Groei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus.

Woningvoorraad met toekomstwaarde.

Basis op orde.

Belangrijke ontwikkelingen die effect hebben op het wonen en bouwen, waarvan de aard en omvang van het effect nog lang niet allemaal duidelijk is.

Ontwikkelingen en voortgang

Ga naar vorig P&C-document

De hoofddoelstellingen van het woonbeleid van de gemeente Rotterdam zijn aantrekkelijkere woonmilieus, een woningvoorraad met voldoende kwaliteit en duurzame toekomstwaarde, en borging dat de basis van de woningmarkt op orde blijft.

 

Visies en beleid

In 2019 zijn belangrijke richtinggevende documenten vastgesteld waaraan komende jaren verder invulling wordt gegeven. Besloten is de Woonvisie 2030 op basis van het Coalitieakkoord ‘Nieuwe energie voor Rotterdam’ aan te passen op de onderdelen voorraadontwikkeling en duurzaamheid in de vorm van een Addendum en een Agenda 2022. Het Addendum is op 16 mei 2019 door de gemeenteraad vastgesteld. Een belangrijke uitwerking van de Woonvisie 2030 en het Addendum is de ‘Gebiedsatlas Ontwikkeling Woningvoorraad’. De Gebiedsatlas is hét instrument om ook op gebiedsniveau te sturen op de balans in de woningvoorraad.

Direct met het Addendum is op 16 mei 2019 ook het Actieplan middenhuur in de gemeenteraad vastgesteld. Het Actieplan bevat concrete maatregelen voor behoud en uitbreiding van de voorraad woningen in Rotterdam met een maandhuur tussen 711 en 1.000 euro (prijspeil 2018). Dit zijn maatregelen op het gebied van nieuwbouw, exploitatie van en toegang tot (vrije sector) corporatiebezit en het tegengaan van speculatie in de particuliere voorraad. Dit hele pakket aan maatregelen zorgt ervoor dat Rotterdamse middeninkomens beter bediend worden.

Op 11 april 2019 is het Werkprogramma NPRZ Wonen 2019-2022 door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin is vastgelegd welke maatregelen nodig zijn in het resterend deel van deze collegeperiode om voldoende voortgang te houden op de lange termijn ambities van het NPRZ. De maatregelen richten zich op de drie sporen binnen de pijler Wonen, te weten:

  • Basisaanpak Particuliere Voorraad: wegwerken van achterstallig onderhoud en het versterken van VvE’s Grondige Aanpak Particuliere Voorraad: verouderde woningen worden via sloop/nieuwbouw of transformatie vervangen door woningen die geschikt zijn voor een andere doelgroep.
  • Corporatievoorraad: aanpak van corporatiewoningen door middel van sloop/nieuwbouw of een renovatie van minimaal € 37,5

Op 3 juni 2019 is de Woondeal Zuidelijke Randstad ondertekend, gezamenlijk met andere bestuurders in de zuidelijke Randstad en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze Woondeal is een samenwerkingsagenda tussen de betrokken overheden en heeft als belangrijkste thema’s de woningbouwproductie, gebiedsontwikkeling en verbetering van de werking van de woningmarkt. Daarnaast bevat de Woondeal een set afspraken specifiek ten behoeve van de NPRZ-opgave in de pijler Wonen, zoals ook vastgelegd in het hiervoor genoemde Werkprogramma NPRZ Wonen 2019 – 2022.

In dit verband is ook de uitspraak van Minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van belang inzake het geschil tussen de gemeente en Woonbron over hun bijdrage bij de aanpak van de particuliere woningvoorraad. Met de uitspraak kwam meer duidelijkheid over een langlopend verschil van inzicht tussen de corporaties en gemeente. De herstructurering van het particulier woningbezit in Rotterdam-Zuid is een taak waar Woonbron een bijdrage aan mag leveren. De gemeente kan deze bijdrage echter niet verplichten.

Op 27 juni 2019 heeft de gemeenteraad besloten de werking van de Verordening Woonruimtebemiddeling met één jaar te verlengen om voldoende tijd te hebben voor een gedegen evaluatie en herijking in regionaal verband.

Op 19 december heeft het college van B&W het uitvoeringsplan (Ver)Huren in Carnisse vastgesteld. Hierin is beschreven hoe de gemeente marktmeester wil zijn op de markt van huren en verhuren van particuliere woningvoorraad in Carnisse. Zo wil zij sturen op goed verhuurderschap. De aanpak is een gebiedsgerichte pilot vooruitlopend op de stedelijke aanpak Goed Huren en Verhuren die in 2020 wordt ontwikkeld.

 

Woningbouwproductie

Onverminderd van belang blijft de collegedoelstelling om te starten met de bouw van 18.000 woningen in de periode 2018-2022. Het door de gemeente en ontwikkelende partijen, inclusief corporaties, ondertekende Woningbouwakkoord vormt hiervoor de leidraad. Ditzelfde geldt voor de uitvoering van de in regionaal verband gemaakte afspraken tussen de regiogemeenten, woningcorporaties, Maaskoepel en de provincie Zuid-Holland. De afspraken richten zich op de voorraadontwikkeling en een evenwichtige verdeling van de sociale voorraad over de regio.

Om 18.000 woningen daadwerkelijk te starten werken wij aan voldoende overmaat in onze planvoorraad (factor 1.4). Gemeentelijke locaties worden versneld op de markt gezet en er is via de mogelijkheid van unsolicited proposals meer ruimte gekomen voor markt- en stadsmakers initiatieven. Ook werken wij in hoog tempo door aan het hard maken van onze planvoorraad in planologische kaders. Van de 25.000 woningen past ca 60% in huidige bestemmingsplankaders. Voor 40% ca 10.000 woningen moet nog een planologische procedure worden doorlopen, via een (project) bestemmingsplan, uitgebreide procedure, of coördinatieregelen.

Via het woningbouwakkoord hebben marktpartijen en woningbouwcorporaties zich gebonden aan de kwantitatieve en kwalitatieve Rotterdamse bouwopgave. Marktpartijen en corporaties spannen zich hiermee maximaal in om de bouwproductie ambitie van dit college daadwerkelijk te realiseren. Bovendien zijn we met marktpartijen en corporaties in gesprek over het stabieler maken van de Rotterdamse bouwproductie op de middellange termijn.

De realisatie van de opgave is echter niet vanzelfsprekend en zeer complex: kaders moeten snel worden uitgewerkt, vrijwel elke bouwopgave bevindt zich in bestaand stedelijk gebied en raakt bestaande belangen in positieve of negatieve zin. Ook zien we de beschikbaarheid van voldoende bouwers en aannemers afnemen, met snel stijgende bouwkosten tot gevolg. Bovendien hebben de uitspraak van de Raad van State in mei over het landelijke Programma Aanpak Stikstof (PAS) en de sinds juli aangescherpte regel voor PFAS (een verzamelnaam voor vervuilende stoffen) in de grond, een rem gezet op het aantal aangevraagde en verleende omgevingsvergunningen. De realisatie van het target staat daarmee constant onder druk.

 

Versterken bestaande woningvoorraad

Als het gaat om de verduurzaming van de woningvoorraad ligt de focus op het energetisch verbeteren van woningen en (voorbereiden op) aardgasvrij. Via een gebiedsaanpak bieden we Rotterdammers het goedkoopste alternatief voor aardgas. Door slimme koppelingen te maken met werkzaamheden in de ondergrond en renovaties van grote vastgoedeigenaren, verminderen we overlast en kosten. Door proactief aan de slag te gaan in een aantal gebieden leren wij wat er nodig is om de energietransitie haalbaar en betaalbaar te maken. Uiterlijk in 2021 stellen we een warmte transitievisie op, waarin wij aangeven welke wijken voor en na 2030 van het aardgas afgaan.

Er valt nog een hoop te winnen in het minderen van energieverbruik. Energiecoaches en experimenten met de vervanging van energieverspillers (verouderde apparatuur) helpen daarbij. Ook zetten we in op de isolatie van woningen en het opwekken van duurzame energie. Het verduurzamen van de woningen loopt onder andere via de prestatieafspraken die we met de woningbouwcorporaties maken. In de Nota Kantoren, Bedrijfsruimte en Nota detailhandel hebben we uitgewerkt hoe de bedrijventerreinen en kantoren gaan helpen verduurzamen. Ons eigen vastgoed vervult waar mogelijk een voorbeeldrol.

Steigers op Zuid 2.0, het uitvoeringsplan particuliere woningvoorraad 2019-2022 dat onderdeel is van het NPRZ Wonen, verloopt conform planning. Het richt zich op het begeleiden van eigenaren en verenigingen van eigenaren om achterstallig onderhoud weg te werken en hun beheer en toekomstig onderhoud op orde te krijgen. Daarbij wordt ook advies gegeven over mogelijke no-regret maatregelen in het kader van verduurzaming. Een voorbeeld hiervan is het aanbrengen van dakisolatie op het moment dat een dak moet worden vervangen. Deze maatregelen worden in een zogenoemd groen meerjarenonderhoudsplan verwerkt.

In 2019 is de aanpak gestart van 780 woningen. Hiervan krijgen 657 woningen een projectmatige aanpak via stichting VvE010. Voor 123 woningen betreft het een nazorgtraject op een eerdere projectmatige aanpak. Destijds lag de nadruk van de aanpak op het opknappen van het casco en niet zozeer op structureel (VvE-)beheer door betreffende eigenaren zelf.

In 2019 is samen met bewoners en corporaties gewerkt aan de uitvoering van wijkgericht en bloksgewijs funderingsonderzoek. De particuliere eigenaren van 435 woningen hebben funderingsonderzoek uitgevoerd en daarbij gebruik gemaakt van de subsidieregeling. De eigenaren van 707 woningen zijn voornemens hiertoe opdracht te verstrekken. Verder zijn er in 2019 een 5-tal nieuwe projecten gestart die betrekking hebben op 2750 particuliere woningen en 2650 corporatiewoningen.

Met betrekking tot funderingsherstel is er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst afgesloten met het landelijke Fonds Duurzaam Funderingsherstel waardoor de toelatingsvoorwaarden zijn versoepeld indien het inkomen van een aanvrager ontoereikend is om een lening te verkrijgen voor urgent funderingsherstel. Tot slot is er procesbegeleiding voor urgent bloksgewijs funderingsherstel ingezet voor de eigenaren van 141 particuliere woningen.

In 2019 is een plan opgesteld voor een asbestloket.  Zo is er één centraal punt voor alle informatie, vragen en procedures met betrekking tot asbest in de stad. Het verbod op asbesthoudende dakbedekking is door de Eerste Kamer verworpen, maar het blijft ons doel dat dit soort dakbedekking zo snel mogelijk door eigenaren vervangen wordt. Het asbestloket is inmiddels operationeel. Vanuit dit loket wordt een stimulerende en informerende aanpak uitgerold met het doel eigenaren te informeren en aan te zetten tot het vervangen van deze dakbedekking.

 

Algemeen

Tijdens de Europese Top van 20 juni 2019 heeft de Europese Raad zijn strategische agenda voor 2019-2024 gepresenteerd. Er zijn sterke aanknopingspunten voor de gemeente met de Europese agenda. De nieuwe Europese Commissie die vanaf 1 november 2019 zal aantreden komt met een definitief werkprogramma voor de vijfjarige termijn en voor het eerste jaar. Deze agenda’s worden getoetst aan de doelstellingen in het taakveld Wonen en Bouwen. Op basis hiervan wordt voor het taakveld een EU-werkprogramma opgesteld. Hierin wordt opgenomen voor welke opgave Europese middelen beschikbaar zijn en welke invloed huidige en toekomstige Europese regelgeving heeft op het bereiken van de doelstellingen.

Wat willen we bereiken?

Woningvoorraad met toekomstwaarde

Basis op orde

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Prestatie indicatoren

Woningvoorraad met toekomstwaarde

Basis op orde

Indicatoren

Effectindicatoren

 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Collegetarget 12: Binnen 4 jaar start bouw van 18.000 woningen *

Streefwaarde

 

4.500

9.000

13.500

18.000

 

Realisatie

 

4.549

7.250

 

 

 

Evenwichtige verspreiding nieuwbouw woningvoorraad over de stad en voor alle Rotterdammers **

Streefwaarde

Niet van toepassing

Realisatie

Niet van toepassing

Transformatie van 180.000 m2 kantoren ***

Streefwaarde

 

45.000

90.000

135.000

180.000

 

Realisatie

 

45.000

102.000

 

 

 

Bijdrage van gebouwde omgeving aan energiedoelstellingen ****

Streefwaarde

Niet van toepassing

Realisatie

Niet van toepassing

Tenminste 15.000 bestaande woningen zijn verduurzaamd, waarvan 10.000 aardgas vrij of daarop voorbereid ***

Streefwaarde

 

 

1.750

5.500

9.750

15.000

Realisatie

 

 

n.n.b.

 

 

 

Alle nieuwbouwwoningen zijn aardgasvrij en gebruiken duurzame energie ****

Streefwaarde

Niet van toepassing

Realisatie

Niet van toepassing

* Streefwaarde binnen 4 jaar start bouw van 18.000 nieuwe woningen, gemiddeld 4.500 start bouw woningen per jaar realiseren

** Indicator samengevoegd met effectindicator Collegetarget 12: Start bouw 18.000 woningen, i.v.m. dubbele weergave van effectindicator

*** Effectindicator aangepast conform begroting 2020 om juiste weergave van doelstelling weer te geven. Lopende boekjaar 2019 is op de aangepaste effectindicator gestuurd.

**** Indicator samengevoegd met effectindicator verduurzaming 15.000 woningen, i.v.m. dubbele weergave van effectindicator

Prestatie-indicatoren 201720182019202020212022
2.000 studentenkamers (al dan niet tijdelijk of mobiel) Streefwaarde     500 1.000 1.500 2.000
Realisatie   583 530      
NPRZ: Steigers op Zuid; Basiskwaliteit woningen (aantal woningen) Streefwaarde     750 1.500 2.250 3.000
Realisatie     780      
Vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van omgevingsrecht: aanvragen en meldingen Streefwaarde     2.400 4.800 7.200 9.600
Realisatie     2.723      
Wijkgerichte aanpak funderingsproblematiek (aantal woningen) Streefwaarde     1.500 3.000 4.500 6.000
Realisatie     2.750      

Wat heeft het gekost?

Overzicht baten en lasten

Overzicht van baten en lasten Wonen en bouwenOorspr.
Begroting
2019
Bijgestelde
Begroting
2019
Realisatie
2019
Afwijking
Baten exclusief reserves37.98344.21054.0639.853

Bijdragen rijk en medeoverheden 6.908 7.984 9.811 1.827
Financieringsbaten 0 0 248 248
Overige opbrengsten derden 31.076 36.226 45.477 9.251
Overige baten 0 0 -1.472 -1.472
Lasten exclusief reserves99.241111.480106.451-5.028

Apparaatslasten 88.332 92.023 91.539 -483
Inhuur 14.353 16.102 16.888 786
Overige apparaatslasten 1.394 2.065 1.999 -65
Personeel 72.585 73.855 72.652 -1.204
Interne resultaat -52.390 -25.388 -27.513 -2.124
Interne resultaat -52.390 -25.388 -27.513 -2.124
Programmalasten 63.298 44.845 42.425 -2.420
Financieringslasten 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 58.627 38.366 31.808 -6.558
Kapitaallasten 1.945 1.682 1.696 14
Overige programmalasten 0 500 841 341
Salariskosten WSW en WIW 0 0 0 0
Subsidies en inkomensoverdrachten 2.727 4.297 8.079 3.782
Saldo voor vpb en reserveringen -61.257 -67.269 -52.388 14.881
Saldo voor reserveringen -61.257 -67.269 -52.388 14.881
Reserves37.61317.2437.889-9.353

Onttrekking reserves 43.881 41.780 31.701 -10.078
Toevoeging reserves 6.268 24.768 24.768 0
Vrijval Reserves 0 231 956 725
Saldo -23.645 -50.027 -44.499 5.528

Overzicht afwijkingen

Overzicht afwijkingenAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1. WABO leges 6.533 0 0 6.533
2. Funderingen 0 -702 0 702
3. Meer bijdragen mede-overheden 2.627 2.627 0 0
4. Meer anterieure overeenkomsten 1.235 1.235 0 0
5. Mooi Mooier Middelland (MMM) 0 -854 0 854
6. Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR) 0 -2.503 -2.503 0
7. Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling 0

-3.601

-3.601 0
8. Bestemmingsreserve NPRZ 0 -3.843 -3.843 0
9. Diverse afwijkingen op overige reserves 0 -131 594

725

10. Diverse afwijkingen -542 2.744

0

-3.338
Totaal afwijkingen

9.853

 

-5.028 -9.353 5.528

Toelichting overzicht afwijkingen

1. WABO leges

Eind 2019 zijn er een tiental bouwplannen ingediend met als gevolg dat de baten € 6,5 mln hoger zijn dan begroot.

 

2. Funderingen

De realisatie van de investeringen voor funderingsonderzoek en herstel zijn voor 2019 € 702 lager dan begroot. De funderingsaanpak wordt de komende jaren voortgezet. De verplichtingen die hiervoor zijn aangegaan zullen worden gedekt uit de bestemmingsreserve funderingen.

 

3. Meer bijdragen-medeoverheden

De Rijksbijdrage vanuit Nota Ruimte is € 5,4 mln hoger dan begroot. Deze inkomsten zijn bedoeld voor de uitgekeerde subsidie voor een project in Merwe-Vierhavens. Daar staat tegenover dat de uitvoering van eiland van Brienenoord deels is verschoven naar latere jaren. De bijdragen vanuit Rijkswaterstaat en Provincie voor dat project vallen daardoor in 2019 juist lager uit. In totaal leidt dit tot € 2,6 mln meer aan bijdragen dan begroot.

 

4. Meer anterieure overeenkomsten

In 2019 zijn er meer anterieure overeenkomsten afgesloten. Daardoor zijn de inkomsten € 1,2 mln hoger.

 

5. Mooi Mooier Middelland

Bij de start van het huidige college is besloten het programma Mooi Mooier Middelland (MMM) een doorstart te laten maken. De op dat moment nog resterende budgetten zijn daarmee beschikbaar gebleven voor het programma MMM. Eind 2019 blijft er circa € 854 aan gelabeld budget over voor dit programma. In 2020 lopen de projecten uit het programma nog door, waarvoor deze middelen nodig zijn.

 

6. Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam

  • Het programma voor woningverbetering Bestaande Voorraad wordt gefinancierd door de bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam. Door de onderbesteding is er € 890 minder onttrokken. Deze onderbesteding wordt veroorzaakt doordat er minder subsidies zijn vastgesteld en het intrekken van subsidieaanvragen.

  • € 450 minder onttrokken voor de buitenruimte van het Erasmus Medisch Centrum. Dit wordt veroorzaakt doordat de bewegwijzering nog niet is geplaatst en ook niet betaald is, maar ook omdat de meer inkomsten in de vorm van subsidies zijn ontvangen. 

  • € 283 minder onttrokken voor buitenruimte Pannekoekstraat.

  • € 276 minder onttrokken voor Buitenruimte Binnenstad. Voor wijkpark oude westen en Happy Streets zijn verplichtingen aangegaan en werden de facturen in 2019 verwacht, maar deze komen pas in 2020.

  • De overige afwijkingen worden veroorzaakt door kleinere projecten.

 

7. Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling

  • Het programma voor woningverbetering Particuliere Voorraad wordt gefinancierd door de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling. Door de onderbesteding is er € 659 minder onttrokken. Deze onderbesteding wordt veroorzaakt doordat er minder subsidies zijn vastgesteld en het intrekken van subsidieaanvragen.

  • Door weersomstandigheden is een deel van de werkzaamheden voor Het Park bij de Euromast verschoven naar 2020. Daardoor is er € 301 minder onttrokken.

  • De overige afwijkingen worden veroorzaakt door kleinere projecten.

 

8. Bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ)

  • Door vacatures zijn er minder beschikbare uren besteed voor het programma Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Hierdoor is € 693 minder onttrokken aan de bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid.

  • € 1.100 minder voor de bijkomende kosten bij strategische verwervingen. Strategische aankopen hangen af van de kansen die zich voordoen op de woningmarkt. Er is financiële ruimte nodig om dit mogelijk te maken.

  • € 470 minder voor Mijnkintbuurt blok 1 en 2. Er is minder aan schadeloosstellingen uitgekeerd en door nieuwe jurisprudentie komt de BTW niet ten laste van dit project.

  • € 407 minder voor Zegenstraat. Het funderingsherstel voor de Zegenstraat wordt in 2020 uitgevoerd. Dit stond aanvankelijk gepland voor 2019.

  • € 288 minder voor van Haeftenblok, aangezien de subsidie niet meer definitief is afgerekend in 2019. De uitgaven verschuiven daardoor naar 2020.

  • € 486 minder onttrokken aan de reserve voor de Coolsingel. De realisatie verloopt redelijk volgens planning, maar de uitgaven lopen achter. De voornaamste reden is dat gemeente en aannemer eerst overeenstemming moeten bereiken over de inhoud van de termijnstaten, voor er betaald wordt. De uitgaven verschuiven daardoor naar 2020.

  • De overige afwijkingen worden veroorzaakt door kleinere projecten.

 

9. Diverse afwijkingen op overige reserves

  • Het restant van € 73 binnen de bestemmingsreserve Duurzaamheid Gebieden is bedoeld voor bewegwijzering bij Waterfront en aanpassingen in de buitenruimte bij Arie den Arendplein. Door vertraging vindt de uitvoering in 2020 plaats.

  • In 2019 zijn de laatste bedragen onttrokken aan de bestemmingsreserve Inrichting Buitenruimte Gebieden. Voor de projecten die nog doorlopen is het gereserveerde bedrag naar een andere reserve overgemaakt en het restant van € 725 is komen te vervallen.

  • Bij de bestemmingsreserve taakmutaties gemeentefonds is € 4 minder onttrokken.

  • Doordat er minder uren op het project zijn geschreven dan was begroot, wordt het niet benutte deel van Dekking Fondsbeheer SIF doorgeschoven naar 2020. Daarom is er € 46 minder onttrokken.

  • Op de bestemmingsreserve Doorontwikkeling Organisatie is een afwijking van € 10 ontstaan door het later starten van de uitvoeringswerkzaamheden.

  • De overige afwijkingen worden veroorzaakt door kleinere projecten.

 

10. Overige kleinere afwijkingen op diverse budgetten en projecten

Dit betreft diverse kleinere afwijkingen op verschillende projecten en budgetten.

Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving

  • De Nieuwe Transformatie Aanpak kantoren Rotterdam 2016-2020

  • Gebiedsaanpak energietransitie
  • Gebiedskoersen detailhandel 2017-2020

  • Groenplan Binnenstad

  • Het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2013

  • Horecanota Rotterdam 2017-2021 

  • Hotelkader 

  • Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2015-2019 Rotterdam

  • Kadernota grondbeleid 2003

  • Meerjarenperspectief en uitvoeringsprogramma Warenmarkten

  • Meerjarenplan Bouw en Woningtoezicht 2018-2021

  • Nota prostitutie en seksbranche 2015

  • Plintenstrategie voor de Rotterdamse binnenstad

  • Programma Funderingsaanpak

  • Programma Kansrijke Wijken

  • Programma Oost 2017-2019

  • Programma Zelfbouw Rotterdam 2015-2018 - Pak je ruimte

  • Rotterdams beleid t.a.v. zendmasten mobiele telecommunicatie

  • Stedelijke Agenda Haven

  • Strategiedocument Food & The City - Stimuleren van stadslandbouw in en om Rotterdam

  • Update Economische Visie Rotterdam 2020. Koers houden, doorpakken en uitvoeren. 

  • Vastgoed, katalysator voor ontwikkeling (meerjarenperspectief Rotterdams vastgoed)

  • Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2015

  • Visie Werklocaties Rotterdam 2030

  • Visie Werklocaties Rotterdam 2030: Detailhandelsnota/WNKLN N RTTRDM 2017

  • Visie Werklocaties Rotterdam 2030: REO Navigator Werklocaties Rotterdam 2015-2025

 

Omschrijving taakveld

Rotterdam groeit. Goed wonen zorgt voor een stabiele (thuis)basis in een dynamische stad en vergroot daarmee de kans dat Rotterdammers actief en gezond opgroeien, leren, participeren in de samenleving en economie en zichzelf ontwikkelen onder veranderende omstandigheden. De gemeente faciliteert uiteenlopende woonwensen binnen de stadsgrenzen waardoor iedereen die iets voor Rotterdam kan betekenen (en andersom) een plek kan vinden en het voor bedrijven ook aantrekkelijk is zich hier te vestigen vanwege de aanwezige talenten en capaciteiten. De groei van de stad, samen met bijvoorbeeld de nieuwe economie, energietransitie en klimaatverandering brengen ook allerlei risico’s met zich mee. Rotterdam ziet juist kansen in deze dynamiek en werkt aan een positieve vertaling daarvan. Tegelijkertijd werkt de gemeente daarmee aan de weerbaarheid en de veerkracht (resilience) van de stad.

Huidige en nieuwe Rotterdammers kunnen in de komende vier jaar in onze stad nog beter een huis passend bij hun wensen en mogelijkheden vinden, in een prettige, veilige en groene woonomgeving.  De gemeente pakt door op de ambities van de Woonvisie 2030, maar beseft dat de stad harder moet groeien qua woningaantallen en versneld moet verduurzamen en inspelen op andere transities (klimaat, mobiliteit, circulair bouwen, digitalisering) om ook in de toekomst een aantrekkelijke én resilient (veerkrachtig en toekomstbestendige) woonstad te kunnen blijven. Deze versnelling op de uitvoering van ambities is vastgelegd in het Addendum op de Woonvisie 2030.

 

Tegelijkertijd ligt er een opgave om te zorgen dat de basis op orde blijft in de bestaande woningvoorraad. Groepen woningzoekenden die nu tussen wal en schip dreigen te vallen en/of een maatschappelijke meerwaarde hebben, worden door de gemeente extra ondersteund in hun zoektocht naar een woning. Met als inzet het wonen voor Rotterdammers zo veel mogelijk betaalbaar, toegankelijk en overlastvrij te maken en houden.

Belangrijke ontwikkelingen die effect hebben op het wonen en bouwen, waarvan de aard en omvang van het effect nog lang niet allemaal duidelijk zijn:

  • Demografische ontwikkelingen zoals de ontwikkelingen in de huishoudensamenstelling, levensverwachting en migratie.
  • Nationale energietransitie en de vertaling daarvan naar Rotterdam. Een woning verhoogt haar toekomstwaarde (en daarmee ook WOZ-waarde) door volledig te zijn aangepast op schone energie
  • voortdurende klimaatveranderingen zodat woningen anders ingesteld moeten zijn op wateroverlast, waterschaarste en hittestress
  • stedelijke mobiliteitstransitie, waarbij ingezet wordt op schone deelconcepten voor modaliteiten en meer ruimte voor fietsen, OV en lopen in de directe woonomgeving wordt geboden
  • nationale en internationale ontwikkelingen ten aanzien van financiering van wonen zoals ontwikkelingen rondom het hypothecaire stelsel, de ontwikkeling van de rentestanden en de huurtoeslag en het landelijk fonds Duurzaam Funderingsherstel
  • landelijke ontwikkelingen ten aanzien van wetgeving zoals de evaluatie van de Woningwet, de komst van de Omgevingswet en eventuele veranderingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning
  • landelijke subsidieregelingen en deals met het rijk ten aanzien van respectievelijk verduurzaming en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ)
  • ontwikkelingen in de corporatiesector zoals fusies en saneringstrajecten
  • ontwikkelingen en afspraken rond wonen op bovenlokaal niveau zoals de regionale woningmarktafspraken in de regio Rotterdam en op Zuidvleugelniveau de afspraken in het kader van de Verstedelijkingsalliantie
  • ontwikkelingen in de markt (bijvoorbeeld prijspeil bouwmaterialen)

 

Strategische opgaven gebiedsontwikkelingen

Een aantal programma’s en gebiedsontwikkelingen in Rotterdam heeft belangrijke betekenis voor de sociaal-economische ontwikkeling van de stad. In deze ontwikkelingen wordt (in samenhang met andere beleidsambities) een belangrijke bijdrage aan de woningbouwopgave van de korte, middellange en lange termijn geleverd. Het betreft de navolgende ontwikkelingen.

 

Merwe4Havens

Het Merwe-Vierhavengebied (M4H), de plek voor de innovatieve maakindustrie, wordt verder ontwikkeld. Binnen M4H ontwikkelt het deelgebied Merwehavens zich tot een aantrekkelijk en duurzaam woongebied dat goed in verbinding staat met de directe omgeving en waarbij er (milieutechnisch) evenwicht is en uitwisseling plaatsvindt met de directe omgeving die bestaat uit het naastgelegen  Makersdistrict en de wijken Oud Mathenesse Witte Dorp, Bospolder Tussendijken en Spangen.

 

Stadionpark (incl. Feyenoord City)

Stadionpark is een grote gebiedsontwikkeling op Rotterdam Zuid, waar wonen, sporten en beleven samenkomt. Op de Sportcampus vindt een herschikking plaats van sportvelden en worden nieuwe accommodaties gerealiseerd, waarbij de 1e fase is afgerond en de overige delen in uitvoering zijn. Een stedenbouwkundig ontwerp voor woningen en onderwijs in de noordoosthoek van de Sportcampus wordt eind 2019 afgerond. De herinrichting van Park de Twee Heuvels is naar verwachting eind dit jaar klaar en de tender voor de woningbouwlocatie aan de noordrand van het park is begin juli 2019 gestart.

Het planproces voor de stadionontwikkeling en gebiedsontwikkeling Feyenoord City is in volle gang. De gebiedsontwikkeling bevat o.a. wonen, horeca, een hotel, bedrijvigheid, een sociaaleconomisch programma en een mobiliteitsprogramma. In 2020 worden de plannen getoetst aan de door de raad opgestelde voorwaarden, zoals vastgelegd in de Position Paper.

 

 

Hart van Zuid

De gebiedsontwikkeling Hart van Zuid (HvZ) heeft als doel het nieuwe centrum voor Rotterdam Zuid te realiseren. HvZ bestaat uit een integraal programma dat moet leiden tot economische en sociale verbetering, het verbeteren van verblijfsklimaat, -duur en comfort, verhogen van werkgelegenheid, borgen van goede vervoersverbindingen, borgen van duurzaamheid en verbeteren van veiligheid.

 

Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ): pijler Wonen

Binnen de pijler Wonen zetten we (via het Werkprogramma NPRZ Wonen 2019 – 2022) door op de transformatie van de focuswijken. Ingrepen in de goedkope woningvoorraad van Rotterdam-Zuid moeten ervoor zorgen dat gemengde woonmilieus op Zuid gerealiseerd worden, zodat er voldoende duurzame woonruimte beschikbaar komt voor sociale stijgers uit Zuid en nieuwe bewoners met midden- en hoge inkomens. Gemeentelijke middelen zijn vooral nodig voor de beoogde kwaliteitsslag in de goedkope particuliere woningvoorraad.

De uitspraak van de minister in het geschil tussen de gemeente en Woonbron heeft op de korte termijn geen gevolgen, omdat over de financiering van de projecten op korte termijn afspraken zijn vastgelegd (in het NPRZ Uitvoeringsplan 2019-2022, in het Werkprogramma NPRZ Wonen en in bestaande convenanten).

Voor de financierbaarheid van de ambities tot 2030 betekent de uitspraak dat de gemeente de corporaties niet kan verplichten om de grondige aanpak van de particuliere voorraad te co-financieren. Dat betekent dat op zoek zal moeten worden gegaan naar andere oplossingen om de NPRZ ambitie voor de grondige aanpak van de particuliere voorraad te realiseren en financieren. Het NPRZ is een Nationaal Programma. De gemeente zal in gesprek met het Rijk gaan over andere oplossingsrichtingen, waaronder hoe andere financieringsbronnen worden aangeboord.

 

Duurzame gebiedsaanpak

Verspreid over de stad bestaat een aantal aandachtsgebieden voor de energietransitie van de gebouwde omgeving. Het betreft de gebieden Reyerdijk/Groot IJsselmonde, Pendrecht-Zuidoost, Rozenburg, Lage Land Oost (Prinsenland) en Bospolder-Tussendijken. Hier komt een samenhangende, duurzame gebiedsaanpak. Ook wordt waar mogelijk een relatie gelegd met andere transities, denk aan langer thuis wonen.

 

Korte termijn ontwikkelingen woningbouw

Voorbeelden van actuele ontwikkelingen die direct bijdragen aan de groei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus zijn Park16Hoven, Nesselande, Lloydkwartier, Parkstad en de Binnenstad als city-lounge. Hier blijft de gemeente de marktpartijen en particuliere initiatiefnemers faciliteren en  uitdagen naar de opgave te kijken vanuit een uitgekiende, lange termijnvisie.

De bouwopgave wordt steeds zichtbaarder in de stad, op tal van plekken, waaronder op Katendrecht, de Binnenstad, Parkstad, het Motorstraatgebied en nabij de Coolhaven, zijn volop bouwactiviteiten aan de gang.

Ook wordt volop ingezet op het in ontwikkeling nemen van nieuwe bouwlocaties, het vermarkten van gemeentelijke bouwlocaties en het ruimte geven aan marktinitiatieven.