Weerstandsvermogen en risicobeheersing
De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft inzage in de ontwikkeling van het weerstandvermogen, waarbij de financiële risico’s worden afgezet tegen de weerstandscapaciteit die beschikbaar is om ze op te vangen.
Beleid
De gemeente Rotterdam wil voorkomen dat elke niet begrote, financiële tegenvaller direct dwingt tot bezuinigen, zonder dat hiertoe een onnodig hoge, financiële buffer wordt aangehouden. Hiertoe wordt periodiek geïnventariseerd welke majeure financiële risico’s (groter dan € 1,0 mln) de gemeente loopt, waarvoor geen beheersmaatregelen of voorzieningen zijn getroffen en geen verzekering is afgesloten. Op basis hiervan wordt door middel van risico-simulatie de benodigde weerstandscapaciteit bepaald en afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Het beleid is erop gericht om de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (i.c. het weerstandsvermogen) ten minste 1,00 te laten zijn.
Risico's
In de Begroting 2020 zijn de voornaamste financiële risico's gepresenteerd die voor het jaar 2019 werden voorzien. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen kwantificeerbare en niet-kwantificeerbare risico's. Op grond hiervan is met behulp van een risico-simulatiemodel de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 219 mln.
De volgende risico's hebben zich in 2019 daadwerkelijk gemanifesteerd:
- de bestedingen van het Rijk zijn lager uitgevallen dan begroot. Hierdoor is de omvang van de uitkering uit het gemeentefonds lager uitgevallen dan begroot.
- de lasten van de BUIG zijn 1,7 mln hoger uitgevallen dan begroot. De extra lasten zijn gedekt uit de bestemmingsreserve BUIG.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit wordt met ingang van de nieuwe bestuursperiode (vanaf 2018) voorzichtiger berekend dan voorheen. Waar voorheen ook het vrij aanwendbare deel van alle bestemmingsreserves en een deel van de stille reserves bij de berekening werden betrokken, wordt vanaf heden - voorzichtigheidshalve - nog slechts gerekend met de volgende bestanddelen:
- De algemene reserve;
- De bestemmingsreserves die zijn gevormd om een specifiek financieel risico af te dekken (kortweg aangeduid als: de risicoreserves);
- De wettelijk verplichte stelpost voor onvoorziene lasten (kortweg aangeduid als: stelpost onvoorzien).
Met deze wijziging wordt beter aangesloten bij het primaire doel van het weerstandsvermogen: het opvangen van plotselinge, niet begrote financiële tegenvallers, zonder dat er direct moet worden bezuinigd. Stille reserves lenen zich in de praktijk niet of nauwelijks voor het opvangen van plotselinge financiële tegenvallers, omdat ze niet per direct gerealiseerd kunnen worden. En het aanwenden van bestemmingsreserves, die voor een specifiek doel worden aangehouden, moet de facto worden opgevat als een bezuiniging. Met de wijziging wordt bovendien beter aangesloten bij de wijze waarop de andere G4-gemeenten de beschikbare weerstandscapaciteit berekenen. Dit betekent dat met ingang van 2018 de gewijzigde berekening van beschikbare weerstandscapaciteit wordt gehanteerd. Het beleid is er daarbij op gericht om de verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit ten minste 1,00 te laten zijn.
Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen x € 1 mln, balansstanden ultimo jaar) | Rekening 2017 | Rekening 2018 | Begroting 2019 | Rekening 2019 |
---|---|---|---|---|
Financieringsreserve | 82 | 0 | 0 | 0 |
Kredietrisicoreserve | 68 | 71 | 70 | 70 |
Bestemmingsreserve WWB meerjarig | 69 | 29 | 20 | 18 |
Bestemmingsreserve Decentralisatie AWBZ | 7 | 4 | 2 | 3 |
Bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp | 0 | 5 | 27 | 34 |
Risicoreserves | 226 | 109 | 119 | 125 |
Algemene reserve | 77 | 180 | 163 | 176 |
Stelpost onvoorzien | 1 | 0 | 1 | 1 |
Overige bestemmingsreserves | 784 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Waarvan verplicht | -300 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Stille reserves | 50 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 838 | 289 | 283 | 301 |
Weerstandsvermogen
Conform coalitieakkoord wordt met ingang van de nieuwe bestuursperiode gestuurd op een weerstandsvermogen van minimaal 1,00, passend bij de financiële risico's die de gemeente loopt. Dit houdt in dat de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende is om de financiële risico's op te vangen. Met andere woorden: de beschikbare weerstandscapaciteit is tenminste gelijk aan de benodigde weerstandscapaciteit.
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt door een meevallende ontwikkeling van de algemene reserve en de risicoreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp. Als gevolg hiervan is ook het weerstandsvermogen hoger uitgevallen dan begroot.
De vergelijking met 2017 gaat mank. De gemeenteraad heeft in 2018 zijn beleid inzake het weerstandsvermogen aangepast. Als gevolg hiervan wordt de beschikbare weerstandscapaciteit met ingang van de nieuwe bestuursperiode (2018) conservatiever berekend dan voorheen. De wetgever heeft bij monde van de Commissie BBV de wettelijke regels inzake rente aangepast. Naar aanleiding van deze wetswijziging wordt het renterisico anders berekend. Hierdoor valt de benodigde weerstandscapaciteit met ingang van 2018 lager uit dan voorheen.
Bij de berekening van het weerstandsvermogen wordt jaarlijks rekening gehouden met een aantal niet gekwantificeerde risico’s, waaronder het risico op een natuurramp. De pandemie als gevolg van het corona-virus moet als zodanig worden beschouwd. De maatregelen ter bestrijding van de pandemie zullen een fors financieel effect hebben. De maatregelen zijn na afloop van het verslagjaar 2019 genomen. Voor meer informatie wordt u verwezen naar het onderdeel Gebeurtenissen na balansdatum.
Weerstandsvermogen (bedragen x € 1 mln, balansstanden ultimo jaar) | Rekening 2017 | Rekening 2018 | Begroting 2019 | Rekening 2019 |
---|---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 838 | 289 | 283 | 301 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 305 | 205 | 219 | 219 |
Weerstandsvermogen | 2,7 | 1,4 | 1,3 | 1,4 |
Norm gemeente Rotterdam o.g.v. Coalitieakkoord 2018-2022: minimaal 1,0 |
Wettelijk voorgeschreven kengetallen
Onderstaand worden uitsluitend de financiële kengetallen weergegeven die op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording moeten worden vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Het complete overzicht van alle door de gemeente Rotterdam gehanteerde financiële kengetallen, inclusief toelichting, is terug te vinden in het onderdeel Financiële kengetallen.
Verplichte financiële kengetallen o.g.v. BBV | Rekening 2017 | Rekening 2018 | Begroting 2019 | Rekening 2019 |
---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 56,3% | 54,1% | 59,0% | 55,0% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 44,9% | 47,3% | 53,0% | 49,1% |
Solvabiliteitsratio | 31,1% | 30,8% | 28,3% | 30,7% |
Structurele exploitatieruimte | 3,6% | 5,5% | 1,1% | 5,1% |
Grondexploitatie | -4,5% | -4,5% | -5,9% | -4,1% |
Belastingcapaciteit | 99% | 99% | 103% | 103% |