Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Binnen het taakveld Overige baten en lasten - Beheer Algemene Middelen geeft de gemeente invulling aan een sluitende begroting met een gezond meerjarenperspectief

Ontwikkelingen en voortgang

Ga naar vorige begroting

Eén van de uitgangspunten van het door ons gevoerde financieel beleid is dat het weerstandsvermogen minimaal 1,0 bedraagt. Met deze voorjaarsnota komt het weerstandsvermogen voor de komende jaren uit op deze norm. Verwezen wordt naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Onderdeel van deze voorjaarsnota is het Investeringsvoorstel 2020. Door vaststelling van het investeringsvoorstel besluit uw raad over de daadwerkelijke toekenning van middelen uit het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) aan projecten en een deel van de bestemmingsreserves Gebiedsontwikkeling en NPRZ-wonen. Voor jaarschijf 2020 wordt een sluitend investeringsvoorstel voorgelegd en ligt ter besluitvorming het investeringsvoorstel 2020 voor. Dit besluit zal verwerkt worden in Begroting 2020. Voor het meerjarige verloop wordt gevraagd de raming vast te stellen. Uitwerking en dekkingsvoorstel daarvan wordt te zijner tijd de raad ter besluitvorming voorgelegd.

In het coalitieakkoord 2018 - 2022 is een bedrag van € 150 mln aan financiële middelen vrijgemaakt voor de start van de uitvoering van de energietransitie en de kansen daarvan te verzilveren. Hiervan is € 10 mln per jaar structureel meerjarig vastgelegd (€ 40 mln deze collegeperiode). Voor de overige € 110 mln is een uitgavenplan gemaakt. Wanneer dit uitgavenplan omgezet wordt in een lastenreeks, resulteert dit in een budgettair beslag van € 68,2 mln. In dit investeringsvoorstel wordt de reservering van dit bedrag vanuit het IFR voor de energietransitie gedekt. Deze reservering is een tijdelijk construct en wordt in de Voorjaarsnota 2020 teruggedraaid en opgelost. Dit gebeurt zo mogelijk uit het resultaat van de verwachte verkoop deelneming in Eneco, mits geëffectueerd en voldoende qua omvang, dan wel door aanvullende maatregelen.  

Omwille van een sluitend financieel meerjarenbeeld wordt op dit taakveld een aantal centrale stelposten opgevoerd, een kasschuif verwerkt en een aantal toevoegingen en onttrekkingen aan de Algemene reserve voorgesteld. Deze worden toegelicht bij "de financiële bijstellingen".

Wat mag het kosten

Overzicht van baten en lasten Overige baten en lasten - Beheer algemene middelenRealisatie 2018Begroting
2019
Begroting
2020
Raming
2021
Raming
2022
Raming
2023
Baten exclusief reserves000000

Overige baten 0 0 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves5.7848.4297.154-12.187-12.180-18.828

Programmalasten 5.784 8.429 7.154 -12.187 -12.180 -18.828
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 1.853 4.517 3.251 -12.187 -12.180 -12.180
Kapitaallasten 28 8 0 0 0 0
Overige programmalasten 0 0 0 0 0 -6.648
Subsidies en inkomensoverdrachten 3.903 3.903 3.903 0 0 0
Saldo voor vpb en reserveringen -5.784 -8.429 -7.154 12.187 12.180 18.828
Saldo voor reserveringen -5.784 -8.429 -7.154 12.187 12.180 18.828
Reserves-12.63039.172-5.073-34.105-32.183-45.444

Onttrekking reserves 0 39.112 9.863 143 1.746 548
Toevoeging reserves 113.332 25.526 29.700 50.748 50.430 62.491
Vrijval Reserves 100.702 25.586 14.763 16.500 16.500 16.500
Saldo -18.414 30.744 -12.227 -21.918 -20.003 -26.616

Financiële bijstellingen

Bijstellingen 20192020202120222023
Begroting 2019   23.200 -23.682 -15.633 -21.919 -21.919
Bijstellingen Omissie 2019   0 0 0 0 0
Bijstellingen Voorjaarsnota 2019 Categorie          
Taakstellende stelpost Vastgoed Bezuinigingen/taakstellingen 0 0 14.800 14.800 14.800
Vrijval bestemmingsreserve Taakmutaties Bezuinigingen/taakstellingen 420 0 0 0 0
Niet volledig uitkeren indexering Bezuinigingen/taakstellingen 0 7.121 7.189 7.171 7.171
Reservering voor indexatie Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 -37.000 -39.000 -39.000 -39.000
Afwikkeling Visie Voetbal Vitaal Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 0 0 0 0
Resterend knelpunt Sport Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 397 0 0 0 0
Taakstellende stelpost Coalitieakkoord Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 -2.000 -4.000 -6.000 648
Aanpassingen NPRZ Reserves 0 0 0 0 0
Actualisatie Investeringsfonds Rotterdam Reserves 0 0 0 0 0
Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam Reserves 1.347 1.355 1.363 1.370 1.378
Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam IFR H6-weg Reserves 155 215 212 209 209
Compensatie rentederving IFR Energietransitie Reserves 0 -1.535 0 0 0
Compensatie rentederving IFR weerstandsvermogen  Reserves 0 -631 -554 -417 0
Toevoegingen en onttrekkingen Algemene Reserve Reserves 3.853 -13.792 -12.906 -264 -1.479
Kasschuif weerstandsvermogen Kasschuiven 0 28.039 3.419 -6.075 -18.545
Indexering 2020 en verder Technische wijzigingen 1.371 29.683 30.031 30.122 30.122
Begroting na wijzigingen   30.744 -12.227 -21.918 -20.003 -26.616

Toelichting financiële bijstellingen

Taakstellende stelpost Vastgoed

Voorgesteld wordt om voor de jaarschijven 2021 en verder € 14,8 mln toe te kennen aan vastgoed (zie taakveld Beheer overige gebouwen en gronden) en de tegenhanger daarvan vooralsnog als concernbrede stelpost op het taakveld Overige baten en lasten te ramen. Dit houdt in dat voor € 14,8 mln aan concrete ombuigingsmaatregelen dient te worden gezocht en daarmee, in afwachting van deze ombuigingsmaatregelen, een centrale stelpost resteert. Stelposten zijn altijd tijdelijk van aard, daarom hoort bij dit voorstel de concernbrede opdracht om in Voorjaarsnota 2020 deze stelpost van oplossingen te voorzien.

 

Vrijval bestemmingsreserves Taakmutaties

Voor taakmutaties geldt de gedragslijn dat ontvangen middelen uit het Gemeentefonds in principe ingezet worden voor het doel waarvoor het Rijk deze middelen beschikbaar stelt (of vermindert). De bestemmingsreserve Taakmutaties bestaat per ultimo 2018 vooral uit gelden bodemsanering (€ 26 mln) en opvang asielzoekers (€ 2,6 mln). Een bedrag van € 420 kan vrijvallen, omdat die niet onttrokken zullen worden voor het doel waartoe deze gelden ontvangen zijn. Het betreft hier gelden voor projecten als 'Focusgemeenten' en 'Versnellingstrajecten Wmo'.

 

Niet volledig uitkeren van de indexering

Voorgesteld wordt om de materiële en subsidiebudgetten, met uitzondering van cultuur en onderwijs, niet te indexeren. In het coalitieakkoord 2018-2022 is reeds besloten de indexering voor materieel en subsidies voor het jaar 2020 voor de helft uit te keren.

 

Reservering voor indexatie

De gemeentebegroting wordt in principe jaarlijks bijgesteld voor de verwachte prijsontwikkelingen, voor zover mogelijk gebaseerd op indexeringspercentages van het Centraal Planbureau (CPB) van maart jl. Voor de twee voorafgaande begrotingsjaren vindt een nacalculatie plaats. Voor materiële budgetten wordt bijvoorbeeld de 'prijs overheidsconsumptie, netto materieel' (imoc) gebruikt. Voor belastingen, leges, prijzen en tarieven wordt in principe de consumentenprijsindex (cpi) gehanteerd (1,5%). Voor de loongevoelige budgetten is vooralsnog uitgegaan van een stijging van 3,5% in verband met de nog af te sluiten cao-gemeenteambtenaren en voor het wijzigen van werkgeverspremies.

 

Afwikkeling Visie Voetbal Vitaal

Recentelijk is gebleken dat de kapitaallasten verbonden aan de investering in het project Voetbal Visie Vitaal zowel gedekt bleken te zijn op het taakveld Sport en Recreatie als op dit taakveld. In voorliggend taakveld was daartoe een onttrekking aan het investeringsfonds Rotterdam (IFR) geraamd. De reeks kapitaallasten eindigt in begrotingsjaar 2021; bij de verzelfstandiging van het Sportbedrijf worden voortaan in de kostprijsdekkende huur de kapitaallasten vergoed. Hierdoor ontstaat tweemaal dekking voor dezelfde kapitaallasten. Omdat de dekking reeds in het taakveld Sport en Recreatie is voorzien, valt dit bedrag vrij ten behoeve van het algemeen beeld.

 

Resterend knelpunt Sport

Voor het vervangen van het infillmateriaal van kunstgrasvelden wordt voorgesteld om dekking vanuit Investeringsfonds Rotterdam (IFR) plaats te laten vinden. Deze middelen vallen vrij vanuit het IFR.

 

Taakstellende stelpost Coalitieakkoord

Ten behoeve van het verkrijgen van een financieel sluitend meerjarenbeeld is bij het opstellen van een coalitieakkoord / begroting 2019 een centrale stelpost oplopend van € 2 mln (2020) naar € 4 mln (2021) en structureel € 6 mln (vanaf 2022) verwerkt op dit taakveld. Stelposten zijn altijd tijdelijk van aard en dienen in principe bij het eerstvolgend P&C-document waarin de begroting meerjarig bijgesteld kan worden, ingevuld te worden. In Voorjaarsnota 2019 / 1e Herziening 2019) wordt deze reeks in het algemeen beeld meerjarig verwerkt.

Om financiële ruimte voor een nieuw college te creëren, worden alle voorgenomen intensiveringen uit Begroting 2019 vanaf het jaar 2023 teruggedraaid. Uitzonderingen daarop zijn de intensiveringen waar lasten in zijn verwerkt die niet zondermeer te stoppen zijn (kapitaallasten). Deze ruimte wordt als centrale stelpost verwerkt. Van deze stelpost wordt in ieder geval € 6 mln gebruikt om eerder vermelde taakstellende reeks van het structurele karakter te ontdoen. Op deze stelpost wordt ook het financiële effect vanaf 2023 van het terugdraaien van de bezuiniging op Citylab (€ 648) gedekt. 

 

Aanpassingen NPRZ

Ten behoeve van 1e en 2e tranche Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) vallen respectievelijk € 5 mln en € 10 mln  en apparaatslasten (€ 1,5 mln vrij. Deze middelen worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve NPRZ. De vrijgevallen middelen NPRZ (€ 3,7 mln) worden in 2020 in mindering gebracht op de bijdrage van het IFR.

 

Actualisatie Investeringsfonds Rotterdam (IFR)

Dit betreft technische correctie stelposten en kapitaallasten IFR. Deze zijn meerjarig overgenomen door de desbetreffende clusters en komen daarmee te vervallen.

 

Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam

Bij Omissieregeling 2018 zijn de rentebaten IFR structureel toegevoegd aan het IFR, ter dekking van de kapitaallasten via het IFR van de bijbehorende projecten, waarvoor voorheen de rentebaten IFR als dekkingsbron dienden. De daarmee gemoeide onttrekking aan het IFR is vooralsnog bij Omissieregeling 2018 opgenomen onder het product Beheer Algemene Middelen. Met deze begrotingswijziging wordt dit overgeheveld naar de producten waarop de lasten drukken.

 

Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam IFR H6-weg

Deze onttrekking is overgeheveld naar het project H6-weg door het desbetreffende taakveld Verkeer en Vervoer.

 

Compensatie rentederving IFR Energietransitie

In het coalitieakkoord 2018 - 2022 is afgesproken een bedrag van € 150 mln vrij te maken voor de start van de uitvoering van de energietransitie en de kansen daarvan te verzilveren. Hiervan is € 10 mln per jaar structureel meerjarig vastgelegd (€ 40 mln deze collegeperiode). Voor de overige € 110 mln is een uitgavenplan gemaakt. Wanneer dit uitgavenplan omgezet wordt in een lastenreeks, resulteert dit in een budgettair beslag van € 68,2 mln. In dit investeringsvoorstel wordt de reservering van dit bedrag vanuit het IFR voor de energietransitie verwerkt. Deze reservering is een tijdelijk construct en wordt in voorjaarsnota 2020 teruggedraaid en opgelost. Dit gebeurt zo mogelijk uit het resultaat van de verkoop deelneming in Eneco, mits geëffectueerd en voldoende qua omvang, dan wel door aanvullende maatregelen. 

Het IFR wordt gevoed door bespaarde rente over de bestemmingsreserves en over het IFR zelf. Voor de bepaling van laatste geldt de hoofdsom op 1 januari van dat jaar. Deze voeding wordt gebruikt om de kapitaallasten van grote ruimtelijke  investeringsprojecten te kunnen dekken. De voorgestelde lening vanuit het IFR betekent een afname van deze hoofdsom en daarmee tot lagere rentebaten. Deze rentederving wordt hiermee gecompenseerd.   

 

Compensatie rentederving IFR weerstandsvermogen

Door bovenstaande kasschuif wordt een aantal jaren een uitname uit het IFR gedaan. Hierdoor neemt de hoofdsom, en de rentebaten over het IFR, af. Deze rentederving wordt hiermee gecompenseerd. 

 

Toevoegingen en onttrekking Algemene Reserve

Voor een sluitende meerjarenraming wordt het geraamde saldo voor enig jaar verrekend met de Algemene Reserve. Daartoe worden deze toevoegingen en onttrekkingen voorgesteld.

 

Kasschuif weerstandsvermogen 

Een van de uitgangspunten van ons te voeren financieel beleid is dat het weerstandsvermogen minimaal 1,0 is. Om het weerstandsvermogen per jaarschijf sluitend en op norm te krijgen vindt er meerdere jaren een kasschuif met het IFR plaats. Bij een kasschuif worden middelen die gereserveerd zijn voor een bepaald onderwerp of project herverdeeld over meerdere begrotingsjaren. De totale middelen blijven gelijk (over de reeks van jaren), maar de verdeling over de jaren heen wijzigt.

 

Indexering 2020 en verder

De budgetten zijn vanaf het jaar 2020 geactualiseerd naar het prijspeil 2020. Deze zijn opgenomen bij de verschillende taakvelden. Nadere informatie is opgenomen bij Grondslagen bij de voorjaarsnota.

Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving

Beleidskaders

Omschrijving taakveld

Binnen het taakveld Overige baten en lasten - Beheer Algemene Middelen geeft de gemeente invulling aan een sluitende begroting met een gezond meerjarenperspectief. Tot dit taakveld behoren:

  • de Algemene reserve
  • verwerking van bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR)
  • verwerking concernbrede stelposten
  • post onvoorzien

De Algemene reserve behoort tot het weerstandsvermogen, dat middelen omvat die de gemeente vrij kan inzetten om het begrotingsbeeld sluitend te houden en om onvoorziene financiële risico’s af te dekken. Het onderdeel Reserves bevat het meerjarig verloop van deze reserve.

In het coalitieakkoord is als uitgangspunt opgenomen dat er gestuurd wordt op een weerstandsvermogen van minimaal 1,0. Daarbij is het weerstandsvermogen geënt op de financiële risico’s. Verwezen wordt naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het IFR (Investeringsfonds Rotterdam) is een bestemmingsreserve. De gelden in deze reserve zijn bedoeld om in het kader van de meerjarige investeringsplanning concernbrede investeringsprojecten te kunnen dekken.

Het BBV schrijft voor dat de begroting een post onvoorzien bevat, zonder hiervoor een maximale of minimale hoogte voor te schrijven. Rotterdam heeft in 2017 de hoogte van dit bedrag structureel begroot op € 600. Dit komt neer op € 1,00 per inwoner.