Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Dit taakveld bevat de uitkeringen uit het gemeentefonds zoals de algemene uitkering, integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen

Ontwikkelingen en voortgang

Ga naar vorig P&C-document

De belangrijkste uitgangspunten en ontwikkelingen bij het gemeentefonds zijn de volgende. De Begroting 2020 is gebaseerd op de meicirculaire gemeentefonds 2019. In de meicirculaire is de omvang van het gemeentefonds reeds neerwaarts bijgesteld. Dat hing onder meer samen met onderbestedingen bij de rijksuitgaven waarover het Centraal PlanBureau (CPB) reeds in het Centraal Economisch Plan (CEP) berichtte. In de voorjaarsnota was hier reeds gedeeltelijk op geanticipeerd. In deze Begroting 2020 wordt de verdere aansluiting gemaakt. De bestendige gedragslijn is dat de septembercirculaire 2019 in de Voorjaarsnota 2020 wordt verwerkt.


Het CPB heeft in de CEP- raming maart 2019 aangegeven dat het Rijk te maken heeft met onderbestedingen. Door de koppeling van het gemeentefonds met de rijksuitgaven is hiervoor in 2019 en 2020 jaarlijks € 4 mln gereserveerd. Uiterlijk in de meicirculaire gemeentefonds van het jaar t+1 is de omvang van een eventuele onderbesteding bij het Rijk opgenomen.


Gemeen­ten kunnen hun betaalde btw verhalen op het BTW-compensatiefonds (BCF). Hiervoor is een financieel plafond ingebouwd. Als gemeenten minder declareren dan het plafond, stort het Rijk de overgebleven ruimte in het gemeentefonds. Declareren gemeenten meer dan het plafond, dan wordt meer uitgenomen uit het gemeentefonds. Jaarlijks maakt het Rijk bij de septembercirculaire een nieuwe inschatting. De hoogte van de definitieve onder- of overbesteding neemt het Rijk op in de meicirculaire van het daarop volgende jaar. Op basis van realisatiecijfers over het jaar 2018 is de onderbesteding voor Rotterdam voor de jaren 2019 en verder ingeschat op € 2,4 mln. Dit is verwerkt in de begroting.

Op 28 juni 2019 hebben vakbonden een principeakkoord gesloten met de VNG over een nieuwe cao Gemeenten 2019-2020. Voordat het cao-akkoord definitief wordt, moet eerst de achterban instemmen. Op 17 september jl. is deze cao bekrachtigd. De financiële effecten voor 2019 en 2020 kunnen door de geleidelijke ophoging van de cao-lonen binnen de gereserveerde indexatie voor 2019 respectievelijk 2020 worden opgevangen. In 2019 is hiervoor 1,95% van de loonsom beschikbaar; voor 2020: 3,5%. Voor 2020 resteert 0,31% van de loonsom voor eventuele wijzigingen van werkgeverspremies. Vooralsnog is onzeker of deze ruimte toereikend is voor eventuele wijzigingen in de werkgeverspremies. De pensioenpremie 2020 is uiterlijk eind 2019 bekend.

In juni 2018 heeft de minister van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer gemeld te werken aan een herziening van het totale gemeentefonds per 2021. Met deze herziening van het gemeentefonds wordt onder meer beoogd om de vastgestelde knelpunten in de verdeling van de middelen voor het sociaal domein op te lossen. De afgelopen maanden hebben diverse voorbereidende onderzoeken plaatsgevonden en eind maart 2019 zijn de daadwerkelijke verdeelonderzoeken van start gegaan. Daarmee is een volgende fase in de herziening ingegaan. Het is de bedoeling om de nieuwe verdeelmodellen in 2021 in te voeren. Dat betekent dat de uitkomsten van het verdeelonderzoek in de meicirculaire van 2020 worden gepubliceerd. Afronding van de herijking is vooralsnog voorzien voor eind 2019.

Nadere informatie over de risico’s bij het BTW-compensatiefonds, het principeakkoord cao Gemeenten 2019/2020 en de herijking van het gemeentefonds zijn opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Wat kost het

Overzicht van baten en lasten Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefondsRealisatie 2018Begroting
2019
Begroting
2020
Raming
2021
Raming
2022
Raming
2023
Baten exclusief reserves1.646.9081.720.1291.782.6111.776.5721.746.4011.762.661

Bijdragen rijk en medeoverheden 1.646.908 1.720.129 1.782.611 1.776.572 1.746.401 1.762.661
Lasten exclusief reserves577777

Programmalasten 5 7 7 7 7 7
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 5 7 7 7 7 7
Overige programmalasten 0 0 0 0 0 0
Subsidies en inkomensoverdrachten 0 0 0 0 0 0
Saldo voor vpb en reserveringen 1.646.904 1.720.122 1.782.604 1.776.565 1.746.394 1.762.654
Saldo voor reserveringen 1.646.904 1.720.122 1.782.604 1.776.565 1.746.394 1.762.654
Saldo 1.646.904 1.720.122 1.782.604 1.776.565 1.746.394 1.762.654

Financiële bijstellingen

Bijstellingen Begroting 2019Begroting 2020Raming 2021Raming 2022Raming 2023
Voorjaarsnota 2019   1.674.728 1.724.727 1.733.576 1.753.072 1.757.186
Bijstellingen Begroting 2020 Categorie          
Actualisatie gemeentefonds Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 3.037 8.393 3.236 -12.017 -208
Actualisatie taakmutaties gemeentefonds Taakmutaties 42.357 49.485 39.753 5.339 5.676
Begroting na wijzigingen   1.720.122 1.782.604 1.776.565 1.746.394 1.762.654

Toelichting financiële bijstellingen

Actualisatie gemeentefonds

De omvang van de algemene uitkering uit het gemeentefonds ontwikkelt zich volgens een  normeringssystematiek. De normeringssystematiek houdt in dat het gemeentefonds als het ware meebeweegt met een groot gedeelte van de rijksuitgaven, volgens het principe ‘samen de trap op en samen de trap af’. Op deze manier bepaalt het Rijk het jaarlijkse groeipercentage (het accres) van het gemeentefonds.
Vooruitlopend op de meicirculaire 2019 zijn in de voorjaarsnota Rotterdam voor het gemeentefonds inschattingen gemaakt voor onder andere dalende loon- en prijsontwikkelingen (LPO), onderbestedingen bij het Rijk en een onderbe­ste­ding bij het BTW-compensatiefonds (BCF).
Na het opstellen van de Voorjaarsnota 2019 is op 31 mei 2019 de meicirculaire gemeentefonds 2019 gepubliceerd. De circulaire is een vertaling van de voorjaarsnota van het Rijk voor gemeenten. Voor 2018 is landelijk sprake van een € 148 mln lager accres dan bij de september- en decembercirculaire 2018 werd voorzien (€ 9 mln voor Rotterdam). Het lagere accres is het gevolg van onderbestedingen bij het Rijk.  Het gemeentefonds is vanaf 2019 neerwaarts bijgesteld indien geen rekening wordt gehouden met aanvullende middelen voor Jeugdhulp en dergelijke.  De belangrijkste verklaringen hierbij zijn het bijstellen van loon- en prijsontwikkelingen én een neerwaartse bijstelling van de onderbesteding van het BTW-compensatiefonds (BCF). Dankzij de inzet van vele vertegenwoordigers van gemeenten en de Vereniging van Nederlands Gemeenten (VNG) is voor de periode 2019 tot en met 2021 landelijk € 1 mld beschikbaar gesteld voor de tekorten in de jeugdzorg. Voor Rotterdam is de bijdrage Jeugdhulp € 49,4 mln. Dit is voor deze begrotingsperiode in totaal € 8 mln hoger dan waarmee in Voorjaarsnota 2019 rekening is gehouden.

 

Actualisatie taakmutaties gemeentefonds

Gedrags­lijn in Rotterdam is dat taakmutaties (en mutaties in decentralisatie en integratie-uitkeringen) in principe worden ingezet voor het doel waarvoor deze beschikbaar worden gesteld (dan wel worden gekort) alhoewel deze middelen in principe vrij besteedbaar zijn. Hierbij is rekening gehouden met in Voorjaarsnota 2019 gemaakte afspraken over ambities en daarbij behorende budgetten. Belangrijkste wijzigingen in 2019 zijn aanvullende bedragen voor suppletie-uitkering bommenregeling (€ 2,07 mln), indexatie van het budget Wet sociale werkvoorziening (taakveld begeleide participatie: € 1,92 mln) en maatschappelijke begeleiding (1,11 mln). Vanaf 2020 is de belangrijkste wijziging de verhoging van het budget Voogdij/18+ (€ 4,68 mln). Daarnaast zijn de middelen van de regiodeal NPRZ als decentralisatie-uitkering bij het gemeentefonds opgenomen: € 33,25 mln in 2019, € 40,75 mln in 2020 en € 32 mln in 2021. Deze bedragen komen in de plaats van de separate rijksbijdragen bij diverse taakvelden. Bijbehorende budgetten(lasten) van taakmutaties en toelichtingen zijn opgenomen bij desbetreffende taakvelden.

Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving

Omschrijving taakveld

Tot het taakveld Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds behoren de uitkeringen uit het gemeentefonds. Het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron voor gemeenten. De ontwikkeling van het gemeentefonds bepaalt in belangrijke mate onze financiële ruimte. Gemeenten kunnen zelfstandig beleid voeren met het geld dat het Rijk beschikbaar stelt uit het gemeentefonds. Gemeenten moeten echter wel de hen wettelijk opgedragen taken bekostigen met het geld dat zij uit het gemeentefonds ontvangen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de uitvoering van de Jeugdzorg en het verstrekken van bijstandsuitkeringen.

Drie keer per jaar informeert het Rijk de gemeenten met een circulaire over het gemeentefonds:

  • in mei/juni op basis van de Voorjaarsnota van het Rijk
  • in september op basis van de Miljoenennota van het Rijk
  • in december op basis van de Najaarsnota van het Rijk