Verzuim

Het voortschrijdend verzuimpercentage lag eind april 2022 op 6,53%. Dat is 0,43% hoger dan eind december 2021. Deze stijging is zichtbaar in zowel het kortdurend, middellang en lang verzuim.

Landelijk is deze stijging ook zichtbaar. Deze stijging komt vooral door de toename van het aantal coronabesmettingen en de specifieke seizoensinvloeden, zoals de griepepidemie van maart en april. Zorgverzekeraars melden een toename van 0,5% in het verzuimpercentage van januari 2022 naar februari 2022. Bij de gemeente Rotterdam ligt de toename van het verzuimpercentage in deze maanden op 0,1%.

Omgekeerd is de trend zichtbaar in het percentage medewerkers dat niet heeft verzuimd. Dit is in het eerste kwartaal gedaald van 54% (eind 2021) naar 45% (april 2022).

Gezien de ontwikkelingen zet onze organisatie vooral in op het voorkomen van langdurig verzuim. Ook is er onverminderd intensieve aandacht voor het gezond en met plezier werken.

image

Bemensing

Formatie en bezetting

image

Ten opzichte van de begroting 2022 is de formatie bij de 1e begrotingsherziening 2022 met 307 fte gegroeid. De stijging zit vooral in de formatie voor de clustertaken en de directe ondersteuning daarvan.

De formatie bestond bij de 1e begrotingsherziening in totaal uit 12.614 fte. De bezetting bedroeg 13.660 fte. Er is daarmee sprake van een overbezetting. Financiële dekking is wel in alle gevallen aanwezig. Grote verschillen zitten met name bij de clusters Maatschappelijke Ontwikkeling (18%) en Bestuurs- en Concernondersteuning (13%).

Bij Maatschappelijke Ontwikkeling zijn de opvallende zaken: 270 fte voor maatschappelijke ondersteuning in de wijk en 94 fte voor de afdeling publieke gezondheid, welzijn en zorg

De benodigde financiën komen uit tijdelijk geld en tijdelijke programmabudgetten, zoals bij het Jongerenloket (28 fte verschil), waarbij tijdelijk extra geld beschikbaar is vanwege corona en bij het hulpteam toeslagen (38 fte), wat door het Rijk gefinancierd wordt.

De overbezetting binnen Bestuurs- en concernondersteuning (BCO; verschil: 344 fte) ontstaat grotendeels doordat BCO extra capaciteit aan de clusters levert voor projecten waarvoor uren geschreven worden zoals communicatieadviseurs bij SO of ICT-projecten. Al deze inzet wordt gefinancierd door de clusters. Dit geldt ook voor de trainees die niet in de formatie zijn opgenomen. Het ophogen van de formatie komt grotendeels voor rekening van BCO (207 fte) en betreft de extra capaciteit voor de clusters. Financiering van deze formatie volgt uit overheveling van budgetten voor programmalasten, overheveling van personeelsbudgetten vanuit andere programma's en voor klein deel door overheveling van inhuurbudget.

De Directie Veiligheid (70 fte verschil) heeft een zogenoemde ‘kassiersfunctie’ voor de veiligheidsregie. Financiering gebeurt vanuit een regiobudget.

In- en uitstroom + doorstroom

In de eerste vier maanden van 2022 begonnen 611 nieuwe medewerkers bij de gemeente Rotterdam. In dezelfde periode verlieten 294 medewerkers de organisatie. De grotere bewegingen in zowel in- als uitstroom zijn te zien in dezelfde clusters met ontwikkelingen op formatie.

Stages

Van januari tot en met april 2022 zijn er 545 stagiaires gestart. Dit aantal ligt 156 hoger dan dezelfde periode van 2021. De ervaring leert dat voor de stageperiode vanaf september de meeste stages worden uitgevoerd. Bijna een derde van het aantal gestarte stagiaires in 2022 komen uit het mbo.

Arbeidskosten

Arbeidskosten bestaan uit loonkosten (medewerkers in dienst van de gemeente Rotterdam) en kosten van ingehuurde medewerkers.

image

Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting laat de 1e herziening een stijging van de arbeidskosten van € 57,4 mln. Het betreft € 35,3 mln aan loonkosten en € 22 mln aan kosten voor externe inhuur.

Loonkosten en Inhuur

image

De stijging van de begrote loonkosten is met name te zien op de programma’s Overhead, Volksgezond & Zorg, Bestuur- en Dienstverlening, Maatschappelijke Ondersteuning en Stedelijke Inrichting & Ontwikkeling:

  • Bij het programma Overhead is de loonkostenbegroting met € 17,3 mln verhoogd. Dit komt door herverdeling van budgetten, onder andere het omzetten van inhuurbudget naar eigen (tijdelijk) personeel. Daarnaast is er sprake van een toename voor de standaard dienstverlening door de groei bij de clusters en doordat het traineeprogramma inmiddels zijn volledige omvang heeft. Tot slot is er ook een uitbreiding van personeel ten behoeve van het faciliteren van hybride- en thuiswerken. Dit wordt gedekt door lagere lasten voor onder andere huisvesting, schoonmaak.
  • Bij het programma Volksgezondheid is een bijstelling gedaan van € 7,6 mln voor onder andere Moeders van Rotterdam en het Hulpteam toeslagen 010 met een dekking vanuit de Rijksoverheid.
  • Bij het programma Bestuurs- en Dienstverlening zijn de personele kosten met € 3,2 mln bijgesteld. Dit is onder andere voor personele uitbreidingen die samenhangen met de uitvoering van Wijk aan Zet (wijkmanagers, wijkraad coördinatoren, actieplan gebieden en participatieplatform). Als onderdeel van de uitbreiding is € 1,1 mln bedoeld voor een eenmalige uitbreiding van het projectteam dat de organisatie van de verkiezingen in 2022 en 2023 begeleidt. De bijstellingen worden gefinancierd door overheveling van budgetten voor programmalasten, overheveling van personeelsbudgetten vanuit andere programma's en voor klein deel door overheveling van inhuurbudget.
  • Voor het Programma Maatschappelijke Ondersteuning zijn de loonkosten voor de uitvoering van de Nieuwe Wet Inburgering bijgesteld met € 1,8 mln en voor uitvoeringskosten van Prestatie010 met € 1,2 mln.

De stijging van de begrote kosten voor inhuur is met name te zien op de programma’s Stedelijke Inrichting & Ontwikkeling, Overhead, Werk & Inkomen, Verkeer & Vervoer en Volksgezondheid & Zorg:

  • Bij het programma Stedelijke Inrichting & Ontwikkeling is de begroting van de inhuurlasten met € 8,3 mln bijgesteld. Dit betreft extra inzet die benodigd is voor NPRZ, fonds Vitale Kernen en de IHP-projecten (Integrale Huisvesting). Dekking komt uit de programma’s zelf. Daarnaast is het werkpakket geactualiseerd waarbij het inhuur budget is verhoogd omdat er meer inzet wordt gevraagd voor functies als ontwerpers Landschap, ontwerpers Stedenbouw, Gebiedsadvies, en projectmanagement. De dekking vindt plaats binnen het financieel kader van de opdrachtgevers en uit de grondexploitaties.
  • Bij het programma Overhead is een bijstelling gedaan van € 4 mln vanwege de toename van de vraag gestuurde dienstverlening vanuit de clusters ten behoeve van andere programma's. Hiervoor is financiële dekking vanuit de clusters. Door de krapte op de arbeidsmarkt vindt de inzet deels plaats door middel van inhuur.
  • Bij het programma Werk & Inkomen stijgen de inhuurlasten met name door een technische herverdeling bij het onderdeel Inkomen (€ 1,8 mln). Daarnaast is er een saldo neutrale verschuiving van programmalasten (€ 1,5 mln) voor de inhuur van medewerkers Nieuw Beschut naar inhuurlasten op het programma.
  • Bij het programma Verkeer & Vervoer is een bijstelling gedaan van € 1,4 mln vanwege het moeilijk in kunnen vullen van vacatures. Hierdoor zijn de inhuurlasten opgehoogd vanuit de personele begroting. Eveneens is een bijstelling gedaan van € 1 mln om het werkpakket te kunnen uitvoeren. Dekking vindt plaats vanuit Wonen en Bouwen. Daarnaast wordt er ingehuurd voor parkeervoorzieningen omdat nog niet alle vacatures met eigen personeel vervuld kunnen worden. Dit betreft een neutrale mutatie.
  • Bij het programma Volksgezondheid & Zorg is een bijstelling op de inhuurlasten gedaan van € 2,3 mln voor het Hulpteam Toeslagen 010 (met een dekking vanuit de Rijksoverheid), voor Moeders van Rotterdam en voor Sociaal Medische Advisering en Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang.