Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds
Beleidskaders, -monitors en wetgevingDit taakveld bevat de uitkeringen uit het gemeentefonds zoals de algemene uitkering, integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen.
Voortgang 2021
Ga naar vorig P&C-documentFixatie gemeentefonds 2020 en 2021
Als onderdeel van het compensatiepakket coronamaatregelen van medio 2020 zijn de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de fondsbeheerders van het gemeentefonds (ministeries van BZK en Financiën) overeengekomen de accressen van het gemeentefonds voor de jaren 2020 en 2021 te fixeren op de stand van de meicirculaire gemeentefonds 2020. Voor deze jaren wordt dat dus -in principe- ook de afrekening tenzij zich grote afwijkingen voordoen. Schommelingen doen zich nog wel voor door veranderingen van waarden van maatstaven én daadwerkelijke declaraties van gemeenten op het BTW-compensatiefonds. Fixeren komt tegemoet aan de wens van rust en stabiliteit van beide gesprekspartners (fondsbeheerders en VNG). Punt van aandacht is nog wel hoe gemeenten in 2022 weer in de bestaande normeringsystematiek gaan instappen. De VNG (en Rotterdam ook) is hier alert op.
Compensatie Coronakosten
Om te voorkomen dat gemeenten door de coronacrisis in financiële problemen komen, heeft het kabinet in overleg met de medeoverheden (w.o. VNG) in 2020 en 2021 tot een aantal compensatiepakketten besloten. Bij de inschatting en het verwerken van de financiële effecten als gevolg van de coronacrisis, wordt uitgegaan van het basisscenario, waarbij in heel 2021 sprake van enige vorm van contactbeperkende maatregelen. De ervaringscijfers over 2020 zijn hierbij gebruikt als basis voor het begroten van de reële lasten en baten in 2021. Vanaf 2022 e.v. zijn deze contactbeperkende maatregelen niet meer nodig. Voor meer informatie zie paragraaf Corona.
Herziening gemeentefonds
In juni 2018 heeft de minister van Binnenlandse Zaken (BZK) aan de Tweede Kamer gemeld te werken aan een herziening van het gemeentefonds per 2021. Dit heeft reeds meerdere malen vertraging opgelopen. Op 29 maart 2021 heeft de Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) een tussenrapportage opgesteld op basis van de adviesaanvraag van 2 februari 2021 van de fondsbeheerders, de ministeries van Financiën en BZK. De conclusie van de ROB is dat de uitkomsten van de herverdeelvoorstellen onvoldoende lijken aan te sluiten bij de ervaren kosten van gemeenten. Onduidelijk is in hoeverre de oorzaak ligt in de methode, de gehanteerde veronderstellingen of dat het beeld van de werkelijke kosten is vertekend. De fondsbeheerders hebben aangegeven dat juni 2021 een nieuw verdelingsvoorstel ter consultatie aan de Raad voor het Openbaar Bestuur wordt voorgelegd, vervolgens aan de VNG. Het Rijk streeft er naar om de uitkomsten van de herziening uiterlijk in de decembercirculaire 2021 met uitloop naar de meicirculaire 2022 op te nemen, met 2023 als ingangsdatum. Bij de adviesaanvraag van 2 februari 2021 is een voorlopige herverdeling van de beoogde nieuwe verdeling voor alle gemeenten opgenomen. Hierover is de gemeenteraad op 4 februari jl. geïnformeerd. De -structurele- herverdeling voor de G4 zou dan (op basis van cijfers 2017) als volgt zijn:
Dit zijn voorlopige herverdeeleffecten. Het nog op te stellen advies van de ROB kan voor de fondsbeheerders aanleiding zijn om andere keuzes te maken. Ook wijzigen de herverdeeleffecten als de gebruikte data wordt geactualiseerd en is reeds aangekondigd dat de effecten voor gemeenten in de provincies Groningen en Friesland ook binnen het gemeentefonds worden opgelost. Gelet op de adviesaanvraag aan de ROB zijn conclusies daarom op dit moment voorbarig. Nadere informatie is opgenomen in de raadsbrief met het kenmerk 21bb1705.
Kabinetsformatie
Onduidelijk is of de kabinetsformatie aanvullende middelen voor gemeenten gaat opleveren. Dit is een eis van de VNG voordat de herziening gemeentefonds kan plaatsvinden. De kans op aanvullende middelen o.b.v. doorrekening verkiezingsprogramma (CPB 1 maart 2021) is in principe groter dan bezuinigingen. Daarnaast moeten Rijk en VNG een besluit nemen over -terugkeer naar- de voeding van het gemeentefonds (normeringssytematiek). Voor- en nadelen van onder andere de herziening gemeentefonds zijn zeer lastig in te schatten en kunnen elkaar opheffen.
Ontwikkelingen 2022-2025
Naast de bij de voortgang 2021 genoemde onderwerpen worden de effecten van de verschillende circulaires Gemeentefonds 2021 voor de jaren 2021 en verder conform de consistente gedragslijn verwerkt in de verschillende P&C producten.
Wat kost het
Eerste Herziening | Voorjaarsnota | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Overzicht van baten en lasten Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds | Realisatie 2020 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | |
Baten exclusief reserves | 1.837.486 | 1.898.206 | 1.845.089 | 1.841.941 | 1.851.415 | 1.848.987 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 1.837.486 | 1.898.206 | 1.845.089 | 1.841.941 | 1.851.415 | 1.848.987 | |
Lasten exclusief reserves | 6 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
|
Programmalasten | 6 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 6 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
Overige programmalasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 1.837.479 | 1.898.199 | 1.845.082 | 1.841.934 | 1.851.408 | 1.848.980 | |
Saldo voor reserveringen | 1.837.479 | 1.898.199 | 1.845.082 | 1.841.934 | 1.851.408 | 1.848.980 | |
Saldo | 1.837.479 | 1.898.199 | 1.845.082 | 1.841.934 | 1.851.408 | 1.848.980 |
Financiële bijstellingen
Eerste Herziening | Voorjaarsnota | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bijstellingen Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 |
||
Oorspronkelijke begroting 2021 | 1.787.681 | 1.781.528 | 1.793.238 | 1.801.726 | 1.801.726 | ||
Bijstellingen Eerste Herziening / Voorjaarsnota 2021 | 110.518 | 63.554 | 48.696 | 49.682 | 47.254 | ||
Financiële effecten circulaires Gemeentefonds inzake algemene uitkering | Ramingsbijstellingen onvermijdbaar | -4.940 | 47 | 1.286 | 4.670 | 4.670 | |
Indexatie | Ramingsbijstellingen onvermijdbaar | 0 | 35.000 | 35.000 | 35.000 | 35.000 | |
Stelpost verwachte compensatie corona | Ramingsbijstellingen onvermijdbaar | 42.138 | 6.400 | 3.800 | 1.400 | 700 | |
Verwerking aanvullende compensatiemaatregelen corona | Ramingsbijstellingen onvermijdbaar | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Actualisatie gemeentefonds op basis van meicirculaire 2021 | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Actualisatie taakmutaties op basis van meicirculaire 2021 | Taakmutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële effecten circulaires Gemeentefonds inzake taakmutaties | Taakmutaties | 63.320 | 22.107 | 8.610 | 8.612 | 6.884 | |
Technische wijzigingen | Technische wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Begroting na wijzigingen | 1.898.199 | 1.845.082 | 1.841.934 | 1.851.408 | 1.848.980 |
Toelichting financiële bijstellingen
Een van de financiële spelregels luidt dat de effecten uit de september- en decembercirculaires van het Gemeentefonds die doorwerken naar latere jaren, verwerkt worden in de Voorjaarsnota. Bij de Voorjaarsnota 2021 worden derhalve de volgende doorwerkingen in de hoogte van de algemene uitkering in het financieel beeld verwerkt: 2021: - € 4,9 mln; 2022: + € 47; 2023: + € 1,3 mln; 2024: + € 4,7 en 2025 + € 4,7 mln.
Indexatie
Bij de Voorjaarsnota 2021 is meerjarig een bedrag gereserveerd voor indexatie van jaarlijks € 35 mln. Deze middelen worden in principe doorgezet naar de betreffende taakvelden en hebben daarmee concernbreed een budgettair neutraal effect. Het uitgangspunt is dus dat er reguliere indexatie van de begroting plaatsvindt. De ontvangsten worden als baten verwerkt op dit taakveld en de doorgezette bijdragen vooralsnog als lasten op het taakveld beheer algemene middelen. De verwerking naar de betreffende taakvelden vindt plaats bij de Begroting 2022 / Tweede Herziening 2021.
Bij de inschatting en het verwerken van de financiële effecten als gevolg van de coronacrisis, wordt uitgegaan van het basisscenario. Op basis van de compensatie in 2020 wordt uitgegaan dat de financiële impact volledig door het Rijk wordt gecompenseerd. Hiertoe wordt een stelpost opgenomen op dit taakveld. Dit wordt verrekend met de daadwerkelijk ontvangen compensatie.
Op 26 januari jl. heeft de commissie- BBV gemeld dat gemeenten het financiële effect van het aanvullend compensatiepakket na 1 juli 2020 als opbrengst moet verwerken in de jaarstukken 2021. Daarmee dient aan jaarschijf 2021 € 10 mln aan algemene dekkingsmiddelen toegevoegd te worden; te weten: € 3 mln compensatie voor extra kosten afvalinzameling en -verwerking en € 7 mln aan nog te ontvangen compensatie gederfde inkomsten uit parkeer- en logiesbelasting, waarmee in 10maandsbrief 2020 reeds rekening is gehouden.
Vanuit september- en decembercirculaire 2020 werken de mutaties in de taakmutaties door. De ontvangen gelden taakmutaties worden op dit taakveld verwerkt en vervolgens de lasten geheel verwerkt op de betreffende taakvelden. Daarmee zijn deze effecten voor het concern budgettair saldo neutraal.
Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving
Wet- en regelgeving
Omschrijving taakveld
Tot het taakveld Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds behoren de uitkeringen uit het gemeentefonds. Het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron voor gemeenten. De ontwikkeling van het gemeentefonds bepaalt in belangrijke mate onze financiële ruimte. Gemeenten kunnen zelfstandig beleid voeren met het geld dat het Rijk beschikbaar stelt uit het gemeentefonds. Gemeenten moeten echter wel de hen wettelijk opgedragen taken bekostigen met het geld dat zij uit het gemeentefonds ontvangen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de uitvoering van de Jeugdzorg en het verstrekken van bijstandsuitkeringen.
Drie keer per jaar informeert het Rijk de gemeenten met een circulaire over het gemeentefonds:
- in mei/juni op basis van de Voorjaarsnota van het Rijk
- in september op basis van de Miljoenennota van het Rijk
- in december op basis van de Najaarsnota van het Rijk