Lokale heffingen

De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de samenstelling van het voorgestelde pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen in 2019; de relatieve druk van de lokale belastingen en heffingen; en de stand van zaken en de voornemens voor het begrotingsjaar rondom een aantal beleidsitems. Tot slot wordt ingegaan op het kwijtscheldingsbeleid.

Beleid

Meervoudig gebruik van gegevens basisregistraties
Rotterdam heeft klantgerichtheid hoog in het vaandel staan en hecht eraan dat burgers en ondernemers niet steeds dezelfde basisgegevens hoeven aan te leveren. In plaats daarvan deelt de gemeentelijke organisatie deze gegevens intern. Voor de gegevens uit de BasisRegistratie Personen (BRP) is dat al geruime tijd het geval. Daarnaast zijn er in 2019 weer flinke stappen gezet in het koppelen van de WOZ-administratie met de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. In 2019 is projectmatig gewerkt aan harmonisatie en synchronisatie van deze samenhangende registraties. Dit project loopt nog door in 2020. Daarnaast maakt belastingen gebruik van basisgegevens uit het Nationaal Handelsregister dat is ondergebracht bij de Kamer van Koophandel en de BasisRegistratie Kadaster voor de eigendomsgegevens van onroerend goed. De ontvangen gegevens worden deels geautomatiseerd verwerkt en vergen ook handmatige verrijking.

 

Ontwikkelingen als gevolg van het klimaatakkoord
Het klimaatakkoord en toenemende politieke en maatschappelijke druk hebben het effect dat de investeringen in - en waarderingen van objecten die gerelateerd zijn aan energievoorziening, in toenemende mate onzeker zijn. In 2019 is de OZB opbrengst hierop aangepast.

 

E-dienstverlening, Mijn Loket en Berichtenbox
De digitale dienstverlening rond OZB-, ASH- en Rioolheffing via mijn loket is inmiddels nagenoeg compleet: het aanvragen van alle belangrijke aspecten van de aanslag, zoals betalen, automatische incasso, bezwaar maken, kwijtschelding en betalingsregelingen, kan digitaal via Mijn Loket plaatsvinden. 75% van de kwijtscheldingsverzoeken wordt volledig via Mijn Loket afgehandeld, inclusief de inkomens- en vermogenstoets. Voor het aanvragen van een betalingsregeling ligt dat percentage zelfs nog iets hoger. Het opvragen van een taxatieverslag via Mijn Loket is voor woningen al geruime tijd mogelijk.
Ook in 2019 is de oplegging van de combi-aanslag voor gemeentelijke heffingen, voor alle burgers die dit bij Mijn Overheid hebben aangegeven, volledig via de berichtenbox verlopen. Het proces verloopt technisch soepel. Er is een geleidelijke stijging waar te nemen in het percentage van de aanslagen dat langs deze weg kan worden opgelegd.
In 2019 is mogelijk gemaakt om ook parkeernaheffingen via MijnOverheid te ontvangen. Het proces verloopt technisch soepel. Er is een geleidelijke stijging waar te nemen in het percentage van de aanslagen dat langs deze weg kan worden opgelegd. Een bijkomend voordeel van gebruik van de berichtenbox is dat het risico op een datalek door de bezorging op een onjuist adres wordt voorkomen.
Tevens is in 2019 de mogelijkheid gecreëerd voor het doorgeven van een vrijstelling voor Bedrijfsreinigingsrecht via E-Suite. Dit zorgt ervoor dat er geen aanslag gestuurd wordt en dus geen bezwaar nodig is wegens de afsluiting van een contract elders.

 

Afschaffing precariobelasting nutsnetwerken
Op 22 juni 2016 heeft de toenmalige minister Plasterk het wetsvoorstel tot afschaffing van de precariobelasting voor nutsnetwerken ingediend. Op 21 maart 2017 heeft ook De Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel inclusief het amendement Veldman en Fokke waardoor de duur van de overgangstermijn voor gemeenten wordt beperkt (van 10 naar 5 jaar). Voor gemeenten die op 10 februari 2016, de datum waarop minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het wetsvoorstel heeft aangekondigd, een verordening met tarief hadden vastgesteld voor precariobelasting op kabels en leidingen geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2022. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal heffen naar het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016. Dit is het geval voor Rotterdam. Voor gemeenten die onder de overgangsregeling vallen, maar na de peildatum het tarief hebben verhoogd, betekent dit dat zij vanaf 1 juli 2017 hun tarief moeten verlagen naar maximaal het tarief van 10 februari 2016. Vanaf 2022 hebben wij te maken met een verlies van opbrengst van circa € 13,5 mln.

Inkomsten

In onderstaande tabel wordt een specificatie van de opbrengsten van de belasting- en heffingssoorten gegeven. In onderstaande tabel zijn de gerealiseerde opbrengsten van de belangrijkste lokale heffingen bij rekening 2019 afgezet tegen de begroting. Voor een nadere toelichting op de opbrengsten verwijzen we u naar de financiële toelichting op betreffende beleidsvelden.

OpbrengstJaarrekening 2018Begroting 2019Jaarrekening 2019Programma
Onroerendezaakbelasting 244.779 244.426 245.538 Algemene middelen
Hondenbelasting 20 0 0 Algemene middelen
Logiesbelasting 6.602 10.885 10.063 Algemene middelen
Reclame- en precariobelasting 26.579 24.821 24.636 Algemene middelen
Leges Omgevingsvergunning 15.854 19.604 24.830 Ruimtelijke ordening
Rioolheffing 70.328 73.820 74.566 Beheer van de stad
Bedrijfsreinigingsrecht 4.756 4.026 3.989 Beheer van de stad
Afvalstoffenheffing 91.023 91.788 92.094 Beheer van de stad

Kostendekkenheid

Conform het BBV is in de paragraaf Lokale heffingen van de Begroting 2019 per belastingverordening 2019 o.m. de kostendekkendheid van de hierin opgenomen tarieven inzichtelijk gemaakt. Daarbij is helder uiteengezet welke uitgangspunten gehanteerd zijn ten aanzien van de kostentoerekening. Ook is aangegeven hoe de kosten van (concern- en cluster-)overhead aan de tarieven worden toegerekend. Vervolgens is per verordening aangegeven welke kosten voor welk bedrag aan de tarieven zijn toegerekend. Door vervolgens aan te geven welke baten uit heffing zijn geraamd, kan per verordening de mate van kostendekkendheid aangegeven worden. De basis van de raming van deze baten is het meest actuele beeld over de aantallen en soorten te leveren en te behandelen dienst- en productieverlening. Met uitzondering van de tarieven Stadsarchief is geen van de voorgestelde tarieven op deze begrotingsgegevens 100% of meer kostendekkend. Per verordening zijn verder de beleidsuitgangspunten achter de betreffende verordening en heffingen kort toegelicht. Deze beleidsuitgangspunten en de keuzes inzake toerekenen van kosten en tarieven zijn opgenomen in de Kadernota Lokale Lasten 2018-2022 en de Financiële Verordening Rotterdam 2013. De raad heeft ingestemd met voorgestelde belastingverordeningen 2019 (incl. tarieven). Deze tarieven zijn gedurende heffingsjaar 2019 ongewijzigd gebleven. In onderstaande tabel is de kostendekking van de belangrijkste gemeentelijke heffingen voor 2019 inzichtelijk gemaakt.

Naam verordening 2019Totale kostenTotale baten% kostendekkendheid
Afvalstoffenheffing 113.827* 91.106 80%
Rioolheffing 78.954 74.566 94%
Lijkbezorgingsrechten 7.034 6.022 86%
Leges publiekszaken 10.892 7.808 72%
Leges omgevingsvergunning 19.124 25.423** 133%***

*) Voor de lasten BTW compensatiefonds, kwijtschelding, perceptiekosten en oninbaarheid is uitgegaan van begrote bedragen. Overige lasten zijn op basis van realisatie.

**) Exclusief baten voorgaand jaar van € 1,47 mln.

***) In december zijn er onverwachts meer aanvragen voor grote bouwplannen ingediend. Hierdoor is er een relatief groter positief resultaat behaald ten opzichte van de begroting 2019.

Kwijtscheldingsbeleid

In het jaar 2019 is de vereenvoudiging van het kwijtscheldingsproces geïmplementeerd. Hierdoor is een administratieve lastenverlichting voor een groot gedeelte van de aanvragers doorgevoerd, omdat er in 45% van alle aanvragen geen bewijsstukken meer aangeleverd hoeven te worden. Aanvragers die nog wel bewijsstukken dienen aan te leveren worden gericht bevraagd en worden er niet meer stukken dan nodig opgevraagd.
Daarnaast is het financiële risico gereduceerd tot nihil (in 2019: €169k). Er is sprake van integrale toetsing waardoor er geen financiële onzekerheid meer is.

De kostendelersnorm is eind november vorig jaar geïmplementeerd. In het geval van kostendelers, wordt het normbedrag van de kosten van bestaan en de extra woonlasten aangepast in de berekening van het vermogen en de betalingscapaciteit. Deze aanpassing is gebaseerd op de Participatiewet.

In 2019 is ongeveer 40.000 gevallen kwijtschelding verleend. Ongeveer 37.000 gevallen hebben betrekking op belastingjaar 2019; de overige gevallen op eerdere belastingjaren waarvoor in 2019 een transitorische post is opgenomen. Bij het opstellen van deze rekening wordt uitgegaan van uiteindelijk 37.000 gehonoreerde kwijtscheldingsverzoeken voor belastingjaar 2019. In totaal bedraagt de realisatie kwijtschelding per 31 december 2019 € 8,4 mln. Hierdoor is sprake van een onderschrijding op de begroting van circa € 2,9 miljoen (€ 11,3 mln minus € 8,4 mln).

In 2019 is in circa 29.000 gevallen automatische kwijtschelding verleend. Ten opzichte van boekjaar 2018 is het aantal burgers dat in 2019 in aanmerking kwam voor geautomatiseerde kwijtschelding gedaald. Het toekenningspercentage voor belastingjaar 2019 was 23% (peildatum 31 december 2019).

Voor de belastingjaren 2018 en 2019 heeft respectievelijk 95% en 76% betaald. Van de 24% van de kwijtscheldingsgerechtigden die voor belastingjaar 2019 nog niet heeft betaald, is bijna 70% voornemens om dat alsnog te doen met een betalingsregeling of automatische incasso.

De gemiddelde doorlooptijd van de afgehandelde kwijtscheldingsverzoeken bedroeg in december 2019 76 dagen (in 2018: 83 dagen). Dit jaar zien we hierin een daling omdat de gewijzigde werkwijze ook in de afhandeling een positieve bijdrage levert.

De gemiddelde doorlooptijd van een beroep was in 2019 111 dagen (in 2018: 85 dagen). De licht verhoogde doorlooptijd, welke nog ruim binnen de marge valt van 6 maanden, houdt verband met het invoeren van de nieuwe werkwijze die heeft gezorgd dat de doorlooptijd van een regulier kwijtscheldingsverzoek significant is verminderd.