milieubelasting van toegepaste materialen. Voor bestaande gebouwen geldt dat ze aan de erkende maatregellijst van het Activiteitenbesluit en aan de labelverplichtingen moeten voldoen. Bij de bestuursopdracht is afgesproken dat naast de wettelijke verplichtingen. altijd rendabele maatregelen worden toegepast en wanneer gebouwen nog lang in de portefeuille blijven ook de zogenaamde no-regret.

Risico's

Gevolgen Corona-pandemie.

De uitbraak van het Coronavirus heeft ook impact op Vastgoed. De effecten voor de afdeling Vastgoed zijn hieronder opgenomen. Op 2 maart 2021 is de Herziene Coulanceregeling verhuur gemeentelijk vastgoed door het college vastgesteld en naar de raad ter kennisname gestuurd. Bij de voorjaarsnota 2021 is € 10 mln aan middelen vrijgemaakt om de regeling te bekostigen. 

Door de bijna 1.100 aangeschreven huurders zijn er in totaal 232 aanvragen ingediend. Daarvan zijn er 150 goedgekeurd en 68 zijn afgewezen. Daarnaast zijn14 dossiers in verband met het niet aanleveren van de benodigde informatie, niet in behandeling genomen. Nagenoeg alle afwijzingen zijn gebaseerd op het niet voldoen aan de voorwaarde van een minimaal omzetverlies van 30%. 

Er is uiteindelijk voor € 1,6 mln aan kwijtscheldingen toegekend, terwijl we bij de start van de regeling rekenden op ca. 500 toekenningen.  

Over het geheel bekeken, zien we meerdere verklaringen voor de lagere aantallen aanvragen dan in eerste instantie werd verwacht: 

  • Veel huurders konden geen omzetverlies van minimaal 30% aantonen.  

  • Er is van meerdere kanten, met name door het Rijk, royaal steun verleend en de regeling kende een verrekening met andere subsidies/tegemoetkomingen (die bij de omzet opgeteld werden), waardoor er geen omzetverlies van minimaal 30% meer aangetoond kon worden. 

  • Wellicht heeft voor een kleine groep het overleggen van gedetailleerde omzetcijfers een drempel gevormd. 

Vanaf 1 juli 2021 wordt de huur voor gemeentelijke panden weer regulier gefactureerd. Met huurders die, al dan niet na gedeeltelijke kwijtschelding, nog betalingsachterstand hebben als gevolg van de Coronabeperkingen, zijn en worden afspraken gemaakt om deze achterstand in te lopen. 

Op het moment dat de Coronamaatregelen van kracht werden (eind maart 2020) bedroeg de totale huurachterstand voor panden in beheer bij de gemeente en de externe beheerder (betaalachterstand van 3 maanden na factuurdatum) € 4,1 miljoen.  In september 2021 was deze achterstand opgelopen naar € 10,2 miljoen. Per saldo is de debiteurenpositie dus met 6,1 miljoen euro verslechterd.  

Alles overziend, zou het kunnen zijn dat SO Vastgoed, ondanks de huurcoulanceregeling, in 2022 en 2023 flinke bedragen als gevolg van wanbetaling en faillissementen zal moeten afschrijven. Dit kunnen we nu nog niet overzien. Deze afschrijvingen zullen moeten worden opgevangen binnen de bestaande voorziening die daarvoor beschikbaar is. Mogelijk is deze voorziening ontoereikend en zijn er aanvullende middelen nodig. 

Brandstofverkooppunten.

Een deel van de huurinkomsten van brandstofverkooppunten is omzet gerelateerd. Veilingopbrengsten zijn afhankelijk van de markt. Van invloed op veiling- en huuropbrengst zijn: toenemende elektrificatie van het wegverkeer, toekomstige zero-emissiezone en Covid-19. Deze factoren zullen een negatieve invloed gaan hebben op de hoogte van de huurinkomsten de komende jaren. 

Leegstand.

De leegstand is momenteel niet hoog. Doordat tijdens de Coronaperiode uitstel van betaling is verleend, zijn er relatief weinig huuropzeggingen geweest. Onduidelijk is nog hoe zich dit in de komende periode zich ontwikkelt. Ondernemers hebben naast de vaste lasten ook te maken met veranderende koopstromen, een langer lopend proces dat door de pandemie versterkt is. 

Vastgoedmarkt.

De vastgoedmarkt (verkoop) lijkt op zich niet heel ernstig beïnvloed te worden door de coronacrisis. Door slim te schuiven tussen de jaarschijven verkopen (winkels en horecapanden later verkopen, omdat de markt daarvoor nu slechter is) wordt strategisch het beste moment voor verkoop bereikt. Een groot probleem bij verkoop is het zogenaamde in november 2021 gewezen zeer bijzondere Didam arrest gebleken, dat in het kader van het Gelijkheidsbeginsel een zekere mate van openbaar aanbieden van te verkopen gemeentelijk onroerend goed eist. Diverse geplande onderhandse verkopen (onder meer aan zittende huurders) zijn hierdoor vertraagd, dan wel moeten ze op een andere wijze worden overgedaan. Dit heeft grote gevolgen gehad voor het aantal verkochte panden en de daarbij behorende verkoopopbrengst. Deze opbrengsten zullen uiteraard de komende jaren alsnog worden gerealiseerd. 

Reclameopbrengsten.

Met de reclame exploitanten wordt overleg gevoerd over de manier waarop in deze sector de achterstanden op de concessievergoeding, waarvoor eveneens uitstel van betaling vanwege de Corona crisis heeft gegolden worden ingelopen. Met twee van de die exploitanten zijn sluitende afspraken gemaakt.

Het proces rondom het vaststellen van de verkooplijst is mede naar aanleiding van wensen vanuit de gemeenteraad aangescherpt. Het gaat enerzijds om aandacht voor de juiste strategische afwegingen ten aanzien van ons gemeentelijk vastgoed, voordat verkoop definitief opgestart wordt en anderzijds om te zorgen dat bij de uiteindelijke verkoop panden worden verkocht aan de juiste partij, voor de juiste prijs. De aanpak t.a.v. het verkopen van gemeentelijk vastgoed bestaat uit twee delen. Ten eerste het proces om te komen tot een gedragen verkooplijst, waarbij we de relevante stakeholders in de stad van tevoren betrekken en ten tweede het feitelijke verkoopproces conform de uitgangspunten uit de Kadernota Vastgoed. 

Doelstellingen 2021

Het proces rondom het vaststellen van de verkooplijst is mede naar aanleiding van wensen vanuit de gemeenteraad aangescherpt. Het gaat enerzijds om aandacht voor de juiste strategische afwegingen ten aanzien van ons gemeentelijk vastgoed, voordat verkoop definitief opgestart wordt en anderzijds om te zorgen dat bij de uiteindelijke verkoop panden worden verkocht aan de juiste partij, voor de juiste prijs. De aanpak t.a.v. het verkopen van gemeentelijk vastgoed bestaat uit twee delen. Ten eerste het proces om te komen tot een gedragen verkooplijst, waarbij we de relevante stakeholders in de stad van tevoren betrekken en ten tweede het feitelijke verkoopproces conform de uitgangspunten uit de Kadernota Vastgoed.

De doelstelling was 153 objecten van het gemeentelijk vastgoed te verkopen in 2021 met een verwachte opbrengst van circa € 23,4 mln. Er zijn uiteindelijk 37 objecten in 2021 verkocht én geleverd. De verkoopopbrengst is daarmee € 14,7 mln lager dan begroot. Een belangrijke oorzaak hiervan is, zoals gezegd, het zogenaamde Didam-arrest. Het effect van deze uitspraak is dat verkopen niet zonder meer onderhands kunnen worden gedaan. Om die reden is een deel van de voor 2021 geplande onderhandse verkopen opgeschort en doorgeschoven naar volgende jaren. Daarnaast is een deel van de verkooptransacties niet in 2021 afgerond. Oorzaken daarvan zijn ondermeer dat er in aantal gevallen nog geen overeenstemming met de kopende partij is, er in een aantal gevallen vertraging is ontstaan in het afgeven van omgevingsvergunning, er negatief advies vanuit de BIBOB is gegeven en er in enkele gevallen op verzoek van directie SO om uitstel van de levering is verzocht. De in 2021 niet gerealiseerde verkopen worden wel gerealiseerd, maar schuiven ook door naar volgende jaren. 

 

Wat hebben we bereikt?

Effect indicatoren

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Vastgoed en gronden inzetten als middel voor het behalen van maatschappelijke doelen

  • De gemeente stuurt op optimale inzet van gemeentelijk vastgoed en gronden voor maatschappelijke doelen. 

 

Maatschappelijke portefeuille

  • Onderwijs: bijdragen aan een optimale beschikbaarheid en spreiding van scholen over de stad. 

  • Sport en recreatie: bijdragen aan een optimale balans tussen spreiding en clustering van velden, recreatieterreinen en gebouwen voor sport en recreatiedoeleinden. 

  • Kunst en cultuur: bijdragen aan optimale huisvesting van kunst- en cultuuractiviteiten. 

  • Zorg en welzijn: bijdragen aan een optimale beschikbaarheid voor zorg- en welzijnsactiviteiten en een spreiding van voorzieningen waar zorg wordt geboden voor kwetsbare of overlast-gevende personen. 

  • Parkeren: inzet van vastgoed dat bijdraagt aan de mobiliteitsbehoefte van deze stad. 

  • Concernhuisvesting: inzet van vastgoed om de huisvesting van de ambtenaren te laten aansluiten bij de richtlijnen die door het concern zijn meegegeven. 

 

Niet-kernportefeuille

  • Grond en water: zorgen voor goed beheer van binnenstedelijke havens en gronden. Gronden die geen bijdrage leveren aan de beleidsdoelen van de gemeente of behoren tot de strategische portefeuille, moeten uiteindelijk worden afgestoten (verkocht). Bedrijfsmatig Onroerend Goed: zorgen voor goed beheer van het bedrijfsmatig onroerend goed in de commerciële portefeuille met als doel om opbrengstoptimalisatie te realiseren bij uiteindelijke verkoop van de objecten. 

  • Wonen: Onder andere beheer van aangekocht vastgoed ten behoeve van gebiedsontwikkeling (Nationaal Programma Rotterdam Zuid). Ook wordt de reguliere woningportefeuille beheerd ten behoeve van een lopende exploitatie. Deze woningportefeuille is onderdeel van de verkoopportefeuille. Het moment van verkoop van de woningen is afhankelijk van de huur/gebruik situatie. Vanuit opbrengstmaximalisatie is het wenselijk om de woningen vrij van huur en gebruik te verkopen. 

  • Beheer gebiedsontwikkeling: beheer van aangekocht vastgoed ten behoeve van gebiedsontwikkeling en beheer van gemeentelijk vastgoed dat in opdracht van Gebiedsontwikkeling of Grondexploitatie aangehouden wordt zolang dat noodzakelijk is voor de planontwikkeling. Placemaking en regulier beheer (vaak: leegstandsbeheer) zijn van toepassing. Het beheer eindigt als het betreffende vastgoed wordt verkocht of gesloopt. Ook komt het voor dat het betreffende vastgoed herontwikkeld wordt door ofwel de gemeente of een ontwikkelende partij. 

  • Brandstofverkooppunten: de afdeling Vastgoed verhuurt gronden voor de exploitatie van tankstationslocaties. Jaarlijks worden de huurrechten van enkele locaties geveild. Hierbij wordt ingespeeld op de vraag naar ‘nieuwe’ vormen van brandstof-laadpunten. Er wordt door het uitvragen van snelladers ingespeeld op de toenemende vraag naar elektrisch rijden.  

Effectindicatoren  201820192020202120222023
Aantal te verkopen objecten commerciële portefeuille Streefwaarde   94 115 153    
Realisatie 65 68 106   37    
Het resultaat van de verkochte objecten is afhankelijk van de kwaliteit, type, ligging, metrage en vigerende boekwaarde. Het  verkoop resultaat is 8,7 mln voor 2021.

Toelichting indicatoren

Met de streefwaarde wordt bedoeld het aantal objecten dat de gemeente voornemens is te verkopen en over te dragen aan een nieuwe eigenaar in het betreffende jaartal. Deze doelstelling wordt in de loop van het jaar door actualisatie van de verkooplijst bijgesteld. Mede als gevolg door de uitspraak van de Hoge Raad in het Didam arrest, kon de gemeente een substantieel deel van de geplande verkopen en leveringen niet realiseren. Daarnaast is een deel van de verkooptransacties niet in 2021 afgerond. Oorzaken daarvan zijn onder meer dat er in aantal gevallen nog geen overeenstemming met de kopende partij is, er in een aantal gevallen vertraging is ontstaan in het afgeven van omgevingsvergunning, er negatief advies vanuit de BIBOB is gegeven en er in enkele gevallen op verzoek van directie SO om uitstel van de levering is verzocht. De in 2021 niet gerealiseerde verkopen worden wel gerealiseerd, maar schuiven ook door naar volgende jaren.

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten Beheer overige gebouwen en grondenOorspronkelijke
begroting
2021
Bijgestelde begroting 2021Realisatie
2021
Afwijking
Baten exclusief reserves154.371156.919137.007-19.913

Bijdragen rijk en medeoverheden 0 115 960 845
Financieringsbaten 0 0 2 2
Overige opbrengsten derden 154.221 156.654 133.629 -23.025
Overige baten 150 150 2.415 2.265
Lasten exclusief reserves116.613127.956121.812-6.144

Apparaatslasten 11.918 14.368 14.452 83
Inhuur 825 3.598 3.784 185
Overige apparaatslasten 195 186 221 35
Personeel 10.898 10.583 10.447 -136
Intern resultaat -107.867 -114.373 -110.692 3.680
Intern resultaat -107.867 -114.373 -110.692 3.680
Programmalasten 212.562 227.961 218.053 -9.908
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 105.460 113.466 104.119 -9.346
Kapitaallasten 90.653 99.187 91.934 -7.253
Overige programmalasten 16.371 15.230 21.921 6.692
Sociale uitkeringen 0 0 0 0
Subsidies en inkomensoverdrachten 79 79 79 0
Saldo voor vpb en reserveringen 37.758 28.963 15.194 -13.769
Saldo voor reserveringen 37.758 28.963 15.194 -13.769
Reserves2.93916.07514.650-1.425

Onttrekking reserves 3.139 16.575 15.150 -1.425
Toevoeging reserves 200 1.975 1.975 0
Vrijval reserves 0 1.475 1.475 0
Saldo 40.697 45.038 29.844 -15.194

Toelichting overzicht baten en lasten

Overzicht afwijkingen taakveldAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1. Erfpacht -7.689 -3.163 0 -4.526
2. Vastgoed verkopen -21.995 -7.332 0 -14.663
3. Verhuur 1.111 0 0 1.111
4. Nieuw-Kralingen 2.648 0 0 2.648
5. Overige opbrengsten 867 0 0 867
6. Coulanceregeling vastgoed 386 -1.515 0 1.901
7. Project Collectiegebouw (Boijmans van Beuningen) 3.211 2.441 0 770
8. Vrijval bijdrage GGD 1.548 0 0 1.548
9. Project renovatie Boijmans van Beuningen 0 -2.185 0 2.185
10. Afwaardering vastgoed 0 2.627 0 -2.627
11. Voorziening Schiekadeblok 0 10.776 0 -10.776
12. Zakelijke lasten 0 -1.539 0 1.539
13. Onderhoud 0 -2.887 0 2.887
14. Overige kosten 0 -1.942 0 1.942
15. Onttrekking bestemmingsreserves 0 -1.425 -1.425 0
Totaal afwijkingen -19.913 -6.144 -1.425 -15.194

Het saldo van dit taakveld bedraagt € 15,2 mln. nadelig. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

1. Erfpacht

De erfpachtbaten zijn € 3,7 mln lager uitgekomen dan begroot als gevolg van  lagere incidentele baten uit conversies en ontheffingsvergoedingen door het wijzigen van de gebruiksbepalingen van grondcontracten. De gemeente kan maar beperkt of niet sturen op deze baten. In de 10-maands rapportage is dit risico reeds benoemd.

De programmalasten zijn € 0,9 mln hoger uitgevallen dan begroot. Zo is er meer juridische ondersteuning nodig geweest onder andere in verband met de voorbereiding van twee grote conversies waarvan de inkomsten naar verwachting in de begroting 2022 zullen landen en is meer ingehuurd dan begroot om de continuïteit van de werkzaamheden te kunnen waarborgen.


2. Vastgoed verkopen

De verkoopopbrengst is € 14,7 mln lager dan begroot. Een belangrijke oorzaak hiervan is het zogenaamde Didam-arrest. Dit is een uitspraak van de Hoge Raad die onder andere zegt dat “een overheidslichaam dat een onroerende zaak wil verkopen, gelegenheid moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar deze onroerende zaak, indien er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop van de desbetreffende onroerende zaak of redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zullen zijn”. Het effect van deze uitspraak is dat verkopen niet zonder meer onderhands kunnen worden gedaan. Om die reden is een deel van de voor 2021 geplande onderhandse verkopen opgeschort. Daarnaast is een deel van de verkooptransacties niet in 2021 afgerond. Oorzaken daarvan zijn ondermeer dat er in aantal gevallen nog geen overeenstemming met de kopende partij is, er in een aantal gevallen vertraging is ontstaan in het afgeven van de omgevingsvergunning en dat er negatief advies vanuit de wet BIBOB (wet bevordering integriteitsbevordering openbaar bestuur)  is gegeven. De in 2021 niet gerealiseerde verkopen schuiven door en worden in de volgende jaren uitgevoerd.


3. Huuropbrengsten

De huuropbrengsten zijn € 1,1 mln hoger dan begroot. De afwijking zit grotendeels bij Ahoy. De huuropbrengsten zijn een percentage van de omzet. De verwachte omzet die gebruikt is om de begroting naar beneneden bij te stellen vanwege het verwachte corona effect is lager dan de feitelijke omzet.


4. Nieuw-Kralingen

De verkoopopbrengst van € 2,6 mln van grond van de Gebiedsontwikkeling Nieuw-Kralingen is verantwoord onder dit taakveld. Deze opbrengst zal conform raadsvoorstel gebruikt worden om de toekomstige kapitaallasten van de verplaatsing van de ir. P. Kosterlaan te compenseren. Vanwege de BBV is het niet mogelijk deze opbrengst direct ten laste te brengen van dit project. Om deze middelen beschikbaar te houden voor het betalen van de toekomstige kapitaallasten wordt een bestemmingsvoorstel gedaan voor € 2,6 mln.


5. Overige opbrengsten

De overige opbrengsten komen € 867 hoger uit dan begroot. Dit komt door subsidies die de gemeente heeft ontvangen. Door de onzekerheid over het wel of niet ontvangen van deze subsidies is ervoor gekozen om deze post niet in de begroting op te nemen.


6. Coulanceregeling vastgoed

De toegekende kwijtscheldingen zijn € 386 lager uitgekomen dan verwacht. Ook de uitvoeringskosten zijn lager dan verwacht. De aanvullende dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren ad € 1,5 mln is niet nodig; vooralsnog kan het risico op oninbaarheid worden opgevangen in het reguliere budget voor dubieuze debiteuren.


7. Project Collectiegebouw (Boijmans van Beuningen)

De projectleiding van het project Collectiegebouw Boijmans van Beuningen is in handen van de gemeente en het project loopt financieel via de gemeentebegroting. Het saldo van kosten en opbrengsten wijkt € 770 af. Dit is te verklaren doordat er meerwerk gedeeltelijk is doorgeschoven naar boekjaar 2022.


8. Vrijval bijdrage GGD

In 2009 is vanuit de GGD een bijdrage verstrekt voor de onrendabele top van een te realiseren woonvoorziening. Deze woonvoorziening is niet gerealiseerd en de middelen bleven sindsdien beschikbaar voor een ander project. Omdat er op dit moment geen concrete verplichting en bestedingsdoel is moet het beschikbare bedrag van € 1,548 mln. vrijvallen.


9. Project renovatie Boijmans van Beuningen

De uitvoering van de verwijdering van asbest heeft vertraging opgelopen vanwege knelpunten in de uitvoering en door corona. Dit leidt tot een lagere realisatie dan begroot van € 2,2 mln. Hiervoor is een bestemmingsvoorstel ingediend.



10. Afwaardering Vastgoed

In lijn met de BBV-regels wordt ieder jaar een deel van de commerciële vastgoed objecten gewaardeerd. Als de marktwaarde lager is dan de boekwaarde dient afgewaardeerd te worden tot de marktwaarde. Hieruit volgt een afboeking van € 2,6 mln die voornamelijk wordt veroorzaakt door de afwaardering van Erasmus University College. De reden is het voornemen tot verkoop.


11. Voorziening Schiekadeblok

Voor de ontwikkellocatie Schiekadeblok is een aanvullende voorziening gevormd van € 10,8 mln. Dit is noodzakelijk in verband met de verslaggevingsregels van de BBV en in lijn met het meest recente ontwikkelscenario dat in 2021 is vastgesteld.


12. Zakelijke lasten.

De zakelijke lasten zijn € 1,5 mln lager dan begroot. Dit wordt o.a. veroorzaakt omdat aanslagen te laat ontvangen worden.


13. Onderhoud

De onderhoudskosten zijn € 2,9 mln lager dan begroot. De reden hiervan is een aantal offertetrajecten die door onderhandelingen langer heeft geduurd en een verzadigde markt. Voor aangegane verplichtingen in onderhoudswerkzaamheden en niet uitgevoerde maar geplande asbestsaneringswerkzaamheden zijn bestemmingsvoorstellen ingediend voor in totaal € 2,9 mln.


14. Overige kosten

De overige kosten komen € 1,9 mln lager uit dan verwacht. Dit is o.a. te verklaren door lagere energielasten en huurkosten.


15. Onttrekking bestemmingsreserves

De onttrekking van bestemmingsreserves en gerelateerde kosten zijn lager uitgevallen dan begroot. Deze worden doorgeschoven naar 2022. Dit betreft de Bestemmingsreserve Aanloopkosten depot Collectiegebouw, Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR) – Monument GJ de Jongh, Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR) - Katoenveem leegstandsbeheer, Bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds – Green deal, Bestemmingsreserve groot onderhoud (MJOP), Bestemmingsreserve Renovatie museum Boijmans van Beuningen.

 

 

Omschrijving taakveld

De gemeente Rotterdam had in 2021 zowel maatschappelijke als commerciële vastgoedobjecten in portefeuille. Vastgoed en gronden in gemeentelijk bezit worden ingezet ten bate van maatschappelijke doelstellingen en worden dusdanig beheerd dat ze toekomstbestendig zijn. Het bezit is geen doel op zich. Het verhogen van de kwaliteit van het Rotterdamse voorzieningenaanbod is wél een doel. De inzet is om hiertoe alleen de zogenaamde kernportefeuille aan gebouwen en gronden aan te houden, waarmee de maatschappelijk gewenste waarde kan worden gecreëerd. Dit betekent dat het gemeentelijke vastgoed moet bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen uit het coalitieakkoord en aan doelstellingen die zijn neergelegd in wet- en regelgeving (die zijn door vertaald in beleidsprogramma’s, zoals bij onderwijshuisvesting). Deze collegedoelstellingen zijn en worden vorm gegeven in plannen en programma’s die leiden tot vragen naar (gemeentelijk) vastgoed. De kaders waarbinnen dit gebeurt met betrekking tot vastgoed zijn vastgesteld in de Kadernota Vastgoed. Door het hanteren van functioneel grondbeleid beheert de gemeente ruim 42.000 (grond)contracten van onroerende zaken die in erfpacht of in eigendom zijn uitgegeven door de gemeente.