Verbonden partijen

De paragraaf Verbonden Partijen geeft inzicht in de belangrijkste beleidsvoornemens en ontwikkelingen van rechtspersonen waarin de gemeente Rotterdam een financieel én bestuurlijk belang heeft. Deze rechtspersonen worden ook wel de "verbonden partijen" genoemd.

Onderstaande beleidsparagraaf gaat over gemeentelijke deelname in nieuwe verbonden partijen, over het beheer en over de beëindiging van gemeentelijke deelname in bestaande verbonden partijen door liquidatie, afstoting of verkoop van een verbonden partij. Daarnaast biedt de paragraaf inzicht in de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen, waaronder die te maken hebben met de borging van het Rotterdamse publieke belang en de belangrijkste risico’s. Tot slot geeft de paragraaf de ontwikkelingen weer van de vermogensposities en de nettoresultaten van alle verbonden partijen.

Opbouw paragraaf Verbonden Partijen

Voor de Jaarstukken 2021 is de paragraaf Verbonden Partijen als volgt opgebouwd, waarbij waar nodig onderscheid gemaakt wordt qua type verbonden partij:

  1. Beleid en kaders; geeft inzicht in de definiëring van verbonden partijen, de kaders vanuit het BBV en de beleidsuitgangspunten ten aanzien van verbonden partijen;
  2. Lijst van verbonden partijen, waar de kwalitatieve en kwantitatieve kerngegevens voor 2021 per verbonden partijen worden weergegeven.
    Daarna wordt nader ingegaan op de verschillende type verbonden partijen die de gemeente Rotterdam kent.
    1. vennootschappen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen vennootschappen;
    2. stichtingen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen stichtingen;
    3. verenigingen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen verenigingen;
    4. gemeenschappelijke regelingen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen gemeenschappelijke regelingen.

Beleid en kaders

Wettelijk kader - BBV

Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is het college verplicht om de raad inzicht te geven in de relaties met rechtspersonen. Dit biedt de raad de mogelijkheid om haar toezichthoudende rol te vervullen. Gemeentelijke deelname aan rechtspersonen is een manier om het publiek belang te dienen of een bepaalde publieke taak uit te voeren.

Als de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft bij een bepaalde privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon, dan is sprake van een ‘verbonden partij’. Daarnaast kan ook het college besluiten een publiek of privaatrechtelijke organisatie als verbonden partij aan te merken. Bij privaatrechtelijke personen gaat het om deelnemingen, zoals een vennootschap, en bij publiekrechtelijke personen gaat het bijvoorbeeld om gemeenschappelijke regelingen.

Het BBV (in artikel 1, lid 1c en 1d) specificeert de begrippen bestuurlijk en financieel belang als volgt:

  • bestuurlijk belang: zeggenschap door vertegenwoordiging van de gemeente in het bestuur van een organisatie, bijvoorbeeld in directie, Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur of Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het kan ook gaan om zeggenschap in de vorm van stemrecht;
  • financieel belang: bij het financiële belang van de gemeente gaat het meestal om een gestort aandelenkapitaal, bijdragen aan bijvoorbeeld een fonds, verstrekte leningen of verleende garanties. De gemeente loopt financieel risico als ze zo’n beschikbaar gesteld bedrag niet terugkrijgt, bijvoorbeeld als de verbonden partij failliet gaat en daardoor niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Als het financieel belang uitsluitend bestaat uit een subsidierelatie, dan is die rechtspersoon geen verbonden partij, maar een gesubsidieerde instelling.

De gemeente Rotterdam kent in totaal 38 verbonden partijen. Het gaat hierbij om 24 deelnemingen (waarvan 1 in oprichting), 4 stichtingen, 1 vereniging (privaatrechtelijke rechtspersoon) en 9 gemeenschappelijke regelingen (publiekrechtelijke rechtspersonen). In enkele deelnemingen wil de gemeente haar aandeelhouderschap de komende periode (2022+) beëindigen (zie Te beëindigen vennootschappen).

image

Het BBV als kader voor de paragraaf

Voor het opstellen van de paragraaf hanteert de gemeente het BBV als kader voor de te presenteren informatie over de verbonden partijen. Conform artikel 15 van het BBV is de gemeente verplicht inzage te bieden in:

1

  1. de visie op en de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen;
  2. de lijst van verbonden partijen, die wordt onderverdeeld in:
    • gemeenschappelijke regelingen;
    • vennootschappen en coöperaties;
    • stichtingen en verenigingen;
    • overige verbonden partijen.

2

In de lijst van verbonden partijen wordt tenminste de volgende informatie opgenomen:

  1. de wijze waarop de gemeente een belang heeft in de verbonden partij en het publiek belang dat ermee gediend wordt;
  2. het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar;
  3. de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;
  4. de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar;
  5. de eventuele risico’s, van de verbonden partij voor de financiële positie van de provincie onderscheidenlijk gemeente.

Beleidsuitgangspunten en kaders

Beleidsuitgangspunten

De algemene beleidsdoelstelling van verbonden partijen is de behartiging van het publiek belang van de gemeente Rotterdam door een organisatie met een private of publieke rechtsvorm. De gemeente verbindt zich daaraan door bijvoorbeeld kapitaal te storten of zeggenschap te krijgen. Bij verbonden partijen gelden de volgende voorwaarden:

  • de financiële en beleidsmatige risico’s die de gemeente loopt, staan in redelijke verhouding tot het publiek belang;
  • de deelneming is het efficiëntste en effectiefste instrument om het beoogde beleidsdoel te bereiken;
  • het publiek belang en het toezicht daarop is niet al op een andere manier volledig geborgd.

 

Kaders

Deze voorwaarden zijn afgeleid van bepalingen in het gemeentelijke Beleidskader verbonden partijen en governance samenwerkingsrelaties dat in 2020 door de raad is vastgesteld. Nieuw hierin is dat nadrukkelijk een kader is opgenomen voor (investerings-) fondsen. Deze vorm wordt vaker toegepast bij de in- en oprichting van verbonden partijen. Daarnaast is ook de Leidraad Governance opgenomen in het beleidskader. De kern van de leidraad is het gebruik van een gemeente breed relatie-classificatiemodel. In dit model worden organisaties op basis van criteria ingedeeld en wordt per categorie uitgewerkt op welke wijze de invulling van het toezicht vanuit de gemeente concreet vorm krijgt. Daarnaast is uitgewerkt op welke wijze dit instrument behulpzaam kan zijn bij de wijze waarop accounthouders binnen de gemeente Rotterdam invulling geven aan hun toezichthoudende rol.

Samen met het Burgerlijk Wetboek Boek 2 en de Code Corporate Governance vormen voornoemde bepalingen de belangrijkste richtlijnen voor het beleid ten aanzien van verbonden partijen. De uitvoering van de algemene beleidsdoelstelling is onder te verdelen in:

  • de gemeentelijke deelname in nieuwe verbonden partijen;
  • het beheer en de evaluatie van gemeentelijke deelname in bestaande verbonden partijen;
  • de wijziging en beëindiging van gemeentelijke deelname in bestaande verbonden partijen.

Bij het aangaan van een nieuwe verbonden partij heeft de gemeenteraad op basis van de Gemeentewet het recht om wensen en bedenkingen te uiten. Dit betekent dat het college pas kan besluiten tot het oprichten of participeren in een nieuwe verbonden partij nadat de gemeenteraad in de positie is geweest om haar wensen en bedenkingen te uiten.

Voor het beheer en afstoten bepaalt de Gemeentewet dat in principe het college verantwoordelijk is voor de uitvoering en besluitvorming rondom verbonden partijen en dat de gemeenteraad wordt geïnformeerd. In de praktijk blijkt echter dat wanneer er sprake is van grote belangen voor de gemeente zoals de toekomst van het Warmtebedrijf of de kapitaalstorting in Stedin de gemeenteraad juist voorafgaand aan de besluitvorming wordt betrokken.

Als het gaat om het beheer van een verbonden partij dan betekent dit dat de gemeente als aandeelhouder van een vennootschap of lid van een vereniging of gemeenschappelijke regeling gedurende het jaar onder andere betrokken is bij het opstellen en vaststellen van begrotingen en jaarrekeningen, de strategie of jaarplan, majeure investeringsbeslissingen en benoemingen van bestuurders, toezichthouders alsmede commissarissen van een verbonden partij. De basis hiervoor zijn vaak de statuten, overeenkomsten of wetgeving afhankelijk van het type verbonden partij.

Daarnaast informeert het college en de gemeenteraad bij een voornemen een verbonden partij te verzelfstandigen. Eenzelfde rol vervult het college bij uittreding en beëindiging van de gemeentelijke deelname of het liquideren van bestaande verbonden partijen.

Ontwikkelopgaven beheer deelnemingen

De gemeente constateert dat de relevantie van gemeentelijke deelnemingen voor de opgaven in de stad is toegenomen. De deelneming wordt een strategische partner en krijgt een plek in strategische allianties in de stad. De complexiteit van het beheer is daardoor toegenomen. Daarbij komt dat aan de governance strengere eisen worden gesteld. Om de toegenomen complexiteit en de strengere eisen aan de governance te kunnen opvangen, is het nodig het publiek kader - op basis waarvan de gemeente als aandeelhouder stuurt - expliciet te maken. Ook moeten de diverse relaties vanuit de gemeente met de deelneming beter op elkaar aansluiten. En er zijn duidelijke afspraken nodig over interne organisatie en sturing op het publiek belang en de rol die deelneming daarin speelt. Om deze ambitie te realiseren is de gemeente in 2020 het ontwikkeltraject deelnemingenbeleid gestart. Medio 2022 moeten de volgende zaken gelden voor elke deelneming:

  • Er is scherp gemaakt en vastgelegd wat de gemeente met de deelneming wil bereiken en hoe daarop wordt gestuurd vanuit de aandeelhoudersrol.
  • Er is een proces ingericht om te bereiken dat de gemeente weet wat er speelt, er geen verrassingen zijn en kansen eerder zichtbaar zijn, waarbij een risicobeeld per deelneming wordt gebruikt.
  • Er is een duidelijk escalatieproces waardoor er effectief kan worden gestuurd als er aanleiding is om over te gaan naar een intensievere beheersinzet.

Koppeling met Coalitieakkoord Rotterdam 2018-2022: Nieuwe energie voor Rotterdam

In het Coalitieakkoord staan de plannen van het college om de uitdagingen die Rotterdam kent  het hoofd te bieden en van Rotterdam een nog betere stad te maken. Ook de gemeentelijke verbonden partijen spelen hierbij een rol. Zoals reeds in de voorgaande begroting is aangegeven is het Havenbedrijf een belangrijke partner voor de gemeente in de energietransitie. Daaronder valt een schonere lucht, onder meer door CO2-reductie en het benutten van de economische kansen die de energietransitie biedt. Ook ziet het college een rol voor het Havenbedrijf weggelegd bij het Rotterdams Leer-Werkakkoord om zorg te dragen dat meer burgers naar werk worden begeleid.

Verder is in het Coalitieakkoord ook de verkoop van de Eneco aandelen vermeld. Deze verkoop is in 2020 reeds afgerond. De opbrengsten zijn inmiddels toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Tot slot staat in het Coalitieakkoord dat het college voornemens is een investeringsfonds op te richten voor het ontwikkelen van innovatieve en energiebesparende maatregelen voor overheid, bedrijven en particulieren. Dit fonds, het Energie Transitie Fonds, is eind 2020 opgericht.

Belangrijkste beleidsvoornemens

De beleidsvoornemens voor de verbonden partijen (vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, verenigingen en stichtingen) worden opgenomen in de paragraaf Verbonden Partijen in de begroting. Aan het einde van het boekjaar legt het college vervolgens verantwoording af over dit gevoerde beleid in de gelijknamige paragraaf van de jaarstukken (deze pagina).

Daarnaast wordt jaarlijks door het college het Beheerverslag Deelnemingen aan de gemeenteraad aangeboden. Doel van het Beheerverslag is om de gemeenteraad grondiger te informeren over de ontwikkelingen binnen deelnemingenportefeuille en de individuele deelnemingen, gelet op de grote publieke en financiële belangen die zijn gemoeid met deze deelnemingen.

Daarnaast zijn met betrekking tot de verbonden partijen voor 2021 enkele belangrijke ontwikkelingen te benoemen van de meest omvangrijke deelnemingen.

  1. Havenbedrijf

Havenbedrijf Rotterdam (HbR) werkt continue aan het ontwikkelen van de haven om de efficiëntie en betrouwbaarheid van de Rotterdamse haven te vergroten. 

Financieel gezien heeft het Havenbedrijf in 2021 een goed jaar gehad. Het bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen steeg naar €273 mln (2020: €271 mln). Het resultaat na belastingen gecorrigeerd voor éénmalige belastingeffecten door wijziging van het tarief vennootschapsbelasting kwam uit op €213 mln (2020: €207 mln). De doelstelling van het Havenbedrijf om in 2021 €275 mln te investeren in het Haven Industrieel Complex (HIC) is niet behaald, in totaal investeerde het Havenbedrijf in 2021 €226 mln.

Het succes en bestaansrecht van de haven op de lange termijn wordt grotendeels bepaald door haar bijdrage aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Zo heeft het Havenbedrijf een belangrijke taak in het bestrijden van de klimaatcrisis door, onder andere, te werken aan CO2 -reductie in het HIC. Het Havenbedrijf werkt aan verscheidene projecten op het gebied van de energietransitie. De doelstelling voor CO2 reductie in het HIC is in 2020 (cijfers lopen één jaar achter) echter niet gehaald, ondanks de effecten van Covid-19 op de CO2 uitstoot. Dit vraagt de  bijzondere aandacht van de aandeelhouders, gezien de impact van het HIC op de gemeentelijke en landelijke doelstellingen op het gebied van CO2-reductie.

  1. Stedin

De grote netbeheerders van Nederland, waaronder ook de Rotterdame deelneming Stedin kennen een significante groei van investeringen. Dit wordt voornamelijk gedreven door de energietransitie. Verdere elektrificatie van ons energiesysteem o.a. door de installatie van meer zonnepanelen, laadpalen voor elektrische auto’s en de realisatie van windparken betekent dat het elektriciteitsnet uitgebreid moet worden om de duurzaam opgewerkte stroom te kunnen blijven leveren aan burgers en bedrijven. In vergelijking met eerdere jaren betekent dit dat Stedin niet alleen onderhoud- en vervangingsinvesteringen pleegt, maar ook aanzienlijk investeert in de uitbreiding van haar infrastructuur. Die investeringen zullen tot aan 2030 circa € 800 tot 900 miljoen per jaar gaan bedragen. Deze investeringen moeten echter ook worden gefinancierd. Dat gegeven leidt bij Stedin tot een zekere kapitaalbehoefte voor de komende jaren.

Vorig jaar hebben de aandeelhouders - waaronder Rotterdam - de vermogenspositie van Stedin versterkt met een kapitaalbijdrage van €200 mln. Rotterdam investeerde €64 miljoen, wat naar rato was van haar aandelenbelang (31,69% van €200 miljoen). Dit was voor de korte termijn (tot 2023).

Stedin heeft de afgelopen periode haar kapitaalbehoefte herijkt voor de lange termijn (tot 2030) op grond van nieuwe financiële prognoses. Stedin’s kapitaalbehoefte komt thans uit op €1,75 miljard tot 2030. Hiermee wenst Stedin invulling te geven aan haar investeringsprogramma om de energienetten zowel qua kwaliteit als capaciteit geschikt te houden in de komende jaren van de energietransitie. Voor het versterken van het vermogen zetten Stedin en de AHC allereerst in op nieuwe aandeelhouders (Rijk, niet aandeelhoudende gemeenten en provincies uit Stedin’s verzorgingsgebied) die vermogen kunnen verstrekken. Mede vanwege de wettelijk aan gemeenten gegeven regie bij de energietransitie is het een logische gedachte dat alle gemeenten en provincies die in Stedin’s verzorgingsgebied liggen, ook aandeelhouder van Stedin zijn. Ook niet-aandeelhoudende gemeenten en provincies hebben immers baat bij een sterke netbeheerder. De bestaande aandeelhouders – waaronder Rotterdam - zijn een laatste remedie als voornoemde traject niet tot voldoende versterking van het vermogen leidt.

De verwachting voor het verdere verloop van 2022 is dat meer duidelijkheid komt in welke mate nieuwe publieke aandeelhouders wensen te participeren en wat de eventuele consequenties zijn voor bestaande aandeelhouders.

De Rotterdamse gemeenteraad zal over de voortgang van dit proces worden geïnformeerd.

  1. RET

Ook in 2021 heeft RET stevige gevolgen van de beperkende maatregelen als gevolg van de Covid-19 uitbraak ondervonden. Financieel gezien zijn de gevolgen van de lagere reizigersaantallen in 2021 grotendeels gecompenseerd door het Rijk. De RET houdt rekening met structurele veranderingen in het reizigersgedrag, onder meer doordat mensen vaker thuis werken of alternatieve vormen van vervoer hebben ontdekt en die zullen blijven gebruiken. De huidige verwachting is dat reizigersvolumes structureel op een lager niveau zullen liggen. RET moet zich – net als de andere vervoersbedrijven in Nederland – hierop aanpassen. Daarom werkt RET aan een transitieplan met daarin niet alleen maatregelen om op korte termijn de verliezen op te vangen, maar ook maatregelen om op lange termijn de organisatie weer gezond en toekomstbestendig te maken.

  1. Evides

Evides heeft in 2021 weinig gevolgen ervaren van Covid-19. Financieel en operationeel heeft de organisatie een solide jaar gedraaid.

Na de droge zomers van 2018, 2019 én 2020 staan droogte, zoetwaterbeschikbaarheid en waterbesparing hoog op de politieke en bestuurlijke agenda’s. Evides neemt bestuurlijk deel aan de regionale/lokale activiteiten in het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Klimaatadaptatie waarvan droogte (naast wateroverlast, overstromingen en hitte) onderdeel uitmaakt.

  1. Warmtebedrijf

De gemeenteraad heeft in oktober 2021 gekozen om geen additionele financiering meer te verstrekken aan WbR ter deelname aan het project Warmtelinq+ (WLQ+). WbR is na het besluit van de gemeenteraad een proces ingegaan waarbij zij geïnventariseerd heeft welke consequenties de ontstane situatie tot gevolg zal hebben. Uitkomst van deze inventarisatie is dat het WbR een aanvraag voor een WHOA-traject (wet Homologatie Onderhands Akkoord, per 1 juli 2021 van kracht) bij de rechtbank heeft ingediend. 


Gedachtegoed bij een WHOA is dat de economische activiteiten meer waarde opleveren dan een faillissement en het publiek belang geborgd blijft. Lukt een onderhands akkoord niet (bijv. een herstructurering of verkoop), dan zal naar verwachting via insolventie uiteindelijk door een schuldeiser (anders dan de gemeente Rotterdam) faillissement aangevraagd worden.  
De gemeente is nauw betrokken bij de uitwerking van een mogelijk akkoord, waarbij voor de gemeente het voornaamste risico ligt in hoeverre de volledige boekwaarde van de aandelen en uitstaande lening intact blijven. Hierbij is de verwachting dat niet alle investeringen vanuit de gemeente (zijnde het aandelen kapitaal & de regresvordering) terugverdiend kunnen worden.

Lijst van verbonden partijen

Vennootschappen

Vennootschappen kennen verschillende vormen: een besloten, naamloze of commanditaire vennootschap. Als de gemeente aandelen in een vennootschap heeft, neemt de gemeente op die manier deel in het aandelenkapitaal. Een dergelijk financieel belang met een derde rechtspersoon is pas een verbonden partij als de gemeente tevens een bestuurlijk belang heeft. Dit kan door een vertegenwoordiging in het bestuur of de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, het hebben van stemrecht en zo meer.

 

In de paragraaf zijn tabellen opgenomen die inzicht bieden in de:

  1. Te continueren gemeentelijke deelname in vennootschappen
  2. Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten vennootschappen of nieuwe deelname in bestaande vennootschappen
  3. Te beëindigen gemeentelijke deelname in vennootschappen

Elke tabel biedt per vennootschap inzicht in de naam, vestigingsplaats, en in de publieke, bestuurlijke en financiële belangen. Conform artikel 15 van het BBV biedt de tabel daarnaast inzicht in de ontwikkeling van de boekwaarden, het eigen en vreemd vermogen en het nettoresultaat.

Te continueren gemeentelijke deelname in vennootschappen

De gemeente is aandeelhouder in 24 vennootschappen en wenst haar deelname in 17 vennootschappen te continueren en in 6 vennootschappen te beëindigen. Verder is 1 deelneming in oprichting, zijnde ICOS Cleantech Earlystage fund III.

De vennootschappen Bank Nederlandse Gemeenten Bank NV (BNG Bank), Gemeenschappelijk Bezit Evides BV, Havenbedrijf Rotterdam NV, Stedin Groep NV en de Royal Schiphol Group NV keerden als verbonden partijen dividend uit aan de gemeente als aandeelhouder. De verwachte dividendopbrengst voor 2021 is ongeveer iets onder € 100 mln; dit ligt onder het "gemiddelde" van eerdere jaren en is primair toe te weiden aan de impact van COVID-19 en de coronamaatregelen op de deelnemingen.

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten vennootschappen of een nieuwe gemeentelijke deelname in bestaande vennootschappen

Op dit moment is de gemeente nog stille vennoot in ICOS Capital Fund 3 C.V. De gemeente is in 2021 als stille vennoot toegetreden tot de commanditaire vennootschap en zal daarmee vertegenwoordigd zijn in de algemene vergadering van aandeelhouders.

Te beëindigen gemeentelijke deelname in vennootschappen

De gemeente heeft besloten om de deelname in zes vennootschappen te beëindigen door als aandeelhouder uit te treden, de verbonden partij te verkopen of te liquideren. Dat zijn: ROM-D Kil III C.V., Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden Beheer N.V., Glazen Maas Exploitatie B.V.,  Ontwikkelingsmaatschappij Rijnmond, SSC FLEX B.V. en Glazen Maas Infrastructuur B.V.
Daarnaast zijn de relaties met Beurs Rotterdam & WOM vastgoed B.V. gedurende 2021 beëindigd.

Relevant om te vermelden is dat de gemeente bij de beëindiging van deelnemingen afhankelijk is van derden waaronder de deelneming zelf, maar bijvoorbeeld ook besluitvorming bij andere aandeelhouders of in geval van het liquideren van deelnemingen ook de opstelling van bestaande crediteuren en debiteuren of de Rijksbelastingdienst. 

Stichtingen

Een verbonden partij kan een stichting zijn. Stichtingen waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft, of waartoe het college expliciet heeft besloten, vallen onder de term verbonden partij. Dit geldt alleen als er geen sprake is van een subsidierelatie. Als de gemeente een stichting in overwegende mate subsidie geeft, valt die stichting onder ‘gesubsidieerde instellingen’ en is het geen verbonden partij.

Er waren in 2021 vier stichtingen die door het college op grond van voorgaande als een verbonden partij zijn aangemerkt (een stichting is niet automatisch een verbonden partij). De relatie met al deze stichtingen worden in 2022 gecontinueerd.  

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten stichtingen of nieuwe gemeentelijke deelname in bestaande stichtingen

Geen.

Te beëindigen gemeentelijke deelname in stichtingen

Geen.

Verenigingen

Ook een coöperatieve vereniging kan een verbonden partij zijn. Een coöperatieve vereniging heeft als doel in bepaalde materiële behoeften van de leden te voorzien. In tegenstelling tot een gewone vereniging kan een coöperatieve vereniging de aansprakelijkheid van de leden beperken of helemaal uitsluiten. Bij de volgende commanditaire vereniging zijn de leden uitgesloten van aansprakelijkheid. Bij een gewone vereniging zijn de leden wel hoofdelijk aansprakelijk.

Te continueren gemeentelijke deelname in verenigingen

De gemeente continueert haar deelname in de vereniging Wigo4it.

Wigo4it is een coöperatie die in dienst van én samen met de 4 grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, ook wel de G4)  - integrale ICT- oplossingen ontwikkelt voor het aanvragen en verstrekken van uitkeringen, het begeleiden van mensen naar werk en het aanvragen en verstrekken van zorg.
 

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten verenigingen of nieuwe gemeentelijke deelname in bestaande verenigingen

Geen.

Te beëindigen gemeentelijke deelname in verenigingen

Geen.

Gemeenschappelijke regelingen

De Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) biedt overheden de mogelijkheid een deel van hun bestuurstaken te verplaatsen naar een openbaar lichaam. Dit wordt ‘verlengd lokaal bestuur’ genoemd. Gemeenten kunnen dan een openbaar lichaam instellen. Zo’n openbaar lichaam is een rechtspersoon en kent drie organen: een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Dit hoofdstuk gaat alleen in op de gemeenschappelijke regelingen die een ‘verbonden partij’ zijn. Daaronder vallen niet de zogeheten lichte regelingen, omdat in deze regelingen geen sprake is van een bestuurlijk onderdeel. Het zijn samenwerkingsverbanden zonder bestuursorganen.

Te continueren gemeentelijke deelname in gemeenschappelijke regelingen

De gemeente continueert in 2022 haar deelname in negen gemeenschappelijke regelingen. Dit zijn: Metropoolregio Rotterdam - Den Haag, GGD Rotterdam-Rijnmond, Grondbank RZG Zuidplas, DCMR, Jeugdhulp Rijnmond, Nieuw Reijerwaard, Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer, Openbaar lichaam Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond en het Recreatieschap Rottemeren.

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten gemeenschappelijke regelingen of nieuwe gemeentelijk deelname in bestaande gemeenschappelijke regelingen

Geen

 
Te beëindigen deelname in gemeenschappelijke regelingen

Geen