Investeringsvoorstel & Langetermijninvesteringsplan (LTIP)
Op deze pagina wordt het investeringsvoorstel besproken. Dit voorstel bestaat uit twee onderdelen, namelijk het financieel kader (dekking) en de investeringsuitgaven. Tot slot wordt er op deze pagina ingegaan op het langetermijninvesteringsplan (LTIP).
Overzicht investeringsuitgaven
Hier zullen de investeringsuitgaven worden toegelicht uitgesplitst in de categorieën: Verplichte projecten, voorbereiding / capaciteitsprojecten en projecten uit het coalitieakkoord.
Dekkingsvoorstel / Meerjaren investeringsplanning
Door vaststelling van het dekkingsvoorstel wordt jaarlijks besloten over de daadwerkelijke toekenning van middelen uit o.a. het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) aan projecten. De meeste projecten van het investeringsvoorstel 2021 komen uit de bij begroting 2020 vastgestelde meerjaren investeringsplanning 2019 – 2022, die weer is afgeleid van de Lange Termijn Investeringsplanning (LTIP) 2030. Daarnaast is er door o.a. vrijval op lopende projecten extra dekking beschikbaar voor 2021, als gevolg waarvan nieuwe investeringen mogelijk zijn. Deze vrije ruimte is gekoppeld aan projecten uit het coalitieakkoord.
Het totale dekkingsvoorstel 2021 bedraagt € 53,6mln en staat hieronder nader toegelicht. De dekking voor de investeringsuitgaven is afkomstig van het dekkingsvoorstel 2021. De ramingen voor de jaren 2022 t/m 2024 geven een meerjarige doorkijk. Samen vormt dit de meerjaren investeringsplanning 2021 t/m 2024. In deze begroting wordt alleen 2021 vastgesteld en de projecten uit het coalitieakkoord.
Het dekkingsvoorstel en meerjarenplanning kennen vier categorieën:
- Verplichte projecten: De verplichte projecten zijn investeringen waarover in een eerder stadium is besloten. Er zijn bestuurlijke of juridische verplichtingen aangegaan. Voor sommige ramingen heeft een actualisatie plaatsgevonden. Energietransitie: In het coalitieakkoord is afgesproken een bedrag vrij te maken voor de uitvoering van de energietransitie In 2019 is afgesproken dat de verkoopopbrengst van de verkoop van Eneco wordt aangewend ter aflossing van de lening uit het IFR die bestemd was voor de energietransitie. In dit voorstel wordt dit bedrag weer toegevoegd aan de hoofdsom van het IFR.
- Voorbereidingsbudget / capaciteit grote projecten: Middelen om projecten uit de LTIP voor te bereiden waarover nog geen investeringsbesluit is genomen en capaciteitsbudget voor grote gebiedsontwikkelingen. Het betreft lasten die zo omvangrijk zijn, dat deze niet binnen de reguliere apparaatslastenbudgetten van de gemeente kunnen worden opgevangen.
- Reservering voor Hoekse Lijn, renovatie Museum Boijmans van Beuningen en de nieuwe Oeververbinding: In het coalitieakkoord is afgesproken vanaf 2022 jaarlijks een bedrag vrij te maken voor dekking van kapitaallasten van genoemde projecten.
- Reeds lopende kapitaallasten: Deze lopende kapitaallasten moeten worden gedekt uit de bespaarde rente van het IFR.
Daarnaast is de vrije ruimte van 2021 (inclusief reserveringen hefboombudget) ingezet voor projecten uit het coalitieakkoord.
Investeringsuitgaven | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Verplichte projecten | 29.888 | 26.088 | 28.791 | 22.326 |
Hart van Zuid | 6.715 | 6.915 | 7.115 | 7.215 |
Sportcampus (Stadionpark) | 765 | 1.065 | 1.166 | 1.166 |
A16 Rotterdam | 2.316 | 2.594 | 2.727 | 2.063 |
Blankenburg kwaliteitsprogramma | 331 | 243 | 243 | 1.882 |
NPRZ 1e tranche (t/m 2023) | 5.000 | 5.000 | 5.000 | - |
NPRZ 2e tranche (t/m 2026) | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Stadion Infrastructuur | 4.761 | 271 | 2.540 | - |
1. Voor Hart van Zuid is in 2021 een reservering gepland van € 6,7 mln. Ook de bedragen opgenomen bij de jaren 2022 t/m 2024 zijn conform de MIP en de LTIP.
2. Het Masterplan Sportcampus is in uitvoering. Het project bestaat uit diverse deelprojecten, waarvan een deel reeds is afgerond.
3. De gemeente Rotterdam draagt samen met de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag bij aan de inpassingsmaatregelen voor de A16 Rotterdam. Voor 2021 bestaan de in het investeringsvoorstel opgenomen lasten uit gemeentelijke kosten voor planbegeleiding en materiële kosten.
4. Dit betreft een toegezegde bijdrage van de gemeente Rotterdam aan het kwaliteitsprogramma verbonden aan de Blankenburgverbinding. De reeks is geactualiseerd om beter aan te sluiten bij de begrote uitgaven.
5. Het NPRZ is gericht op het aanpakken van de sociaal economische problemen in Rotterdam Zuid. Binnen de pijler Wonen is een belangrijk spoor de grootschalige aanpak van 10.000 woningen uit de particuliere voorraad: sloop/nieuwbouw, renovatie, samenvoeging of transformatie in de vorm van kluspanden (t/m 2030). Het college heeft zich verplicht om € 50 mln ter beschikking te stellen voor de grondige aanpak, als cofinanciering bij de korting verhuurdersheffing voor corporaties (convenant Financiële impuls NPRZ-2016-2022). Van de genoemde € 50 mln is in 2016 t/m 2019 tezamen reeds € 30 mln daadwerkelijk via de betreffende begrotingen geregeld. Nodig is dat de aanvullende € 20 mln beschikbaar komt. In het beeld t/m 2023 gaat het om 3 x € 5 mln.
6. Als uitvloeisel van de Regiodeal Rotterdam Zuid (3 december 2018) komt voor de pijler Wonen voor de periode 2018 t/m 2022 € 160 miljoen extra beschikbaar. Hiervan is € 60 miljoen afkomstig van het Rijk, terwijl de gemeente zich heeft gecommitteerd om € 100 miljoen als cofinanciering beschikbaar te stellen. In de toelichting bij de begroting 2019 is vastgelegd dat hiervan € 80 miljoen wordt geregeld (vanaf 2019 in 8 jaartranches van € 10 miljoen). De jaartranche 2021 is opgenomen in het dekkingsvoorstel. De resterende € 20 miljoen bestaat uit eerder toegekende middelen voor het taakveld Bouwen en wonen (in 2019 t/m 2022: 4 x € 3,5 miljoen) en voor algemene apparaatskosten van het programma NPRZ-Wonen (binnen IFR in 2019 t/m 2022: 4 x € 1,5 miljoen.). De jaartranche 2021 voor apparaatskosten NPRZ is opgenomen in het dekkingsvoorstel.
Ten aanzien van de benutting van vrijval binnen NPRZ-Wonen wordt voorgesteld om - bij de jaarlijkse toevoeging vanuit IFR als gemeentelijke cofinanciering op de Regiodeal Rotterdam Zuid (NPRZ 2e tranche) - de jaartranches te salderen met de vrijval in het deelbudget “erfenis stedelijke vernieuwing” (ISV3/IFR).
7. De raming van de investering in Stadion Infrastructuur is vorig jaar aangepast aan de laatste inzichten over de effecten van de BBV. Een groter deel van de kosten moet als ‘Out of Pocket’ worden verwerkt en mag niet worden geactiveerd. Dit is verwerkt in de actuele ramingen.
1. IFR Voorbereidingsbudget
In de oude investeringssystematiek werd jaarlijks een budget opgenomen voor voorbereidingskosten voor projecten waarover nog geen investeringsbesluit is genomen, maar die wel zijn opgenomen in de LTIP/MIP en daarom voorbereid mogen worden. Het komende jaar wordt een voorstel gedaan voor hoe we in de toekomst met dit IFR Voorbereidingsbudget om zullen gaan. In het investeringsvoorstel is opgenomen dat dit jaar wordt besloten tot een voorbereidingsbudget van € 1 miljoen in 2021. Naar verwachting zullen hiervan de voorbereidingskosten voor de nieuwe oeververbinding en de kosten om te komen tot een investeringsvoorstel bekostigd worden.
2. Capaciteit Feyenoord City
Er is circa € 2,25 miljoen per jaar nodig om de apparaatslasten te dekken voor de gebiedsontwikkeling Feyenoord City. Het betreft lasten die zo omvangrijk zijn, dat deze niet binnen de reguliere apparaatslastenbudgetten kunnen worden opgevangen.
3. Capaciteit NPRZ
Er is € 1,5 mln per jaar nodig om de apparaatslasten te dekken voor het programma NPRZ. Het betreft de inzet die nodig is om afspraken met de corporaties over de grondige aanpak van de particuliere voorraad te maken. Het betreft lasten die zo omvangrijk zijn, dat deze niet binnen de reguliere apparaatslastenbudgetten kunnen worden opgevangen.
4. Plankosten gebiedsontwikkeling M4H
De gebiedsontwikkeling Merwe4Havens samen met RDM-makersdistrict en ter grootte van de Stadsdriehoek, wordt samen met het Havenbedrijf Rotterdam opgepakt. De ontwikkeling levert een omvangrijke bijdrage aan de middellange termijn woningbouwopgave. Ook is er ruimte voor de innovatieve maakindustrie en de cultuursector (o.a. danceclub) waarmee ook de lokale werkgelegenheid wordt gestimuleerd. Vanzelfsprekend wordt bij al deze ontwikkelingen ook ingezet op duurzaamheid en energietransitie gebouwde omgeving. Aanpassingen van en aanvullingen op de bestaande infrastructuur en in de buitenruimte zijn hiervoor noodzakelijk, waarbij ook veel aandacht is voor langzaam verkeer (fietsroute) en de relatie met het water (getijdepark/rivieroevers). Daarnaast krijgt ook de transitie van de haven hier vorm. Een deel van deze ontwikkeling kan worden gefinancierd vanuit een grondexploitatie. Maar niet alles kan en mag ten laste van een grondexploitatie worden gebracht, dus worden zoveel mogelijk alternatieve financieringsmodellen/-mogelijkheden verkend. Deze kosten betreffen voornamelijk plankosten en wat kleine materiële kosten. Voor 2021 is € 2 miljoen benodigd.
Investeringsuitgaven | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Projecten uit coalitieakkoord | 26.222 | 3.151 | 750 | 751 |
Sportaccommodaties verduurzamning d.m.v. leningen | 100 | 100 | - | - |
Extra investeren in sportaccommodaties | 400 | 400 | - | - |
Granulaat voetbalvelden | 522 | 651 | 750 | 751 |
Koppelen lokale groene plekken en initiatieven | 1.000 | 1.000 | - | - |
Uitvoeringsprogramma rivieroevers | 1.000 | 1.000 | - | - |
Fondsbeheer Reserve GO | 200 | - | - | - |
Voorplein depotgebouw Booijmans | 23.000 | - | - | - |
Buitenruimte Cooltoren | 800 |
1. Sportaccommodaties verduurzaming dmv leningen
In de periode 2017-2020 kunnen breedtesportverenigingen met een eigen gebouw een beroep doen op een subsidiebudget voor energiebesparende maatregelen. Met een bijdrage uit het IFR van € 100.000 jaarlijks kunnen extra verenigingen ondersteund worden. De gemeentelijke bijdrage is een aanvulling op subsidie van het rijk. Uit het budget kunnen ook leningen worden verstrekt voor resterende kosten van verenigingen. Bij onderbenutting door de verenigingen worden uit het budget ook gemeentelijke accommodaties verduurzaamd.
2. Extra investeren in sportaccommodaties
Het bestaande budget voor kwaliteitsverbetering van sportvoorzieningen (€ 4 miljoen structureel) wordt gedurende deze collegeperiode met € 400.000 per jaar verhoogd. Met dit extra budget worden aanvullende maatregelen bekostigd die gericht zijn op het verhogen van de kwaliteit van sportvoorzieningen en/of het uitbreiden van de gebruikscapaciteit. Het voorstel is om dit project van het IFR over te hevelen naar de bestemmingsreserve gebiedsontwikkeling en voor het grootste deel te dekken uit de vrijval van de bestemmingsreserve gebiedsontwikkeling.
3. Granulaat voetbalvelden
Naar aanleiding van een uitzending van Zembla is er maatschappelijke onrust ontstaan rondom het gebruik van rubbergranulaat in kunstgrasvelden. Ook in Rotterdam wordt dit infillmateriaal toegepast. Sindsdien zijn er via het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en milieu (RIVM) en het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) twee onderzoeken beschikbaar gekomen over de mogelijke gezondheidsrisico's van met rubbergranulaat ingestrooide kunstgrasvelden. Beide onderzoeken leiden tot dezelfde conclusie: er zijn schadelijke stoffen aanwezig in het rubbergranulaat, maar de hoeveelheid ervan en de mate waarin zij vrijkomen, leiden tot zeer kleine, (praktisch) verwaarloosbare risico's. Sporten op deze velden is daarom op zichzelf veilig. Niettemin blijven er met name bij ouders van (jonge) voetballende kinderen zorgen bestaan. Er is maatschappelijke druk om in ieder geval bij de aanleg van nieuwe velden of bij de vervanging van bestaande een veiliger infillmateriaal te gebruiken. Bovendien betreft het een raadsbrede wens om deze problematiek op te lossen.
De oplossing is om een alternatieve infill gebruiken, die minder schadelijke stoffen bevat. Dit geeft echter - op basis van de huidige marktomstandigheden - een forse structurele verhoging van de lasten. Voor 2021 wordt een deel van de lasten gedekt uit de vrijval bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling (€ 428 duizend) en voor het overige deel (€ 94 duizend) uit het IFR.
4. Koppelen lokale groene plekken en initiatieven
Voor het verbeteren van de ecologische structuur, gericht op het verbinden van groene plekken voor meer biodiversiteit en aantrekkelijk groen, worden slimme, ecologische verbindingen gelegd tussen bijvoorbeeld het park Twee Heuvels naar het Eiland van Brienenoord, de Steilrand van Schie naar Rottemeren en via de Heemraadsingel naar het Vroesenpark. Daarnaast zetten we in op het versterken van het regionale landschap, de bereikbaarheid en de toegankelijkheid via deelname aan Recreatieschap Rottemeren en regionale Landschapstafels als Hof van Delfland en IJsselmonde.
5. Uitvoeringsprogramma Rivieroevers
Op basis van onderzoek maken we een plan om in de toekomst meer op de rivieroevers van de Maas te kunnen recreëren. De oevers van de Rotte maken we meer toegankelijk door groene plekken in te richten met bankjes en ligweiden en meer mogelijkheden voor recreatie
6. Beheerkosten reserve GO
Binnen de bestemmingsreserve ISV werden de fondsbeheertaken gedekt vanuit een daartoe beschikbaar gesteld budget. Met de vorming van de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling is er vanaf 2019 geen dekking geregeld voor het noodzakelijke fondsbeheer van de bestemmingsreserve GO. Voorgesteld wordt om een deel van de gerealiseerde vrijval te gebruiken om de activiteiten voor het beheer van de reserve voor 2021 te dekken.
7. Voorplein depot gebouw
Dit betreft de herinrichting van het nieuwe voorplein rondom het beeldbepalende Depot Boijmans. Het project bevat 6.000 m2 buitenruimte die opnieuw wordt ingericht en vergroend. Het plein biedt in de toekomst een prettige groene verblijfsplek voor zowel Rotterdammers als (nationale en internationale) bezoekers aan de stad, biedt ruimte aan evenementen, een horeca-terras en de logistiek die ten behoeve van zowel het Depotgebouw als het achtergelegen evenementendek nodig is. Het plan wordt in 2020 uitgevoerd met uitloop naar 2021, het jaar van de opening van het Depot. Een laatste strook van het plein wordt in 2022 aangelegd. Van de kosten van € 6 miljoen ontbreekt nog voor € 2,3 miljoen aan dekking.
8. Buitenruimte Cooltoren
Via de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling is eind 2019 is hiervoor 50% van de dekking geregeld, met daarbij de toezegging dat voor de overige 50% met voorrang alsnog volledige dekking te voorzien via de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling. Het betreft nog een te dekken bedrag van € 0,8 miljoen.
IFR - GO - NPRZ
Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR)
Het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) dekt de investeringsprojecten in het kader van de Stadsvisie 2030. Het fonds wordt onder meer gevoed uit een structurele intensiveringsreeks, verkoopopbrengsten van deelnemingen en bespaarde rente. Het IFR dekt de kapitaallasten van toegewezen geactiveerde investeringen. In de toekomst wordt de scope van het IFR verbreed en maakt daarmee aanvullend ruimte voor investeringen ten behoeve van de (energie)transitie. Het uitgangspunt van het IFR blijft “bezit voor bezit”. Bij de begroting 2020 wordt hier invulling aan gegeven.
In onderstaande tabel is de opbouw en het verloop van het IFR 2020-2024 weergegeven. Voor 2020 en verdere jaren gaat het om ramingen op basis van de verwachte toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve, bestemd voor de investeringsprojecten die een bijdrage uit het IFR ontvangen.
Meerjarig verloop IFR
Onttrekking
Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2021 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2021 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve IFR is opgenomen. Het totale bedrag van onderstaande projecten wijkt af van de totale onttrekking, omdat alleen out-of-pocket projecten getoond worden.
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling (GO)
2018 is de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling (GO) gevormd door de gemeentelijke middelen voor buitenruimte projecten in één bestemmingsreserve onder te brengen (raadsbesluit 14 november 2017). De bestemmingsreserve van rijksgelden voor stedelijke vernieuwing (ISV) en de bestemmingsreserve Investeringsprojecten zonder gronduitgifte (IPzG) en Gebiedsontwikkelingsfonds zijn hier per 1 januari 2018 aan toegevoegd Vanuit deze bestemmingsreserve wordt de uitvoering van gemeentelijke buitenruimte projecten met een omvang tot € 5 mln. gedekt.
In onderstaande tabel is de opbouw en het verloop weergegeven. Voor 2022 en verdere jaren gaat het om ramingen op basis van de verwachte toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve, bestemd voor de investeringsprojecten die een bijdrage uit het GO ontvangen.
Meerjarig verloop GO
Onttrekking
Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2021 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2021 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve GO is opgenomen.
Bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ)
In 2017 is door de gemeenteraad een bestemmingsreserve gevormd voor het Nationaal Programma Rotterdam Zuid pijler Wonen (NPRZ-Wonen). Hieruit worden investeringsprojecten gedekt in de focuswijken, tuinsteden en tuindorpen in Rotterdam Zuid, zoals benoemd zijn in het Uitvoeringsprogramma NPRZ 2015-2018 en het Werkprogramma Rotterdam Zuid pijler Wonen 2019-2022.
Bij de vorming van de bestemmingsreserve is deze gevoed door bundeling van middelen voor projecten in Rotterdam Zuid die tot nu toe waren ondergebracht in het Investeringsfonds Rotterdam (IFR), het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV3) en de financiële impuls NPRZ-2012-2015. Hieraan zijn de rijksmiddelen toegevoegd die het Rijk in het kader van de Regiodeal Rotterdam Zuid – pijler Wonen in 2018 beschikbaar heeft gesteld. De middelen Regiodeal die het Rijk de komende jaren beschikbaar stelt voor de pijler Wonen, worden als specifieke uitkering beschikbaar gesteld en deze worden in een apart fonds beheerd.
In samenhang met de rijksmiddelen Regiodeal Rotterdam Zuid worden bedragen aan de bestemmingsreserve NPRZ toegevoegd, om de met het Rijk afgesproken gemeentelijke cofinanciering na te komen. Dit is jaarlijks onderdeel van het investeringsvoorstel.
In onderstaande tabel is de opbouw en het verloop van het NPRZ 2019-2023 weergegeven. Voor 2021 en verdere jaren gaat het om ramingen op basis van de verwachte toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve, bestemd voor de investeringsprojecten die een bijdrage uit het NPRZ ontvangen.
Meerjarig verloop NPRZ
Onttrekking
Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2021 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2021 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve NPRZ is opgenomen.