Onderwijsbeleid en leerlingzaken

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs.

Het stimuleren van een passend, toegankelijk, gedifferentieerd en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod in de hele stad.

Voldoende goede leraren, pedagogisch medewerkers, schoolleiders en instructeurs.

Het verminderen van schooluitval.

Op 31 januari 2019 is het Rotterdamse onderwijsbeleid 'Gelijke kansen voor elk talent' vastgesteld. Het beleid is in uitvoering. In de bijbehorende subsidieregeling is onder andere aandacht voor het verkleinen van kwaliteitsverschillen tussen scholen, burgerschap en leraren.

 

De coronacrisis heeft grote gevolgen voor de scholen in Rotterdam. Scholen moesten de deuren sluiten en razendsnel omschakelen naar het digitaal lesgeven en het beschikbaar hebben van voldoende leermiddelen. Geleidelijk zijn scholen weer opengesteld, uiteraard met inachtneming van de RIVM-richtlijnen. Bij de start van de intelligente lockdown heeft de gemeente:

  • de regie gevoerd op de noodopvang door scholen en door kinderopvangorganisaties (voor kinderen van ouders met cruciale beroepen en voor kwetsbare kinderen)
  • de 24-uursopvang gecoördineerd
  • een meldpunt voor kwetsbare kinderen in het leven geroepen
  • het initiatief genomen circa 5000 laptops uit te delen aan kinderen t.b.v. het afstandsonderwijs en internetverbindingen ter beschikking gesteld.
     

Voor veel kinderen was de afgelopen periode door corona een bijzondere en soms onzekere tijd. Eén van de activiteiten waarmee we een bijdrage leveren aan de gelijke kansen is de Zomercampus010. De Zomercampus010 heeft circa vijfduizend Rotterdamse kinderen gratis een inspirerende, uitdagende en leerzame invulling van de zomervakantie gegeven en een vliegende start in het nieuwe schooljaar.

De mate van onderwijsachterstanden en of de targets worden behaald is door de coronacrisis lastig in te schatten. De hoge mate van onzekerheid in de komende periode vraagt meer dan ooit om focus op de collegeambities die door de coronacrisis nog urgenter zijn geworden.

 

Overgangsmomenten in het onderwijs
Uit onderzoek blijkt dat de overgangsmomenten in het Nederlands onderwijssysteem de kansenongelijkheid vergroten. Het actieplan ‘Overgangen in het Rotterdams onderwijs’ is in uitvoering met als doel om de overgangsmomenten in het onderwijs te verbeteren en kinderen in hun schoolloopbaan meer kansen te bieden. Onderstaand de voortgang:

  • Overgang vve-po: Om de kwaliteit van de doorgaande leerlijn tussen voor- en vroegschool (vve) te verbeteren heeft de gemeente met alle partners van de vve afspraken gemaakt; eind 2020 zijn de kwaliteits- en resultaatgerichte plannen gereed met als doel dat Rotterdamse doelgroepkinderen zonder (of met een zo’n klein mogelijke) achterstand in groep 3 starten. 
  • Overgang po-vo: Bij de overgang van het basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is een schooladvies van belang voor de verdere schoolloopbaan van een kind. Een onderzoek naar de over- en onderadvisering is uitgevoerd. Op basis van de onderzoeksuitkomsten worden in het najaar maatregelen afgesproken met het scholenveld om de overgang te verbeteren. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de opstroom- en doorstroommogelijkheden. Er wordt o.a. ingezet op een programmatische aansluiting tussen de verschillende onderwijsniveaus om zo doorlopende leerroutes te realiseren. Ook worden dezelfde overgangsnormen door alle scholen gehanteerd zodat leerlingen gemakkelijker kunnen doorstromen.
  • Overgang vo-mbo-ho: Het convenant ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-mbo’ is gereed. Met dit convenant werkt het vo en mbo samen aan het organiseren van succesvolle en kansrijke (school)loopbanen. Eén van de doelstellingen is het verzamelen en onderling uitwisselen van data.

 

Kwaliteit en toegankelijkheid

  • Uit inspectiegegeven blijkt dat het aantal scholen in Rotterdam dat in 2020 een risico loopt op het gebied van onderwijsprestaties vrijwel gelijk is aan het aantal in 2019. Gezien de aanscherping van het inspectiekader is dit een relatief positieve ontwikkeling. Voor het verbeteren van de schoolprestaties en het verkleinen van de schoolverschillen worden jaarlijks afspraken gemaakt met scholen die een risico lopen op een verminderde schoolprestatie.
     
  • Om het bereik van de voorschool te vergroten is onder andere de subsidieregeling ‘Voorschoolse Educatie 2020’ aangepast voor peuters die opgroeien in gezinnen met schulden. Zij kunnen sinds 2020 kosteloos gebruik maken van de voorschool. De subsidieregeling wordt onder de aandacht gebracht bij deze gezinnen, onder andere door medewerkers schuldsanering, schuldhulpverlening en bijstandsuitkeringen. Voor peuters met een doelgroep indicatie die nog niet zijn bereikt starten we een gerichte informatiecampagne.

 

Aansluiting onderwijs en jeugdhulp

  • Samen met samenwerkingsverbanden Primair Passend Onderwijs Rotterdam (PPO) en het samenwerkingsverband Koers VO is een actieplan gemaakt voor (hoog)begaafde leerlingen. PPO is gestart met een extra groep voor hoogbegaafde kinderen met leer- en/of gedragsproblemen in het primair onderwijs en het Koers VO met lesplekken op twee scholen voor voortgezet onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft maatregelen getroffen voor het eerder signaleren van begaafdheid, scholing van leerkrachten en kennisdeling over begaafdheid.
     
  • Vooruitlopend op landelijke ontwikkelingen heeft Rotterdam het leerrecht van elk kind centraal gezet. Ook voor kinderen met een leerplichtontheffing op basis van fysieke of psychische gronden. Er is een toename van het aantal vrijstellingen van onderwijs te zien. Maatregelen hierop worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Verder is een nieuwe leerrechtpilot vo in voorbereiding.

 

Leraren
Het lerarentekort en de personeelstekorten in de kinderopvang zijn snel toegenomen. De aanpak ‘Leraren’ is daarom geïntensiveerd; er is met het Rijk een Rotterdams noodplan ontwikkeld samen met schoolbesturen, gemeente en opleidingen. Daarnaast is de gemeentelijke aanpak vanuit 4 actielijnen gecontinueerd:

  • De actielijn ‘verhogen instroom’ zet in op de toename van het aantal zij-instromers. Voor schooljaar 2019-2020 zijn 176 zij-instromers gestart, 79 meer dan vorig schooljaar. 71 onderwijsassistenten zijn gestart met een opleiding tot bevoegd leerkracht en daarnaast is het project ‘Leraarvanbuiten.nl’ gestart voor zij-instroom in het vo en mbo. Het project heeft matches opgeleverd van docenten die per schooljaar 2020-2021 al starten.
  • De actielijn ‘beperken uitstroom’ zet in op werkdrukvermindering en begeleiding voor startende docenten. Schoolbesturen ontvangen subsidie voor plannen.
  • Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met corporaties om een leraren en studenten voorrang te geven op het gebied van huisvesting.
  • In het kader van de actielijn ‘professionalisering’ zijn meer middelen beschikbaar gesteld voor lerarenbeurzen. 
  • In het kader van ‘anders organiseren en innoveren’ is gestart met nieuwe opleidingsvormen. Voorbeeld hiervan is een modulaire pabo-opleiding. Door de coronacrisis heeft het afstandsonderwijs een snelle ontwikkeling doorgemaakt. Met het scholenveld wordt onderzocht welke goede voorbeelden behouden kunnen worden, als medeoplossing voor het lerarentekort.

 

Burgerschap
Voor de zomer (2020) hebben alle onderwijssectoren, van voorschool tot en met hoger onderwijs, in Rotterdam gezamenlijk een manifest opgesteld. In lijn met het manifest werken we samen met scholenveld aan een veilige oefenplaats voor burgerschap. Dit maakt dat het Rotterdamse onderwijs beter kan omgaan met actualiteiten die leven onder jongeren. Dat is de bedoeling van het manifest: lastige onderwerpen bespreekbaar maken op een manier die past bij de leerlingen en het karakter van de school. Het belangrijkste is dat alle scholen lastige onderwerpen in de klas kunnen bespreken en hun docenten steunen in deze soms lastige opgave. Het uitgangspunt is dat school een veilige oefenplaats moet zijn.

De gemeente ondersteunt scholen onder andere door middel van subsidie voor deskundigheidsbevordering en het ontplooien van goede initiatieven op het gebied van burgerschap. Ook faciliteert de gemeente bij ontmoetingen tussen professionals maar ook tussen groepenleerlingen. Daarnaast ondersteunt de gemeente burgerschapsnetwerken en het delen van goede voorbeelden.


Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Om loopbaanoriëntatie en -begeleiding (lob) te versterken in het onderwijs is subsidie verstrekt aan scholen die extra investeren in de doorontwikkeling van lob. Ook heeft de gemeente in samenwerking met docenten een online tool ontwikkeld om jongeren meer inzicht te geven in de leerroutes naar kansrijke arbeidsmarktsectoren. Daarnaast worden succesvolle interventies uit het BRIDGE-programma stedelijk aangeboden.

De corona crisis heeft een ongunstig effect op de arbeidsmarkt en het aantal leerwerk-banen. Eén van de activiteiten waarmee we een extra bijdrage leveren aan de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is het Rotterdams Scholingsfonds; Recent gediplomeerde jongeren kunnen een beroep doen voor de financiering van hun om-, her- of bijscholing voor werk in de kansrijke sectoren.


Onderstaand de overige voortgang binnen onderwijs en arbeidsmarkt: 

  • Via het Leerwerkloket wordt met de mbo-instellingen het benutten van de beroepsbegeleide leerweg (bbl) gestimuleerd. De bbl-infomarkt van februari 2020 was met ruim 1.100 bezoekers en 100 bedrijven en opleiders zeer succesvol.
  • Het arbeidsmarkt dashboard ‘RijnmondInZicht’ is operationeel. Het dashboard wordt benut om de gegevens van het onderwijs op te nemen en te relateren aan de vraag op de arbeidsmarkt en de doorstroming naar een hoger niveau.
  • De gemeente ondersteunt de verdere ontwikkeling van de IT Campus.
  • In 2019 is in de extra uren van de dagprogrammering gestart met lessen in digitale geletterdheid en met buitenschoolse programmeerlessen. Daarnaast is een innovatietraject gestart, waarbij schoolleiders van 16 scholen (po en vo) werken aan digitalisering.

 

Talentontwikkeling
Om talenten beter te benutten werken we, in het kader van NPRZ en de regiodeal met het Rijk, samen met de onderwijsinstellingen en andere partners aan 10 uur Dagprogrammering. In deze uren bieden we extra activiteiten op het gebied van taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, loopbaanoriëntatie, sport, kunst, cultuur en natuur aan. Vanaf het schooljaar 2020-2021 geven alle 30 scholen binnen de Children’s Zone invulling aan 10 uur Dagprogrammering. Er zijn inmiddels ook scholen buiten de Children’s Zone die gestart zijn met Dagprogrammering. Tijdens de corona schoolsluiting heeft uiteraard ook de dagprogrammering stilgelegen.

 

Veiligheid
Op verzoek van de gemeenteraad is in samenspraak met het onderwijsveld een actieplan Veiligheid in en om het onderwijs opgesteld. Het actieplan beoogt de sociale veiligheid in het voortgezet onderwijs en mbo te verstevigen. Verschillende maatregelen uit het actieplan zijn al in werking getreden zoals:

  • Het voortgezet onderwijs en het mbo maakt gebruik van de mogelijkheid om een gezamenlijke subsidie aan te vragen die beoogt de sociale veiligheid te verstevigen. Onderzocht wordt hoe de meldings- en aangiftebereidheid van een incident kan worden vergroot.
  • Een samenwerking is gestart tussen het onderwijs en het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond: zodra een jongere betrokken is geweest bij een steekincident wordt de school nu geïnformeerd en uitgenodigd voor een maatgerichte aanpak.


Voortijdig schoolverlaters (vsv)
De nieuwe aanpak voortijdig schoolverlaters (vsv) is in uitvoering, met multidisciplinair werken en samenwerking met partijen uit het domein arbeid. Bij de aanpak worden de leerlingen van pro en vso scholen gemonitord. Jongeren die het vmbo verlaten worden gevolgd in hun overstap naar een vervolgopleiding. Hierbij is extra aandacht voor kwetsbare jongeren.

Ook voeren we de leerplichtwet uit en pakken de verzuimmeldingen op. Met de regiopartners bewaken we het gebruik van het regionale verzuimprotocol. Na de corona lockdown is nauw samengewerkt met scholen en andere partnerorganisaties om het contact te herstellen met onbereikbaar gemelde scholieren en mbo-studenten.

 

Leerlingenvervoer
In het leerlingenvervoer is de afgelopen jaren een groei geconstateerd. Er is een toename van het aantal afgegeven indicaties en stijging van duurdere vormen van vervoer. Zowel het aantal leerlingen in Rotterdam is gestegen als het aandeel leerlingen dat gebruik maakt van leerlingenvervoer is gestegen.

Er zijn maatregelen genomen om de (budgettaire) groei terug te dringen en de zelfredzaamheid van leerlingen te bevorderen. We zetten in op een professionalisering en verbetering van de beoordeling van de aanvragen. De groei van het aantal indicaties leerlingenvervoer lijkt hiermee gestopt. Daarnaast wordt onderzocht op welke wijze leerlingen het beste geholpen kunnen worden op weg naar zelfredzaamheid.

Het sluiten van de scholen vanwege Covid-19 heeft vanwege de systematiek van het contract geen gevolgen voor het budget leerlingenvervoer. Wel heeft het sluiten en vervolgens weer opstarten van het onderwijs van alle betrokkenen veel inzet gevraagd. Door gezamenlijke inspanning vanuit Trevvel en de gemeente is het gelukt het leerlingenvervoer steeds gelijk met de start van het onderwijs te laten beginnen.

Ontwikkelingen 2021-2024

Het is waarschijnlijk dat de coronacrisis nog lange tijd gevolgen heeft. De hoge mate van onzekerheid in de komende periode vraagt meer dan ooit om focus op de collegeambities die door de coronacrisis nog urgenter zijn geworden, zoals kansenongelijkheid, aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, passend onderwijs en overgangsmomenten. Om het effect van de corona crisis te ondervangen is het van belang om te blijven investeren in goed onderwijs.  

De onzekerheden van de coronacrisis vragen daarnaast ook om flexibiliteit en wendbaarheid. Voor een snelle en adequate omschakeling bij een eventuele (gedeeltelijke) lock-down zijn moderne leermiddelen van belang om onderwijs op afstand mogelijk te maken. Onderwijsinstellingen zullen dan opnieuw moeten afwijken van de gebruikelijke manier van werken. Inzet op digitale voorzieningen en vaardigheden blijven hiervoor essentieel.

Verder zijn er vanuit het Rijk middelen beschikbaar gesteld aan het scholenveld voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s. Het doel is om achterstanden te voorkomen en de opgelopen achterstand in te halen.

Wat willen we bereiken

Effect indicatoren

Wat gaan we daar voor doen

Prestatie indicatoren
Effectindicatoren 

2018

(2017-2018

2019

(2018-2019)

2020

(2019-2020)

2021

(2020-2021)

2022

(2021-2022)

Collegetarget 6: Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau            
Doelgroep peuters Streefwaarde 89% 89% 89% 89%  
Realisatie 80%        
Referentie taal Streefwaarde 55,3% 55,8% 56,3% 56,9%  
Realisatie 58%        
Referentie lezen Streefwaarde 62,4% 63,9% 65,4% 67,4%  
Realisatie 67%        
Referentie rekenen Streefwaarde 35,5% 36,2% 37% 37,8%  
Realisatie 36%        
Derde leerjaar VO Streefwaarde 78% 78% 79% 80%  
Realisatie 77% 77%      
Beroepsbegeleidende leerweg (bbl) Streefwaarde 14% 15,5% 17% 18%  
Realisatie 14% 16%      
Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs- en/of zorg Streefwaarde N.v.t. 110

55

28 14
Realisatie N.v.t. 280      
NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets Streefwaarde - - - - 531,9 (2021-2022)
Realisatie N.v.t. N.v.t. N.v.t.    
Prestatie-indicatoren 201820192020202120222023
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding po en vo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100%        
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding mbo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100%        
Alle Rotterdamse vsv-ers zijn in beeld en we werken met hen aan een passende vervolgstap. Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 1005
Realisatie 100% 100%        

Toelichting indicatoren

De resultaten die in het verleden zijn behaald bij het verhogen van de Rotterdamse onderwijsprestaties geven aan dat we op de goede weg zijn. We weten ook uit tal van onderzoeksrapporten dat het opleidingsniveau in belangrijke mate van invloed is op de toekomstige gezondheid, kansen op werk en andere maatschappelijke situaties waarin mensen verkeren. We streven naar een passend onderwijsniveau voor alle kinderen. Rotterdam heeft de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt, maar we zijn nog niet klaar. Het gemiddelde opleidingsniveau van Rotterdamse leerlingen loopt nog niet in de pas met de rest van Nederland.

 

De mate van onderwijsachterstanden en of de targets worden behaald is door de coronacrisis lastig in te schatten. Dit hangt onder andere af van de opgelopen achterstand, de periode dat onderwijsinstellingen en kinderopvanglocaties gesloten zijn en de kwaliteit van het afstandsonderwijs. De hoge mate van onzekerheid in de komende periode vraagt meer dan ooit om focus op de collegeambities die door de coronacrisis nog urgenter zijn geworden.

 

Onderstaand de voortgang op de collegetargets:

 

Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau
Hieronder vallen vier meetbare subtargets voor de verschillende sectoren van de onderwijsportefeuille:

 

1. Het percentage 3-jarige doelgroeppeuters dat gebruik maakt van het extra aanbod ‘spelen en leren’ blijft minimaal gelijk.

Het extra aanbod spelen en leren is het wettelijk verplichte aanbod voorschoolse educatie aan peuters met het risico op een taalachterstand (zogenaamde doelgroeppeuters). Het beeld is dat we in aantal meer doelgroeppeuters bereiken en in sommige gebieden bereiken we (bijna) 89% van de driejarige doelgroeppeuters. De doelgroep nam echter ook toe, waardoor het bereik percentage daalt. De conclusie is dat er meer inspanningen nodig zijn om meer doelgroeppeuters te bereiken en een bereik van 89% bij 3-jarige doelgroeppeuters te halen.

Daarbij leidt een recessie door de corona-crisis tot meer armoede. We zien nu al de vraaguitval in de kinderopvang, waardoor ook minder kinderen naar de voorschool gaan. We zetten daarom extra in op het bereiken en informeren van ouders van doelgroeppeuters. Dit doen we gebiedsgericht en door de informatievoorziening vanuit de gemeente aan ouders nog verder te verbeteren. Verder hebben we vanaf 2020 de toegankelijkheid van de voorschool vergroot voor peuters van ouders met schulden.

 

2. Het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen op het streefniveau van de referentieniveaus stijgt in 2021 naar het landelijk gemiddelde van 2017. 

De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor taal, rekenen en lezen. De referentieniveaus taal en lezen zijn voor schooljaar 2017-18 ruim boven het ambitieniveau en bij rekenen op het ambitieniveau. De referentieniveaus van schooljaar 2018-19 worden verwacht in december 2020.

 

3. Het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het vo dat zit op het niveau van het advies van de basisschool of hoger stijgt van 77% in 2017 naar 80% in 2021.

Rotterdamse leerlingen presteren iets onder het ambitieniveau. 77% van de leerlingen zit op of boven het niveau van het advies van de basisschool. Positief is dat het aantal leerlingen dat in het derde leerjaar op hetzelfde niveau zit als het advies, wel is toegenomen (68% in 2018-2019). Rotterdamse leerlingen presteren daarmee ongeveer even goed als leerlingen landelijk.

 

4. Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt.

Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt van 13,5% in 2017 naar 18,0% in 2021. De ambitie is met een percentage van 15,5% voor dit jaar behaald.

 

 

Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuis zit zonder passend aanbod van onderwijs- en /of zorg

Dit is het totaal aantal jeugdigen van 5-18 jaar dat langer dan 3 maanden thuiszat: of een passend aanbod hebben gekregen van onderwijs- en/of zorg. In 2018 waren er 280 jeugdigen langer dan drie maanden thuis; toen is niet gemeten of zij passend aanbod hebben gekregen. Een fundamentele thuiszittersaanpak met een structureel effect kost tijd en laat soms eerst een toename zien, net als in vergelijkbare programma’s. Doordat we eerder en beter signaleren en ook de geoorloofd langdurige thuiszitters meerekenen, zien we een stijging van de cijfers. Daarnaast is de thuiszittersproblematiek vaak zeer complex en spelen verschillende factoren, zowel kind- als gezinsfactoren een rol. Met het registreren van het passend aanbod dat naast onderwijs ook jeugdhulp kan zijn, wordt in navolging van landelijk beleid, in het najaar gestart.

 

 

NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets

Het hoofddoel van de pijler school van het NPRZ is hogere onderwijsresultaten. Op dit moment houden we vast aan de cito-eindtoets als indicator, maar de wens is om over stappen naar betere indicatoren. Steeds minder scholen maken gebruik van de cito eindtoets en daarom wordt er geleidelijk overgestapt op andere indicatoren. Voorlopig is echter het vastgestelde doel om de gemiddelde score op de Centrale Eindtoets te verhogen naar 531,9 (was 530,8 in schooljaar 15-16).

Wat kost het

Overzicht van baten en lasten Onderwijsbeleid en leerlingzakenRealisatie 2019Begroting
2020
Begroting
2021
Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Baten exclusief reserves58.66966.15266.26264.41757.31556.515

Bijdragen rijk en medeoverheden 58.622 65.456 65.172 63.855 56.753 55.953
Overige opbrengsten derden 47 697 1.090 562 562 562
Overige baten 0 0 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves124.598135.313135.316127.415116.018115.218

Apparaatslasten 12.959 13.144 13.575 13.474 13.474 13.474
Inhuur 589 431 510 457 457 457
Overige apparaatslasten 323 270 325 325 325 325
Personeel 12.046 12.442 12.740 12.693 12.693 12.693
Intern resultaat 9.573 10.184 10.182 10.032 9.682 9.682
Intern resultaat 9.573 10.184 10.182 10.032 9.682 9.682
Programmalasten 102.066 111.986 111.559 103.910 92.862 92.062
Financieringslasten 0 0 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 7.842 7.613 8.101 5.645 7.353 7.353
Kapitaallasten 0 0 0 0 0 0
Overige programmalasten 1 0 0 0 0 0
Sociale uitkeringen 12.296 12.304 13.135 10.468 10.709 10.709
Subsidies en inkomensoverdrachten 81.928 92.069 90.323 87.798 74.800 74.000
Saldo voor vpb en reserveringen -65.928 -69.161 -69.054 -62.999 -58.703 -58.703
Saldo voor reserveringen -65.928 -69.161 -69.054 -62.999 -58.703 -58.703
Reserves6761.82829017100

Onttrekking reserves 676 1.763 225 106 0 0
Toevoeging reserves 0 0 0 0 0 0
Vrijval reserves 0 65 65 65 0 0
Saldo -65.252 -67.333 -68.764 -62.827 -58.703 -58.703

Omschrijving taakveld

Binnen het taakveld Onderwijsbeleid en Leerlingzaken voert de gemeente wettelijke taken uit, zoals leerlingenvervoer, voor- en vroegschoolse educatie (vve), voortijdig schoolverlaten (vsv) en onderwijs aan kinderen van statushouders en asielzoekers. Daarnaast ontwikkelt de gemeente stedelijk beleid – waarvoor ze zowel gemeentelijke als rijksmiddelen inzet - ter verbetering van onderwijsresultaten, kansengelijkheid in het onderwijs, talentontwikkeling, burgerschap, vermindering van het lerarentekort, passend onderwijs en vermindering van schooluitval. Ook voert de gemeente stedelijk beleid uit voor schoolzwemmen.