Arbeidsparticipatie - Werk
Beleidskaders, -monitors en wetgevingZoveel mogelijk Rotterdammers werken (geheel of gedeeltelijk) en verdienen zo hun eigen inkomen.
Arbeidsontwikkeling: gericht op het versterken van de arbeidsmarktpositie werkzoekenden.
Het via (regionale) samenwerking en werkgeversdienstverlening versterken van de arbeidsmarkt.
Ontwikkelingen en voortgang
Ga naar vorig P&C-documentMensenwerk. Meer kansen voor Rotterdammers
In 2019 is ‘Mensenwerk’, het beleidskader Participatiewet 2019-2022 door de gemeenteraad vastgesteld. Het beleid kent drie duidelijke speerpunten: passende dienstverlening en maatwerk, duurzame uitstroom en inkomenszekerheid. Deze speerpunten dragen bij aan de ambitie om in deze collegeperiode een doorbraak in de bijstand te realiseren (30.000 werkzoekenden eind 2021). We werken onder meer met een brede intake die zorgt dat de Rotterdammer én wijzelf zicht hebben op kansen en ontwikkelmogelijkheden. We zetten zo snel mogelijk die dienstverlening in die de Rotterdammer verder helpt. En we zorgen dat Rotterdammers merken dat er naar hen gekeken en geluisterd wordt.
Onze dienstverlening richt zich ook op werkgevers in Rotterdam en omliggende gemeenten. We zoeken passende banen voor werkzoekenden en zoeken geschikte kandidaten met (nu nog) een bijstandsuitkering voor werkgevers. Zowel online als offline. Met aandacht voor de duurzaamheid van de uitstroom. Er wordt regionaal gewerkt aan het bevorderen van de samenwerking tussen verschillende gemeenten.
Met het sluiten van Leerwerkakkoorden tussen gemeente, onderwijs en bedrijfsleven zorgen we voor een betere aansluiting tussen onderwijs en werk en van werk naar werk trajecten, zodat instroom in de uitkering kan worden voorkomen. Daarnaast bieden de Leerwerkakkoorden nieuwe baankansen voor Rotterdammers met een uitkering. Zij kunnen zich blijven ontwikkelen nadat de uitkering is beëindigd, zodat ze duurzaam aan het werk blijven. Begin 2019 is het Leerwerkakkoord (LWA) alsmede het LWA Haven en het LWA MKB vastgesteld. Op 4 juli is het LWA Energietransitie gebouwde omgeving getekend, op 31 oktober het LWA Facilitaire Dienstverlening en op 9 december het LWA Zorg.
Volume bijstand
Het volume bijstandsuitkeringen bedroeg op 31 december 2019 33.666. Ten opzichte van de beginstand 2018 (35.292) is het uitkeringenbestand met 1.626 gedaald. Hiermee is de tussentijdse mijlpaal voor eind 2019 (33.700) gehaald. De totale uitstroom in 2019 bedraagt 8.555 en is lager dan de uitstroom in 2018 (9.561). De afname in de uitstroom hangt samen met een kleiner bijstandsvolume. Bij een kleiner aantal Rotterdammers in de bijstand zullen er logischerwijs ook minder uitstromen door een verhuizing naar buiten de gemeente Rotterdammers. Ook zullen er minder uitkeringen worden beëindigd door onvoldoende inlichtingen of medewerking. Belangrijke factor in de uitstroom is dat de doelstelling ‘uitstroom naar werk’ vrijwel geheel is gerealiseerd: 4.433 ten opzichte van de norm van 4.500. De instroom in de bijstand is ten opzichte van 2018 licht gedaald naar 6.929 (in 2018: 7.186).
Jeugdwerkgelegenheid
In deze snel veranderende maatschappij met steeds hogere eisen aan werknemers en een sterke doorontwikkeling naar beroepen voor de toekomst, blijft aandacht voor de aanpak van kwetsbare jongeren richting werk of school een aandachtspunt. De inzet op het verder terugdringen van jeugdwerkloosheid in Rotterdam is dan ook in 2019 onverlet doorgegaan. De inzet op jeugdwerkgelegenheid is integraal onderdeel van het Leerwerkakkoord en gericht op het creëren en vergroten van duurzame werkgelegenheid voor jongeren (tot 27 jaar), door verbinding te leggen tussen competenties en vaardigheden van jongeren en de mogelijkheden die er zijn in onderwijs en werk. Voor de doorontwikkeling jeugdwerkgelegenheid zijn vooral de pijlers van school naar werk en weer aan het werk van belang.
Tot en met 31 december 2019 zijn 1.553 jongeren de bijstandsuitkering ingestroomd. Op 31 december is het aantal jongeren met een bijstandsuitkering teruggebracht tot 2.037. Dit maakt dat de oorspronkelijke jaardoelstelling om het bestandsvolume terug te brengen tot 2.375 jongeren niet alleen is behaald, maar met 14% positief is overschreden. Bij de Voorjaarsnota is deze oorspronkelijke jaardoelstelling echter aangescherpt naar 2.200 jongeren met een bijstandsuitkering. Dit maakt dat met 2.037 jongeren in de bijstand op 31 december 2019 ook deze aangescherpte doelstelling ruimschoots is behaald. Van de jongeren die zijn uitgestroomd zijn er tot en met 31 december in totaal 610 begeleid naar betaald werk. Naast uitstroom naar werk vormt uitstroom naar het onderwijs, zeker voor jongeren, een belangrijke uitstroomreden. In 2019 zijn er totaal 326 jongeren naar het onderwijs uitgestroomd. Ook zijn er in 2019 in totaal 409 jongeren om ‘overige’ redenen uit de bijstandsuitkering gestroomd. Deze uitstroomreden heeft betrekking op exogene factoren zoals verhuizing, overlijden en detentie en vallen daarmee vrijwel volledig buiten de invloedssfeer van W&I en het Jongerenloket. Voor 121 jongeren, oftewel 9% van alle uitgestroomde jongeren, geldt dat zij 6 maanden nadat zij uit de bijstand zijn uitgestroomd, om welke reden dan ook, wederom een bijstandsuitkering hebben aangevraagd.
Statushouders
De Rotterdamse Aanpak Statushouders 2019–2022 bevat alle basiscomponenten voor een succesvolle participatie in de samenleving. In deze aanpak krijgt ‘werken’ een grotere rol dan voorheen. Werken helpt om volwaardig in te burgeren, de taal te leren, sociale contacten op te doen en een eigen bestaan op te bouwen. Maar anderzijds is een basisniveau van taal nodig om te kunnen gaan werken. Dat betekent dat werken en inburgeren elkaar versterken en het één niet vanzelf na het ander volgt. Met de komst van de specialistische teams is een intensieve maatwerkaanpak gericht op werk mogelijk en krijgen statushouders eerder in het proces een gesprek met de professionals op het gebied van werk en scholing.
In 2019 zijn 506 uitkeringen beëindigd en zijn 888 statushouders parttime aan het werk. Van het totaal aantal in de bijstand was in 2019 5,2% statushouder. Onder jongeren tot 27 jaar ligt dit percentage hoger: 17%. Net als in 2018 is ook in 2019 de instroom lager dan de uitstroom.
Ontwikkelingen (landelijke) arbeidsmarkt
De gunstige ontwikkeling van het economisch beeld van de afgelopen jaren kende in 2019 een stagnatie. Desondanks waren er ook gunstige signalen. Volgens het CBS is in het derde tertaal (september-december) 2019 het aantal werklozen gedaald tot 302.000 (eind augustus 2019: 321.000). Hiermee is het aantal werklozen eind 2019, na een lichte stijging in de loop van het tweede en derde tertaal, weer vrijwel gelijk aan het aantal werklozen aan het einde van het eerste tertaal.
Het aantal ww-uitkeringen in Rotterdam is in 2019 verder gedaald. Het aantal faillissementen in Zuid-Holland liet in het derde tertaal een daling zien ten opzichte van de eerste twee tertalen. Tot slot liet ook de verwachte inzet van personeel aan het eind van het jaar een stijging zien ten opzichte van de verwachting medio van het jaar. Het consumentenvertrouwen verandert in de laatste maanden van 2019 nauwelijks. Met een cijfer van -2 ligt het consumentenvertrouwen eind 2019 boven het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar (-4).
Wat willen we bereiken?
Effect indicatoren
1.1 Minder Rotterdammers in de bijstand (zoveel mogelijk uitstroom naar betaald werk)
De gemeente Rotterdam wil dat zoveel mogelijk Rotterdammers die nu nog bijstand ontvangen, profiteren van de groeiende en nieuwe werkgelegenheid. De gemeente zet mensen en middelen in ten bate van werk en arbeidsontwikkeling om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen en daarmee de afhankelijkheid van uitkeringen zo veel mogelijk te beperken. Werk en Inkomen wil dit voor elkaar krijgen door het beperken van de instroom, het vergroten van de uitstroom en het stimuleren van de doorstroom.
1.2 Deeltijd werken als opstap naar volledige uitstroom uit de bijstand
Op de huidige flexibele arbeidsmarkt krijgen werkzoekenden steeds vaker tijdelijke arbeidscontracten en deeltijdwerk aangeboden. Dit kan een goede opstap zijn naar werk met een inkomen boven bijstandsniveau. Het is belangrijk dat de drempel voor het aanvaarden van dit soort werk zo laag mogelijk is. Dit kan door te zorgen dat het aanvaarden van tijdelijk en parttime werken loont. Werkzoekenden mogen de eerste zes maanden een deel van hun inkomen uit arbeid houden, waardoor werkzoekenden er altijd op vooruit gaan als zij deeltijdwerk accepteren.
Als werkzoekenden op eigen kracht werk vinden, bestaat de kans dat zij, zonder enige bemiddeling vanuit de gemeente Rotterdam, nulurencontracten aanvaarden. Omdat wij nulurencontracten of kleine flex-contracten niet duurzaam achten, willen wij dit niet stimuleren. Als de gemeente afspraken maakt met werkgevers over een vorm van vergoeding of tegemoetkoming, moet hier fulltime uitstroom tegenover staan. Het uiteindelijke doel blijft om volledig onafhankelijk te worden van de bijstand. Deeltijdwerk is geen eindstation, tenzij dit voor de werkzoekende het maximaal haalbare is.
1.3 Minder werkloosheid op Zuid
Eind 2018 sloten gemeente Rotterdam en het Rijk de Regiodeal Rotterdam Zuid. Dit betekent dat in de jaren 2019 tot en met 2022 via het Nationaal Programma Rotterdam Zuid 260 miljoen euro extra geïnvesteerd wordt, met name in Wonen, School en Werk op Zuid. Voor de inzet op de pijler Werk is in totaal 48 miljoen euro gereserveerd. Hieraan is de ambitieuze doelstelling gekoppeld om een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling op Zuid tot stand te brengen, van disproportioneel (circa 40,2% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%), met als tussenwaarde 37,4% eind 2021. Omgerekend betekent dat een daling van 14.214 uitkeringen eind 2018 naar 11.220 uitkeringen eind 2021. De ambitie voor deze collegeperiode is daarmee dat zo’n 3.000 huishoudens op Zuid niet langer afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering. Hiervoor is het programma Samen voor Zuid ontwikkeld.
2.1 Wegnemen van belemmeringen
Als werkzoekenden (nog) niet in staat zijn om zelf werk te vinden, of nog niet kunnen voldoen aan de (vacature)eisen van werkgevers, dan kan de gemeente ze ondersteunen bij re-integratie naar werk. Die ondersteuning kan zich richten op het duurzaam ontwikkelen van kennis, vaardigheden en opleiding die nodig zijn om werk te vinden en te houden.
2.2 Speciale inzet kwetsbare doelgroepen
Onder de Participatiewet vallen verschillende doelgroepen, die elk hun eigen aanpak, begeleiding en perspectief hebben. Daarom wordt binnen de aanpak van de gemeente gedifferentieerd en kunnen verschillende instrumenten worden ingezet. Het uitgangspunt hierbij is dat er maatwerk wordt geboden aan individuele werkzoekende, maar binnen de participatiewet zijn ook specifieke groepen te onderscheiden. Voor elk van deze groepen wordt de aanpak gekozen die leidt tot de meeste kans op de arbeidsmarkt, door maatwerk te bieden en de talenten van elk individu te benutten.
2.3 Arbeidsontwikkeling gericht op de vraag vanuit de markt
We willen dat zoveel mogelijk werkzoekenden toegang hebben tot betaald werk op de (bij voorkeur reguliere) arbeidsmarkt. De vraag naar werk wordt bepaald door de stand van de economie, werkgevers, ondernemers en opdrachtgevers. Het WerkgeversServicepunt Rijnmond (WSPR) maakt afspraken met werkgevers en intermediairs over het ontsluiten van geschikte banen voor werkzoekenden. Het WSPR is een samenwerking tussen de gemeente Rotterdam, het UWV en 15 regiogemeenten.
3.1 Goede regionale samenwerking (onderwijs, overheid en werkgevers) ondersteunend aan een beter functionerende arbeidsmarkt
Om de forse uitdaging aan te gaan om te komen tot een bijstandsbestand van 30.000 Rotterdammers is meer en een gewijzigde inzet nodig van de gemeente. Maar ook inzet en commitment van partijen uit de stad. In het arbeidsmarktbeleid wordt ingezet op samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs, UWV en gemeenten, om zo vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zoveel als mogelijk op elkaar te laten aansluiten.
3.2 Verhogen participatiegraad van mensen uit het doelgroepregister
In Rotterdam wonen relatief veel inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Een deel van hen profiteert niet van de aantrekkende economie en groeiende werkgelegenheid. Vaak is een arbeidsbeperking hiervan een oorzaak en het niet of minder kunnen voldoen aan de eisen die werkgevers stellen op de reguliere arbeidsmarkt. Rotterdam wil ook deze mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt passend werk en begeleiding kunnen bieden, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Als zij daarvoor kiezen, willen we deze mensen stimuleren te leren en zich te ontwikkelen en hen daarvoor de nodige begeleiding en ondersteuning bieden.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren
1.1 a Preventie van instroom vóór en tijdens aanvraagfase
We zorgen voor duurzame uitstroom, en ook voorkomen we dat Rotterdammers de bijstand instromen. De instroom in de bijstand is gedaald van 7.186 in 2018 naar 6.929 in 2019. Met ww@work waren we in 2019 opnieuw succesvol. In totaal zijn er 654 klanten vanuit de WW-uitkering uitgestroomd naar werk. Dat is 20% meer dan in 2018. En nog blijken we niet alle WW-ers die in de laatste maanden van hun uitkering zitten, in beeld te hebben. Samen met het UWV bekijken we hoe we nog meer klanten vanuit de WW-uitkering gebruik kunnen laten maken van onze dienstverlening. Daarnaast helpen we Rotterdammers die een aanvraag doen voor een uitkering via BuroWerk aan een nieuwe baan. In 2019 stroomden daardoor 534 minder Rotterdammers de bijstand in.
1.1 b Matchen, begeleiden naar werk
Over geheel 2019 is een daling van 35.292 naar 33.666 uitkeringen gerealiseerd (- 1.626), waarmee de tussentijdse mijlpaal voor eind 2019 is behaald. De totale uitstroom in 2019 bedraagt 8.555 en is lager dan de uitstroom in 2018 (9.561). De doelstelling in uitstroom naar werk is in 2019 vrijwel geheel gerealiseerd: 4.433 ten opzichte van de norm van 4.500. De uitstroom naar werk was in 2018 4.506.
1.2 Begeleiden naar deeltijdwerk
Een snelle verrekening van inkomsten leidt tot het sneller accepteren van tijdelijk of parttime werk. De afgelopen twee jaar is ingezet op het verbeteren van dit proces. Het percentage inkomstenverrekeningen binnen de servicenorm (4 weken) steeg in 2019 naar 96%, ten opzichte van 91% in 2018. Desondanks is de doelstelling op inkomsten uit parttime werk niet bereikt. De doelstelling was om in 2019 500 werkzoekenden meer parttime te laten werken. Het aantal werkzoekenden met parttime werk bleef ongeveer gelijk.
1.3 Aanpak werk op zuid
In 2019 heeft het gedachtegoed en de aanpak Samen voor Zuid vaste voet aan de grond gekregen. In de uitvoering en in het beleid. De hoofdindicatoren bewegen de goede kant op. In absolute aantallen is het bijstandsvolume NPRZ in 2019 gedaald van 14.214 naar 13.506. Daardoor zijn er, ten opzichte van 31 december 2018, 708 minder mensen in Rotterdam Zuid afhankelijk van een uitkering. Het aandeel NPRZ in het totale bijstandsvolume is gedaald van 40,28% naar 40,12%. Dit is tegelijkertijd niet voldoende in lijn met de (relatieve) ambitie van het programma (38,4% in 2019). Gelukkig zien we wel een stijgende lijn.
2.1 a De werkzoekende centraal
In totaal zijn er in 2019 6.111 diagnoses afgenomen. Op basis van de diagnose wordt bepaald in hoeverre de werkzoekende daadwerkelijk zelfstandig de regie kan voeren over zijn of haar arbeidsontwikkeling en financiën. Een goede diagnose draagt ertoe bij dat passende instrumenten worden ingezet. Ook zijn er 882 werkzoekenden aangemeld voor een Ontwikkelnetwerk. Dit zijn intensieve trajecten waarbij opleiding, vaardighedentraining en begeleiding worden gecombineerd.
2.1 b Meer maatwerk
Om werkzoekenden een kwalitatief hoogwaardige en continue ontwikkelingslijn te laten doorlopen zette de gemeente in 2019 verder in op het doorlopend organiseren van de begeleiding van werkzoekenden richting werk. Voor enkele doelgroepen, zoals statushouders en jongeren, zet de gemeente extra capaciteit in. Ook in 2019 heeft de gemeente zich ingespannen om deze doelgroepen maximaal te ondersteunen.
Per januari 2019 is de Rotterdamse aanpak statushouders 2.0 gestart (2019-2022). De vernieuwde aanpak is onderdeel van het actieprogramma Relax, dit is Rotterdam. Deze aanpak omvat alle basiscomponenten voor succesvolle participatie in de samenleving: huisvesting, zorg, leren (taal en waar nodig opleiding) en toeleiding naar werk of sociale activering. De aanpak legt de nadruk op toeleiding naar werk en onderwijs om ervoor te zorgen dat statushouders in hun eigen inkomen kunnen voorzien en meedoen in de samenleving. Van de huidige 1765 uitkeringen zijn 2460 volwassen statushouders afhankelijk van bijstand. Over 2019 constateren we dat de uitstroom (506 uitkeringen) groter is dan de instroom (429 uitkeringen). De uitstroom is voor 80% gerealiseerd door het starten met een opleiding of inkomsten uit reguliere arbeid. Daarnaast is een aantal parttime aan het werk.
2.1 c Inzetten op taaleis
Mensen die een uitkering aanvragen en niet voldoen aan de eisen van de Wet Taaleis moesten zich (ook in 2019) inspannen om aan de taaleis te kunnen voldoen. Taal vergroot iemands kansen op werk en op zelfstandigheid.
2.2 Aanpak jongeren
Eind 2019 zijn 1.553 jongeren de bijstandsuitkering ingestroomd. Het aantal jongeren met een bijstandsuitkering is teruggebracht tot 2.037. Dit maakt dat de oorspronkelijke jaardoelstelling om het bijstandsvolume terug te brengen tot 2.375 jongeren niet alleen is behaald, maar met 14% positief is overschreden. Tussentijds (Voorjaarsnota) is de oorspronkelijke jaardoelstelling echter aangescherpt naar 2.200 jongeren met een bijstandsuitkering. Dit maakt dat met 2.037 jongeren in de bijstand op 31 december 2019 ook deze aangescherpte doelstelling ruimschoots is behaald. Van de jongeren die zijn uitgestroomd zijn er tot en met 31 december in totaal 610 begeleid naar betaald werk. Naast uitstroom naar werkt vormt uitstroom naar het onderwijs, zeker voor jongeren, een belangrijke uitstroomreden.
3.1 a Transparantie binnen de arbeidsmarkt verhogen
Rotterdam zette (ook in 2019) in op het transparanter krijgen van de arbeidsmarkt. Dit is van groot maatschappelijk belang. Hoe eenvoudiger en effectiever vraag en aanbod elkaar vinden, hoe efficiënter de arbeidsmarkt werkt.
3.1 b SROI verplichtingen opbouwen en invullen (aansluiten bij gebiedsontwikkelingen, stedelijke investeringen, transities)
Social return gaat over afspraken die de gemeente maakt met haar leveranciers en opdrachtnemers. Doel van die afspraken is mensen die al lang zonder baan zitten aan werk te helpen. Eind 2019 zijn er € 25,65 miljoen aan verplichtingen gerealiseerd. Hiermee is de doelstelling voor 2019 gerealiseerd.
3.1 c Investeren in de (digitale) dienstverlening aan werkgevers (acquisitie, dealmaking)
HalloWerk is een voorbeeld van onze online dienstverlening. Kandidaten vullen hun eigen profiel in de HalloWerk applicatie. Het profiel komt vervolgens online beschikbaar voor werkgevers op het kandidatenplatform. In 2019 zijn er 4.710 werkzoekenden transparant gemaakt via HalloWerk, en zijn er 811 kandidaten via HalloWerk gematcht op een vacature bij een werkgever.
Effectindicatoren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Collegetarget: Minder Rotterdammers in de bijstand: in deze collegeperiode daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam naar 30.000 | Streefwaarde | 36.000 | 33.700 | 32.000 | 30.000 | ||
Realisatie | 37.667 | 35.292 | 33.666 | ||||
1.2 NPRZ (aandeel) in de bijstand (%) | Streefwaarde | 38,9% | 38,4% | 37,9% | 37,4% | ||
Realisatie | 40,6% | 40,3% | 40,1% | ||||
2.2 Jongeren in de bijstand (incl. statushouders) | Streefwaarde | 2.550 | 2.200 | 2.200 | 2.080 | ||
Realisatie | 2.784 | 2.251 | 2.037 |
Indicatoren
Prestatie-indicatoren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Instroom in de bijstand (aantal) | Streefwaarde | 7.800 | 7.600 | 7.050 | 6.550 | ||
Realisatie | 8.646 | 7.186 | 6.929 | ||||
1.2 Uitstroom naar werk (aantal) | Streefwaarde | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | ||
Realisatie | 4.513 | 4.506 | 4.433 | ||||
1.3 Parttime werk (€ mln) | Streefwaarde | 13,5 | 14,5 | 14,5 | 14,5 | ||
Realisatie | 11,3 | 12,2 | 13,6 | ||||
1.4 Uitstroom Jongeren (aantal) | Streefwaarde | 1.150 | 1.150 | 1.150 | 1.150 | ||
Realisate | 1.103 | 1.553 | 1.350 | ||||
1.5 Uitstroom naar werk in Rotterdam Zuid (NPRZ) | Streefwaarde | 2.100 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | ||
Realisatie | 1.874 | 1.909 | 1.854 |
Wat heeft het gekost?
Overzicht baten en lasten
Overzicht van baten en lasten Arbeidsparticipatie - Werk | Oorspr. Begroting 2019 | Bijgestelde Begroting 2019 | Realisatie 2019 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 6.393 | 7.758 | 7.197 | -561 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 6.393 | 7.408 | 6.880 | -528 | |
Overige opbrengsten derden | 0 | 350 | 317 | -33 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 59.987 | 58.548 | 63.412 | 4.864 |
|
Apparaatslasten | 38.896 | 44.113 | 45.363 | 1.251 | |
Inhuur | 9.806 | 21.428 | 20.957 | -471 | |
Overige apparaatslasten | 855 | 920 | 965 | 44 | |
Personeel | 28.235 | 21.764 | 23.442 | 1.678 | |
Interne resultaat | 958 | 1.477 | 2.239 | 762 | |
Interne resultaat | 958 | 1.477 | 2.239 | 762 | |
Programmalasten | 20.133 | 12.958 | 15.809 | 2.851 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 19.351 | 11.318 | 14.809 | 3.491 | |
Overige programmalasten | 0 | 0 | 195 | 195 | |
Salariskosten WSW en WIW | 200 | 194 | -1 | -196 | |
Sociale uitkeringen | 582 | 612 | 613 | 1 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 0 | 834 | 193 | -641 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -53.594 | -50.790 | -56.215 | -5.425 | |
Saldo voor reserveringen | -53.594 | -50.790 | -56.215 | -5.425 | |
Reserves | 0 | 1.556 | 1.184 | -372 |
|
Onttrekking reserves | 0 | 1.556 | 1.184 | -372 | |
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -53.594 | -49.234 | -55.031 | -5.797 |
Overzicht afwijkingen
Overzicht afwijkingen | Afwijking baten | Afwijking lasten | Afwijking reserves | Afwijking saldo |
---|---|---|---|---|
1. Lagere subsidiebaten ESF-regelingen |
-1.460 |
0 |
0 |
-1.460 |
2. Eenmalige ontvangst Participatiewet 2012 |
700 |
0 |
0 |
700 |
3. Overige baten |
199 |
0 |
0 |
199 |
4. Overschrijding arbeids- en beveiligingskosten |
0 |
1.545 |
0 |
-1.545 |
5. Hogere programmalasten voor begeleiding naar werk |
0 |
2.976 |
0 |
-2.976 |
6. Groepsdetachering productiemedewerkers |
0 |
715 |
0 |
-715 |
7. Social Return |
0 |
-372 |
-372 |
0 |
Totaal afwijkingen |
-561 |
4.864 |
-372 |
-5.797 |
Toelichting overzicht afwijkingen
1. Lagere subsidiebaten regelingen Europees Sociaal Fonds (ESF)
Op de ESF-regelingen, Arbeidsmarktregio’s (AMR) en Geïntegreerde Territoriale Investering (GTI) (NPRZ) is een geringer bedrag gerealiseerd. Voor AMR geldt dat het nog voor 2019 resterende subsidiebedrag lager was dan begroot. Het over 2018 te declareren bedrag is bij controle op de jaarrekening 2018 met € 142 verhoogd en verder is circa 25% (€ 374) naar het Jongerenloket gegaan. Hierdoor resteerde er minder voor 2019. De beschikbare ESF subsidie is namelijk gemaximeerd.
Voor de ESF-GTI-regeling is de definitieve declaratie nog niet opgesteld. Er is nu een bedrag geboekt dat lager is dan het in 2018 gedeclareerde bedrag. Hierdoor is ten opzichte van de begroting sprake van een nadeel van € 622. Hier geldt bovendien dat voor deze regeling de vordering in 2018 met € 322 is verlaagd. Voor 2019 resteerde minder om te declareren.
2. Eenmalige ontvangst Participatiewet 2012
De gemeente Rotterdam heeft bezwaar aangetekend tegen een correctie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de declaratie Participatiewet 2012. In 2019 heeft de rechter de gemeente in het gelijk gesteld. Hierdoor zijn de baten in 2019 eenmalig € 700 hoger.
3. Overige baten
Dit betreft een saldo van verschillende gerealiseerde baten, zoals vergoedingen voor zwangerschap en ziekte en bedraagt € 199.
4. Overschrijding arbeids- en beveiligingskosten
De arbeidskosten (salarislasten vast personeel en externe inhuur) zijn ten opzichte van de begroting met € 1,2 mln (3%) overschreden. Dit heeft te maken met de hogere inzet van personeel, zowel vast als externe inhuur, om werkzoekenden te begeleiden naar werk. Daarnaast zijn de beveiligingskosten vanwege extra beveiligingsmaatregelen op de diverse uitvoeringslocaties € 300 hoger uitgevallen.
5. Hogere programmalasten voor begeleiding naar werk
De uitgaven aan diverse vormen van begeleiding naar werk vielen € 3,0 mln hoger uit dan begroot. Zo is de begroting voor ontwikkelnetwerken met € 900 overschreden door nagekomen kosten van trajecten uit 2018 en de start van veel nieuwe trajecten in de laatste maanden van 2019. Ook zijn er in het laatste kwartaal meer trajecten ingekocht voor taaltrainingen en andere opleidingen voor werkzoekenden (€ 600 overschrijding), en is er voor € 600 meer als reiskostenvergoeding voor werkzoekenden (scholing of traject) uitgekeerd dan begroot.
6. Groepsdetachering productiemedewerkers
In 2017 is er een contract gesloten voor de groepsdetachering van productiemedewerkers in de sociale werkvoorziening. De kosten hiervan liepen door in 2019, maar waren niet begroot. Binnen het taakveld Arbeidsparticipatie – Werk heeft dit geresulteerd in een nadeel van € 700.
7. Social Return
In 2019 zijn minder kosten gemaakt waardoor geen onttrekking van € 372 nodig was vanuit de bestemmingsreserve Spaarsaldo Participatiebudget voor de uitvoering van Social Return on Investment.
Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving
Omschrijving taakveld
Ondanks de resultaten van de afgelopen periode is Rotterdam nog steeds de stad met de hoogste bijstandsdichtheid van Nederland. De afgelopen jaren heeft ‘de kortste weg naar werk’ centraal gestaan. Hierdoor bestaat het bestand nu uit vaak relatief oudere en laagopgeleide werkzoekenden die al langere tijd een uitkering ontvangen. Om ook deze groep te activeren en aan het werk te krijgen is een andere aanpak nodig, waarbij meer wordt ingezet op het ontwikkelen van arbeidspotentie. Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk Rotterdammers mee kunnen doen in en bijdragen aan de stad.
Tot het taakveld Arbeidsparticipatie behoren de volgende op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen:
- re-integratie-instrumenten, waaronder WerkLoont, proefplaatsing, participatieplaatsen, vrijwilligerswerk of sociale activering, detacheringsbanen, scholing, duale trajecten
- stimuleringsmaatregelen, waaronder Inkomensvrijlating, stimuleringspremies, vrijlating onkostenvergoeding vrijwilligerswerk, onkostenvergoedingen
- voorzieningen, waaronder Jobcoach, begeleiding werkvoorzieningen zoals: werkplekaanpassingen, vervoersvoorzieningen, doventolk, brailleregels, aangepaste rolstoel etc.
- loonwaardebepaling en loonkostensubsidie
- onderhouden van contacten met werkgevers en brancheorganisaties