Weerstandsvermogen en risicobeheersing
De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft inzage in de ontwikkeling van het weerstandvermogen, waarbij de financiële risico’s worden afgezet tegen de weerstandscapaciteit die beschikbaar is om ze op te vangen.
Beleid
De gemeente Rotterdam wil voorkomen dat elke niet begrote, financiële tegenvaller direct dwingt tot bezuinigen, zonder dat hiertoe een onnodig hoge, financiële buffer wordt aangehouden. Hiertoe wordt periodiek geïnventariseerd welke majeure financiële risico’s (groter dan € 1,0 mln) de gemeente loopt, waarvoor geen beheersmaatregelen of voorzieningen zijn getroffen en geen verzekering is afgesloten. Op basis hiervan wordt door middel van risico-simulatie de benodigde weerstandscapaciteit bepaald en afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Het beleid is erop gericht om de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (i.c. het weerstandsvermogen) ten minste 1,00 te laten zijn.
Risico's
In de Begroting 2022 zijn de voornaamste financiële risico's gepresenteerd die voor het jaar 2021 werden voorzien. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen kwantificeerbare en niet-kwantificeerbare risico's. Op grond hiervan is met behulp van een risico-simulatiemodel de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 222 mln.
De volgende risico's hebben zich in 2021 daadwerkelijk gemanifesteerd:
- De uitkering uit het Gemeentefonds is in 2021 ca. 7 mln lager uitgevallen dan begroot. Enerzijds leidde de toepassing van het verdeelmodel tot een minder gunstige uitkomst voor Rotterdam (minus ca. 8 mln). Anderzijds was er een meevaller als gevolg van onderschrijding van het door het Rijk beheerde BTW Compensatiefonds (ca. 1 mln).
- Ook in 2021 is de financiële schade als gevolg van het Coronavirus aanzienlijk geweest, maar de gemeente is hiervoor financieel gecompenseerd door het Rijk. Deze compensatie strekt zich overigens niet uit tot de herstelmaatregelen die de gemeente heeft getroffen.
- Sinds medio 2021 ziet de gemeente zich geconfronteerd worden met forse prijsstijgingen van grondstoffen en materialen en langere levertijden. Menig projectbudget is hierdoor onder druk komen te staan. Waar een soberder uitvoering of aanpassing van de projectscope onvoldoende soelaas bieden, zal aanvulling van het projectbudget vaak onontkoombaar zijn. Omdat het gros van de projectuitgaven wordt geactiveerd, zullen de hogere uitgaven pas de komende jaren leiden tot hogere lasten, uitgesmeerd over de jaren waarin de gerealiseerde activa worden afgeschreven.
- In de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) d.d. 8 december 2021 is besloten om met scenario 2 van de zogenaamde ontwikkelagenda van de VRR in te stemmen. De verdeelsleutel waarmee de kosten tussen de vijftien deelnemende gemeenten worden verdeeld, wordt met ingang van 2023 aangepast. De meerkosten voor Rotterdam worden op basis van de voorliggende voorstellen geraamd op 2,2 mln (2023), 3,6 mln (2024), 4,7 mln (2025) en 5,3 mln (2026).
- Het besluit van Rotterdam om de gedupeerden van de toeslagenaffaire ook in 2021 te compenseren voor de bedragen die zij op hun belastingschuld hebben afgelost, heeft geleid tot een kostenpost van 0,868 mln die niet kan worden gedeclareerd bij het Rijk. Omdat er van het Rijk nog steeds geen definitieve lijst met Rotterdamse gedupeerden is ontvangen, kan de kostenpost nog verder oplopen.
- De nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren en vooral de stijging van de werkgeverspremies hebben in 2021 tot een financiële tegenvaller van ca. 17,5 mln geleid. Deze tegenvaller kon echter, met name vanwege een hogere vacatureruimte, binnen de begroting worden opgevangen.
- In 2021 is een voorziening getroffen die het risico afdekt dat de gemeente alsnog vennootschapsbelasting (incl. mogelijk verschuldigde rente) moet betalen over de inkomsten die de gemeente sinds 2016 heeft gerealiseerd door de verhuur van brandstofverkooppunten en het verlenen van reclame-concessies.
Over het risico met betrekking tot het Warmtebedrijf Rotterdam is de gemeenteraad afzonderlijk geïnformeerd. Dit betreft informatie rondom de verschillende toekomstscenario’s voor het Warmtebedrijf en wat dit op financieel vlak en ter borging van de Rotterdamse publieke belangen inhoudt.
Hoewel de oorlog in Oekraïne na balansdatum is uitgebroken, willen we hem hier niet onvermeld laten. De oorlog in Oekraïne heeft grote consequenties, waarvan de impact nog niet goed kan worden overzien. Duidelijk is dat veel inwoners van Oekraïne zich genoodzaakt zien om huis en haard achter te laten en naar het buitenland te vluchten. Hoeveel vluchtelingen zullen kiezen voor een verblijf in Nederland en zich zullen vestigen in Rotterdam laat zich niet goed voorspellen. Duidelijk is wel dat de vluchtelingenstroom, ook voor de gemeenten, tot extra kosten zal leiden. Er moet onderdak, financiële bijstand, zorg en maatschappelijke ondersteuning worden verleend. Aangenomen wordt dat het Rijk deze directe kosten zal compenseren. De oorlog in Oekraïne heeft ook een macro-economisch effect. Dit vertaalt zich in hogere prijzen van grondstoffen, materialen en energie en leidt mogelijk tot een opwaartse druk op rentetarieven. De omvang van de meerkosten die de gemeente als gevolg hiervan ondervindt en de mate waarin de gemeente hiervoor – soms met vertraging – financieel wordt gecompenseerd laten zich niet goed ramen. Bij de berekening van het weerstandsvermogen wordt, zoals gebruikelijk, rekening gehouden met enkele macro-economische risico’s, zoals het risico op tegenvallende opbrengsten uit grondexploitatie en het risico op een plotselinge stijging van de rente.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Bij de beschikbare weerstandscapaciteit wordt gerekend met de volgende bestanddelen:
- De algemene reserve;
- De bestemmingsreserves die zijn gevormd om een specifiek financieel risico af te dekken (kortweg aangeduid als: de risicoreserves);
- De wettelijk verplichte stelpost voor onvoorziene lasten (kortweg aangeduid als: stelpost onvoorzien).
Hiermee wordt aangesloten bij het primaire doel van het weerstandsvermogen: het opvangen van plotselinge, niet begrote financiële tegenvallers, zonder dat er direct moet worden bezuinigd. Het beleid is er daarbij op gericht om de verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit ten minste 1,00 te laten zijn.
Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen x € 1 mln, balansstanden ultimo jaar) | Rekening 2019 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 |
---|---|---|---|---|
Kredietrisicoreserve | 70 | 22 | 19 | 19 |
Bestemmingsreserve BUIG meerjarig | 18 | 36 | 33 | 36 |
Bestemmingsreserve Decentralisatie AWBZ | 3 | 1 | 1 | 1 |
Bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp | 34 | 32 | 14 | 32 |
Risicoreserves | 125 | 91 | 67 | 88 |
Algemene reserve (gecorrigeerd voor negatief rekeningresultaat) | 176 | 197 | 229 | 214 |
Stelpost onvoorzien | 1 | 0 | 1 | 1 |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 301 | 288 | 296 | 302 |
Weerstandsvermogen
Conform coalitieakkoord wordt met ingang van de nieuwe bestuursperiode gestuurd op een weerstandsvermogen van minimaal 1,00, passend bij de financiële risico's die de gemeente loopt. Dit houdt in dat de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende is om de financiële risico's op te vangen. Met andere woorden: de beschikbare weerstandscapaciteit is tenminste gelijk aan de benodigde weerstandscapaciteit.
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt door een meevallende ontwikkeling van de algemene reserve en de risicoreserve BUIG. Als gevolg hiervan is ook het weerstandsvermogen hoger uitgevallen dan begroot.
Weerstandsvermogen (bedragen x € 1 mln, balansstanden ultimo jaar) | Rekening 2019 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 |
---|---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 301 | 288 | 296 | 302 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 219 | 211 | 222 | 222 |
Weerstandsvermogen | 1,37 | 1,36 | 1,33 | 1,36 |
Norm gemeente Rotterdam o.g.v. Coalitieakkoord 2018-2022: minimaal 1,00 |
Wettelijk voorgeschreven kengetallen
Onderstaand worden uitsluitend de financiële kengetallen weergegeven die op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording moeten worden vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Het complete overzicht van alle door de gemeente Rotterdam gehanteerde financiële kengetallen, inclusief toelichting, is terug te vinden in het onderdeel Financiële Kengetallen.
Verplichte financiële kengetallen o.g.v. BBV | Rekening 2019 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 |
---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 55,0% | 14,6% | 30,0% | 23,7% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 49,1% | 11,2% | 26,8% | 20,9% |
Solvabiliteitsratio | 30,7% | 60,6% | 52,8% | 56,0% |
Structurele exploitatiesaldo | 5,1% | 5,2% | 1,8% | 5,6% |
Grondexploitatie | -4,1% | -2,5% | -3,9% | -2,7% |
Belastingcapaciteit | 103% | 105% | 102% | 102% |