Algemene middelen

Algemene dekkingsmiddelen levert een bijdrage aan de manier waarop het college werkt aan structureel houdbare gemeentefinanciën.

TAAKVELD 1

Treasury

Tot dit taakveld behoren de activiteiten van de gemeente voor de treasuryfunctie en het beheer van deelnemingen en van verbonden partijen.

TAAKVELD 2

OZB woningen

Dit taakveld bevat de onroerendezaakbelasting (OZB) op het eigendom van woningen.

TAAKVELD 3

OZB niet-woningen

Dit taakveld bevat de onroerendezaakbelasting (OZB) op het eigendom en het gebruik door bedrijven van onroerende zaken anders dan woningen.

TAAKVELD 4

Belastingen overig

Dit taakveld bevat de roerendezaakbelasting (RZB) op het eigendom en het gebruik van roerende zaken en de precario- en reclamebelasting.

TAAKVELD 5

Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds

Tot het taakveld Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds behoren de uitkeringen uit het gemeentefonds.

TAAKVELD 6

Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen

Binnen het taakveld Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen geeft de gemeente invulling aan een sluitende begroting met een gezond meerjarenperspectief.

TAAKVELD 7

Vennootschapsbelasting (Vpb)

Op dit taakveld boekt de gemeente de raming van het te betalen bedrag vennootschapsbelasting als last.

TAAKVELD 8

Economische promotie - Opbrengsten logiesbelasting

Dit taakveld bevat de logiesbelasting en de daarbij behorende uitvoeringskosten voor onder andere de heffing, inning en het afhandelen van bezwaar en beroep.

BBV-indicatoren

BBV-indicator  Bron
Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden Realisatie 2018 € 672,61 COELO
Prognose 2019 € 670,01
Prognose 2020 € 691,20
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden Realisatie 2018 € 716,91 COELO
Prognose 2019 € 744,11
Prognose 2020 € 774,90
Gemiddelde WOZ waarde woningen 2018 Nederland € 230.000 CBS
Rotterdam € 166.000

Toelichting BBV-indicatoren

Bij de Voorjaarsnota 2019 is besloten de tarieven van leges en rechten in principe met maximaal de CPI-trend (1,5%) ten opzichte van 2019 te laten stijgen.
Een uitzondering hierop zijn de tarieven afvalstoffenheffing. Met ingang van 2019 kent Rotterdam naast het tarief afvalstoffenheffing voor een eenpersoonshuishouden dan ook een tarief voor een tweepersoons- en een tarief voor een drie- of meerpersoonshuishouden. Bij de Voorjaarsnota 2019 is besloten om vanaf 2020 de, door het Rijk opgelegde, belasting op het verwerken van restafval (de afvalstoffenbelasting) op te nemen in de tarieven afvalstoffenheffing. Een andere uitzondering is het basistarief rioolheffing.
Bij de vaststelling van het huidige Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP4) in 2015 is besloten dat het tarief jaarlijks met € 5,00 en de CPI-trend stijgt. Ondanks de gemiddelde waardestijging van woningen met 16%, wordt verder voorgesteld de gemiddelde OZB-aanslag voor een eigenaar/bewoner ten opzichte van 2019 gelijk te houden.
De gemeentelijke woonlasten (dat wil zeggen de som van afvalstoffenheffing, rioolheffing en gemiddelde OZB-aanslag eigenaar/bewoner) stijgen hierdoor in 2020 voor een eenpersoonshuishouden met € 19,30 (2,88%), voor een tweepersoonshuishouden met € 26,50 (3,68%) en voor een drie- of meerpersoonshouden met € 30,10 (4,04%) ten opzichte van 2019.
Voor 2020 wordt het kwijtscheldingspercentage verhoogd van 75% naar 76,5%. Hiermee leidt de stijging van de tarieven afvalstoffenheffing in 2020 niet tot een lastenverzwaring voor Rotterdammers, die voor kwijtschelding in aanmerking komen (zie voor een nadere toelichting de paragraaf Lokale Heffingen).

De gemiddelde WOZ-waarde van woningen in 2018 ligt in Rotterdam (€ 166.000) onder het landelijke gemiddelde (€ 230.000). In Rotterdam is sinds 2017 weer sprake van een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen. Wanneer deze stijging de komende jaren relatief hoger is dan in de rest van Nederland zal de indicator dichter naar het landelijk gemiddelde groeien. Deze indicator is landelijk verplicht en betreft geen streefwaarde waar de gemeente Rotterdam op stuurt.

Overzicht algemene dekkingsmiddelen

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat er bij programmabegrotingen een programmaplan hoort dat naast de verschillende programmakosten een overzicht bevat van de kosten voor overhead, het bedrag voor te betalen vennootschapsbelastingen, het bedrag voor onvoorzien en een overzicht van algemene dekkingsmiddelen.
Het programma Overhead bevat een overzicht van de kosten voor overhead, de te betalen vennootschapsbelasting wordt verantwoord op het taakveld Vennootschapsbelasting en het bedrag onvoorzien op het taakveld Overige baten en lasten – Beheer algemene middelen. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van de andere dekkingsmiddelen doordat de gemeente deze middelen vrij kan aanwenden.

In het overzicht van baten en lasten omvat de volgende algemene dekkingsmiddelen.

Algemene dekkingsmiddelenJaarrekening 2019Begroting 2020 (1)
Lokale heffingen 278.105 292.126
Algemene uitkeringen gemeentefonds 1.681.897 1.741.035
Dividend 146.169 115.875
Saldo financieringsfunctie -29.989 -16.210
Totaal 2.076.182 2.132.826
(1) Stand na Eerste Herziening 2020

Lokale heffingen

Tot de algemene dekkingsmiddelen worden ook de baten uit heffingen van de algemene belastingen gerekend. Anders dan bij bestemmingsheffingen is de besteding van de baten uit heffing van deze algemene belastingen niet gebonden. Tot de algemene belastingen behoren de onroerendzaakbelasting (OZB), de roerendzaakbelasting, de logiesbelasting en de reclame- en precariobelasting. Dit is exclusief de baten uit de bestemmingsheffingen, zoals de afval- en rioolheffing, bedrijfsreinigingsrecht en leges omgevingsvergunningen, en de inkomsten uit parkeren. In de paragraaf Lokale heffingen is een toelichting opgenomen. In onderstaande tabel zijn betreffende baten opgenomen.

Lokale heffingenJaarrekening 2019Begroting 2020 (1)Programma
Onroerendezaakbelasting (1) (2) 244.779 254.027 Algemene middelen
Logiesbelasting (3) 6.602 11.988 Algemene middelen
Hondenbelasting (3) 20 0 Algemene middelen
Reclame- en precariobelasting 26.579 26.111 Algemene middelen
Totaal 278.105 292.126  
(1) Stand na Eerste Herziening 2020
(2) inclusief intragemeentelijke aanslagen OZB
(3) deze heffingen worden, op grond van het BBV, tezamen met de inkomsten uit de rioolheffing in het Overzicht van baten en lasten verantwoord onder Belastingen

Algemene uitkeringen Gemeentefonds
Dit betreft het totaal van de verschillende soorten uitkeringen uit het Gemeentefonds: de integratie-uitkeringen (waaronder het Sociaal Domein), de decentralisatie-uitkeringen en de algemene uitkering. Deze baten worden verantwoord op het programma Algemene middelen en op het taakveld  Algemene uitkeringen en overige uitkeringen Gemeentefonds.

 

Dividend
De dividenden die de gemeente van deelnemingen ontvangt, behoren eveneens tot de algemene dekkingsmiddelen. Deze dividenden worden verantwoord op de programma's Algemene middelen, Overhead en Bestuur en Dienstverlening.

Dividend

Jaarrekening  2019

Begroting 2020 (1)Programma
Bank Nederlandse Gemeenten NV 916 408 Algemene middelen
BV Gemeenschappelijk bezit Evides 8.959 7.590 Algemene middelen
Eneco Holding NV 21.548 21.548 Algemene middelen
Stedin Holding NV 14.460 16.476 Algemene middelen
Havenbedrijf Rotterdam NV 68.335 69.703 Algemene middelen
Royal Schiphol NV 2.585 0 Algemene middelen
Erasmus MC Biomedical Fund 41 0 Algemene middelen
Sportbedrijf 150 150 Algemene middelen
RET 27.500 0 Algemene middelen
Multidiensten 1.000 0 Bestuur en dienstverlening
Multi Employment Rotterdam BV (MER) 0 0 Overhead
SSC Flex 675 0 Overhead
Totaal 146.169 115.875  
(1) Stand na 1e Herziening 2020

Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie betreft het saldo van de betaalde rente over de leningen, rekening-courant en de ontvangen rente over uitzettingen. De baten worden verantwoord binnen de betreffende programma’s, met name Algemene middelen en Stedelijke inrichting en ontwikkeling.

Saldo financieringsfunctieJaarrekening 2019Begroting 2020 (1)
Baten 7.382 6.614
Lasten 37.371 22.824
Saldo -29.989

-16.210

(1) Stand na Eerste Herziening 2020

Overzicht baten en lasten

Overzicht van baten en lasten Algemene middelenRealisatie 2019Begroting
2020
Begroting
2021
Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Baten exclusief reserves2.126.4473.449.8552.194.5562.150.8352.166.3312.166.331

Bijdragen rijk en medeoverheden 1.681.187 1.741.035 1.776.572 1.746.401 1.762.661 1.762.661
Belastingen 255.785 263.438 268.395 269.403 269.403 269.403
Dividenden 144.495 115.876 111.387 110.901 110.739 110.739
Financieringsbaten 10.635 1.295.762 5.829 5.262 4.663 4.663
Overige opbrengsten derden 32.079 33.891 33.090 19.584 19.579 19.579
Overige baten 2.266 -147 -717 -716 -714 -714
Lasten exclusief reserves6.997-4.9925.8208.47412.30212.302

Apparaatslasten 15.069 15.669 15.395 15.352 15.352 15.352
Inhuur 838 519 487 487 487 487
Overige apparaatslasten 431 569 531 531 531 531
Personeel 13.800 14.581 14.377 14.335 14.335 14.335
Intern resultaat -12.169 -13.128 -11.850 -11.850 -11.850 -11.850
Intern resultaat -12.169 -13.128 -11.850 -11.850 -11.850 -11.850
Programmalasten 4.097 -7.533 2.276 4.972 8.800 8.800
Financieringslasten 37.371 22.824 60.017 63.803 67.281 67.281
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 8.150 11.762 -7.588 -7.568 -7.231 -7.231
Kapitaallasten -53.802 -52.982 -57.248 -58.358 -58.345 -58.345
Overige programmalasten 8.462 6.960 7.095 7.095 7.095 7.095
Subsidies en inkomensoverdrachten 3.916 3.903 0 0 0 0
Saldo voor vpb en reserveringen 2.119.450 3.454.847 2.188.736 2.142.361 2.154.029 2.154.029
Vennootschapsbelasting4.7991.440800800800800

Saldo voor reserveringen 2.114.651 3.453.407 2.187.936 2.141.561 2.153.229 2.153.229
Reserves-34.765-1.214.907-51.377-43.482-125.091-125.091

Onttrekking reserves 8.614 115.197 143 7.290 -333 -333
Toevoeging reserves 68.965 1.345.292 68.572 68.072 142.058 142.058
Vrijval reserves 25.586 15.188 17.053 17.300 17.300 17.300
Saldo 2.079.886 2.238.500 2.136.559 2.098.079 2.028.138 2.028.138

Bijstellingen per programma naar taakvelden

Programma / TaakveldMutatie
2020
(€)
Mutatie
2020
(%)
Algemene middelen69.5182%
Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds -41.576 2%
Belastingen overig -640 2%
Economische promotie - Opbrengsten Logiesbelasting -2.703 23%
Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen -1.180.981 407362%
OZB niet-woningen -1.335 1%
OZB woningen 589 1%
Treasury 1.296.804 1300%
Vennootschapsbelasting (VpB) -640 80%
Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds -41.576 2%
Belastingen overig -640 2%
Economische promotie - Opbrengsten Logiesbelasting -2.703 23%
Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen -1.180.981 407362%
OZB niet-woningen -1.335 1%
OZB woningen 589 1%
Treasury 1.296.804 1300%
Vennootschapsbelasting (VpB) -640 80%

Omschrijving programma

Het programma Algemene middelen levert een bijdrage aan de manier waarop het college werkt aan structureel houdbare gemeentefinanciën. Dit programma gaat  in op de volgende zaken:

  • een sluitende begroting en meerjarenraming
  • een gedegen beheer van deelnemingen en verbonden partijen
  • een weerstandsvermogen van minimaal 1,0, waarbij het weerstandsvermogen is geënt op de financiële risico’s
  • een stabiel beleid voor de gemeentelijke woonlasten en algemene belastingen
  • een gedegen treasury-functie en financieringsbeleid
  • zorgen voor voldoende en gedegen financiële ruimte om investeringen mogelijk te maken, om samen met andere partijen te kunnen werken aan de toekomst van de stad

 

Het programma Algemene middelen omvat:

  • de uitkeringen uit het gemeentefonds
  • de opbrengsten van de algemene belastingen
  • de opbrengsten uit deelnemingen
  • het treasury-resultaat
  • concernbrede bestemmingsreserves
  • concernbrede stelposten
  • te betalen bedragen vennootschapsbelasting
  • de post onvoorzien

 

Het programma Algemene middelen is, anders dan de overige programma's van deze begroting, relatief beleidsarm te noemen en wijkt in opzet en inhoud hiervan af. In hoofdstuk 1 Financiële Beschouwingen en in de paragrafen Lokale heffingen, Weerstandsvermogen en risicobeheersing, Verbonden partijen en Financiering zijn de inhoudelijke doelstellingen, indicatoren en kengetallen opgenomen.

Voor het programma Algemene middelen gelden de volgende indicatoren en kengetallen:

  • gemeentelijke woonlasten (één- en meerpersoonshuishouden)
  • gemiddelde WOZ-waarde woningen
  • weerstandsvermogen
  • structurele exploitatieruimte
  • solvabiliteitsrisico
  • EMU-saldo (vorderingensaldo)
  • kasgeldlimitet
  • renterisiconorm
  • netto schuldquote