Bedrijfsvoering

In de paragraaf Bedrijfsvoering treft u informatie aan met betrekking tot het HR-beleid en ICT-beleid van de gemeente. Daarnaast wordt op andere onderdelen van de bedrijfsvoering (Juridisch, Verzekeringen, Communicatie, Financiën, Audit en Control en Bestuursondersteuning) melding gemaakt indien sprake is van beleidswijzigingen.

Volledig beeld arbeidskosten

Recent heeft u per brief de raad geïnformeerd over de arbeidskosten (19bb12020). Zoals gesteld in deze brief hecht uw college eraan de raad een volledig beeld te geven van de arbeidskosten  Daarom is de rekening “inhuur op programma”, die in het verleden onder Inkopen en uitbestede werkzaamheden (programmalasten) werd gepresenteerd, nu gepresenteerd onder de apparaatslasten.

In de tabellen hieronder ziet u achtereenvolgens een beeld van de oorspronkelijke begroting, een beeld van de oorspronkelijke begroting ná wijziging in de presentatie en ten slotte een beeld van de begroting na wijziging waarin zowel de wijziging in presentatie als de mutaties van de omissie verwerkt zijn.

Overzicht van lasten oorspronkelijke begroting 2019Begroting 2019Raming 2020Raming 2021Raming 2022
Programmalasten 2.531.052 2.452.195 2.378.084 2.345.840
Apparaatslasten 951.880 930.657 923.248 923.695
Waaronder: Inhuur 71.007 58.653 58.006 59.551
Waaronder: Overige apparaatslasten 28.977 27.049 27.106 27.067
Waaronder: Personeel 851.896 844.955 838.136 837.077
Interne resultaat -59.670 -58.539 -59.475 -59.475
Totale lasten 3.423.262 3.324.313 3.241.857 3.210.060
Overzicht van lasten oorspronkelijke begroting 2019 na hiërachiewijzigingBegroting 2019Raming 2020Raming 2021Raming 2022
Programmalasten 2.520.990 2.442.677 2.368.564 2.336.968
Apparaatslasten 961.942 940.175 932.768 932.567
Waaronder: Inhuur 81.069 68.171 67.526 68.423
Waaronder: Overige apparaatslasten 28.977 27.049 27.106 27.067
Waaronder: Personeel 851.896 844.955 838.136 837.077
Interne resultaat -59.670 -58.539 -59.475 -59.475
Totale lasten 3.423.262 3.324.313 3.241.857 3.210.060
Overzicht van lasten omissie 2019 Begroting 2019Raming 2020Raming 2021Raming 2022
Programmalasten 2.502.598 2.421.964 2.347.862 2.318.550
Apparaatslasten 979.769 958.079 949.524 946.994
Waaronder: Inhuur 88.711 76.350 75.348 74.564
Waaronder: Overige apparaatslasten 30.374 28.980 29.039 29.000
Waaronder: Personeel 860.684 852.748 845.137 843.431
Interne resultaat -44.077 -44.231 -44.076 -44.076
Totale lasten 3.438.289 3.335.811 3.253.311 3.221.468

Ontwikkeling arbeidskosten

Programma Oorspronkelijke begroting 2019*OmissieMutatie
Bestuur en Dienstverlening Personeel 42.163 42.470 307
Inhuur 900 830 -69
Openbare orde en Veiligheid Personeel 55.852 59.221 3.369
Inhuur 909 1.824 914
Verkeer en Vervoer Personeel 18.325 18.544 219
Inhuur 515 1.861 1.346
Economische zaken Personeel 6.464 6.894 429
Inhuur 402 428 26
Onderwijs Personeel 12.648 12.920 272
Inhuur 57 106 49
Cultuur, Sport en Recreatie Personeel 9.368 9.661 292
Inhuur 248 480 232
Volksgezondheid en Zorg Personeel 65.897 74.581 8.684
Inhuur 2.063 2.249 186
Werk en Inkomen Personeel 79.600 81.108 1.508
Inhuur 19.228 31.323 12.094
Maatschappelijke Ondersteuning Personeel 31.857 33.758 1.901
Inhuur 3.189 4.166 977
Beheer van de Stad Personeel 110.704 110.742 38
Inhuur 5.471 6.067 596
Stedelijke inrichting en ontwikkeling Personeel 99.391 102.154 2.763
Inhuur 21.403 18.884 -2.518
Algemene Middelen Personeel 13.924 14.152 228
Inhuur 437 188 50
Overhead Personeel 305.703 294.480 -11.223
Inhuur 26.246 20.005 -6.240
* Na correctie inhuur op programma

Toelichting

Concern

De grootste verschuivingen tussen de verschillende programma’s hebben betrekking op de gewijzigde methodiek van toerekening apparaatslasten aan overhead en primair proces (ca. € 26 mln). Dit is per saldo neutraal tussen het programma Overhead en de andere programma’s en wordt nader toegelicht bij de betreffende programma’s. In de toelichting hieronder wordt ingegaan op de overige ontwikkelingen in de apparaatslasten (per saldo € 17,8 mln in 2019, aflopend naar € 14,4 mln in 2022).  De loonkosten stijgen met € 8,8 mln, de externe inhuur met € 7,6 mln en de overige apparaatslasten met € 1,4 mln. De arbeidskosten (loonkosten en externe inhuur) stijgen met € 16,4 mln. Deze stijging wordt hieronder per programma toegelicht.

In de begroting 2019 waren 11.277 fte’s begroot. De wijzigingen in de omissieregeling leiden tot een bijstelling van 105 fte en daarmee tot een totale begroting van 11.382 fte. Zoals ook in de begroting is aangegeven, is hierbij een verdere uitwerking gegeven aan het leggen van het verband tussen loonkosten en formatie. Een en ander wordt ook meegenomen in de verdere uitwerking van het beter voorspellen en sturen op de ontwikkeling van de arbeidskosten.

 

Bestuur en dienstverlening

Personeel: Bijstelling betreft voornamelijk overheveling van budget t.b.v. ophoging van formatie (0,89 fte), en een deel verschuiving van budget van een afdeling die deels onder Algemene middelen hangt. Daarnaast zijn budgetten Ombudsman aangepast aan de prognose.

 

Openbare orde en Veiligheid

Personeel: Er is € 500 budget overgeheveld naar SB Handhaving, namelijk Straatintimidatie €200, Handhaving Spaanse Polder € 200, GIT Bloemhof € 100. Dit zat bij bij Veilig in materieel budget en is bij Toezicht en handhaving naar personeelsbudget gegaan. Het effect van de gewijzigde methodiek van toerekening aan overhead en primair proces is een toename van € 2,8 mln (bij personeel en inhuur).

Inhuur: De stijging komt door een bijstelling bij het onderdeel Regio RIEC.

 

Verkeer en Vervoer

Inhuur: De begrotingsstand heeft nu meerjarig een gelijkmatig beeld dat beter aansluit bij de realisatie van afgelopen jaren en de inhoudelijke opgaven die er liggen voor de komende jaren. De toename wordt deels gecompenseerd door een verlaging van de programmalasten. Het effect van de gewijzigde methodiek van toerekening aan overhead en primair proces is een toename van € 0,7 mln (bij personeel en inhuur).

 

Economische zaken

Personeel: De mutaties binnen dit programma zijn grotendeels het gevolg van de gewijzigde methodiek van toerekening van apparaatslasten aan overhead en primair proces.

 

Onderwijs

De mutaties binnen dit programma zijn grotendeels het gevolg van de gewijzigde methodiek van toerekening apparaatslasten aan overhead en primair proces.

 

Cultuur, sport en recreatie

De mutaties binnen dit programma zijn grotendeels het gevolg van de gewijzigde methodiek van toerekening apparaatslasten aan overhead en primair proces.

 

Volksgezondheid en zorg

De mutaties binnen dit programma zijn grotendeels het gevolg van de gewijzigde methodiek van toerekening apparaatslasten aan overhead en primair proces.

 

Werk en inkomen

Inhuur: Bij dit programma heeft een budgetneutrale verschuiving plaatsgevonden van uitbesteed werk naar externe inhuur van € 5,5 mln. Voor de instroom Nieuw Beschut wordt in 2019 naar verwachting € 2,9 mln. uitgegeven aan nieuwe plaatsingen, die - in afwachting van een nieuwe cao voor Nieuw Beschut - bij SSC Flex zijn ondergebracht en door de gemeente worden ingehuurd. In 2019 is de verwachting dat voor € 1,9 mln meer zal worden ingehuurd voor de uitvoering van het VGZ Rotterdampakket, de individuele inkomenstoeslag en Samen op zuid. Het effect van de gewijzigde methodiek van toerekening aan overhead en primair proces is een toename van €3,7 mln (bij personeel en inhuur).

 

Maatschappelijke Ondersteuning

De mutaties binnen dit programma zijn deels het gevolg van de gewijzigde methodiek van toerekening apparaatslasten aan overhead en primair proces. Tevens bevat deze post diverse verschuivingen op zoals het omzetten van programmabudgetten uit het coalitieakkoord naar apparaat, oplopend tot € 900.

 

Beheer van de stad

Inhuur: De mutaties binnen dit programma op inhuur zijn grotendeels het gevolg van de gewijzigde methodiek van toerekening apparaatslasten aan overhead en primair proces.

 

Stedelijke inrichting en ontwikkeling

Personeel: De toename op personeelskosten heeft enerzijds betrekking op de gewijzigde overheaddefinitie en anderzijds op formatie-uitbreiding. Dit betreft o.a. de toename bij Ruimte en wonen met 32 fte i.v.m. uitbreiding van het werkpakket (b.v. planologen en ontwerpers stedenbouw). Dit als gevolg van groei van de stad. De uitbreiding wordt gecompenseerd door de lagere inhuurlasten.

Inhuur: De afname van de inhuur heeft o.a. betrekking op dekking van de formatieuitbreiding van personeel en het normeren van arbeidskosten samen -/- € 5 mln. Daarnaast leidt de gewijzigde overheadsdefinitie tot hogere inhuurkosten ad + € 2,5 mln.

 

Algemene Middelen

De mutaties binnen dit programma op inhuur zijn grotendeels het gevolg van de gewijzigde methodiek van toerekening apparaatslasten aan overhead en primair proces.

 

Overhead

De belangrijkste bijstelling is de gewijzigde methodiek van toerekening van apparaatslasten aan overhead en primair proces. Deze wijziging op het programma overhead bedraagt € 26 mln, hiervan heeft € 14 mln betrekking op personeelskosten, € 7 mln op externe inhuur en € 5 mln op overige apparaatslasten. De wijziging op de overige apparaatslasten blijft hier buiten beschouwing, het effect op de arbeidskosten is € 21 mln. De totale daling van € 17,4 mln wordt voor € 21 mln verklaard door de gewijzigde systematiek. Daarnaast is er sprake een stijging van de personeelslasten van ca. € 2,8 mln. dit heeft o.a. betrekking op personeelsuitbreiding voor mobiliteit en ontwikkeling, het gaat hier om vraaggestuurde dienstverlening, tegenover de hogere personeelslasten staan hogere baten. Daarnaast is sprake van het beter begroten van de externe inhuur vnl. bij ICT (€ 0,8 mln).  NB De verwachting voor 2019 is dat er bij het programma Overhead meer externe inhuur zal plaatsvinden dan de ruim € 20 mln die nu is geprognosticeerd. Oorzaak hiervan is dat om dit moment nog niet is in te schatten wat de financiële consequenties van intensiveringen in de beleidsprogramma’s betekent voor extra benodigde dienstverlening vanuit de overhead. Deze  verwachte vraagtoename actief worden gemonitord om zodoende in het tweede kwartaal van 2019 met een actualisatie van de prognose te kunnen komen.