Grondslagen

Als basis voor het opstellen van de begroting zijn diverse algemene grondslagen van toepassing, waaronder verschillende bepalingen vanuit de Gemeentewet, het Besluit begroting en verantwoording (BBV), de begrotingscirculaire vanuit de provincie Zuid-Holland, de Verordening financiën Rotterdam en Regeling financiën Rotterdam. Daarnaast zijn er verschillende specifieke kaders en uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn terug te vinden in de paragrafen. In dit onderdeel worden enkele algemene principes toegelicht die voor alle programma’s en taakvelden gelden.

Overhead

Alle overheadkosten worden apart in het programmaoverzicht Overhead weergegeven. Overhead omvat zowel de algemene (concernbrede) bedrijfsvoeringsondersteuning als het management en -ondersteuning van alle organisatieonderdelen binnen het concern.

Indexatie

Bij de Voorjaarsnota 2021 wordt meerjarig een bedrag gereserveerd voor indexatie van jaarlijks € 35 mln. Deze middelen worden in principe doorgezet naar de betreffende taakvelden en hebben daarmee concernbreed een budgettair neutraal effect. Het uitgangspunt is dus dat er reguliere indexatie van de begroting plaatsvindt. De ontvangsten worden als baten verwerkt op het taakveld Algemene uitkeringen en overige uitkeringen Gemeentefonds en de doorgezette bijdragen vooralsnog als lasten op het taakveld Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen. De verwerking naar de betreffende taakvelden vindt plaats bij de Begroting 2022 / Tweede Herziening 2021.

Omslagrente

Het renteomslagstelsel is geregeld in de gemeentelijke regelgeving. Dit stelsel houdt in dat de financieringskosten via het taakveld treasury aan de overige gemeentelijke taakvelden worden doorberekend op basis van de boekwaarde van de onderliggende investeringen. De rente die hiervoor wordt gehanteerd is de omslagrente investeringen. Deze rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie BBV. De lagere rentelasten leiden ertoe dat de omslagrente investeringen met ingang van 2022 wordt bijgesteld van 1,75% naar 1,50%. Ook de bespaarde rente die wordt berekend over de reserves en voorzieningen, wordt met ingang van 2022 verlaagd van 1,75% naar 1,50%. Het interne omslagpercentage dat wordt toegerekend aan de bouwgronden in exploitatie blijft ongewijzigd op 0,8%. Verder bestaan er specifieke regels voor het toerekenen van rente aan de Voorziening pensioenen bestuurders. Het hiervoor geldende rentepercentage wordt met ingang van 2021 verlaagd naar 0,082%.

 

In de Voorjaarsnota 2021 worden de volgende interne rentepercentages onderscheiden:

  • Omslagrente bouwgronden in exploitatie: 0,8%
  • Omslagrente investeringen: 1,75% (vanaf 2022: 1,50%)
  • Bespaarde rente: 1,75% (vanaf 2022: 1,50%)
  • Rentetoerekening pensioenvoorziening bestuurders: 0,082%

Raming gemeentefonds

De raming van het gemeentefonds is gebaseerd op de septembercirculaire 2020. Bij gebrek aan betere informatie zijn de accresreeksen uit de septembercirculaire 2020 aangehouden op advies van het netwerk van 100.000+ concerncontrollers. VNG en BZK zijn geconsulteerd door de werkgroep.