Arbeidsparticipatie - Werk
Beleidskaders, -monitors en wetgevingZoveel mogelijk Rotterdammers werken (geheel of gedeeltelijk) en verdienen zo hun eigen inkomen.
Arbeidsontwikkeling: gericht op het versterken van de arbeidsmarktpositie werkzoekenden.
Het via (regionale) samenwerking en werkgeversdienstverlening versterken van de arbeidsmarkt.
Omschrijving taakveld
Ondanks de resultaten van de afgelopen periode is Rotterdam nog steeds de stad met de hoogste bijstandsdichtheid van Nederland. De afgelopen jaren heeft ‘de kortste weg naar werk’ centraal gestaan. Dit was, ook gezien de omvang en zwaarte van het bestand, voor de afgelopen jaren een succesvolle aanpak. Maar daardoor stuit Werk en Inkomen nu steeds meer op ‘het granieten bestand’; vaak relatief oudere en laagopgeleide werkzoekenden die al langere tijd een uitkering ontvangen. Om ook deze groep te activeren en aan het werk te krijgen is een andere aanpak nodig, waarbij meer wordt ingezet op het ontwikkelen van arbeidspotentie. Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk Rotterdammers mee kunnen doen in en bijdragen aan de stad.
Wat willen we bereiken?
Effect indicatoren1.1 Minder Rotterdammers in de bijstand (zoveel mogelijk uitstroom naar betaald werk).
De gemeente Rotterdam wil dat zoveel mogelijk Rotterdammers die nu nog bijstand ontvangen profiteren van de groeiende en nieuwe werkgelegenheid. De gemeente zet mensen en middelen in ten bate van werk en arbeidsontwikkeling om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen en daarmee de afhankelijkheid van uitkeringen zo veel mogelijk te beperken. Werk en Inkomen wil dit voor elkaar krijgen door het beperken van de instroom, het vergroten van de uitstroom en het stimuleren van de doorstroom.
1.2 Als fulltime werk niet mogelijk is, dan werken Rotterdammers zoveel mogelijk in deeltijd.
De vaste baan met een contract voor onbepaalde tijd komt, zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt, steeds minder voor. Voor werkzoekenden die verdiensten uit arbeid onder de bijstandsnorm hebben, en geen belemmeringen hebben om toch fulltime aan de slag te gaan, heeft de gemeente het instrument ‘Van Deel naar Heel’ ingericht. Het instrument richt zich op hoogfrequent contact met de werkzoekende om deze via zelfsturing uit de uitkering te krijgen. Hetzij door urenuitbreiding bij de huidige werkgever, hetzij door op zoek te gaan naar een andere baan die tot volledige uitstroom leidt.
1.3 Minder werkloosheid op Zuid.
De gemeente en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid willen dat mensen met een bijstandsuitkering naar vermogen zoveel mogelijk duurzaam meedoen op de arbeidsmarkt. Elke volwassen Rotterdammer die dat kan, dient zichzelf en zijn gezin door arbeid in het levensonderhoud te voorzien. Aan het eind van de programmaperiode van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, in 2031, moet het aantal uitkeringen zodanig zijn teruggebracht dat het overeenkomt met de omvang van de bevolking van Rotterdam Zuid ten opzichte van de rest van Rotterdam.
2.1 Wegnemen van belemmeringen.
Als werkzoekenden (nog) niet in staat zijn op eigen kracht aan het werk te gaan of nog niet
kunnen voldoen aan de vraag van werkgevers, dan biedt de gemeente ondersteuning gericht op arbeidsontwikkeling. Arbeidsontwikkeling is gericht op het duurzaam ontwikkelen van het gedrag, kennis en vaardigheden van werkzoekenden in relatie tot arbeid.
2.2 Achterstandspositie doelgroepen, waaronder statushouders en jongeren, terugbrengen.
Voor vrijwel alle doelgroepen binnen het bestand van bijstandsgerechtigden is de reguliere aanpak van de gemeente van toepassing. De gemeente spant zich maximaal in om al deze doelgroepen te ondersteunen. Er zijn enkele doelgroepen waarvoor de gemeente besluit om extra capaciteit in te zetten. Bijvoorbeeld statushouders. Het Jongerenloket begeleidt daar waar mogelijk jonge statushouders naar onderwijs om een startkwalificatie (diploma mbo3 of hoger) te halen.
2.3 Arbeidsontwikkeling gericht op de vraag vanuit de markt.
We willen dat zoveel mogelijk werkzoekenden toegang hebben tot betaald werk op de (bij voorkeur reguliere) arbeidsmarkt. De vraag naar werk wordt bepaald door de stand van de economie, werkgevers, ondernemers en opdrachtgevers. Via de werkgeversbenadering en samenwerking met intermediairs wordt geprobeerd geschikte vacatures/banen te ontsluiten voor de werkzoekenden.
3.1 Goede regionale samenwerking (onderwijs, overheid en werkgevers) ondersteunend aan een beter functionerende arbeidsmarkt.
Om de forse uitdaging aan te gaan om te komen tot een bijstandsbestand van 30.000 Rotterdammers is meer en een gewijzigde inzet nodig van de gemeente. Maar ook inzet en commitment van partijen uit de stad. De gemeente gaat met partijen in gesprek over hoe deze opgave gerealiseerd kan worden en hoe partijen hieraan samen met de gemeente een bijdrage kunnen leveren.
3.2 Verhogen participatiegraad van mensen uit het doelgroepregister.
In Rotterdam wonen relatief veel inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Een deel van hen profiteert niet van de aantrekkende economie en groeiende werkgelegenheid. Vaak is een arbeidsbeperking hiervan een oorzaak en het niet of minder kunnen voldoen aan de eisen die werkgevers stellen op de reguliere arbeidsmarkt. Rotterdam wil ook deze mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt passend werk en begeleiding kunnen bieden, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Als zij daarvoor kiezen, willen we deze mensen stimuleren te leren en zich te ontwikkelen en hen daarvoor de nodige begeleiding en ondersteuning bieden.
Wat gaan we daar voor doen?
Prestatie indicatoren1.1 Preventie van instroom vóór en tijdens aanvraagfase.
Rotterdam zet nadrukkelijk in op preventie: voorkomen dat mensen afhankelijk worden van de bijstand en het aantal bijstandsaanvragen beperken. Bijvoorbeeld door samenwerking met het UWV en uitzendbureaus. Het doel is dat de instroom in de bijstand vanuit de WW met de helft afneemt van 900 personen naar 450 personen.
1.2 Matchen, begeleiden naar werk.
Effect is bereikt als de dienstverlening duurzaam bijdraagt aan het vergroten/stabiliseren van de mate van de economische en/of maatschappelijk toegevoegde waarde van een werkzoekende/werkende. In principe wordt gegaan voor het hoogste maatschappelijke resultaat op lange termijn. Dit laat onverlet dat iedereen die kan werken, ook naar vermogen moet werken. Het doel is om in deze collegeperiode in totaal 18.000 (jaarlijks 4.500) mensen uit de bijstand te laten stromen doordat ze een baan hebben gevonden.
1.3 Begeleiden naar deeltijdwerk, ondernemerschap, werk- en kluseconomie.
Door de opkomst van een klus- en deeleconomie is voor een groot aantal werkloze laagopgeleiden de vaste baan uit het zicht verdwenen. De vaste baan met een contract voor onbepaalde tijd komt, zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt, steeds minder voor. Flexwerk, tijdelijke contracten en uitzend- en zzp-constructies zijn de nieuwe norm. Nu en in de toekomst zal de deeleconomie een steeds grotere rol spelen. De verdiensten die worden behaald met parttime werk moeten toenemen van € 11,3 miljoen in 2017 naar € 14,5 miljoen in 2019.
1.4 Aanpak Jongeren aan de slag (of equivalent).
Het is de kunst om zoveel mogelijk Rotterdamse jongeren concurrerend te maken en aan degenen die de concurrentie niet aankunnen ondersteuning te bieden. Dit om een werkzaam leven te kunnen leiden. Jongeren aan de onderkant van de arbeidsmarkt kunnen met de juiste opleiding en het aanleren van vaardigheden verdere stappen maken, mits er op school, via de hulpverlening of de werkgever goede begeleiding wordt gegeven. De inzet is het stoppen van de instroom van schoolverlaters in de bijstand, 700 jongeren op dit moment.
1.5 Aanpak Werk NPRZ.
De gemeente en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid willen dat mensen met een bijstandsuitkering naar vermogen zoveel mogelijk duurzaam meedoen op de arbeidsmarkt. Elke volwassen Rotterdammer die dat kan, dient voor zichzelf en zijn gezin door arbeid in het levensonderhoud te voorzien. In aanvulling op de reguliere teams worden in elke wijk senior werkconsulenten actief die, samen met de werkconsulenten uit de reguliere organisatie, de beoogde doelen van de aanpak realiseren. Aan het eind van de programmaperiode van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, in 2031, moet het aantal uitkeringen zodanig zijn teruggebracht dat het overeenkomt met de omvang van de bevolking van Rotterdam Zuid ten opzichte van de rest van Rotterdam.
2.1 Inzetten op diagnostiek.
Werk en Inkomen stimuleert werkzoekenden om zo snel mogelijk werk te vinden. Dit begint tijdens het intakeproces. De intakes creëren een duidelijke en transparante situatie, waardoor de werkzoekende zelf verantwoordelijkheid kan nemen. Uiteindelijk wordt op basis van de diagnose bepaald in hoeverre de werkzoekende daadwerkelijk zelfstandig de regie kan voeren over zijn of haar arbeidsontwikkeling en financiën. Een goede diagnose draagt ertoe bij dat passende instrumenten worden ingezet.
2.2 Werken met casusregie (klantreizen, persona’s, in/uitstroomprofielen enz.).
Om werkzoekenden een kwalitatief hoogwaardige en continue ontwikkelingslijn richting hun maximale vermogen te laten doorlopen, wordt het belang van de klant centraal gezet. De werkzoekende ervaart een doorlopende klantreis van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening door het bieden van maatwerk en gerichte aandacht.
2.3 Inzetten op taaleis.
Mensen die een uitkering aanvragen en niet voldoen aan de eisen van de Wet Taaleis moeten zich inspannen om aan de taaleis te kunnen voldoen. Dat kan door een traject te volgen waarmee een diploma of een certificaat behaald kan worden. Ook kan hieraan worden voldaan door de taal op informele wijze te leren. Taal vergroot kansen op werk en op zelfstandigheid, zo komen meer Rotterdammers blijvend uit de bijstand.
2.4 Inzetten op specifieke dienstverlening voor doelgroepen.
Voor vrijwel alle doelgroepen binnen het bestand van bijstandsgerechtigden is de reguliere aanpak van de gemeente van toepassing. De gemeente spant zich maximaal in om al deze doelgroepen te ondersteunen. Er zijn enkele doelgroepen, zoals statushouders en jongeren, waarvoor de gemeente besluit om extra capaciteit in te zetten.
2.5 Het ontwikkelen van procesmethode / data-gedreven werken / rendementssturing.
Meer evenwicht wordt aangebracht in de verdeling van mensen en middelen voor de dienstverlening gericht op enerzijds de mensen die niet of alleen vrijwillig of gesubsidieerd kunnen werken, en anderzijds op het deel van het bestand dat wel kan uitstromen naar regulier werk. Daarbij blijft Werk en Inkomen doen wat goed werkt, als het gaat om de effectieve aanpak gericht op het beperken van instroom en het bevorderen van uitstroom.
3.1 Transparantie binnen de arbeidsmarkt verhogen.
Rotterdam zet in op het transparanter krijgen van de arbeidsmarkt. Dit is van groot maatschappelijk belang. Hoe eenvoudiger en effectiever vraag en aanbod elkaar vinden, hoe efficiënter de arbeidsmarkt werkt. De arbeidsmarkt is de laatste jaren veranderd in een ondoorzichtige jungle. Verder zetten we in op het uniformeren van werkgeversregelingen.
3.2 Delen en waar mogelijk gebruiken van gelijksoortige arbeidsmarktinformatie (DWRSA).
Voor het realiseren van soepele transities is de beschikbaarheid van en een snelle toegang tot actuele arbeidsmarktinformatie nodig. De uitdaging is om deze arbeidsmarkt- en scholingsinformatie zodanig te organiseren dat vraag en aanbod elkaar op sectoraal en regionaal niveau kunnen vinden.
3.3 SROI verplichtingen opbouwen en invullen (aansluiten bij gebiedsontwikkelingen, stedelijke investeringen, transities).
Social return gaat over afspraken die de gemeente maakt met haar leveranciers en opdrachtnemers. Doel van die afspraken is mensen die al lang zonder baan zitten aan werk te helpen. Als bedrijven een opdracht voor de gemeente willen doen, moeten ze zorgen voor extra (leer)banen of stageplaatsen voor mensen die anders moeilijk aan het werk komen. Zo krijgen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt meer kans op een baan.
3.4 Investeren in de (digitale) dienstverlening aan werkgevers (acquisitie, dealmaking).
De uitdaging voor de gemeente is om de kwetsbare doelgroep van werkzoekenden met slimme ICT te begeleiden naar werk en hen tot die tijd inkomenszekerheid te bieden. Automatisering schept hierbij ruimte voor burgers die meer van ons vragen. Tegelijkertijd biedt digitalisering nieuwe kansen om bijvoorbeeld de uitkeringsgerechtigde, werkgever of andere partners in het sociaal domein in co-creatie te betrekken bij het leveren van passende dienstverlening.
3.5 Continueren en blijven doorontwikkelen van werkgeversdienstverlening vanuit WSPR.
Het WerkgeversServicepunt Rijnmond (WSPR) ondersteunt werkgevers in de regio Rijnmond bij hun personeelsvraag en zorgt ervoor dat het aanbod voldoet aan deze vraag. Het WSPR is een samenwerkingsverband tussen de regiogemeenten en het UWV en is de vraagbaak voor de werkgevers in de regio Rijnmond over arbeidsmarktvraagstukken. En met de komst van de Participatiewet ook over garantiebanen. De doelstelling van het WSPR is bijdragen aan de uitstroomdoelstelling door het vervullen van lokale en regionale vacatures.
Effect indicatoren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Collegetarget: Minder Rotterdammers in de bijstand: in deze collegeperiode daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam naar 30.000 | Streefwaarde | 36.000 | 34.400 | 32.300 | 30.000 | ||
Realisatie | 37.667 | ||||||
1.2 NPRZ (aandeel) in de bijstand (%) | Streefwaarde | 38,9% | 38,4% | 37,9% | 37,4% | ||
Realisatie | 40,6% | ||||||
2.2 Jongeren in de bijstand (incl. statushouders) | Streefwaarde | 2.550 | 2.375 | 2.200 | 2.080 | ||
Realisatie | 2.784 |
Prestatie indicatoren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Instroom in de bijstand (aantal) | Streefwaarde | 7.800 | 7.600 | 7.050 | 6.550 | ||
Realisatie | 8.646 | ||||||
1.2 Uitstroom naar werk (aantal) | Streefwaarde | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | ||
Realisatie | 4.513 | ||||||
1.3 Parttime werk (€ mln) | Streefwaarde | 13,5 | 14,5 | 14,5 | 14,5 | ||
Realisatie | 11,3 | ||||||
1.4 Uitstroom Jongeren (aantal) | Streefwaarde | 1.150 | 1.150 | 1.150 | 1.150 | ||
Realisate | 1.103 | ||||||
1.5 Uitstroom naar werk in Rotterdam Zuid (NPRZ) | Streefwaarde | 2.100 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | ||
Realisatie | 1.874 |
Overzicht baten en lasten
Overzicht van baten en lasten Arbeidsparticipatie - Werk | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 7.758 | 6.523 | 4.400 | 0 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 7.408 | 6.523 | 4.400 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 350 | 0 | 0 | 0 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 57.817 | 52.914 | 49.820 | 45.574 |
|
Apparaatlasten | 42.779 | 36.147 | 36.182 | 35.340 | |
Inhuur | 15.724 | 9.577 | 9.587 | 8.885 | |
Overige apparaatslasten | 1.365 | 1.660 | 1.662 | 1.662 | |
Personeel | 25.690 | 24.910 | 24.932 | 24.793 | |
Interne resultaat | 1.055 | 958 | 958 | 958 | |
Interne resultaat | 1.055 | 958 | 958 | 958 | |
Programmalasten | 13.983 | 15.808 | 12.680 | 9.275 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 13.171 | 15.026 | 11.899 | 8.493 | |
Overige programmalasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Salariskosten WSW en WIW | 200 | 200 | 200 | 200 | |
Sociale uitkeringen | 612 | 582 | 582 | 582 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -50.059 | -46.391 | -45.420 | -45.574 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor reserveringen | -50.059 | -46.391 | -45.420 | -45.574 | |
Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -50.059 | -46.391 | -45.420 | -45.574 |
Aansluiting voorgaande begroting
Aansluiting met voorgaande begroting (saldo na reservering) | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijke begroting | -53.594 | -50.627 | -50.261 | -50.448 |
Bijstellingen Omissieregeling 2019 (technische wijzigingen) | 3.536 | 4.236 | 4.841 | 4.874 |
Totaal bijgestelde begroting | -50.059 | -46.391 | -45.420 | -45.574 |
Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving
- Nieuwe energie voor Rotterdam – coalitieakkoord 2018/2022
- Monitor Werk en Inkomen
Tot het taakveld arbeidsparticipatie behoren de volgende op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen:
- Re-integratie-instrumenten, waaronder Work First, proefplaatsing, participatieplaatsen, vrijwilligerswerk/ sociale activering, detacheringsbanen, scholing, duale trajecten.
- Stimuleringsmaatregelen, waaronder Inkomensvrijlating, stimuleringspremies, vrijlating onkostenvergoeding vrijwilligerswerk, onkostenvergoedingen, No-riskpolis.
- Voorzieningen, waaronder Jobcoach, begeleiding werkvoorzieningen zoals: werkplekaanpassingen, vervoersvoorzieningen, doventolk, brailleregels, aangepaste rolstoel etc.
- Loonwaardebepaling.
- Onderhouden van contacten met werkgevers en brancheorganisaties.