Financiële hoofdlijnen

Financieel beeld

Het financieel meerjarenbeeld van deze begroting is ten opzichte van de Voorjaarsnota vrijwel onveranderd. Ook houden we in de begroting vast aan de door de raad vastgestelde begrotingskaders van de Voorjaarsnota. Dit betekent dat er geen nieuwe beleidsvoorstellen in de vorm van intensiveringen of bezuinigingen worden gedaan. Wel zijn de verschillende opgaven vanuit de Voorjaarsnota in deze begroting meerjarig verder uitgewerkt. Bijvoorbeeld rond de energietransitie, de logiesbelasting en het terugdraaien van de intensiveringen vanaf 2023. Verder hebben we een aantal onderwerpen geactualiseerd zoals het Gemeentefonds, de OZB-inkomsten en het risico van het Warmtebedrijf.

 

Onderbesteding 2019

Op dit moment weten we dat de middelen van een aantal posten waarvoor geld was begroot in 2019 niet meer wordt of kan worden uitgegeven in 2019. Dit geld komt incidenteel beschikbaar. We kiezen ervoor om bij de Voorjaarsnota van 2020 een afweging te maken hoe we hiermee omgaan. Uitgangspunt is dat het incidenteel beschikbare geld dat in 2019 niet kan worden uitgegeven, er niet voor moet zorgen dat bepaalde beleidsdoelen niet worden gehaald.

 

Dekking van het Eurovisie Songfestival

We kiezen ervoor om het Eurovisie Songfestival dat in 2020 plaatsvindt in Rotterdam te betalen met het incidentele geld dat door onderbesteding in 2019 beschikbaar komt. Ook wordt een deel betaald uit het evenementenbudget. Het voordeel is dat er op deze manier geen ombuigingsmaatregelen nodig zijn. Ook gaat de dekking van het Eurovisie Songfestival niet ten koste van specifieke budgetten voor het realiseren van belangrijke beleidsdoelen in 2019 zoals het bestrijden van armoede en het schoon en veilig houden van de stad. We bezien of andere partijen een bijdrage kunnen leveren en daarmee de gemeentelijke bijdrage kunnen verlagen.

 

Markttarieven, logiesbelasting en stelposten

Een aantal maatregelen die in de Voorjaarsnota waren opgenomen, worden op een andere manier gedekt. Dit geldt voor het meer kostendekkend maken van de markttarieven en het onderzoek naar de meeropbrengsten logiesbelasting. De geraamde opbrengsten voor 2020 worden nu incidenteel gedekt. Ook zijn de stelposten die nog open stonden verder in deze begroting ingevuld.

 

Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten in 2020

De tarieven van leges en rechten stijgen in 2020 maximaal met 1,5% (CPI-trend). Uitzonderingen hierop zijn de afvalstoffenheffing en het basistarief rioolheffing. De door het Rijk opgelegde afvalstoffenbelasting worden doorberekend in de tarieven. Over het basistarief rioolheffing zijn in 2015, bij de behandeling van het Gemeentelijk Rioleringsplan 4,  in de raad afspraken gemaakt. De gemiddelde OZB-aanslag voor een eigenaar/bewoner blijft ten opzichte van 2019 gelijk. Dit ondanks de gemiddelde waardestijging van de woningen met 16%. De gemiddelde woonlasten (afvalstoffenheffing, rioolheffing en gemiddelde OZB-aanslag eigenaar/bewoner) stijgen hierdoor in 2020 voor een éénpersoonshuishouden met € 19,30 (2,9%), voor een tweepersoonshuishouden € 26,50 (3,7%) en voor een drie- of meerpersoonshuishouden met € 30,10 (4,0%) ten opzichte van 2019.

 

Een solide financieel beeld

Deze begroting laat een solide financieel beeld zien. Het weerstandsvermogen komt in alle jaren boven de 1,00 uit. Met solide financieel beleid zorgen we ervoor dat Rotterdam ook de komende jaren financieel gezond blijft.