Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

In onderstaande tabel zijn de kortlopende vorderingen weergegeven volgens de voorgeschreven onderverdeling naar vorderingen op overheidslichamen, rekening-courant verhoudingen en overige vorderingen. De posten zijn onder de tabel afzonderlijk toegelicht, waarbij de overige vorderingen nog verder zijn gespecificeerd.

Uitzettingen met een rente-typische looptijd korter dan één jaar31-12-2018Nominaal bedragVoorziening oninbaarheid31-12-2019
Vorderingen op openbare lichamen 177.092 155.949 155.949
Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen 12.206 12.603 12.603
Overige vorderingen 145.716 254.523 118.459 136.064
Totaal uitzettingen 335.014 423.075 118.459 304.616

Toelichting verloopstaat

Vorderingen op openbare lichamen

De vorderingen op openbare lichamen bestaan voor het grootste gedeelte uit een vordering van € 142,3 mln op het BTW- compensatiefonds. Het restant van € 13,6 mln heeft met name betrekking op ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen.

Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen

De post rekening-courant verhoudingen met niet financiële instellingen heeft voor € 4,4 mln betrekking op het NRF (Nationaal Restauratiefonds), en voor € 8,2 mln op het SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten).

Onder de balanspost overige vorderingen is een grote verscheidenheid aan vorderingen opgenomen, waarvan onderstaand de grootste posten (na aftrek voorziening dubieuze debiteuren) worden toegelicht.

Overige vorderingen 31-12-201831-12-2019
Bijstandsvorderingen 37.125 39.443
Belastingaanslagen 38.277 36.589
Huren en exploitatiekosten 26.901 7.983
Parkeren 6.754 7.560
Grondzaken 3.060 7.422
Vergunningen en Toezicht 6.771 5.442
Overige vorderingen kleiner dan € 5 mln 26.828 31.625
Totaal 145.716 136.064

Bijstandsvorderingen

De vorderingen bedragen totaal € 126,3 mln  waarvan € 86,9 mln als oninbaar is voorzien.

 

Belastingaanslagen

Opgelegde gemeentelijke belastingaanslagen van € 48,4 verminderd met de voorziening die is gevormd van € 11,8 voor oninbaarheid.

 

Huren en exploitatiekosten

Binnen de gemeente Rotterdam zijn vastgoed objecten in beheer die verhuurd of verkocht worden aan diverse partijen. De mutatie ten opzichte van 2018 wordt met name veroorzaakt doordat in deze post eind 2018 nog een bedrag van € 17,9 mln voor het Collectiegebouw was opgenomen.  

 

Parkeren

Het betreft hier door de gemeente Rotterdam opgelegde parkeerboetes en uitgegeven abonnementen, bezoekerspassen en vergunningen. Het gepresenteerde bedrag is verminderd met de voorziening voor oninbaarheid van € 7,0 mln

 

Grondzaken:

Het betreft hier de verkoop van grondpercelen. De mutatie ten opzichte van 2018 wordt veroorzaakt doordat eind 2019 nog een factuur van € 6,7 mln is verzonden.

 

Vergunningen en Toezicht:

Het betreft hier vergunningen vanuit Bouw en Woningtoezicht (BWT). Het gepresenteerde bedrag is verminderd met de voorziening voor oninbaarheid € 3,5 mln

 

Overige vorderingen kleiner dan € 5 mln:

De overige vorderingen zijn niet toe te rekenen aan een specifieke soort vordering, maar wel te categoriseren naar taakvelden. De grootste taakvelden hebben een aandeel van € 14,9 mln in het saldo. Afval – Grondstoffen € 4,8 mln, Beheer overige gebouwen en gronden € 4,1 mln, Arbeidsparticipatie – Werk en Begeleide participatie € 3,2 mln, Wonen en bouwen € 1 mln,  Vervoer & Materieel € 1 mln en Maatwerkdienstverlening 18-  € 800.

 

Voorziening oninbaarheid:

Deze voorziening is getroffen op basis van de vastgestelde kaders inzake dubieuze debiteuren.