Verkeer en Vervoer

Een duurzame, op groei van de stad gerichte aanpassing van mobiliteitsinfrastructuur: we faciliteren de groei en verdichting van de stad primair met slimme duurzame en integrale aanpassingen aan het infrastructurele netwerk. Dit betekent nieuwe oeververbindingen, veilige en oversteekbare stadsboulevards, ruime fietspaden, aantrekkelijke OV-knooppunten, toekomstbestendige energie-infrastructuur voor elektrisch rijden en meer stallingsruimte voor de fiets.

TAAKVELD 1

Parkeerbelasting

Het reguleren van het parkeergedrag van Rotterdammers en haar bezoekers, door middel van een belasting voor het parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen, draagt bij aan het beheer van de openbare ruimte als stuwende kracht voor een aantrekkelijke buitenruimte en verduurzaming, minder parkeerdruk en een betere bezetting parkeergarages.

TAAKVELD 2

Verkeer en vervoer - Ontwikkeling

Een duurzame, op groei van de stad gerichte aanpassing van mobiliteitsinfrastructuur. We dragen bij aan de verduurzaming van de mobiliteitsmiddelen.

TAAKVELD 3

Parkeren

Vanuit de focus op meer ruimte voor fietsers en voetgangers en minder parkeren op straat, willen wij automobilisten stimuleren te kiezen voor Park+Ride-voorzieningen of een openbare parkeergarage aan de rand van het centrum. Tegelijkertijd willen wij ruimte bieden voor het comfortabel en veilig plaatsen van fietsen in fietsenstallingen en maatwerk in fietsparkeren voor bewoners in de wijken waar dat nodig is.

TAAKVELD 4

Openbaar vervoer

Een goede integratie van de OV-netwerken in reisketens en systemen/diensten bij voorkeur in makkelijke combinaties met voetgangers en fietsverkeer.

Een betere verbinding tussen de OV-netwerken noord- en zuid-Rotterdam en een betere ontsluiting van de rivieroevers

Een goede toegankelijkheid van de OV-netwerken door ouderen en minder-validen.

Omschrijving programma

Fijn wonen en leven in Rotterdam begint bij een fijne woning in een prettige, groene buurt voorzien van alle essentiële voorzieningen en infrastructuren (water, riool, energie, groen, fietspaden etc). Nieuwe of huidige bewoners moeten in onze stad een woning van hun wensen en mogelijkheden kunnen vinden en zich prettig en gezond door de stad kunnen bewegen.

Dat wonen en leven gebeurt in een duurzaam, energiezuinig Rotterdam, met een excellente vervoersinfrastructuur met schone vervoersmiddelen en een met een betere luchtkwaliteit. De klimaatopgaven uit het Akkoord van Parijs vragen om een forse energie- én economische transitie van stad en haven. Willen wij en onze kinderen prettig blijven wonen en leven dan vraagt dit flinke keuzes, maatregelen en investeringen.

De gemeente zorgt voor een samenhangend beleid en uitvoering daarvan op bereikbaarheid, de kwaliteit van de leefomgeving, duurzaamheid, gezondheid en verkeersveiligheid. Dat realiseert de gemeente met een aanpak die is gericht op een overgang naar duurzame en emissieloze mobiliteit in 2050. Het perspectief daarbij is zowel gemeentelijk als regionaal.

We dragen bij aan de verduurzaming van de mobiliteitsmiddelen. We willen de mobiliteitsgroei opvangen met modaliteiten en vervoerssystemen die schoner en stiller zijn, minder ruimte claimen en voor iedereen toegankelijk zijn. Dit betekent het bevorderen van: wandelen, fietsen, openbaar vervoer en elektrificatie van motorvoertuigen en schone logistiek in de stad.

BBV-indicatoren

Beschrijving BBV-indicatorEenheid  Bron
Ziekenhuisopname na verkeersongeval met een motorvoertuig % Streefwaarde N.v.t. VeiligheidNL
Realisatie 8% (2015)
Overige vervoersongevallen met een gewonde fietser % Streefwaarde N.v.t. VeiligheidNL
  Realisatie 5% (2015)

Toelichting BBV-indicatoren

De gemeente Rotterdam streeft er naar het aantal verkeersongevallen zo veel mogelijk te beperken. Door wegen duurzaam veilig in te richten beperken we de kans op een ongeval en verkleinen we de kans dat daarbij letsel ontstaat.

Bescherming van kwetsbare verkeersdeelnemers zoals voetgangers en fietsers, specifieke doelgroepen zoals ouderen en jongeren hebben daarbij extra aandacht nodig. In de gemeente zijn geen ‘black spots’. We treffen maatregelen op locaties waar relatief veel ongevallen plaatsvinden en waar we veel klachten over krijgen.

Overzicht baten en lasten

Overzicht van baten en lasten Verkeer en VervoerBegroting
2019
Raming
2020
Raming
2021
Raming
2022
Baten exclusief reserves145.460119.521109.521109.499

Bijdragen rijk en medeoverheden 36.468 10.322 234 234
Overige opbrengsten derden 108.991 109.200 109.288 109.265
Overige baten 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves129.19698.93291.77991.706

Apparaatlasten 21.134 21.018 21.005 21.005
Inhuur 1.861 2.285 2.285 2.285
Overige apparaatslasten 730 625 625 625
Personeel 18.544 18.109 18.096 18.096
Interne resultaat 29.933 29.822 29.320 28.910
Interne resultaat 29.933 29.822 29.320 28.910
Programmalasten 78.128 48.092 41.454 41.790
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 62.170 35.112 28.996 30.077
Kapitaallasten 13.146 10.415 9.948 9.253
Overige programmalasten 2.329 2.329 2.329 2.329
Subsidies en inkomensoverdrachten 484 235 181 131
Saldo voor vpb en reserveringen 16.264 20.589 17.742 17.793
Vennootschapsbelasting0000
Saldo voor reserveringen 16.264 20.589 17.742 17.793
Reserves9.2824.5063.5903.097
Onttrekking reserves 9.282 4.506 3.590 3.097
Toevoeging reserves 0 0 0 0
Vrijval Reserves 0 0 0 0
Saldo 25.545 25.095 21.333 20.890

Baten

De daling van de baten in 2019 ten opzichte van 2018 is voornamelijk te wijten aan de afname aan bijdragen voor het railinfrastructuurproject Hoekse Lijn. Dit wordt slechts deels gecompenseerd door extra parkeeropbrengsten uit het coalitieakkoord. De bijdragen voor de Hoekse Lijn zullen na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst in de begroting worden bijgesteld.

 

Lasten

De lasten vloeien hoofdzakelijk voort uit de uitvoering van onder andere het jaarlijks vervangen van verkeerslichtinstallaties, de inzet voor straatparkeren, de exploitatie en beheer van parkeergarages en het fiscaal handhaven, fietsvoorzieningen, openbaar vervoer en verkeersveiligheid. Ook aan de lastenkant kennen we een dalend verloop dat voornamelijk te wijten is aan het aflopende railinfrastructuurproject Hoekse Lijn. Verder is door de invoering van taakvelden een deel van de apparaatslasten en het interne resultaat niet meer zichtbaar onder het programma Verkeer en Vervoer. Deze dalende trend in 2019 wordt slechts deels gecompenseerd door de intensiveringen binnen het coalitieakkoord (Nieuwe stedelijke mobiliteit en Aanpak parkeerproblematiek Noord & vergroening).

 

Reserves

In de begroting 2019 zijn onttrekkingen geraamd voor voornamelijk de dekking van kapitaallasten, de buitenruimten Hoek van Holland en de aanpak parkeerproblematiek Noord & vergroening.

 

Meerjarig verloop

De begroting op programmaniveau laat meerjarig een dalend beeld zien. De bijdragen rijk en medeoverheden, de programmalasten en onttrekkingen aan reserves dalen door het aflopende railinfrastructuurproject Hoekse Lijn. Verder wordt het verloop van de begroting in grote mate bepaald door de aflopende en nieuwe intensiveringen.

Aansluiting voorgaande begroting

BijstellingenBegroting
2019
Raming
2020
Raming
2021
Raming
2022
Oorspronkelijke begroting 26.298 26.180 22.607 22.160
Bijstellingen Omissieregeling 2019 -752 -1.085 -1.274 -1.270
Totaal bijgestelde begroting 25.545 25.095 21.333 20.890

Overzicht van bijstellingen

Bijstellingen 2019202020212022
1. Personele inzet en aanpassing tarieven
Baten 0 0 0 0
Lasten 106 580 739 736
Saldo -106 -580 -739 -736
2. Toerekening apparaatslasten aan overhead / primair proces    
Baten 0 0 0 0
Lasten 691 537 567 566
Saldo -691 -537 -567 -566
3. Diverse wijzigingen    
Baten 10 10 10 10
Lasten -34 -21 -22 -22
Saldo 44 31 32 32
Totaal wijzigingen Verkeer en Vervoer    
Baten 10 10 10 10
Lasten 763 1.096 1.284 1.280
Saldo -753 -1.086 -1.274 -1.270

Toelichting op bijstellingen

1. Personele inzet en aanpassing tarieven

Voor de jaren 2019 tot en met 2022 zijn de personele en materiële budgetten geactualiseerd. Dit leidt tot technische bijstellingen in de apparaatslasten, inhuur, overige apparaatslasten, overhead en programmalasten en -baten. Deze mutaties hebben effect op de vier programma's Verkeer en Vervoer, Economische Zaken, Stedelijke inrichting en ontwikkeling en Overhead. Per saldo resulteert dit in een budget neutrale verschuiving over de programma's heen.

 

2. Toerekening apparaatslasten aan overhead / primair proces

Vanaf 2019 is de methode voor het toerekenen van apparaatslasten aan overhead en primair proces gewijzigd. De nieuwe methode werkt op basis van als overhead geoormerkte functies en inhuurcategorieën. Deze methode is daarmee meer nauwkeurig dan de oude waarbij het aandeel clusteroverhead berekend werd op basis van een vast percentage van de loonsom. De nieuwe methode leidt tot een verschuiving van (apparaatslasten bij) het programma Overhead naar (apparaatslasten bij) de verschillende programma’s.

 

3. Diverse wijzigingen

Dit betreffen overige technische mutaties die op concernniveau neutraal zijn. Deze wijziging heeft hoofdzakelijk betrekking op de overheveling van formatie van het cluster Stadsbeheer naar het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling.