Financieel beeld

Bij de Begroting 2021 en 2e Herziening 2020 zijn de baten en lasten per programma voor de periode 2020 – 2024 vastgesteld. De 10-Maandsrapportage 2020 bevat enkel een actualisatie van het lopende boekjaar. Begrotingswijzigingen die een meerjarig effect hebben, zijn dan ook uitsluitend verwerkt voor de jaarschijf 2020.

Met de 10-maandsrapportage willen we een zo realistisch mogelijk financieel beeld presenteren. Dit betreft zowel de exploitatie als de reserves en de investeringen. Hiermee beogen we onder meer dat de jaarrekening ten opzichte van de begroting niet zal leiden tot grote verschillen en dat begrotingsonrechtmatigheden voorkomen worden. In de 10-maandsrapportage worden daarnaast risico’s gemeld waarvoor geen begrotingsmutaties zijn ingediend.

Het exploitatiesaldo van de voorgestelde begrotingswijzigingen is in totaal circa €4,6 mln positief. De belangrijkste mutaties met een saldo-effect worden onderstaand beschreven. Hierbij zijn de belangrijkste bijstellingen gerelateerd aan Corona apart beschreven.

  • Algemene middelen: Gemeentefonds €5 mln. negatief. Op Prinsjesdag, dinsdag 15 september jl., zijn onder andere de Miljoenennota, de Rijksbegroting en de septembercirculaire Gemeentefonds 2020 gepubliceerd. Na analyse en het verwerken van de septembercirculaire gemeentefonds 2020 daalt de algemene uitkering met € 5 mln.
  • Stedelijke inrichting: Verkoopresultaat €3,8 mln. positief. Er zijn in 2020 verkopen gerealiseerd die werden verwacht voor 2021 en later. Het verkoopresultaat 2020 valt daarom € 3,8 mln hoger uit. De mogelijkheid bestaat dat er in het laatste deel van 2020 ook (nog) verkopen worden gerealiseerd die niet in dit jaar waren voorzien waardoor het resultaat verder kan verbeteren. Een aanleiding hiervoor is de hogere overdrachtsbelasting per 2021.
  • Stedelijke inrichting: Actualisatie veilingopbrengst brandstofverkooppunten €2,6 mln. negatief.
    De veiling van vier brandstofverkooppunten heeft € 2,6 mln. minder opgebracht dan begroot.
  • Volksgezondheid en Zorg: Brede opvang dak en thuislozen €9,7 mln. Het Rijk stelt voor de aanpak van dak- en thuisloosheid een financiële impuls beschikbaar voor de jaren 2020 en 2021. Aangezien de extra middelen niet meer in 2020 kunnen worden ingezet, wordt een ramingsbijstelling gedaan en zal voor deze middelen bij de jaarrekening een bestemmingsvoorstel worden ingediend.

De belangrijkste mutaties gerelateerd aan Corona:

  • Economische zaken: Markten €0,75 mln. negatief, markten zijn afgelast of heringedeeld met minder kramen.
  • Overhead: Lagere gebruikskosten gemeentelijke locaties €1,6 mln. Door de aanscherpingen van de maatregelen wordt het gebruik van gemeentelijke locaties verder gereduceerd waardoor gebruikskosten lager uitvallen.
  • Werk en Inkomen: Ophoging voorziening dubieuze debiteuren €2,3 mln. vanwege de coronacrisis betracht de gemeente meer coulance bij de incasso op openstaande vorderingen aan werkzoekende Rotterdammers. De terugbetalingen liggen op een lager niveau dan gebruikelijk. Dit 'socialer incasseren' vraagt om ophoging van de voorziening dubieuze debiteuren bijstandsuitkeringen met € 2,3 mln.

Risico's

Naast wijzigingen in de begroting willen we u ook informeren over een aantal ontwikkelingen en risico’s waarvan het (deels) nog onzeker is of er een budgettair effect zal optreden in 2020 en/of hoe hoog dit effect zal zijn.

Tweede golf contactbeperkende maatregelen COVID19

De effecten door Corona zijn zo veel mogelijk verwerkt. Echter de mate waarin de nieuwe periode van strenge(re) contactbeperkende maatregelen nog in 2020 zal leiden tot hogere lasten en lagere inkomsten, hangt van veel factoren af en laat zich dus niet goed ramen.

Het recente kabinetsbesluit om met ingang van 13 oktober jl. strengere contactbeperkende maatregelen te treffen, heeft grote consequenties voor met name de horeca, sportverenigingen en cultuurinstellingen. Het risico op faillissement is toegenomen. Sommige ondernemers zullen zich gedwongen zien om hun onderneming te beëindigen. Daarbij zullen arbeidsplaatsen verloren gaan en een deel van de ondernemers en werknemers zal een beroep moeten doen op een regeling voor inkomensondersteuning. Sommige sportverenigingen en cultuurinstellingen zullen de gemeente om (aanvullende) noodsteun vragen, om het hoofd boven water te houden. Ook zij zullen zich mogelijk gedwongen zien om te snijden in hun personeelsbestand.

Dit alles zal zijn effect gaan hebben op de gemeentelijke lasten en baten, daarbij blijft de gemeente inzetten op compensatie vanuit het Rijk. Zo zullen de uitvoeringslasten om financiële bijstand te verstrekken en bijstandsgerechtigden weer naar werk te begeleiden waarschijnlijk verder toenemen. De inkomsten uit gemeentelijke belastingen zullen verder onder druk komen te staan. Het beroep op acute zorgverlening zal mogelijk toenemen vanwege uitgestelde zorg.

Mogelijk zijn er extra lasten door extra inzet van de coronaorganisatie, deze lasten zal de gemeente declareren bij het rijk. Tevens zijn er bij de tweede herziening voor een aantal beleidsterreinen verwachte bijdragen van het Rijk opgenomen in de begroting. Deze bijdragen zijn nog niet in alle gevallen ontvangen, hier lopen nog gesprekken over. Voorbeelden van onderdelen waarop nog rijksbijdragen worden verwacht zijn Jeugd en Afval. Voor de Wmo geldt dat een stijging van de verwachte meerkosten zoals gerapporteerd in de 2e Herziening 2020 niet uit te sluiten is. Een goede inschatting hiervan is nu nog niet te maken. Daarom wordt ter voorkoming van een begrotingsonrechtmatigheid bij de jaarrekening een aanvullend besluit aan de Raad gevraagd bij de 10-maandsrapportage. Met dit besluit wordt de raad gevraagd in te stemmen met het doen van een hogere onttrekking dan begroot aan de bestemmingsreserve WMO en Jeugdhulp ter voorkoming van een begrotingsonrechtmatigheid wanneer er geen compensatie vanuit de rijksoverheid wordt ontvangen. 

Met uitzondering van het programma Werk en inkomen (gerelateerd aan bijstand en Tozo-regelingen) is er geen aanleiding bijstellingen te doen in de voorzieningen gerelateerd aan dubieuze debiteuren. Het is mogelijk dat de Coronacrisis in het resterende gedeelte van 2020 alsnog impact heeft op het betaalgedrag van ondernemers. Dit kan mogelijk leiden tot hogere oninbaarheid. De omvang kan momenteel niet volledig worden ingeschat.

Decembercirculaire Gemeentefonds
In de laatste maand van dit jaar wordt de decembercirculaire Gemeentefonds 2020 verwacht. Deze circulaire zou wijzigingen kunnen bevatten die van invloed zijn op het rekeningresultaat 2020. Deze zijn op dit moment nog niet in te schatten.

Investeringen 2020
Ondanks de getroffen beheersingsmaatregelen blijft het risico bestaan dat de realisatie van de investeringen in 2020 achterblijft bij de verwachtingen. Dit zou leiden tot een lagere financieringsbehoefte en daarmee tot lagere externe rentelasten dan geraamd. Echter, omdat de geraamde externe marktrente lager is dan de door te rekenen interne omslagrente heeft dit een nadelig effect op het resultaat op het taakveld Treasury. Er wordt dan namelijk ook minder omslagrente doorgerekend aan de projecten in uitvoering dan begroot. Bij de projecten in uitvoering komt dit voordeel niet in het resultaat omdat deze omslagrente wordt geactiveerd. Eventueel achterblijvende investeringen zullen bij jaarrekening 2020 leiden tot een financieel nadeel op het taakveld Treasury.

Warmtebedrijf
Op het moment dat de 10maandsrapportage wordt opgesteld zijn verschillende toekomstscenario’s uitgewerkt en afgewogen. Deze scenario's worden in november aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. Pas na besluitvorming over de toekomstscenario's voor het Warmtebedrijf is een goede inschatting van de gevolgen voor de begroting van de gemeente te maken. Ook kunnen dan pas de risico's goed in beeld worden gebracht. Een actualisatie van het risico- en de bij begroting 2021 getroffen voorziening WbR- zal dan ook niet eerder dan bij jaarrekening 2020 plaatsvinden.

Juridisch en financieel advies
Vanwege de actuele ontwikkelingen inzake een aantal dossiers (onder meer Warmtebedrijf Rotterdam, Feijenoord City) dient rekening gehouden te worden met eventuele extra lasten voor juridische en financieel advies en uitbestede werkzaamheden op het taakveld Treasury. Deze zijn op dit moment niet te kwantificeren.

Tower Hotel Rotterdam B.V.
De gemeente heeft besloten om haar deelname in Tower Hotel Rotterdam  te beëindigen door als aandeelhouder uit te treden en haar belang hierin te verkopen. Op het moment van het opstellen van de 10maandsrapportage is een overeenkomst met een nieuwe investeerder gesloten. Najaar 2020 zullen de transactiedocumenten getekend worden. Transactie zal nog dit jaar plaatsvinden. Betaling vindt plaats in drie delen. In het eerste en tweede deel worden alle gewone aandelen en een deel van de cumulatief preferente aandelen verkocht. Direct na ondertekening van de transactiedocumentatie ontvangen we de eerste betaling. Dit zal in rekeningresultaat 2020 verwerkt worden. Eind 2021 ontvangt de gemeente een tweede betaling, die afhankelijk is van de eventueel opgebouwde huurschuld van Tower Hotel. De resterende cumulatief preferente aandelen zullen begin 2022 overgedragen worden, dan ontvangt de gemeente de laatste betaling.

Financieringsbaten
Op basis van financieringsbehoefte voor de resterende maanden in het boekjaar 2020 kunnen externe leningen aangetrokken worden waarbij, vanwege de huidige negatieve rentestand en het toegepaste financieringsinstrument, de gemeente een bedrag kan ontvangen bij het afsluiten hiervan. Dit kan leiden tot een positieve realisatie 2020 bij Taakveld Treasury ten opzichte van de begroting.

Vennootschapsbelasting
Met ingang van 2016 is de gemeente vennootschapsbelasting (VpB) over bepaalde ondernemingsactiviteiten met positief resultaat verschuldigd. In 2019 is de aanslag van de Rijksbelastingdienst over heffingsjaar 2016 ontvangen. Tegen deze aanslag loopt momenteel een beroepsprocedure; voor een aantal activiteiten is naar mening van de gemeente ten onrechte VpB aangeslagen. In 2019 is een voorziening getroffen om de lasten vennootschapsbelasting (VpB) op basis van een actuele risicoschatting geheel te kunnen voorzien. De aanslagen over 2017 ev. zijn momenteel nog niet ontvangen. Bij het opstellen van jaarrekening 2020 dient te worden bezien of de voorziening volledig op peil is.

Afwikkeling Beurs
Op het moment dat de 10maandsrapportage wordt opgesteld is het liquidatieproces nog niet geheel afgerond. De verwachting is dat dit eind 2020 alsnog gebeurd. Het verkoopresultaat zal dan verwerkt worden in rekening 2020.De verwachting is dat dit resultaat hoger is dan waarmee in de begroting rekening wordt gehouden.

 

Reserves

Bij de 10-maandsrapportage zijn toevoegingen aan bestemmingsreserves met het karakter van resultaatbestemming niet toegestaan tenzij het de reserve BUIG, IFR of de kredietrisicoreserve betreft.

De voorgestelde begrotingswijzigingen op de reserves werken niet door in het saldo op concernniveau. Tegenover de wijzigingen in reserves staan wijzigingen in de exploitatie.

Onder Financiën bij het onderdeel Reserves is aanvullende informatie over de reservemutaties opgenomen. De reserves met een mutatie in de onttrekking groter dan €5 mln. zijn.

  • Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR): €8,9 mln. meer onttrekking begroot. Op basis van een definitieve berekening van de Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV-3) vindt een correctie plaats van de vrijval Investeringsfonds Rotterdam ten gunste van bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam-Zuid.
  • Bestemmingsreserve Energietransitie: € 8,2 mln. lagere onttrekking begroot. De planning voor 2020 is voor een aantal projecten en programma’s vertraagd of tot stilstand gebracht door Corona of door financieringsproblemen van externe partijen. Daarnaast zijn subsidies verleend, die over meerdere boekjaren bevoorschot worden. Voor deze projecten wordt het budget nu verlaagd. Dit bedrag zal, indien nodig, bij de 1e herziening 2021 weer opgevoerd worden. Tevens is een toelichting gegeven in de paragraaf Energietransitie.
  • Bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid: €26,9 mln. meer onttrekking begroot. In de bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) zijn middelen beschikbaar ter dekking van de verwachte verliezen op de in uitvoering te nemen grondexploitatie Fazantstraat en de lopende grondexploitaties 2e Carnissestraat, Urkersingel en Tweebosbuurt.
  • Bestemmingsreserve BUIG: €10,8 mln. minder onttrekking begroot. Eind september 2020 heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de definitieve BUIG-beschikking voor 2020 gepubliceerd. Deze beschikking viel € 10,9 mln. hoger uit dan geraamd.

Investeringskredieten

In paragraaf Investeringen zijn de nieuwe en aangepaste investeringskredieten met de toelichtingen opgenomen waarover uw raad gevraagd wordt te besluiten.

De nieuw aangevraagde investeringskredieten zijn:

  • Programma Verkeer en Vervoer; Fietsenstalling Capelsebrug (€0,975 mln.) met als doel Het verhogen van de capaciteit en het service-niveau van fietsenstalling Capelsebrug.
  • Programma Openbare orde en Veiligheid; Handhavingssysteem Redline (€1.3 mln.) met als doel de implementatie van een nieuw handhavingssysteem.
  • Programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling; Groen-blauw dak de doelen (€0,459 mln.). In het kader van de vergroening van de stad en het benutten van daken wordt een groenblauw dak op de Doelen aangelegd.
  • Programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling; Vernieuwing Centrale Bibliotheek Rotterdam (€3,52 mln.). Voor de vernieuwing van de Centrale Bibliotheek Rotterdam wordt een voorbereidingskrediet aangevraagd. Daarmee wordt de architectenselectie voor de ontwerpopgave voor het maatschappelijke vastgoed gedaan (Bibliotheek, openbare fietsenstalling en optioneel de stadsmuseale functie), de buitenruimte en de tijdelijke huisvesting opgestart en een voorlopig ontwerp uitgewerkt. 

Arbeidskosten

In de paragraaf Bedrijfsvoering zijn de mutaties op de arbeidskosten met de toelichtingen weergegeven.

De 10-Maandsrapportage laat ten opzichte van de 2e herziening 2020 een stijging van de begrote arbeidskosten zien van € 49 mln. De belangrijkste oorzaak hiervan is de inzet ten behoeve van corona (Volksgezondheid en zorg). Daarnaast zijn er diverse actualisaties en verschuivingen.

De loonkosten stijgen met ruim € 7 mln. De stijging van de begrote loonkosten is met name zichtbaar bij de programma’s Volksgezondheid en zorg (corona), Werk en inkomen, Overhead en Maatschappelijke ondersteuning.

De begrote inhuur stijgt met ruim € 41 mln. De stijging zit voornamelijk bij Volksgezondheid en zorg (corona), Openbare orde en veiligheid, Stedelijke inrichting en ontwikkeling en Overhead.

Programma's

In de 10-maandsrapportage worden de begrotingswijzigingen op programmaniveau toegelicht.

Samenvatting bijstellingen

Zie voor dit onderdeel de pagina Samenvatting bijstellingen.