• Optimale voorzieningen bieden voor de presentatie van een breed, artistiek hoogwaardig aanbod voor een divers publiek met in het bijzonder ruimte voor nieuw, divers talent.
• Cultuurmakers stimuleren en in staat stellen hun talent te ontwikkelen en zich te professionaliseren, zodat zij mede zorgdragen voor een breed, artistiek hoogwaardig aanbod voor een divers publiek.
• Zorgen voor een cultuuraanbod dat aansluit bij de diversiteit van de bevolking en de dynamiek van de stad zodat elke Rotterdammer iets van zijn gading kan vinden.
• De aantrekkelijkheid van Rotterdam voor bewoners, bedrijven en bezoekers verder ontwikkelen zodat de stad ook op langere termijn nationaal en internationaal interessant is als vestigingsplaats en toeristische trekpleister.

Bijdragen aan de brede ontwikkeling van kinderen en jongeren zodat zij beschikken over de benodigde 21ste-eeuwse vaardigheden om volwaardig te kunnen participeren in de Rotterdamse samenleving.

Het in 2018 gestarte onderzoek naar de samenstelling van het Rotterdamse publiek en haar deelname aan culturele activiteiten, is in
2019 voortgezet. Op basis van de landelijk door vele grote bedrijven en organisaties gehanteerde consumentendatabase MOSAIC/Whize is een Rotterdams doelgroepenmodel voor cultuur ontwikkeld. Het model onderscheidt acht doelgroepen. Deze lopen van publiek dat veel deelneemt en overal belangstelling voor heeft tot publiek dat zijn culturele ervaringen vooral dichtbij huis dan wel thuis opdoet. De eerste resultaten van het sectorbrede publieksonderzoek bieden goede handvatten voor het ontwikkelen van instrumenten en activiteiten om het publiek verder te verbreden en vergroten. Daarbij krijgt de versterking van cultuur in de veertien gebieden in het bijzonder aandacht, onder meer via het programma Stadscultuur.

Uit de Cultuurmonitor 2019 blijkt dat in 2018 ongeveer 85% van de Rotterdamse bevolking ten minste eenmaal een culturele activiteit
heeft bezocht. In 2015 was dat percentage 81%. 75% van de Rotterdammers heeft in 2018 deelgenomen aan een door de gemeente gesubsidieerde culturele activiteit. In 2015 bezocht 71% van de Rotterdammers ten minste één culturele activiteit anders dan film.

Om cultuurmakers te stimuleren en in staat te stellen hun talent te ontwikkelen en te professionaliseren worden twee instrumenten
ingezet:

• atelier- en broedplaatsenbeleid

• nieuwe vormen van financiële ondersteuning.

Het atelier- en broedplaatsenbeleid moet leiden tot meer ruimte voor (jonge) kunstenaars en creatieven. De eerste resultaten daarvan worden op Zuid zichtbaar, waar enkele schoolgebouwen worden herontwikkeld voor de culturele sector. Doel is dat deze panden niet alleen een functie hebben voor de kunstenaars en creatieven zelf, maar dat de gebruikers een verbinding aangaan met de omgeving door een bijdrage aan de verbetering of verduurzaming van de fysieke omgeving, of door activiteiten te organiseren voor, door of met de bewoners van het gebied.

Omdat veel jonge kunstenaars en creatieven aangaven dat de bestaande subsidiemogelijkheden niet aansluiten bij hun behoeften, is in samenwerking met enkele externe partners gestart met de ondersteuning van crowdfundingacties en de verstrekking van kortlopende leningen met een lage rente. Beide instrumenten lijken succesvol te zijn. Ze worden eind 2020 geëvalueerd.

Om kunstdisciplines en beleidsthema’s te versterken die bij uitstek bijdragen aan de doelstellingen op het gebied van publiek, programmering, productie en talentontwikkeling is beleid ontwikkeld op onder meer het terrein van de popmuziek en evenementen.

Beleid op het gebied van Stadscultuur en toerisme is in voorbereiding genomen.

Met de vaststelling van de Uitgangspuntennota voor het cultuurbeleid is het proces voor het Cultuurplan 2021-2024 gestart. Culturele organisaties die menen te kunnen bijdragen aan de uitgangspunten konden tot 1 februari 2020 een aanvraag indienen voor een meerjarige subsidie in de periode 2021-2024. De gemeente heeft besloten om met ingang van deze periode naast het Cultuurplan een Rotterdamse Culturele Basis in te voeren, bestaande uit acht bestaande, grote culturele organisaties. Van hen verwacht de gemeente dat zij een bijdrage kunnen leveren aan de vraagstukken waarvoor de stad zich de komende jaren gesteld ziet op het gebied van demografie, onderwijs, zorg en welzijn, economie, klimaat en ruimtelijke ontwikkeling.

In 2019 heeft de International Advisory Board on tourism plaatsgevonden. De aanbevelingen zijn bij het opstellen van de toeristische visie betrokken. Uitgangspunt is dat alle Rotterdammers de vruchten moeten kunnen plukken van toerisme. De nieuwe visie stelt toerisme in dienst van de stad op het gebied van economie, duurzaamheid, leefbaarheid en identiteit. Cultuur speelt een belangrijke rol in de positionering van Rotterdam als toeristische stad. Eén van de onderdelen van de visie Toerisme is het programma Stadscultuur, waarbij wordt ingezet op het aantrekkelijk, levendig en leefbaar maken of houden van wijken, rekening houdend met de wijkidentiteit.

Cultuureducatie blijft het belangrijkste instrument om bij te dragen aan de brede ontwikkeling van kinderen en jongeren. Door verdere intensivering van cultuureducatie in met name de dagprogrammering van scholen
op Rotterdam-Zuid geven we kinderen en jongeren de mogelijkheid de benodigde 21ste-eeuwse vaardigheden te ontwikkelen om volwaardig te kunnen participeren in de samenleving. Daarnaast stelt cultuureducatie hen in staat hun culturele talenten te ontdekken en te onderzoeken of zij zich daarin verder willen bekwamen, hetzij in de vrije tijd, hetzij in de richting van een beroepspraktijk. Een goede verankering van cultuureducatie in de scholen is daarvoor noodzakelijk. Onder andere de cultuurcoaches spelen daarbij een belangrijke rol. In 2019 heeft Rotterdam besloten het aantal cultuurcoaches fors uit te breiden: van 13 naar 29,5 formatieplaatsen. Wij streven ernaar dat in 2022 alle basisschoolleerlingen kwalitatief goede cultuureducatie krijgen en
dat cultuureducatie in toenemende mate duurzaam geborgd is in het Rotterdamse basisonderwijs. In 2022 moet daarom dertig procent van de basisscholen een of meer niveaus gestegen zijn in het Rotterdamse cultuureducatiemodel. In 2019 is 18% van de basisscholen een of meer niveaus in het model gestegen.