Onderwijsbeleid en leerlingzaken

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs.

Het stimuleren van een passend, toegankelijk, gedifferentieerd en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod in de hele stad.

Voldoende goede leraren, pedagogisch medewerkers, schoolleiders en instructeurs.

Het verminderen van schooluitval.

Met het onderwijsbeleid 'Gelijke kansen voor elk talent' investeren we in kansengelijkheid in het Rotterdamse onderwijs, zodat alle Rotterdamse kinderen het beste uit zichzelf kunnen halen. Door de corona crisis blijkt deze investering harder nodig dan ooit.

In 2021 werd het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) aangekondigd. Dit om scholen te ondersteunen bij het herstel na de crisis. Dankzij de middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs heeft de gemeente o.a. 158 extra tutoren voor rekenen en taal geworven en opgeleid voor het basis- en voortgezet onderwijs. De tutoren bieden een intensief inhaalprogramma aan voor scholieren met een vertraging. Binnen het kader van het Nationaal Programma Onderwijs zijn daarnaast ook schoolzorgteams gestart, zodat de inzet vanuit de verschillende professionals beter aansluit bij wat een school nodig heeft. Hulp aan kinderen kan zo sneller en passender worden geregeld.

In Rotterdam worden opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen gerealiseerd. Onder deze vluchtelingen zijn veel kinderen. Rotterdam biedt hun een centrale onderwijslocatie. In de eerste maanden van 2022 zijn de deuren geopend van de tijdelijke onderwijslocatie voor Oekraïense vluchtelingen. De Oekraïense School richt zich op leerlingen van 6 tot en met 16 jaar in het primair en voortgezet onderwijs. De gemeente werkt verder aan een programma voor de zomervakantie en daarna het starten van nieuwkomersonderwijs. Via (internationale) schakelklassen stromen leerlingen vervolgens door naar het Nederlandse onderwijs.

Naast het NPO en extra activiteiten rondom Oekraïense vluchtelingen, werken we hard aan de uitvoering van het onderwijsbeleid 'Gelijke kansen voor elk talent'. Onderstaand leest u de geboekte voortgang per thema.

 

Overgangsmomenten in het onderwijs
De overgangen in het onderwijs zijn cruciale momenten voor de schoolcarrières van leerlingen. In het Rotterdamse onderwijsbeleid ‘Gelijke kansen voor elk talent’ spraken we af om de kansengelijkheid te bevorderen door de overgangen tussen schoolsoorten te verbeteren. Hieronder enkele voorbeelden van maatregelen die zijn ingezet om de overgangen te verbeteren:

  • Overgang vve-po
    Om de kwaliteit van de doorgaande leerlijn te verbeteren, formuleerde de gemeente met alle voor- en vroegschoolse (vve) partners afspraken voor het verbeteren van de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool. Scholen werken hierdoor doelgericht aan het verder verbeteren van de kwaliteit van groep 1 en 2. De eerste afspraken met een deel van de schoolbesturen zijn gemaakt. Deze schoolbesturen gaan in 2022 middels hun jaarplannen aan de slag om uitvoering te geven aan de gemaakte afspraken. Om basisscholen en voorscholen hierbij te ondersteunen zijn er best practices ontwikkeld en beschikbaar gesteld.
  • Overgang po-vo
    Om het primair en voortgezet onderwijs dichter bij elkaar te brengen en het maximale uit de potentie van elke Rotterdamse leerling te halen zijn twee professionele leergemeenschappen (PLG) aan de slag op de overgang po-vo. De eerste PLG onderzoekt met groep 8 leerkrachten op welke wijze een objectief advies tot stand kan komen. De tweede PLG werkt samen met de schoolbesturen aan een proces dat moet leiden tot een passend advies voor elke leerling. Verbeteringen vanuit de twee leergemeenschappen worden direct geïmplementeerd in de bestaande structuur. 
  • Overgang vo-mbo-ho
    Samen met het vo, mbo en ho voeren we een analyse uit om de overgang vo-mbo-ho te monitoren. Het convenant ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-mbo’ is in uitvoering. Rotterdamse vo- en mbo-besturen formuleerden in het convenant afspraken voor succesvolle en kansrijke loopbanen voor vmbo- en havo-leerlingen in het mbo.

 

Kwaliteit en toegankelijkheid
Om de kwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs te verbeteren, zetten we samen met het onderwijs in op onderstaande sporen:

  • Voor het verbeteren van de schoolprestaties, het verkleinen van de schoolverschillen en het wegwerken van coronavertragingen, zijn afspraken gemaakt met scholen. De hiervoor verstrekte subsidies zijn onder andere ingezet voor hoogbegaafdenonderwijs, basisvaardigen (taal en rekenen), mentorprogramma’s en huiswerkbegeleiding. Het vroegtijdig signaleren van problemen en de inzet van een verbeterplan, moeten voorkomen dat de scholen afglijden naar een onvoldoende inspectieoordeel. Het is positief dat schoolbesturen hierin samen met de gemeente optrekken. Uit inspectiegegevens blijkt dat in Rotterdam drie scholen in het basisonderwijs als ‘onvoldoende’ zijn beoordeeld en twee als zeer’ zwak’.
     
  • Om het bereik van de voorschool te vergroten, is de subsidieregeling ‘Voorschoolse Educatie’ aangevuld met de indicatie ‘Gelijke kansen’. Met deze indicatie hoeven ouders met schuldproblemen geen ouderbijdrage te betalen voor de voorschool. Hun peuter kan gratis naar de voorschool, want juist deze peuters hebben veel baat bij deelname aan de voorschoolse educatie. Deze regeling brengen we gericht onder de aandacht bij deze gezinnen. Verder zijn we vanaf het schooljaar 2021-2022 gestart met een gratis en vrijblijvend kennismakingsaanbod vroegschoolse educatie. Tijdens deze kennismakingsperiode worden ouders vanuit de instellingen begeleid en geïnformeerd over de kosten en het eventueel aanvragen van kinderopvangtoeslag.

 

Aansluiting onderwijs en jeugdhulp
Voor een goede aansluiting van onderwijs op jeugdhulp werken gemeente, schoolbesturen en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs aan een goede basis: Voor elk kind is er een passende plek in het onderwijs, een stevige ondersteuningsstructuur op school en een goed pedagogisch klimaat. Om dit te bereiken zetten we in op een stevige rol van het schoolmaatschappelijk werk, goede afspraken tussen de school en het wijkteam en de voorbereiding van nieuwe inkoop van onderwijszorgarrangementen.  

Vooruitlopend op de landelijke ontwikkelingen heeft Rotterdam het leerrecht van elk kind centraal gezet. Er is een toename van het aantal vrijstellingen van onderwijs. We hebben een nieuwe werkwijze ingevoerd, de leerrechtpilots, en kijken steeds welke maatregelen nodig zijn om het aantal vrijstellingen terug te brengen. We zijn gestart met de eindevaluatie van deze leerrechtpilots, die in de zomer van 2022 wordt afgerond. Doel van die evaluatie is om de opgedane inzichten uit de pilots structureel te verankeren. Het nieuwe schooljaar 2022/2023 wordt benut als overgangsjaar om de leerrechtpilots te verduurzamen als onderwijsgericht dagprogramma.

De aanpak van de Taskforce Thuiszitters om tijdig te zorgen voor een passend aanbod van onderwijs en/of jeugdhulp voor jeugdigen, is de afgelopen periode verder verfijnd door aansluiting van de wijkteams. Daarnaast zetten we in op preventie om te voorkomen dat (ziekte)verzuim van een leerling leidt tot thuiszitten. Dit doen we door de aanpak ‘Oog voor jou, van verzuim naar aanwezigheid’, met de pilot startgesprekken op het PO en het beter signaleren en ondersteunen van zieke leerlingen (interventie PATS van het CJG op VO en speciaal onderwijs). Ook ontwikkelen we met PPO en het onderwijs aanvangsklassen om bij heel jonge leerlingen uitval te voorkomen.

Binnen het kader van het Nationaal Programma Onderwijs zijn schoolzorgteams opgestart, zodat de inzet vanuit de verschillende professionals beter aansluit bij wat een school nodig heeft. De eerste 20 scholen zijn gestart met de schoolzorgteams. Eind 2022 zijn 45 schoolzorgteams actief in heel Rotterdam.

 

Leraren
Met de Rotterdamse aanpak leraren richten we ons op het beperken van het lerarentekort en de tekorten in de kinderopvang. De aanpak is opgebouwd uit onderstaande actielijnen: 

  • Vergroten instroom
    In 2021 zijn er 86 zijinstromers in het primair onderwijs in Rotterdam gestart. Deze zij-instromers kunnen veelal binnen een jaar zelfstandig voor de klas staan. Ook het aantal pabostudenten steeg. Potentiële leraren worden via het project ‘Leraar van buiten’ actief begeleid en voorgelicht over de mogelijkheden van werken in het onderwijs. In 2022 zijn er weer voorlichtingsbijeenkomsten voor nieuwe zijinstromers gehouden. Per september 2022 zal er een nieuwe lichting starten met de opleiding. In januari is er een bijeenkomst geweest voor mensen met een uitkering van gemeente of UWV die geïnteresseerd zijn in werken in de kinderopvang. Van de 50 kandidaten zijn er 16 die aan het werk gaan in de kinderopvang. Deels via een combinatie van werken en studeren.
  • Beperken uitstroom & professionaliseren en binden aan de stad
    Alle vo-besturen en grote mbo-instellingen zijn aangesloten bij de Opleidingsschool Rotterdam. Hier werken lerarenopleidingen en scholen nauw samen om aankomende leraren voor te bereiden op de onderwijspraktijk. Het aantal opleidingsplaatsen bij de Opleidingsschool is dit jaar uitgebreid van 591 naar 830 plaatsen. Ook zijn er subsidies toegekend voor projecten gericht op het verminderen van de werkdruk en het begeleiden van starters en stagiair(e)s. Het is mede hierdoor gelukt om voor alle pabostudenten en studenten van de lerarenopleiding een stageplaats te vinden. Verder kunnen leraren onder bepaalde voorwaarden voorrang krijgen op de huizenmarkt. In 2021 werden 32 woningen met voorrang toegewezen aan maatschappelijke beroepsgroepen. Daarnaast is ook de Rotterdampas weer beschikbaar gesteld aan leraren en medewerkers van kinderopvang. Er zijn ruim 14.200 vouchers voor de Rotterdampas verstuurd.
  • Anders organiseren en opleiden
    In het kader van anders organiseren werken het Rijk, schoolbesturen en gemeenten samen. De komende jaren blijft er een tekort aan traditioneel opgeleide leraren. We kijken daarom ook naar andere vakbekwame professionals die een bijdrage kunnen leveren aan het onderwijs, zoals onderwijsassistenten en vakkrachten. Daarnaast stimuleren we nieuwe opleidingsvormen en werken hiervoor samen met de opleidingsinstanties. Zo zijn we gestart met de ‘brede route’: een opleiding waar studenten van verschillende disciplines, zoals onderwijs en zorg en welzijn, gezamenlijk stagelopen. Vanuit de middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs is extra scholing van vakleerkrachten uit de kunst- en cultuursector in 2022 gestart. Met deze scholing zijn ze beter inzetbaar in het onderwijs, en kunnen ze scholen helpen door meer uren onderwijs te verzorgen. 


Burgerschap
Aan de hand van het in 2020 vastgestelde manifest burgerschap werken we samen met het scholenveld verder aan 'een veilige oefenplaats voor burgerschap'. Het belangrijkste uitgangspunt van dit manifest is dat het onderwijs een oefenplaats is waar je niet perfect hoeft te zijn, waar je fouten mag maken en waar je mag oefenen. Daarmee zijn scholen in Rotterdam een veilige plek waar ruimte is voor lastige gesprekken en het behandelen van moeilijke onderwerpen in de klas. De gemeente faciliteert scholen bij deze maatschappelijke opdracht. We ondersteunen scholen o.a. door middel van subsidie voor deskundigheidsbevordering en goede burgerschapsinitiatieven.

Via het initiatief Kinderburgemeester en het uitvoeren van debattrainingen op mbo-instellingen vergroten we de kennis over democratisch burgerschap. Daarnaast organiseren we samen met hogeschool Rotterdam en ROC Albeda in juni 2022 een conferentie over burgerschap en inclusie.

 

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
We stimuleren de doorstroom van jongeren naar hogere opleidingsniveaus en willen dat jongeren bewuster kiezen voor een opleiding en sector. Hieronder enkele voorbeelden van maatregelen die in 2021 zijn ingezet: 

  • Met de Rotterdamse Leerwerkakkoorden werken we samen met het onderwijs en bedrijfsleven aan een toekomstbestendige en inclusieve arbeidsmarkt. Een belangrijk onderdeel hiervan is de oprichting van het Rotterdams Scholingsfonds, waardoor gediplomeerde jongeren zich kosteloos kunnen om- of bijscholen in kansrijke sectoren, zoals de zorg, bouw of techniek;
  • Via het Leerwerkloket stimuleren we de beroepsbegeleide leerweg (bbl). De bbl-infomarkt van april 2022 was met ruim 80 leerbedrijven, werkgevers, mbo's én vakscholen succesvol. De infomarkt schept een mooie mogelijkheid voor leerlingen om kennis te maken met diverse studies, branches en beroepen; 
  • In samenwerking met schoolbesturen en de IT Campus continueren we de workshops 'Expeditie Digitaal' en de inzet van digitale geletterdheid op scholen onder andere via de Dagprogrammering;
  • In de afgelopen periode zijn meerdere projecten ingezet om leerlingen te motiveren voor kansrijke sectoren. Tijdens de JINC Techniekdagen heeft het bedrijfsleven 394 bassischoolleerlingen kunnen enthousiasmeren voor het werken in de techniek. Daarnaast hebben ruim 1500 scholieren deelgenomen aan Techmission010; een betekenisvolle ervaring in de Onderzeebootloods op RDM Rotterdam bracht techniek en haven tot leven voor Rotterdamse scholieren. Naast de specifieke inzet voor de IT- en technieksector, zet de gemeente ook breder in op loopbaanorientatie via subsidies aan scholen en projecten. 

 

Talentontwikkeling
Om gelijke kansen te realiseren en talenten van kinderen beter te benutten, werken wij in het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid met onderwijsinstellingen en vele partners aan de Dagprogrammering: tien uur extra schooltijd. In die uren bieden scholen extra activiteiten aan op het gebied van onder andere taal, rekenen, sociaal-emotioneel leren, sport en gezondheid, kunst en cultuur, wetenschap en techniek, ICT en media. 

Binnen de Children's Zone bieden nu alle 30 po-scholen Dagprogrammering aan en buiten het focusgebied doen 6 scholen mee. De pilot Dagprogrammering voor het voortgezet onderwijs is in schooljaar 2021-2022 op 8 scholen gestart in Rotterdam-Zuid. Na een proefperiode van twee jaar evalueren we of er een vervolg komt voor de Dagprogrammering voor het voortgezet onderwijs.  

In 2022 werken we verder aan de kwaliteitsverbetering van de Dagprogrammering. Dit doen we onder meer door een onderzoek naar de relatie tussen doelen, inzet en opbrengsten van de Dagprogrammering. Hiermee willen we meer inzicht krijgen in hoe de Dagprogrammering loopt, wat de opbrengsten zijn en hoe we de kwaliteit ervan verder kunnen versterken. Het onderzoek is gestart en wordt naar verwachting in het derde kwartaal van 2022 afgerond. 

 

Veiligheid
Het actieplan Veiligheid is in uitvoering. Het doel is het verstevigen van de sociale veiligheid in het voortgezet onderwijs en mbo. Er wordt gewerkt aan een structureel nauwere samenwerking tussen scholen en veiligheidspartners. Verschillende maatregelen uit het actieplan zijn in werking, zoals: 

  • Om de aangiftebereidheid te vergroten gaven de politie en het openbaar ministerie tijdens expertsessies uitleg over de diverse mogelijkheden voor een aangifte. Aan de hand van de beschikbare informatie kunnen scholen hun aangiftebeleid verder aanscherpen.
  • We continueren de inzet van grenzenstellend jongerenwerk (JOZ) op en rond scholen die te maken hebben met een populatie die vatbaar is voor grensoverschrijdend gedrag. De inzet wordt in de komende periode verder uitgebreid. Grenzenstellend jongerenwerk opereert daarnaast in de onlinewereld van jongeren, in de wijk en bij jongeren thuis.
  • Het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond (ZVHRR) coördineert de persoonsgerichte aanpak voor jongeren die betrokken zijn bij steekincidenten. Zodra een jongere betrokken was bij een steekincident, wordt de school geïnformeerd en uitgenodigd voor een maatgerichte aanpak. Dit jaar evalueren de samenwerking tussen het ZVHRR en de scholen;
  • Het voortgezet onderwijs zet de gezamenlijke subsidie voor sociale veiligheid in om de deskundigheid te bevorderen. De werkwijzer 'Agressie en wapenbezit in de klas' is gelanceerd. Dit is een overzichtelijke kaart voor Rotterdamse v(s)o-docenten die ondersteuning biedt bij het signaleren van en handelen bij agressie in de klas.

 

Voortijdig schoolverlaten 

  • Het programma VSV Rijnmond 2020-2024 is in uitvoering. Dit doen we samen met onze partners (mbo-scholen, regiogemeenten en samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs).
  • Jongeren die in februari startten op het mbo zijn in een ‘no show’-actie benaderd als ze niet op school kwamen opdagen.
  • Het concept Leerrecht wordt verder uitgewerkt voor RMC en Leerplicht. We onderzoeken of we daarbinnen de scholen meer kunnen ondersteunen om aanwezigheid op school te versterken, meer startgesprekken op scholen te doen, de verzuimadministratie te bespreken en meer voorlichting geven aan jongeren en ouders.
  • Aan elke mbo-locatie in de regio is een jongerenconsulent RMC en een leerplichtambtenaar verbonden. Ze werken daar nauw samen met de school om aanwezigheid van studenten verder te bevorderen, verzuim terug te dringen en uitval te voorkomen.
  • In elke wijk is een jongerenconsulent RMC actief om voortijdige schoolverlaters te benaderen en hen te begeleiden naar een passende vervolgstap. Ook de oud-vsv’ers, die al langer geen opleiding hebben, krijgen van hen begeleiding aangeboden.
  • Leerlingen van praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn gemonitord. Daarbij begeleidden we hen waar nodig samen met onze partners naar school, (duurzaam) werk of naar garantiebanen, in het geval van arbeidsbeperkte jongeren.
  • Met de entreeopleidingen bespreken we de jongeren die extra aandacht nodig hebben, bieden deze begeleiding en maken we afspraken over hoe deze jongeren beter voorbereid naar stages kunnen en later naar werk kunnen doorstromen.
  • Mbo-scholen bieden met onze steun extra begeleiding aan hun studenten en werken in en rond de klas nauw samen met zorgorganisaties.
  • Op een aantal mbo-schoollocaties is in Rotterdam gestart met de regionale pilot VSV Coach. Jongeren worden hierin eerder benaderd eventueel met een huisbezoek en begeleid. Ook jongeren van andere gemeenten worden dan gesproken. Rotterdamse jongeren die een opleiding volgen op schoollocaties buiten onze gemeente worden door onze collega’s van de regiogemeenten begeleid.
  • Jongeren in die het vmbo verlaten (met of zonder diploma) worden gevolgd in hun overstap naar een vervolgopleiding. Wanneer ze geen nieuwe schoolinschrijving hebben, worden ze benaderd door leerplichtambtenaren en de jongerenconsulenten RMC en krijgen ze ondersteuning voor een nieuwe schoolinschrijving aangeboden

 

Leerlingenvervoer
Een nieuwe verordening is aangenomen om de zelfredzaamheid van leerlingen te stimuleren. Een traject loopt om de beleidsontwikkeling en uitvoering verder te optimaliseren. Voorop staat dat leerlingenvervoer veelal om maatwerk gaat en verbeteringen zorgvuldig moeten worden getoetst alvorens deze als beleid breder kunnen worden doorgevoerd.

Wat willen we bereiken

Effect indicatoren

Wat gaan we daar voor doen

Prestatie indicatoren
Effectindicatoren 

2018

(2017-2018

2019

(2018-2019)

2020

(2019-2020)

2021

(2020-2021)

2022

(2021-2022)

Collegetarget 6: Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau            
Doelgroep peuters Streefwaarde 89% 89% 89% 89%  
Realisatie 86% 80% 81% 80%  
Referentie taal Streefwaarde 55,3% 55,8% 56,3% 56,9%  
Realisatie 58% 57,4% N.v.t. N.v.t.  
Referentie lezen Streefwaarde 62,4% 63,9% 65,4% 67,4%  
Realisatie 67% 69,7% N.v.t. N.v.t.  
Referentie rekenen Streefwaarde 35,5% 36,2% 37% 37,8%  
Realisatie 36% 42,9% N.v.t. N.v.t.  
Derde leerjaar VO Streefwaarde 78% 78% 79% 80%  
Realisatie 77% 77% 76,4% 78,9%  
Beroepsbegeleidende leerweg (bbl) Streefwaarde 14% 15,5% 17% 18%  
Realisatie 14% 16% 18% 17%  
Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs- en/of zorg Streefwaarde N.v.t. 110

55

28 14
Realisatie N.v.t. 280 289 236  
NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets Streefwaarde - - - - 531,9 (2021-2022)
Realisatie N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.  
Prestatie-indicatoren 201820192020202120222023
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding po en vo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100% 100% 100%  
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding mbo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100% 100% 100%  
Alle Rotterdamse vsv-ers zijn in beeld en we werken met hen aan een passende vervolgstap. Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 1005
Realisatie 100% 100% 100% 100% 100%  

Toelichting indicatoren

Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau
Hieronder vallen vier meetbare sub targets voor de verschillende sectoren van de onderwijsportefeuille:

 

1. Het percentage driejarige doelgroeppeuters dat gebruik maakt van het extra aanbod ‘spelen en leren’ blijft minimaal gelijk. 
Het extra aanbod ‘spelen en leren’ is het wettelijk verplichte aanbod voorschoolse educatie aan peuters met een risico op taalachterstand (zogenaamde doelgroeppeuters). Bij de lancering van ‘Gelijke kansen voor elk talent’ gaven we aan dat het een hele uitdaging wordt om 89% van de driejarige doelgroeppeuters te bereiken vanwege het personeelstekort in de kinderopvang, nieuwe wettelijke eisen, een veranderde definitie van de doelgroep en een toename van het aantal driejarige peuters. Dat bleek ook zo te zijn: in 2019 bereikten we 81% van alle driejarige doelgroeppeuters in Rotterdam. Door de coronapandemie liep de deelname aan de Rotterdamse voorschoolse educatie door doelgroeppeuters in 2020 aanzienlijk terug. Doordat ouders wachten met deelname van hun peuter, neemt de kans op ontwikkelingsachterstand toe. Om het bereik onder doelgroeppeuters te verhogen is de gemeente in samenwerking met kinderopvangorganisaties, onderwijs en het CJG een informatiecampagne voor ouders en professionals gestart. Daarnaast wordt doelgroeppeuters de mogelijkheid geboden om gratis en vrijblijvend kennis te maken met de voorschoolse educatie.

 

2. Het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen op het streefniveau van de referentieniveaus stijgt in 2021 naar het landelijk gemiddelde van 2017. 
We werken aan een stijging van het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen dat het streefniveau van de referentieniveaus bereikt. Omdat er door corona in het schooljaar 2019-2020 geen eindtoets is afgenomen, zijn er ook geen cijfers over de referentieniveaus taal, lezen en rekenen. De referentieniveaus worden bepaald aan de hand van de eindtoetsen. In het schooljaar 2020-2021 zijn wel eindtoetsen afgenomen, maar deze hebben geen officiële status. De Inspectie van het Onderwijs zal ze niet gebruiken om scholen te beoordelen, omdat de inspectie de resultaten - door de gevolgen van de coronacrisis op het onderwijs - niet representatief vindt voor de prestaties van de scholen. Er is sinds corona nog meer aandacht voor taal en rekenen in Rotterdam. Veel scholen zetten hun subsidiebudget hiervoor in. Ook de introductie van de student-tutoren taal en rekenen vanuit het Nationaal Programma Onderwijs zorgt stads breed voor meer inzet op taal en rekenen.

 

3. Het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het vo dat zit op het niveau van het advies van de basisschool of hoger stijgt van 77% in 2017 naar 80% in 2021. 
In 2020-2021 zat 78,9% van de derdejaars vo-leerlingen in Rotterdam op het door de basisschool geadviseerde óf een hoger niveau: 70,8% zat op het geadviseerde niveau en 8,1% op een niveau hoger dan geadviseerd. Daarmee liggen we op koers voor de collegemijlpaal van 80% in 2021. We zien nog steeds een stijgende lijn in het aantal leerlingen dat in het derde leerjaar onderwijs krijgt op het geadviseerde niveau. Om dit te bereiken hebben po- en vo-besturen met elkaar afspraken gemaakt hoe leerlingen op de juiste wijze (warm) overgedragen kunnen worden.

 

4. Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt. 
Het percentage mbo-studenten dat de bbl volgt, nam in 2020-2021 licht af van 17,7% in 2019-2020 naar 16,7%. De afname is toe te schrijven aan de coronacrisis. Door sluitingen in vele beroepssectoren werden stages en BBL-plekken (tijdelijk) stopgezet. Jongeren maakten daardoor minder vaak de keus voor een BBL-opleiding in die sectoren die door corona gesloten werden. Daardoor neemt het aandeel BBL studenten af onder het totaal aan MBO studenten. De mbo-instellingen, bedrijfsleven, SBB en gemeente Rotterdam hebben een regionaal actieplan stages en leerbanen opgezet om het door de coronapandemie veroorzaakte tekort gezamenlijk terug te dringen. Deze samenwerking is succesvol gebleken. Er werden ruim 1200 nieuwe leerbedrijven aangetrokken en er zijn inventieve vormen bedacht om praktijkleren ondanks de beperkingen mogelijk te maken. De deelnemende partijen hebben besloten om deze succesvolle samenwerking te continueren, in het belang van een structurele aanpak van het stage- en leerbanen tekort.


Aantal jongeren/kinderen dat langer dan drie maanden thuis zit zonder passend aanbod van onderwijs- en /of zorg 
In Rotterdam registreert de Taskforce Thuiszitters op basis van de cijfers van Leerplicht het aantal thuiszitters (zonder vrijstelling), de redenen van thuiszitten en de uitstroom. Het totaal aantal leerlingen dat thuiszit, is gedaald van 427 leerlingen in schooljaar 2019-2020 naar 340 leerlingen in schooljaar 2020-2021. Van deze leerlingen zijn er 236 langer dan 3 maanden thuis zonder een aanbod aan onderwijs en/of zorg. Gezien de enorm complexe problematiek en veel verschillende factoren die meespelen bij thuiszitten, is maatwerk en combinaties van inzet vanuit onderwijs en jeugdhulp nodig. Dit kost vaak meer tijd dan 3 maanden.

 

NPRZ Onderwijsbeleid: een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets 
Het hoofddoel van de pijler school van het NPRZ is het behalen van hogere onderwijsresultaten. Het in te lopen verschil in onderwijsresultaten tussen die in Rotterdam Zuid en de rest van de G4 wordt vooralsnog gemeten aan de hand van de prestaties op de Centrale Eindtoets (Cito). Eerder is gemeld dat steeds minder scholen gebruik maken van de Cito en dat er in de komende jaren met andere indicatoren van de onderwijsinspectie zal worden gewerkt; er zal dan gewerkt worden met referentieniveaus (fundamenteel en streef) en daarnaast met eindadviezen. Dit gebeurt echter geleidelijk, en tot dat moment blijft het vastgestelde doel de gemiddelde score op de Centrale Eindtoets te verhogen naar 531,9. De effecten van het wegvallen van de eindtoets in 2020 en het advies van het rijk om kansrijk te adviseren in 2020 en 2021 vanwege de coronamaatregelen, zijn in de cijfers nog niet zichtbaar.

Wat kost het

Overzicht van baten en lasten Onderwijsbeleid en leerlingzakenRealisatie
2021
Begroting
2022
Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Raming
2026
Baten exclusief reserves65.44176.52567.84758.84356.94456.944

Bijdragen rijk en medeoverheden 65.345 74.694 67.273 58.270 56.371 56.371
Overige opbrengsten derden 96 1.831 573 573 573 573
Lasten exclusief reserves134.162144.318127.034119.026117.043117.031

Apparaatslasten 13.041 13.501 13.527 12.944 12.947 12.947
Inhuur 197 378 378 378 378 378
Overige apparaatslasten 185 291 317 308 310 310
Personeel 12.659 12.831 12.831 12.258 12.258 12.258
Intern resultaat 10.139 10.188 9.929 9.929 9.929 9.929
Intern resultaat 10.139 10.188 9.929 9.929 9.929 9.929
Programmalasten 110.982 120.629 103.577 96.152 94.167 94.155
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 6.894 17.790 14.759 7.768 7.344 7.344
Kapitaallasten 0 0 0 839 828 816
Overige programmalasten 34 0 0 0 0 0
Sociale uitkeringen 13.818 14.673 11.105 11.105 11.105 11.105
Subsidies en inkomensoverdrachten 90.236 88.166 77.714 76.439 74.890 74.890
Saldo voor vpb en reserveringen -68.720 -67.793 -59.187 -60.182 -60.099 -60.087
Saldo voor reserveringen -68.720 -67.793 -59.187 -60.182 -60.099 -60.087
Reserves139500312289219219

Onttrekking reserves 200 435 312 289 219 219
Toevoeging reserves 126 0 0 0 0 0
Vrijval reserves 65 65 0 0 0 0
Saldo -68.582 -67.293 -58.875 -59.893 -59.879 -59.867

Financiële bijstellingen

Bijstellingen Onderwijsbeleid en leerlingzakenBegroting 2022Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Raming
2026
Oorspronkelijke begroting 2022 -68.292 -60.109 -59.936 -59.920 -59.920
Bijstellingen Eerste Herziening 2022 999 1.234 43 41 53
Actualisatie kapitaallasten Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 0 -779 -781 -769
BRIDGE Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 0 0 0 0
Nationaal Programma Onderwijs Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 0 0 0 0
Rijksbijdrage Regionale meld- en coördinatiefunctie Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 0 0 0 0
Technische wijzigingen Technische wijzigingen 999 1.234 822 822 822
Begroting na wijzigingen -67.293 -58.875 -59.893 -59.879 -59.867

Toelichting financiële bijstellingen

Actualisatie kapitaallasten
De kapitaallasten zijn aangepast op basis van daadwerkelijke activeringen in 2021, bijgestelde investeringskredieten alsmede geactualiseerde ramingen, omslagrente en bouwrente van de jaarschijven. ( € 779 in 2022, € 780 in 2022 en € 769 in 2023). Een volledig beeld van de kredieten is opgenomen in de paragraaf Investeringen.


BRIDGE
Met het project BRIDGE wordt de positie van jongeren van Zuid op arbeidsmarkt versterkt door hen vanaf de basisschool tot aan het MBO een uitgebreid loopbaan oriëntatie en begeleidingsprogramma (lob) te bieden. In 2022 wordt dit project gecontinueerd, met deze mutatie van € 1,2 mln wordt de begroting voor 2022 opgevoerd.


Nationaal Programma Onderwijs
In 2021 zijn er vanuit het Rijk voor 2,5 jaar middelen beschikbaar gesteld voor herstel en ontwikkeling van het onderwijs tijdens en na corona. Met deze bijstelling worden de baten en lasten aangepast op basis van het afgesproken bestedingsplan ( € 6,2 mln in 2022 en € 6,9 mln in 2023 ).

 

Rijksbijdrage Regionale meld- en coördinatiefunctie
Voor de jaren 2021 t/m 2024 zijn vanuit het rijk aanvullende middelen beschikbaar voor extra inzet Regionale meld- en coördinatiefunctie (RMC), specifiek gericht op jeugdwerkloosheid. Dit betreft overdrachten aan regiogemeentes en eigen inzet. Met deze mutatie wordt de begroting geactualiseerd naar de herziene rijksbijdrage. ( € 417 2022, t/m  2026).

 

Technische wijzigingen
In het taakveld Onderwijsbeleid en leerlingzaken zijn er diverse technische wijzigingen geweest. Direct achter de technische wijziging is het effect op het saldo weergegeven. Door extra personele inzet voor de uitvoering van het onderwijsbeleid en het Nationaal programma onderwijs verschuift een deel van het budget naar de taakvelden Onderwijshuisvesting en het programma Overhead ( € 224 in 2022, € 439 in 2023 en € 28 van 2024 t/m 2026). Daarnaast is er een aanpassing in de percentages van de kostenverdeling (structureel  € 773).

Omschrijving taakveld

Binnen het taakveld Onderwijsbeleid en Leerlingzaken voert de gemeente wettelijke taken uit, zoals leerlingenvervoer, voor- en vroegschoolse educatie (vve), voortijdig schoolverlaten (vsv) en onderwijs aan kinderen van statushouders en asielzoekers. Daarnaast ontwikkelt de gemeente stedelijk beleid – waarvoor ze zowel gemeentelijke als rijksmiddelen inzet - ter verbetering van onderwijsresultaten, kansengelijkheid in het onderwijs, talentontwikkeling, burgerschap, vermindering van het lerarentekort, passend onderwijs en vermindering van schooluitval. Ook voert de gemeente stedelijk beleid uit voor schoolzwemmen.