Arbeidsparticipatie - Werk
Beleidskaders, -monitors en wetgevingZoveel mogelijk Rotterdammers werken (geheel of gedeeltelijk) en verdienen zo hun eigen inkomen
Arbeidsontwikkeling: gericht op het versterken van de arbeidsmarktpositie werkzoekenden
Het via (regionale) samenwerking en werkgeversdienstverlening versterken van de arbeidsmarkt
Ontwikkelingen en voortgang
Ga naar vorige begrotingRotterdams Leerwerkakkoord
Op 5 februari 2019 ondertekenden de gemeente Rotterdam en twaalf partners het Rotterdams Leerwerkakkoord en de sectorakkoorden haven en MKB. Afspraken zijn gemaakt om zes jaar lang in te zetten op een gezamenlijke integrale investeringsagenda. De ondertekenaars van het Leerwerkakkoord verwachten dat de werkgelegenheid in de regio Rotterdam Rijnmond de komende jaren verder toeneemt. Aan de andere kant zijn er nog veel Rotterdammers die nu nog niet aan de slag zijn.
Het belangrijkste doel van het Leerwerkakkoord is om meer Rotterdammers aan de slag te krijgen én te houden. Het akkoord moet een antwoord bieden op de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Om dit voor elkaar te krijgen bundelen bedrijfsleven, onderwijs en gemeente de krachten. Samen innoveren en investeren, zes jaar lang. Zodat:
- jongeren werk hebben na hun opleiding
- werkzoekenden met onze begeleiding een baan vinden en houden
- werknemers zich een leven lang kunnen ontwikkelen en daarmee van hun huidige baan naar een nieuwe baan kunnen overstappen
De samenwerkingspartners richten zich op de drie pijlers: van school naar werk, van werk naar werk en aan het werk. De pijler ‘van school naar werk’ heeft als uitgangspunt dat geen jongere zonder baan van school gaat. De inzet is dat jongeren op school de juiste vaardigheden leren, en werkgevers waar nodig startgaranties afgeven voor zoveel mogelijk opleidingen. Bij de pijler ‘van werk naar werk’ staat een leven lang ontwikkelen centraal. Werkgevers zetten in op om- en bijscholing. Bij de pijler ‘aan het werk’ begeleiden de samenwerkingspartners werkzoekenden naar een geschikte werkplek waar ze voor langere tijd aan de slag kunnen. Over de concrete invulling van de pijlers worden afspraken gemaakt in deelakkoorden.
Aanpassing doelstelling bijstandsvolume
Een van de grote ambities van dit college is om het aantal bijstandsuitkeringen te laten dalen tot 30.000 aan het eind van het jaar 2021. In de begroting zijn hiervoor tussentijdse mijlpalen opgenomen. Gezien de voorspoedige ontwikkeling in 2018 lopen we voor op deze planning: 35.292 bijstandsuitkeringen eind 2018, waarvan 2.251 voor jongeren. Het einddoel voor deze collegeperiode blijft intact, maar het voorstel is om de tussentijdse mijlpaal voor 2019 aan te passen. Rekening houdend met de eerdere doelstelling om in 2019 een daling van 1.600 bijstandsuitkeringen te realiseren, verlagen we de doelstelling voor ultimo 2019 naar 33.700 (in plaats van 34.400). Voor de doelstelling van het aantal uitkeringen voor jongeren geldt iets vergelijkbaars. Deze scherpen we aan tot 2.200 (in plaats van 2.375) voor het eind van 2019.
Met de aangescherpte doelstelling van 33.700 uitkeringen voor 2019 leggen we de lat hoog. Er is in de eerste vier maanden van het jaar een daling van 35.292 naar 35.032 gerealiseerd (- 260), zodat de opgave voor de rest van het jaar een verdere daling met tenminste 1.332 uitkeringen is.
Wat willen we bereiken
Effect indicatoren1.1 Minder Rotterdammers in de bijstand (zoveel mogelijk uitstroom naar betaald werk)
De gemeente Rotterdam wil dat zoveel mogelijk Rotterdammers die nu nog bijstand ontvangen profiteren van de groeiende en nieuwe werkgelegenheid. De gemeente zet mensen en middelen in ten bate van werk en arbeidsontwikkeling om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen en daarmee de afhankelijkheid van uitkeringen zo veel mogelijk te beperken. Werk en Inkomen wil dit voor elkaar krijgen door het beperken van de instroom, het vergroten van de uitstroom en het stimuleren van de doorstroom.
1.2 Deeltijd werken als opstap naar volledige uitstroom uit de bijstand
Een deeltijdbaan kan een goede eerste stap zijn om door te stromen naar een voltijdsbaan, en zodoende duurzaam aan het werk te blijven. Voor werkzoekenden die verdiensten uit deeltijdwerk onder de bijstandsnorm hebben, en geen belemmeringen hebben om toch fulltime aan de slag te gaan, heeft de gemeente het instrument ‘Van Deel naar Heel’ ingericht. Het instrument richt zich op veelvuldig contact met de werkzoekende, om deze te bewegen zelf het initiatief te nemen om meer uren te gaan werken. Hetzij door urenuitbreiding bij de huidige werkgever, hetzij door op zoek te gaan naar een andere baan die tot volledige uitstroom leidt.
1.3 Minder werkloosheid op Zuid
De gemeente wil in het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid dat mensen met een bijstandsuitkering naar vermogen zoveel mogelijk duurzaam meedoen op de arbeidsmarkt. Elke volwassen Rotterdammer die dat kan, dient zichzelf en zijn gezin door arbeid in het levensonderhoud te voorzien. Aan het eind van de programmaperiode van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, in 2031, moet het aantal uitkeringen zodanig zijn teruggebracht dat het overeenkomt met de omvang van de bevolking van Rotterdam Zuid ten opzichte van de rest van Rotterdam.
2.1 Wegnemen van belemmeringen
Als werkzoekenden (nog) niet in staat zijn om zelf werk te vinden, of nog niet kunnen voldoen aan de (vacature)eisen van werkgevers, dan kan de gemeente ze ondersteunen bij re-integratie naar werk. Die ondersteuning kan zich richten op het duurzaam ontwikkelen van kennis, vaardigheden en opleiding die nodig zijn om werk te vinden en te houden.
2.2 Speciale inzet kwetsbare doelgroepen
Bovenstaande aanpak is in principe toepasbaar voor alle mensen in de bijstand. In bepaalde gevallen kan de gemeente besluiten voor bepaalde kwetsbare doelgroepen te kiezen voor een speciale aanpak. Zoals voor statushouders en jongeren. Bijvoorbeeld de begeleiding van het Jongerenloket van jonge statushouders naar onderwijs, om een startkwalificatie (diploma mbo3 of hoger) te halen.
2.3 Arbeidsontwikkeling gericht op de vraag vanuit de markt
We willen dat zoveel mogelijk werkzoekenden toegang hebben tot betaald werk op de (bij voorkeur reguliere) arbeidsmarkt. De vraag naar werk wordt bepaald door de stand van de economie, werkgevers, ondernemers en opdrachtgevers. Het WerkgeversServicepunt Rijnmond maakt afspraken met werkgevers en intermediairs over het ontsluiten van geschikte banen voor werkzoekenden.
3.1 Goede regionale samenwerking (onderwijs, overheid en werkgevers) ondersteunend aan een beter functionerende arbeidsmarkt
Om de forse uitdaging aan te gaan om te komen tot een bijstandsbestand van 30.000 Rotterdammers is meer en een gewijzigde inzet nodig van de gemeente. Maar ook inzet en commitment van partijen uit de stad. De gemeente gaat met partijen in gesprek over hoe deze opgave gerealiseerd kan worden en hoe partijen hieraan samen met de gemeente een bijdrage kunnen leveren.
3.2 Verhogen participatiegraad van mensen uit het doelgroepregister
In Rotterdam wonen relatief veel inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Een deel van hen profiteert niet van de aantrekkende economie en groeiende werkgelegenheid. Vaak is een arbeidsbeperking hiervan een oorzaak en het niet of minder kunnen voldoen aan de eisen die werkgevers stellen op de reguliere arbeidsmarkt. Rotterdam wil ook deze mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt passend werk en begeleiding kunnen bieden, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Als zij daarvoor kiezen, willen we deze mensen stimuleren te leren en zich te ontwikkelen en hen daarvoor de nodige begeleiding en ondersteuning bieden.
Wat gaan we daar voor doen
Prestatie indicatoren1.1 Preventie van instroom vóór en tijdens aanvraagfase
Rotterdam zet nadrukkelijk in op preventie: voorkomen dat mensen afhankelijk worden van de bijstand en het aantal bijstandsaanvragen beperken. Bijvoorbeeld door samenwerking met het UWV en uitzendbureaus. Het doel is dat de instroom in de bijstand vanuit de WW met de helft afneemt.
1.2 Matchen, begeleiden naar werk
Effect is bereikt als de dienstverlening duurzaam bijdraagt aan het vergroten/stabiliseren van de mate van de economische en/of maatschappelijk toegevoegde waarde van een werkzoekende/werkende. In principe wordt gegaan voor het hoogste maatschappelijke resultaat op lange termijn. Dit laat onverlet dat iedereen die kan werken, ook naar vermogen moet werken. Het doel is om in deze collegeperiode in totaal 18.000 (jaarlijks 4.500) mensen uit de bijstand te laten stromen doordat ze een baan hebben gevonden.
1.3 Begeleiden naar deeltijdwerk
Door de flexibilisering van de arbeidsmarkt, en opkomst van de deeleconomie, komt uitstroom naar flexwerk vaker voor. Dit kan een opstap zijn naar een grotere baan met een vaster contract. De verdiensten die worden behaald met parttime werk moeten toenemen van € 11,3 miljoen in 2017 naar € 14,5 miljoen in 2019.
1.4 Aanpak jongeren
Het is de kunst om zoveel mogelijk Rotterdamse jongeren concurrerend te maken en aan degenen die de concurrentie niet aankunnen ondersteuning te bieden. Dit om een werkzaam leven te kunnen leiden. Jongeren aan de onderkant van de arbeidsmarkt kunnen met de juiste opleiding en het aanleren van vaardigheden verdere stappen maken, mits er op school, via de hulpverlening of de werkgever goede begeleiding wordt gegeven. De inzet is het stoppen van de instroom van schoolverlaters in de bijstand, 700 jongeren op dit moment.
1.5 Aanpak Werk NPRZ
De gemeente wil in het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid het aantal bijstandsgerechtigden van Rotterdam Zuid zodanig terugbrengen dat het overeenkomt met de omvang van de bevolking ten opzichte van de rest van Rotterdam. Elke volwassen Rotterdammer die dat kan, dient voor zichzelf en zijn gezin door arbeid in het levensonderhoud te voorzien. In aanvulling op de reguliere teams worden in elke wijk senior werkconsulenten actief die, samen met de werkconsulenten uit de reguliere organisatie, de beoogde doelen van de aanpak realiseren.
2.1 De werkzoekende centraal
Werk en Inkomen stimuleert werkzoekenden om zo snel mogelijk werk te vinden. Dit begint tijdens het intakeproces. De intakes creëren een duidelijke en transparante situatie, waardoor de werkzoekende zelf verantwoordelijkheid kan nemen. Uiteindelijk wordt op basis van de intake bepaald in hoeverre de werkzoekende daadwerkelijk zelfstandig de regie kan voeren over zijn of haar arbeidsontwikkeling en financiën. En kunnen indien nodig passende instrumenten ter ondersteuning worden ingezet.
2.2 Meer maatwerk
Om werkzoekenden een kwalitatief hoogwaardige en continue ontwikkelingslijn richting hun maximale vermogen te laten doorlopen, wordt het belang van de klant centraal gezet. De werkzoekende ervaart kwalitatief hoogwaardige dienstverlening door het bieden van maatwerk en gerichte aandacht.
2.3 Inzetten op taaleis
Mensen die een uitkering aanvragen en niet voldoen aan de eisen van de Wet Taaleis moeten zich inspannen om aan de taaleis te kunnen voldoen. Dat kan door een traject te volgen waarmee een diploma of een certificaat behaald kan worden. Ook kan hieraan worden voldaan door de taal op informele wijze te leren. Taal vergroot kansen op werk en op zelfstandigheid, zo komen meer Rotterdammers blijvend uit de bijstand.
2.4 Inzetten op specifieke dienstverlening voor doelgroepen
Voor vrijwel alle doelgroepen binnen het bijstandsbestand is de gemeentelijke aanpak gericht op werk en re-integratie een passend aanbod. In bepaalde gevallen kan de gemeente besluiten voor bepaalde kwetsbare doelgroepen te kiezen voor een speciale aanpak. Zoals voor statushouders en jongeren.
2.5 Het ontwikkelen van procesmethode / data-gedreven werken / rendementssturing
Meer evenwicht wordt aangebracht in de verdeling van mensen en middelen voor de dienstverlening gericht op enerzijds de mensen die niet of alleen vrijwillig of gesubsidieerd kunnen werken, en anderzijds op het deel van het bestand dat wel kan uitstromen naar regulier werk. Daarbij blijft Werk en Inkomen doen wat goed werkt, als het gaat om de effectieve aanpak gericht op het beperken van instroom en het bevorderen van uitstroom.
3.1 Transparantie binnen de arbeidsmarkt verhogen
Rotterdam zet in op het transparanter krijgen van de arbeidsmarkt. Dit is van groot maatschappelijk belang. Hoe eenvoudiger en effectiever vraag en aanbod elkaar vinden, hoe efficiënter de arbeidsmarkt werkt. De arbeidsmarkt is de laatste jaren veranderd in een ondoorzichtige jungle. Verder zetten we in op het uniformeren van werkgeversregelingen.
3.2 Delen en waar mogelijk gebruiken van gelijksoortige arbeidsmarktinformatie (DWRSA)
Voor het realiseren van soepele transities is de beschikbaarheid van en een snelle toegang tot actuele arbeidsmarktinformatie nodig. De uitdaging is om deze arbeidsmarkt- en scholingsinformatie zodanig te organiseren dat vraag en aanbod elkaar op sectoraal en regionaal niveau kunnen vinden.
3.3 SROI verplichtingen opbouwen en invullen (aansluiten bij gebiedsontwikkelingen, stedelijke investeringen, transities)
Social return gaat over afspraken die de gemeente maakt met haar leveranciers en opdrachtnemers. Doel van die afspraken is mensen die al lang zonder baan zitten aan werk te helpen. Als bedrijven een opdracht voor de gemeente willen doen, moeten ze zorgen voor extra (leer)banen of stageplaatsen voor mensen die anders moeilijk aan het werk komen. Zo krijgen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt meer kans op een baan.
3.4 Investeren in de (digitale) dienstverlening aan werkgevers (acquisitie, dealmaking)
De uitdaging voor de gemeente is om de kwetsbare doelgroep van werkzoekenden met slimme ICT te begeleiden naar werk en hen tot die tijd inkomenszekerheid te bieden. Automatisering schept hierbij ruimte voor burgers die meer van ons vragen. Tegelijkertijd biedt digitalisering nieuwe kansen om bijvoorbeeld de uitkeringsgerechtigde, werkgever of andere partners in het sociaal domein in co-creatie te betrekken bij het leveren van passende dienstverlening.
3.5 Continueren en blijven doorontwikkelen van werkgeversdienstverlening vanuit WSPR
Het WerkgeversServicepunt Rijnmond (WSPR) ondersteunt werkgevers in de regio Rijnmond bij hun personeelsvraag en zorgt ervoor dat het aanbod voldoet aan deze vraag. Het WSPR is een samenwerkingsverband tussen de regiogemeenten en het UWV en is de vraagbaak voor de werkgevers in de regio Rijnmond over arbeidsmarktvraagstukken. En met de komst van de Participatiewet ook over garantiebanen. De doelstelling van het WSPR is bijdragen aan de uitstroomdoelstelling door het vervullen van lokale en regionale vacatures.
Effect indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Collegetarget: Minder Rotterdammers in de bijstand: in deze collegeperiode daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam naar 30.000 | Streefwaarde | 36.000 | 33.700 | 32.000 | 30.000 | ||
Realisatie | 35.292 | 35.032 | |||||
1.2 NPRZ (aandeel) in de bijstand (%) | Streefwaarde | 38,9% | 38,4% | 37,9% | 37,4% | ||
Realisatie | 40,24% | 40,26% | |||||
2.2 Jongeren in de bijstand (incl. statushouders) | Streefwaarde | 2.250 | 2.200 | 2.200 | 2.080 | ||
Realisatie | 2.235 | 2.177 | |||||
De genoemde realisatie cijfers over 2019 zijn cijfers t/m eerste tertaal 2019, tenzij anders aangegeven. |
Prestatie indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Instroom in de bijstand (aantal) | Streefwaarde | 7.800 | 7.600 | 7.050 | 6.550 | ||
Realisatie | 7.186 | 2.391 | |||||
1.2 Uitstroom naar werk (aantal) | Streefwaarde | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | ||
Realisatie | 4.506 | 1.285 | |||||
1.3 Parttime werk (€ mln) | Streefwaarde | 13,5 | 14,5 | 14,5 | 14,5 | ||
Realisatie | 12,2 | 4,01 | |||||
1.4 Uitstroom Jongeren (aantal) | Streefwaarde | 1.150 | 1.150 | 1.150 | 1.150 | ||
Realisate | 1.553 | 426 | |||||
1.5 Uitstroom naar werk in Rotterdam Zuid (NPRZ) | Streefwaarde | 2.100 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | ||
Realisatie | 1.909 | 521 |
|
||||
De genoemde realisatie cijfers over 2019 zijn cijfers t/m eerste tertaal 2019, tenzij anders aangegeven. |
Wat mag het kosten
Overzicht van baten en lasten Arbeidsparticipatie - Werk | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 8.680 | 7.758 | 6.050 | 10.350 | -1.650 | 350 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 7.291 | 7.408 | 5.700 | 10.000 | -2.000 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 500 | 350 | 350 | 350 | 350 | 350 | |
Overige baten | 888 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 57.347 | 59.219 | 51.104 | 48.053 | 47.674 | 44.906 |
|
Apparaatlasten | 43.075 | 45.826 | 40.792 | 38.462 | 38.393 | 35.276 | |
Inhuur | 18.876 | 22.155 | 14.499 | 12.569 | 12.842 | 8.942 | |
Overige apparaatslasten | 889 | 923 | 1.206 | 1.209 | 1.209 | 1.650 | |
Personeel | 23.310 | 22.748 | 25.086 | 24.684 | 24.342 | 24.684 | |
Interne resultaat | 2.551 | 1.055 | 974 | 974 | 974 | 974 | |
Interne resultaat | 2.551 | 1.055 | 974 | 974 | 974 | 974 | |
Programmalasten | 11.721 | 12.338 | 9.339 | 8.618 | 8.308 | 8.657 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 10.633 | 10.885 | 8.016 | 7.398 | 7.089 | 7.438 | |
Overige programmalasten | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Salariskosten WSW en WIW | 18 | 194 | 93 | -10 | -12 | -12 | |
Sociale uitkeringen | 593 | 612 | 582 | 582 | 582 | 582 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 471 | 648 | 648 | 648 | 648 | 648 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -48.667 | -51.461 | -45.054 | -37.703 | -49.324 | -44.556 | |
Saldo voor reserveringen | -48.667 | -51.461 | -45.054 | -37.703 | -49.324 | -44.556 | |
Reserves | 1.464 | 1.369 | 0 | 0 | 0 | 0 |
|
Onttrekking reserves | 1.464 | 1.369 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -47.203 | -50.092 | -45.054 | -37.703 | -49.324 | -44.556 |
Financiële bijstellingen
Bijstellingen | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2019 | -53.594 | -50.627 | -50.261 | -50.448 | -50.448 | |
Bijstellingen Omissie 2019 | 3.536 | 4.236 | 4.841 | 4.874 | 4.874 | |
Bijstellingen Voorjaarsnota 2019 | Categorie | |||||
Bezuiniging op re-integratie instrumenten | Bezuinigingen/taakstellingen | 0 | 0 | 0 | 324 | 0 |
Versoepeling sollicitatieplicht voor oudere werkzoekenden | Bezuinigingen/taakstellingen | 0 | 344 | 344 | 344 | 0 |
Aanpassing van de formatie voor een intensievere dienstverlening | Intensiveringen | 0 | -133 | -266 | -347 | -347 |
Aanpassing van de formatie als gevolg van daling bijstandsvolume BUIG | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 133 | 266 | 347 | 347 |
Organisatiekosten Programma Veerkrachtig BoTu 2028 | Intensiveringen | 35 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Impact Investing | Intensiveringen | 0 | 125 | 125 | 125 | 0 |
Voortzetting intensivering handhaving uitkeringen | Intensiveringen | 0 | 453 | 453 | 453 | 0 |
Regiodeal NPRZ 2022 | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 6.000 | -6.000 | 0 |
Terugdraaien formatiebesparing ICT | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | -211 | 0 | 0 | 13 |
Taakmutaties Matchen op werk en Economische zelfstandigheid | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -268 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Digitaliseringsagenda | Ramingsbijstellingen vermijdbaar | 61 | 971 | 1.173 | 1.289 | 1.289 |
Concernhuisvesting | Ramingsbijstellingen vermijdbaar | 136 | 281 | 247 | 309 | 309 |
Onttrekking bestemmingsreserve Spaarsaldo Participatiebudget | Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking bestemmingsreserve Taaleis | Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Integratie-uitkering Participatie | Taakmutaties | 6 | 7 | 10 | 12 | 12 |
Indexering 2020 en verder | Technische wijzigingen | 0 | -1.216 | -1.218 | -1.189 | -1.189 |
Overheveling budget CityLab010 | Technische wijzigingen | 0 | 648 | 648 | 648 | 648 |
Diverse bijstellingen | Technische wijzigingen | -4 | -65 | -65 | -65 | -65 |
Begroting na wijzigingen | -50.092 | -45.054 | -37.703 | -49.324 | -44.556 |
Toelichting financiële bijstellingen
Bezuiniging op re-integratie instrumenten
Het college heeft de ambitie om het aantal bijstandsuitkeringen terug te brengen tot 30.000 aan het eind van 2021. Daarmee ontstaat in 2022 financiële ruimte om de uitgaven aan re-integratie instrumenten eenmalig te verlagen met € 324.
Versoepeling sollicitatieplicht voor oudere werkzoekenden
In de collegebrief over de ambitie om het bijstandsvolume te laten dalen naar 30.000 van afgelopen oktober (18bb7999) hebben we aangekondigd te gaan differentiëren in het aanbod van dienstverlening. Daarbij kijken we meer naar de wensen en mogelijkheden van en voor individuele werkzoekenden en naar reële kansen op werk. Voor oudere werkzoekende Rotterdammers betekent dit dat we vragen wat zij nog willen en kunnen. We bieden re-integratievoorzieningen aan voor iedereen die aangeeft graag aan het werk te willen. Aan de groep die deze stap niet meer kan zetten, bieden we vooral onze inkomensdienstverlening, activering en ondersteuning. Door hen niet langer de intensievere dienstverlening te bieden die gericht is op re-integratie en werk, realiseren we - over de verschillende taakvelden heen - per saldo een besparing van € 332 in de jaren 2020 tot en met 2022.
Aanpassing van de formatie voor een intensievere dienstverlening
Om de bestuurlijke ambitie van 30.000 uitkeringen te halen is verbeterde dienstverlening nodig, met meer aandacht voor de werkzoekende en ruimte voor maatwerk. Immers, nu de werkzoekenden met de kortste afstand tot de arbeidsmarkt hebben geprofiteerd van de hoogconjunctuur, wordt de benodigde inzet voor de resterende werkzoekenden groter. Hierbij zijn twee elementen uit de dienstverlening essentieel:
1. begeleiding naar werk (intensiever en frequenter contact met werkzoekenden, meervoudige inzet van mogelijke trajecten en meer maatwerk in begeleiding en het zoeken van passende arbeid);
2. het bieden van inkomenszekerheid in het beheer van de uitkeringen. In dit taakveld loopt de intensivering voor verbeterde dienstverlening op van € 133 in 2020 tot € 347 vanaf 2022.
Aanpassing van de formatie als gevolg van daling bijstandsvolume BUIG
De formatie van de afdelingen die de Participatiewet uitvoeren beweegt mee met het bijstandsvolume. Jaarlijks wordt de formatie van het programma herijkt aan de hand van de ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen. Vanwege de beoogde daling van het bijstandsvolume naar 30.000 in 2022 zijn er volgens deze rekenregel minder fte's nodig. De stapsgewijze afbouw van de formatie leidt tot een besparing die in deze bijstelling is verwerkt, oplopend van € 133 in 2020 naar € 347 vanaf 2022. Overigens wordt een deel van deze financiële ruimte in een andere bijstelling (zie hiervoor) ingezet voor een intensievere dienstverlening om de bestuurlijke ambitie daadwerkelijk te halen.
Organisatiekosten Programma Veerkrachtig BoTu 2028
De gebiedsorganisatie neemt met ingang van 2019 de organisatie van het programma Veerkrachtig BoTu 2028 op zich. Met het oog hierop wordt door herschikking van de begroting eenmalig € 400 aan de begroting van het Programma Bestuur en Dienstverlening toegevoegd. De financiële dekking vindt plaats door bijdragen vanuit verschillende beleidsprogramma’s en taakvelden. Voor dit programma / taakveld betekent het een bijstelling van € 35.
Voortzetting intensivering handhaving uitkeringen
Onder het taakveld Inkomensregelingen is de begrotingswijzing ‘voortzetting intensivering handhaving uitkeringen’ opgenomen. Een deel van de dekking voor deze intensivering is afkomstig van dit taakveld, vanwege overhead die binnen het programma Werk en Inkomen wordt verdeeld over de drie onderliggende taakvelden.
Regiodeal NPRZ 2022
Van de Regiodeal NPRZ was de vierde en laatste jaarschijf van € 6 mln nog niet verwerkt in de begroting. Via deze begrotingswijziging verwerken we de ontvangst van de rijksbijdrage voor het laatste jaar. Dit gebeurt via een kasschuif van 2021 (jaar van ontvangst rijksbijdrage) naar 2022 (het vierde bestedingsjaar).
Terugdraaien formatiebesparing ICT
Als gevolg van vertragingen in het programma Innovatie ICT schuiven zowel de kapitaallasten als de te realiseren efficiency voordelen verder door in de tijd. De reeds ingeboekte formatiebesparing kan op dit moment niet worden gerealiseerd zonder dat dit ten koste gaat van de dienstverlening. De eerder ingeboekte formatiebesparingen worden daarom deels teruggedraaid, wat wordt betaald vanuit de lagere kapitaallasten. Over de taakvelden heen is deze begrotingswijziging saldo neutraal.
Taakmutaties Matchen op werk en Economische zelfstandigheid
In de meicirculaire 2018 heeft Rotterdam eenmalig een bedrag van € 268 ontvangen voor versterking van de gecoördineerde werkgeversdienstverlening en voor het bevorderen van economische zelfstandigheid van vrouwen in de arbeidsmarktregio Rijnmond. Op basis van een goedgekeurd verbeterplan verstrekte het Ministerie van SZW de decentralisatie-uitkering Matchen op werk (€ 238) en het Ministerie van OCW de DU Economische zelfstandigheid (€ 30). Inmiddels zijn er in regionaal verband afspraken gemaakt over de inzet van de middelen, en is er een projectleider geworven voor beide projecten. Besteding van het toegekende budget vindt plaats in 2019.
Digitaliseringsagenda
Via de Digitaliseringsagenda (DA) wordt gezamenlijk gestuurd op het realiseren van de concernbrede digitale ambities. Zie voor een nadere toelichting het programma Overhead en de paragraaf Bedrijfsvoering. De financiële dekking vindt plaats door bijdragen vanuit verschillende beleidsprogramma’s en taakvelden. Voor dit programma / taakveld betekent het een bijstelling van € 61 in 2019, oplopend tot € 1.289 in 2023.
Concernhuisvesting
Voor Concernhuisvesting worden meerjarig extra middelen beschikbaar gesteld, voor een toelichting zie programma Overhead en paragraaf Bedrijfsvoering. Dit leidt tot een begrotingsbijstelling van € 2,8 mln in 2019, oplopend tot € 6,1 mln in 2022. De financiële dekking vindt plaats door bijdragen vanuit verschillende beleidsprogramma’s en taakvelden. Voor dit programma / taakveld betekent het een bijstelling van € 136 in 2019 tot € 309 in 2022.
Onttrekking bestemmingsreserve Spaarsaldo Participatiebudget
Op de bestemmingsreserve Spaarsaldo Participatiebudget vindt in 2019 de laatste onttrekking ter hoogte van € 372 plaats.
Onttrekking bestemmingsreserve Taaleis
Op de bestemmingsreserve Taaleis vindt in 2019 de laatste onttrekking ter hoogte van € 997 plaats.
Integratie-uitkering Participatie
Dit betreft een taakmutatie op de integratie-uitkering Participatie uit de septembercirculaire 2018. Het Rijk heeft de verdeelmaatstaven voor deze integratie-uitkering geactualiseerd, waardoor de hoogte van de uitkering voor de gemeente Rotterdam minimaal is gewijzigd.
Indexering 2020 en verder
De budgetten zijn vanaf het jaar 2020 geactualiseerd naar het prijspeil 2020. Nadere informatie is opgenomen bij Grondslagen bij de voorjaarsnota.
Overheveling budget Citylab010
Het budget voor de subsidieregeling CityLab010 bestaat uit deelbudgetten, die verspreid over de programma's zijn terug te vinden. Om de integrale afweging van subsidie-aanvragen te bevorderen, worden de deelbudgetten gebundeld tot één budget bij het programma Bestuur en Dienstverlening. Voor dit programma / taakveld betekent het een bijstelling van € 648 voor 2020 t/m 2023.
Diverse bijstellingen
Dit betreft diverse kleine bijstellingen zowel binnen als buiten het programma.
Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving
Omschrijving taakveld
Ondanks de resultaten van de afgelopen periode is Rotterdam nog steeds de stad met de hoogste bijstandsdichtheid van Nederland. De afgelopen jaren heeft ‘de kortste weg naar werk’ centraal gestaan. Hierdoor bestaat het bestand nu uit vaak relatief oudere en laagopgeleide werkzoekenden die al langere tijd een uitkering ontvangen. Om ook deze groep te activeren en aan het werk te krijgen is een andere aanpak nodig, waarbij meer wordt ingezet op het ontwikkelen van arbeidspotentie. Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk Rotterdammers mee kunnen doen in en bijdragen aan de stad.
Tot het taakveld Arbeidsparticipatie behoren de volgende op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen:
- re-integratie-instrumenten, waaronder WerkLoont, proefplaatsing, participatieplaatsen, vrijwilligerswerk/ sociale activering, detacheringsbanen, scholing, duale trajecten
- stimuleringsmaatregelen, waaronder Inkomensvrijlating, stimuleringspremies, vrijlating onkostenvergoeding vrijwilligerswerk, onkostenvergoedingen
- voorzieningen, waaronder Jobcoach, begeleiding werkvoorzieningen zoals: werkplekaanpassingen, vervoersvoorzieningen, doventolk, brailleregels, aangepaste rolstoel etc.
- loonwaardebepaling en loonkostensubsidie
- onderhouden van contacten met werkgevers en brancheorganisaties