Dit taakveld betreft de activiteiten van de gemeente voor de treasuryfunctie en het beheer van deelnemingen en van verbonden partijen. Op dit taakveld verantwoordt het college de rentelasten voor aangetrokken gelden, de ontvangsten uit doorbelaste omslagrente, de ontvangsten op verstrekte leningen en garanties, de ontvangen dividenden uit deelnemingen en de kosten voor juridisch advisering.
Voortgang 2021
Ga naar vorig P&C-documentWarmtebedrijf Rotterdam
2020 heeft in het teken gestaan van een keuze uit een aantal toekomstscenario’s voor het Warmtebedrijf Rotterdam (WBR). In november 2020 heeft de raad het college mandaat gegeven om het scenario WLQ+ verder uit te werken als toekomstscenario voor WBR. Daarbij heeft de raad expliciet een bandbreedte aangegeven waarbinnen de bijdrage van de gemeente mag liggen. Op dit moment wordt met verschillende partijen gesproken om invulling te geven aan dit voorkeursscenario binnen het gegeven mandaat. De belangrijkste ontwikkeling in 2021 zal naar verwachting de verdere uitwerking en uitrol van dit scenario zijn.
Na besluitvorming over het toekomstscenario voor het WBR is een goede inschatting van de gevolgen voor de Begroting van de gemeente te maken. Ook kunnen dan pas de risico's goed in beeld worden gebracht. Dit zal worden verwerkt in de Begroting 2022 / Tweede Herziening 2021. Wel is er aanleiding om nu enige aanpassingen in het weerstandsvermogen aan te brengen. Deze wijzigingen worden in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing toegelicht.
Stedin
Vanwege de toename van Stedin’s investeringen in het energienet, mede als gevolg van de energietransitie, heeft Stedin Groep dit voorjaar haar aandeelhouders om een kapitaalbijdrage van €180 - € 200 mln gevraagd ter versterking van haar eigen vermogen. Dit kapitaal stelt Stedin voor de relatief korte termijn in staat haar kredietwaardigheid te behouden en financieel robuust te blijven in een fase van de energietransitie waarin dat wenselijk is door de toegenomen investeringen in de “verzwaring en verslimming” van de gas en elektriciteitsnetten. Stedin’s voorstel ligt thans bij de 44 gemeentelijke aandeelhouders, waaronder Rotterdam, voor ter besluitvorming. Eind juni is de besluitvorming afgerond en zal duidelijk zijn of het benodigde kapitaal door de aandeelhouders zal zijn gecommitteerd.
Ons college stelt voor om in te tekenen voor een bedrag van maximaal € 100 mln van Stedin's totale kapitaalaanvraag. Dit past binnen de, voor deze collegeperiode, nog resterende financiële ruimte voor de besteding van de verkoopopbrengst Eneco. Ook lijkt ons dit voorstel te passen binnen het door uw raad op 12 november 2020 vastgestelde Kader tot aanwending verkoopopbrengsten Eneco (20bb14563), te weten: revolverend, renderend, bezit-voor-bezit en ten minste 50% cofinanciering. De door de raad ingestelde Adviescommissie Aanwending verkoopopbrengst Eneco is dezelfde mening toegedaan.
De kapitaalbehoefte voor de langere termijn is afhankelijk van de herijking van de regulering vanuit de toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM). Hierover zal in het laatste kwartaal van 2021 meer duidelijkheid bestaan, wanneer de ACM het wettelijke Methodebesluit publiceert voor Stedin en andere netbeheerders en de financiële impact ervan helder wordt.
Nieuw Stadion Feijenoord
De gemeente heeft in 2017 de randvoorwaarden gesteld waaronder de gemeente bereid is onder andere maximaal € 40 mln aan eigen vermogen bij te dragen aan een nieuw stadion. Dit voorwaardelijk besluit wordt definitief wanneer de gemeenteraad vaststelt dat aan de randvoorwaarden van de Position Paper is voldaan. Naar verwachting zal de gemeenteraad nog voor zijn zomerreces 2021 zich hierover uitspreken. Bij een positief besluit van de gemeenteraad gaat de gemeente over tot het storten van kapitaal in Stadion Feijenoord voor de realisatie van het nieuwe stadion. De gemeente is momenteel al aandeelhouder met één preferent aandeel. Dit belang breidt de gemeente uit door maximaal € 40 mln aan kapitaal te storten. Storting van het eerste deel van het kapitaal zal begin 2022 plaatsvinden en bij Begroting 2022 / Tweede Herziening 2021 verwerkt worden.
Tower Hotel Rotterdam
In 2020 heeft de gemeente het belang in Tower Hotel Rotterdam verkocht. De uiteindelijke koper is de verhuurder van het pand waarin Tower Hotel Rotterdam is gevestigd. In 2020 heeft de gemeente een eerste betaling van ruim € 300 ontvangen. Afhankelijk van de resultaten van Tower Hotel Rotterdam in 2021 ontvangt de gemeente nog twee nabetalingen. De gemeente had een voorziening getroffen voor het belang (vorderingen en aandelen) in Tower Hotel Rotterdam.
Dividendopbrengsten
Uit recentelijke informatie van de vennootschappen waarin de Gemeente deelneemt blijkt dat de geraamde meerjaren dividendopbrengsten bijgesteld dienen te worden. Dit is deels als gevolg van de corona-effecten.
Renteontwikkelingen
Het renteomslagstelsel is geregeld in de gemeentelijke regelgeving. Dit stelsel houdt in dat de financieringskosten via het taakveld treasury aan de overige gemeentelijke taakvelden worden doorberekend op basis van de boekwaarde van de onderliggende investeringen. De rente die hiervoor wordt gehanteerd is de omslagrente investeringen. Deze rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie BBV. De lagere rentelasten leiden ertoe dat de omslagrente investeringen met ingang van 2022 wordt bijgesteld van 1,75% naar 1,50%. Ook de bespaarde rente die wordt berekend over de reserves en voorzieningen, wordt met ingang van 2022 verlaagd van 1,75% naar 1,50%. Het interne omslagpercentage dat wordt toegerekend aan de bouwgronden in exploitatie blijft ongewijzigd op 0,8%. Verder bestaan er specifieke regels voor het toerekenen van rente aan de Voorziening pensioenen bestuurders. Het hiervoor geldende rentepercentage wordt met ingang van 2021 verlaagd naar 0,082%.
Ontwikkelingen 2022-2025
Naast de toelichting op voortgang 2021 wordt verwezen naar de Financiële kengetallen.
Wat kost het
Eerste Herziening | Voorjaarsnota | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Overzicht van baten en lasten Treasury | Realisatie 2020 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | |
Baten exclusief reserves | 1.415.429 | 93.631 | 91.349 | 98.368 | 103.825 | 106.300 |
|
Dividenden | 115.918 | 87.357 | 87.275 | 94.815 | 100.758 | 103.658 | |
Financieringsbaten | 1.299.291 | 6.303 | 4.108 | 3.592 | 3.112 | 2.689 | |
Overige opbrengsten derden | 23 | 18 | 12 | 7 | 2 | 0 | |
Overige baten | 197 | -47 | -47 | -47 | -47 | -47 | |
Lasten exclusief reserves | -20.770 | -31.065 | -27.788 | -24.359 | -23.752 | -22.963 |
|
Programmalasten | -20.770 | -31.065 | -27.788 | -24.359 | -23.752 | -22.963 | |
Financieringslasten | 22.824 | 18.587 | 21.610 | 27.772 | 30.372 | 34.332 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | -318 | 2.269 | 6.623 | 7.031 | 6.891 | 6.390 | |
Kapitaallasten | -52.355 | -52.216 | -56.315 | -59.457 | -61.310 | -63.981 | |
Overige programmalasten | 9.078 | 295 | 295 | 295 | 295 | 295 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 1.436.199 | 124.696 | 119.137 | 122.727 | 127.577 | 129.263 | |
Saldo voor reserveringen | 1.436.199 | 124.696 | 119.137 | 122.727 | 127.577 | 129.263 | |
Reserves | -42.412 | -42.494 | -32.967 | -30.380 | -30.731 | -31.963 |
|
Toevoeging reserves | 42.412 | 42.494 | 32.967 | 30.380 | 30.731 | 31.963 | |
Saldo | 1.393.788 | 82.202 | 86.170 | 92.347 | 96.846 | 97.300 |
Financiële bijstellingen
Eerste Herziening | Voorjaarsnota | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bijstellingen Treasury | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 |
||
Oorspronkelijke begroting 2021 | 80.394 | 83.152 | 88.076 | 87.619 | 87.619 | ||
Bijstellingen Eerste Herziening / Voorjaarsnota 2021 | 1.808 | 3.018 | 4.271 | 9.227 | 9.681 | ||
Actualisatie dividendopbrengsten | Ramingsbijstellingen onvermijdbaar | 353 | -300 | 900 | 5.800 | 8.700 | |
Actualisatie kapitaallasten | Ramingsbijstellingen onvermijdbaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Actualisatie rente | Ramingsbijstellingen onvermijdbaar | 500 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 1.500 | |
Effecten versnelde aflossingen Vestia | Ramingsbijstellingen onvermijdbaar | 955 | -682 | -629 | -573 | -519 | |
Herallocatie kapitaallasten | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Actualisatie Rotterdamse Investeringsmotor | Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor | Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Technische wijzigingen | Technische wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Begroting na wijzigingen | 82.202 | 86.170 | 92.347 | 96.846 | 97.300 |
Toelichting financiële bijstellingen
Actualisatie dividendopbrengsten
Op basis van de ontvangen stukken en de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) van verschillende gemeentelijke deelnemingen blijkt dat de gemeente Rotterdam in totaal € 353 meer aan dividenden over 2020 in 2021 ontvangt dan geraamd. Deze extra opbrengsten zijn vooral toe te schrijven aan enerzijds de hogere dividendopbrengsten Havenbedrijf Rotterdam N.V. (HbR) ad € 2,2 mln. Anderzijds moeten de dividendopbrengsten in 2021 naar beneden bijgesteld voor de deelneming Evides met € 1,8 mln.
Eind 2020 is de meerjarige Ondernemingsstrategie van het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) vastgesteld. De financiële doorvertaling van de strategie leidt voor HbR tot een meerjarig verwacht hoger nettoresultaat. Dit heeft een positief effect op het uit te keren dividend aan aandeelhouders. Voor onze gemeente betekent dit een hoger dividend ad € 1,5 mln in 2022, € 3,4 mln in 2023, € 5,3 mln in 2024 en € 7,5 mln in 2025. Ook de actuele meerjaren prognoses voor de deelneming Stedin B.V. laten een meerjarig hoger dividend zien met € 2,7 mln in 2022 en structureel met € 1,9 mln vanaf 2023. Deze structureel hogere dividenduitkering is het gevolg van de voorgenomen extra kapitaalstorting in Stedin naar rato van het huidige aandelenpercentage. De geraamde dividendopbrengsten Evides moeten voor 2022 met € 1,8 mln en voor 2023 met € 2,3 mln neerwaarts bijgesteld worden. Als gevolg van klimaatverandering krijgt Nederland steeds meer te maken met droogte, ook de zomer van 2020 was zeer droog. Om die reden doet Evides omvangrijke investeringen om genoeg water van goede kwaliteit te kunnen blijven innemen en leveren. Dit heeft een negatief effect op het uit te keren dividend aan aandeelhouders. Als gevolg van de voortdurende coronacrisis wordt door de deelneming Schiphol geen dividend uitgekeerd in 2021 over 2020. Voor 2022 en volgende jaren heeft Schiphol aangegeven, gelet op de aanhoudende crisis in de luchtvaart, ook geen dividend uit te keren. Dit betekent dat de geraamde dividendopbrengst Schiphol voor 2022 met € 2,7 mln naar € 0 moet worden bijgesteld. Voorlopig wordt voor 2022 uitgegaan van een afname van de dividendopbrengst in 2023 met € 2,1 mln. Voor 2024 en verdere jaren wordt een licht herstel verwacht en daarmee een minder nadelig effect op de geraamde dividendontvangsten Schiphol.
Actualisatie kapitaallasten
De actualisatie van de boekwaarde van de bestaande vaste activa en bouwgronden en de meerjareninvesteringsplanning (MIP) heeft geleid tot aanpassing van de kapitaallasten. Deze aanpassing is budgettair neutraal verwerkt.
Actualisatie rente
Het renteomslagstelsel is geregeld in de gemeentelijke regelgeving. Dit stelsel houdt in dat de financieringskosten via het taakveld Treasury aan de overige gemeentelijke taakvelden worden doorberekend op basis van de boekwaarde van de onderliggende investeringen. De rente die hiervoor wordt gehanteerd is de omslagrente investeringen. Deze rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie BBV. De lagere rentelasten leiden ertoe dat de omslagrente investeringen met ingang van 2022 wordt bijgesteld van 1,75% naar 1,50%. Ook de bespaarde rente die wordt berekend over de reserves en voorzieningen, wordt met ingang van 2022 verlaagd van 1,75% naar 1,50%. Bij de Voorjaarsnota 2021 worden de financiële effecten voor het gehele concern verwerkt op het taakveld Treasury. De verlaging van de bespaarde rente is hierbij verwerkt. Bij de Begroting 2022 / Tweede herziening 2021 zal verrekening van de verlaging omslagrente investeringen plaatsvinden met alle gemeentelijke taakvelden.
Effecten versnelde aflossingen Vestia
Als onderdeel van de herstructurering van leningportefeuille Woningcorporatie Vestia heeft deze haar leningen bij de gemeente Rotterdam afgelost. Eind 2020 is daartoe reeds een eerste tranche versneld afgelost; in begin 2021 tweede tranche. Hierbij heeft Vestia alle toekomstige rente en aflossingsverplichtingen in een keer voldaan. Het versneld aflossen heeft in 2020 geleid tot een opbrengst van € 1,5 mln die verwerkt is in de jaarstukken 2020. Tweede tranche leidt tot een opbrengst van € 1,7 mln. De wegvallende rentebaten worden meerjarig verwerkt (in 2021 € 731 en aflopend naar € 519 in 2025).
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor
Met ingang van 2021 wordt, conform raadsbesluit, de bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR) opgeheven en de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) geïntroduceerd. Vanaf 2021 wordt de bespaarde rente over reserves en voorzieningen toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).
Technische wijzigingen
In taakveld Treasury zijn enkele technische wijzigingen met betrekking tot de verstrekte geldleningen en de rentetoevoeging aan pensioenvoorzieningen bestuurders verwerkt.
Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving
Wet- en regelgeving
- Burgerlijk Wetboek Boek 2 (rechtspersonen)
- Financiële Verhoudingswet
- Wet Financiering decentrale overheden (Fido)
- Code Corporate Governance
Beleidskaders
- Treasurystatuut Rotterdam 2021
- Verordening Financiën Rotterdam 2021
- Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014
- Beleidskader Verbonden Partijen en governance samenwerkingrelaties
- Besluit begroting en verantwoording (BBV)
Beleidsmonitoren
- Beheerverslag Deelnemingen 2018 - 2019
- Beheerverslag Deelnemingen 2017 - 2018
- Beheerverslag Deelnemingen 2016 - 2017
- Beheerverslag Deelnemingen 2015 - 2016
- Beheerverslag Deelnemingen 2014
Omschrijving taakveld
Dit taakveld betreft de activiteiten van de gemeente voor de treasuryfunctie, het beheer van deelnemingen en van verbonden partijen. Op dit taakveld verantwoordt het college de rentelasten voor aangetrokken gelden, de ontvangsten uit doorbelaste omslagrente, de ontvangsten op verstrekte leningen en garanties, de ontvangen dividenden uit deelnemingen en de kosten voor juridisch advisering.